NL192567C

NL192567C - Papiersnijder.

Info

Publication number: NL192567C
Application number: NL8802956A
Authority: NL
Original assignee: Koppelmans Henricus Franciscus
Priority date: 1988-10-22
Filing date: 1988-11-30
Publication date: 1997-10-03
Also published as: NL8802956A; WO1990004525A1; NL192567B

Description

1 192567

Papiersnijder

De uitvinding heeft betrekking op een papiersnijder, welke is ingericht om gevouwen papier zoals de sluitklep van een enveloppe in de vouw open te snijden door middel van een in hoofdzaak vlak lichaam dat 5 in één van de kopse vlakken is voorzien van een langsgleuf, waarbij in de langsgleuf een mes is aangebracht, waarvan het snijvlak onder een scherpe hoek staat met het kopse vlak.

Een dergelijke papiersnijder is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 3.383.768. Deze bekende papiersnijder is voorzien van een langsgleuf waarin een mes is aangebracht. Dit mes bevindt zich in het midden van de gleuf, doch bij het opensnijden van een vouw van te snijden materiaal, wordt de vouw of 10 enveloppe niet naar het mes geleid.

De uitvinding heeft ten doel de werking van de papiersnijder te verbeteren en te garanderen dat de vouw naar het mes wordt gebracht, zodat de snijbewerking plaats kan vindon.

De uitvinding wordt daartoe gekenmerkt doordat zich in de langsgleuf twee verende lippen bevinden, waarbij de punt van het mes zich tussen de vrije uiteinden van de verende lippen bevindt.

15 Hierdoor wordt bij gebruik van de papiersnijder het gevouwen papier door de langsgleuf gevoerd en door de twee verende lippen door naar het mes geleid. Hierbij wordt gegarandeerd dat het mes in de vouw van het te snijden materiaal komt en deze zonder afval opensnijdt.

Volgens de uitvinding verdient het de voorkeur dat met mes een ongelijkbenige driehoeksvorm heeft, waarvan de langste zijde scherp is geslepen en geplaatst onder een hoek van plm. 20 graden, waarbij het 20 lemmet van het mes niet puntig eindigt, maar aan het uiterste einde van de horizontale zijde van de driehoek enigszins is afgerond. Hierdoor wordt bevorderd dat de punt van het mes niet in de zijkanten van het te zijden materiaal dringt, maar de vouwlijn zal volgen.

Bij voorkeur voert men de papiersnijder zodanig uit dat het eenzijdig geslepen driehoekige mes zo geplaatst is dat daardoor de invoerrichting van het open te snijden materiaal alleen van rechts naar links 25 mogelijk is. Door de stand van het mes ontstaat een snijhoek waarmee bevorderd wordt dat het te snijden materiaal op het lemmet blijft in een onafgebroken snede.

Een verdere verbetering wordt bewerkstelligd doordat in de houder helften van de papiersnijder ter plaatse van de snede van het mes een groef is aangebracht, zodanig dat de snede geheel vrij blijft van de houder.

30

Een uitvoeringsvorm van de papiersnijder volgens de uitvinding zal hieronder besproken worden aan de hand van de tekeningen.

Figuur 1 toont het aanzicht van de papiersnijder.

Figuur 2 toont het zijaanzicht.

35 Figuur 3 toont in perspectief de twee helften opengevouwen.

Figuur 4 toont het mes.

De papiersnijder bestaat uit twee helften (1), (2), die met twee dunne buigzame strookjes (3) aan elkaar zijn verbonden. Dit is vooral van belang als de papiersnijder bedrukt moet worden met reclameteksten waarbij 40 een gelijke positie in het daarvoor bestemde vlak (4) gegarandeerd is.

Bij voorkeur zal de papiersnijder van kunststof worden vervaardigd.

De twee helften (1), (2) kunnen stevig met elkaar verbonden worden door ze naar elkaar toe te vouwen en de snap-elementen (5) in de daarvoor bestemde openingen (6) te drukken. In de beide helften is een enigszins verlaagd plateau (7), (8) waar het driehoekige mes (9) geplaatst wordt.

45 Het mes (9) is voorzien van een ongeveer driehoekige opening (10) en een snede (11). In houderhelft (1) is een uitsteeksel (12) dat passend is in de opening (10) van het mes (9). Dit uitsteeksel (12) past in uitsparing (13) van houderhelft (2). Wanneer de helften (1), (2) gesloten tegen elkaar zitten is het mes (9) onwrikbaar bevestigd.

In beide houderhelften (1), (2) zijn twee onder een hoek lopende gleuven (14), (15) aangebracht. Deze 50 gleuven (14), (15) lopen parallel aan de snede (11) van het mes (9) en houden de snede (11) geheel vrij van de houderhelften (1), (2). Hiermee wordt voorkomen dat papiervezels of andere ongerechtigheden zich tussen het mes (9) en de houderhelften (1), (2) vastzetten. Stof en dergelijke kunnen gemakkelijk weggeblazen worden.

De invoer van het te snijden materiaal geschiedt bij de invoeropening die gevormd wordt door de 55 verlagingen (16), (17). Deze verlagingen (16), (17) lopen met enige onderbrekingen door tot het andere eind van de houder.

Het mes (9) reikt tot in deze gleuf (16), (17). Aan beide houderhelften (1), (2) zitten twee verende lippen

Claims

192567 2 (18), (19). In ontspannen toestand bevinden deze zich in de stand (18'), (19'). De verende lippen reiken tot voorbij de punt (20) van het mes (9). Wanneer het gevouwen materiaal door de gleuf (16), (17) gevoerd wordt zullen de verende lippen (18), (19) het materiaal geleiden naar het mes (9) zodat de punt (20) in de vouw van het materiaal schuift en bij verder trekken de vouw open snijdt. Door de getoonde vorm en plaats 5 van het mes (9) zal dit maar enkele millimeters in de vouw reiken, waarmee bij enveloppen de kans op beschadiging van de inhoud minimaal is. De schuine snede (11) zorgt er voor dat de vouw over de gehele lengte worden opengesneden. Een symbool (21) geeft de werking aan. In beide houderhelften is een opening (22), (23) uitgespaard welke het gebruik als sleutelhanger mogelijk 10 maakt.

1. Papiersnijder welke is ingericht om gevouwen papier zoals de sluitklep van een enveloppe in de vouw open te snijden d.m.v. een in hoofdzaak vlak lichaam dat in één van de kopse vlakken is voorzien van een langsgleuf, waarbij in de langsgleuf een mes is aangebracht, waarvan het snijvlak onder een scherpe hoek staat met het kopse vlak, met het kenmerk, dat zich in de langsgleuf twee verende lippen bevinden, waarbij de punt van het mes zich tussen de vrije uiteinden van de verende lippen bevindt.

2. Papiersnijder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het mes een ongelijkbenige driehoeksvorm heeft, waarvan de langste zijde scherp is geslepen en geplaatst onder een hoek van plm. 20 graden, waarbij het lemmet van het mes niet puntig eindigt, maar aan het uiterste einde van de horizontale zijde van de driehoek enigszins is afgerond.

3. Papiersnijder volgens conclusies 1 en 2, met het kenmerk, dat het eenzijdig geslepen driehoekige mes 25 zo geplaatst is dat daardoor de invoerrichting van het open te snijden materiaal alleen van rechts naar links mogelijk is.

4. Papiersnijder volgens conclusies 1,2 en 3, met het kenmerk, dat in de houderhelften van de papiersnijder ter plaatse van de snede van het mes een groef is aangebracht, zodanig dat de snede geheel vrij blijft van de houder. Hierbij 2 bladen tekening