NL1040652C2 - Inrichting en werkwijze voor het aanbrengen van een profiel in het oppervlak van een rubbermat. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het aanbrengen van een profiel in het oppervlak van een rubbermat. Download PDF

Info

Publication number
NL1040652C2
NL1040652C2 NL1040652A NL1040652A NL1040652C2 NL 1040652 C2 NL1040652 C2 NL 1040652C2 NL 1040652 A NL1040652 A NL 1040652A NL 1040652 A NL1040652 A NL 1040652A NL 1040652 C2 NL1040652 C2 NL 1040652C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
workpiece
knife
vehicle
profile
support means
Prior art date
Application number
NL1040652A
Other languages
English (en)
Inventor
Pieter Lekkerkerker
Original Assignee
Pieter Lekkerkerker
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Pieter Lekkerkerker filed Critical Pieter Lekkerkerker
Priority to NL1040652A priority Critical patent/NL1040652C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1040652C2 publication Critical patent/NL1040652C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B26HAND CUTTING TOOLS; CUTTING; SEVERING
    • B26DCUTTING; DETAILS COMMON TO MACHINES FOR PERFORATING, PUNCHING, CUTTING-OUT, STAMPING-OUT OR SEVERING
    • B26D3/00Cutting work characterised by the nature of the cut made; Apparatus therefor
    • B26D3/06Grooving involving removal of material from the surface of the work
    • B26D3/065On sheet material
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/015Floor coverings, e.g. bedding-down sheets ; Stable floors
    • A01K1/0151Grids; Gratings; Slatted floors
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/015Floor coverings, e.g. bedding-down sheets ; Stable floors
    • A01K1/0157Mats; Sheets
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B26HAND CUTTING TOOLS; CUTTING; SEVERING
    • B26DCUTTING; DETAILS COMMON TO MACHINES FOR PERFORATING, PUNCHING, CUTTING-OUT, STAMPING-OUT OR SEVERING
    • B26D3/00Cutting work characterised by the nature of the cut made; Apparatus therefor
    • B26D3/06Grooving involving removal of material from the surface of the work
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B26HAND CUTTING TOOLS; CUTTING; SEVERING
    • B26DCUTTING; DETAILS COMMON TO MACHINES FOR PERFORATING, PUNCHING, CUTTING-OUT, STAMPING-OUT OR SEVERING
    • B26D1/00Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor
    • B26D1/01Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor involving a cutting member which does not travel with the work
    • B26D1/04Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor involving a cutting member which does not travel with the work having a linearly-movable cutting member
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B26HAND CUTTING TOOLS; CUTTING; SEVERING
    • B26DCUTTING; DETAILS COMMON TO MACHINES FOR PERFORATING, PUNCHING, CUTTING-OUT, STAMPING-OUT OR SEVERING
    • B26D1/00Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor
    • B26D1/01Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor involving a cutting member which does not travel with the work
    • B26D1/12Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor involving a cutting member which does not travel with the work having a cutting member moving about an axis
    • B26D1/14Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor involving a cutting member which does not travel with the work having a cutting member moving about an axis with a circular cutting member, e.g. disc cutter
    • B26D1/157Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor involving a cutting member which does not travel with the work having a cutting member moving about an axis with a circular cutting member, e.g. disc cutter rotating about a movable axis

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Forests & Forestry (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Chain Conveyers (AREA)

Description

INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR HET AANBRENGEN VAN EEN PROFIEL IN HET OPPERVLAK VAN EEN RUBBERMAT
Terrein van de uitvinding
Rubbermatten of matten vervaardigd van een gelijksoortig elastomerisch materiaal worden vaak toegepast in huisvestingssystemen voor landbouwhuisdieren. Voor het verkrijgen van goede loopeigenschappen zijn dergelijke matten voorzien van een profiel. De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting en een werkwijze voor het aanbrengen van een profiel in het oppervlak van een rubbermat en in het bijzonder in het oppervlak van een mat vervaardigd uit een gebruikte transportband uit de dagmijnbouw.
Achtergrond van de uitvinding
Roostervloeren zijn bekende vloeren voor de loopruimte van huisvestingssystemen voor landbouwhuisdieren, zoals bijvoorbeeld runderen. Een roostervloer is opgebouwd uit vloerelementen met doorlaatopeningen die het vloeroppervlak verbinden met een zich onder de vloer uitstrekkende mestopvangruimte. Bekende roostervloeren bestaan uit vloerelementen vervaardigd van gewapend beton en uitgevoerd met langwerpige, vaste en vloeibare mest doorlatende sleuven. Een voordeel van een dergelijke roostervloer is, dat de landbouwhuisdieren waarvoor de vloeren bedoeld zijn, zelf het vaste deel van hun uitwerpselen van het oppervlak van de vloer verwijderen door ze met hun hoeven of klauwen door de sleuven te persen. Een tweede voordeel van dergelijke vloeren is, dat de vloer redelijk goed beloopbaar is voor de gehuisveste dieren, d.w.z. dat de grootte van de kans op uitglijden en daarmee samenhangende zelfverwonding acceptabel is. Een nadeel van dergelijke vloeren is, dat er een open verbinding bestaat tussen de mestopslagruimte en de open ruimte boven het vloeroppervlak. In praktijksituaties blijkt deze open verbinding substantieel bij te dragen aan de ammoniak-emissie van bekende huisvestingssystemen. Om de blootstelling aan ammoniak voor mens, dier en milieu te verlagen is er in toenemende mate belangstelling voor zogenoemde ‘dichte vloeren’ in combinatie met een mestschuifinrichting voor het verzamelen van de dierlijke uitwerpselen in of op een daartoe bedoelde verzamelplaats.
Een uit bedrijfseconomisch voor de hand liggende keuze voor de uitvoering van deze dichte vloer is een betonvloer. In praktijksituaties blijkt echter, dat een betonvloer, ook wanneer in de bovenlaag een profiel aangebracht is, meer kans geeft op zelfverwonding door uitglijden. Dit heeft onder meer te maken met het verschijnsel dat zich onder bepaalde omstandigheden aan het oppervlak van de betonvloer een min of meer harde mestfilm hecht. Praktijkervaringen wijzen uit, dat een dergelijke gladheid veroorzakende mestfilm zich niet hecht aan het oppervlak van rubber of gelijksoortige elastomerische materialen. Het aanbrengen van een profiel in het oppervlak van de rubbermat is echter een voorwaarde om de kans op uitglijden wegens gladheid van het rubberoppervlak tot aanvaardbare proporties te verminderen. Een, om verschillende redenen interessant alternatief voor een nieuwe, speciaal daartoe vervaardigde rubber of rubberachtige matten voor dierhuisvestingssystemen is het, voor dit doel hergebruiken van industriële transportbanden. Door een dergelijke band over dwars en eventueel over de lengte door te snijden kunnen één of meer matten gevormd worden. Een transportband, met kenmerken die zich bij uitstek lenen voor de onderhavige toepassing, is een gebruikte transportband uit de dagmijnbouw. Veel voorkomende maten en eigenschappen van deze transportbanden zijn: lengte ca. 25 m; breedte 2 a 3 m; dikte 0,03 a 0,04 m; gewicht ca. 50 kg/m2. Deze transportbanden bevatten een karkas met staalkabels, om de transportband lineaire sterkte te geven, met een rubber toplaag. Een nadeel van deze gebruikte transportbanden is, dat het min of meer gladde oppervlak de beloopbaarheid voor landbouwhuisdieren beperkt. Praktijkervaring leert, dat een fijnmazige profilering met een profieldiepte van minimaal 0,005 m nodig is om de kans op uitglijden door rundvee tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen.
Bekende inrichtingen en werkwijzen om een profiel aan te brengen in het oppervlak van een rubber of rubberachtige band of mat hebben als gemeenschappelijk kenmerk, dat de inrichting stationair is opgesteld, en de mat of band langs die inrichting geleid wordt. Het aldus bewerken van een mat met de bovenvermelde eigenschappen wordt praktisch en economisch als niet haalbaar beschouwd. Het doel van de onderhavige uitvinding is dan ook om een inrichting en een werkwijze te verschaffen voor het op een prijsgunstige wijze aanbrengen van een profiel in het oppervlak van een gebruikte transportband met bovengenoemde eigenschappen.
Samenvatting van de uitvinding
Hiertoe wordt de inrichting volgens de uitvinding voor het aanbrengen van een profiel in het oppervlak van een mat vervaardigd van rubber of een gelijksoortig elastomerisch materiaal, meer in het bijzonder een gebruikte transportband uit de dagmijnbouw, verder aangeduid als ‘werkstuk’, gekenmerkt doordat de inrichting een hoofdframe omvat, met een veelvoud aan, op in hoofdzaak gelijke onderlinge afstand naast elkaar gesitueerde meshouders, elk met tenminste één mes voor het aanbrengen van een snede in het werkstuk, tevens eerste en tweede steunmiddelen omvat voor het steunen van de inrichting op het werkstuk voor het handhaven van een constante snijdiepte en tevens koppelmiddelen omvat voor het koppelen van de inrichting aan de hefmiddelen van een bekend voertuig dat uitgerust is met dergelijke hefmiddelen, zoals een shovel. Een voordeel van een dergelijke inrichting is, dat een bekend voertuig kan dienen als krachtbron voor het overwinnen van de snijweerstand. Hierdoor kan op een betrekkelijk goedkope manier een profiel in een rubbermat, bedoeld als ondergrond voor huisvestigingssystemen voor landbouwhuisdieren, aangebracht worden
Voor het realiseren van een voor landbouwhuisdieren geschikte profilering is het voordelig wanneer de afstand tussen twee naburige meshouders 0,05 tot 0,15 m h.o.h. bedraagt.
De inrichting volgens de uitvinding wordt verder gekenmerkt doordat een meshouder losneembaar bevestigd is. Een voordeel van dit kenmerk is, dat het onderhoud aan de inrichting hierdoor vergemakkelijkt wordt.
Een verder kenmerk is, dat het mes, gezien in vooraanzicht, in hoofdzaak U-vormig is, met tenminste één scherpe snijrand langs een lange zijde en vervaardigd is van een hoogwaardige staalsoort, met voorzieningen aan beide uiteinden voor het bevestigen van deze beide uiteinden aan een meshouder. Proefondervindelijk is vastgesteld, dat een mes met een dergelijke vorm bij uitstek geschikt is voor de onderhavige toepassing omdat het mes stevig verankerd kan worden aan de meshouder en omdat het mes relatief vormvast is.
Het mes volgens de uitvinding wordt verder gekenmerkt doordat de snijrand in zijaanzicht en in werkende toestand beschouwd onder een hoek van 30° - 60° staat t.o.v. het oppervlak van het werkstuk. Een voordeel van dit kenmerk is, dat de kracht ten gevolge van de snijweerstand hierdoor op een voordelige wijze op de meshouder overgedragen wordt.
Proefondervindelijk is gebleken, dat een mes met een dikte van 0,5 - 1 mm voordelig is voor het realiseren van een voldoende lange levensduur in combinatie met een minimale snijweerstand.
De inrichting volgens de uitvinding wordt verder gekenmerkt doordat de eerste steunmiddelen een om een as draaibare cilindrische steunrol omvatten in een zodanige configuratie, dat de steunrol zich in werkende toestand beschouwd in de ruimte vóór de meshouders uitstrekt. Een dergelijke steunrol is voordelig voor het handhaven van een constante snijdiepte tijdens het bewerken van een werkstuk.
De inrichting volgens de uitvinding omvat voorts tweede steunmiddelen welke tenminste twee steunrollen omvatten, in een zodanige configuratie, dat de steunrollen zich in de werkende toestand in de ruimte achter de meshouders uitstrekken en aan beide zijden van een door een mes uitgesneden groef op het werkstuk steunen. Door dit kenmerk wordt voorkomen dat de tweede steunmiddelen op een ongunstige wijze interacteren met afvalmateriaal van het snijproces.
De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen van een profiel op een bovenomschreven werkstuk, met een inrichting met bovenomschreven kenmerken, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: a. het koppelen van de inrichting aan de hefarmen van een daarmee uitgerust voertuig middels de koppelmiddelen; b. het op een vlakke ondergrond plaatsen van het werkstuk in uitgerolde toestand; c. het met behulp van het voertuig aan een rand van het werkstuk plaatsen van de inrichting op het werkstuk, zodanig dat de eerste steunmiddelen op het werkstuk steunen, terwijl de meshouders met de messen en de tweede steunmiddelen zich in de ruimte vóór die rand bevinden en waarbij de onderzijde van de eerste en tweede steunmiddelen in één horizontaal vlak liggen; d. het overdragen van tenminste een deel van het gewicht van het voertuig via de hefarmen op de inrichting en via de eerste steunmiddelen op het werkstuk; e. het middels het voertuig rollend via successievelijk de eerste en de eerste en tweede steunmiddelen verplaatsen van de inrichting over het werkstuk, waarbij elk mes een groef snijdt in het werkstuk; f. het herhalen van de bewerkingsstappen ct/me tot het werkstuk van het gewenste profiel is voorzien.
Het voordeel van deze werkwijze is, dat met een betrekkelijk eenvoudige inrichting en door gebruikmaking van een universele krachtbron op relatief goedkope wijze een profiel aangebracht kan worden in een rubbermat, in de hoedanigheid van een gebruikte transportband uit de dagmijnbouw.
Uitvoerinosvoorbeeld van een inrichting en een werkwijze volgens de uitvinding De uitvinding zal hierna bij wijze van voorbeeld nader toegelicht worden aan de hand van een in tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld. Hierin toont: - figuur 1 schematisch een zijaanzicht van de inrichting; - figuur 2 schematisch een achteraanzicht van de inrichting; - figuur 3 schematisch een vooraanzicht van de inrichting; - figuur 4a schematisch een vooraanzicht van een mes; - figuur 4b schematisch een zijaanzicht van een mes; - figuur 5 schematisch een voertuig met hefmiddelen, in de hoedanigheid van een shovel, met een aangekoppelde inrichting volgens de uitvinding.
De inrichting 1 omvat een hoofdframe 2 met een veelvoud aan messenhouders 3, elk met tenminste één mes 4. Het hoofdframe 2 omvat verder eerste en tweede steunmiddelen 5,6 en koppelmiddelen 7 voor het koppelen van de inrichting 1 als hulpstuk aan de hefmiddelen 11 (figuur 5) van een bekend voertuig 10 dat met dergelijke middelen is uitgerust, zoals een shovel. De koppelmiddelen 7, zoals schematisch weergegeven in figuur 1, dienen slechts als voorbeeld voor een reeks van verschillende, hetzelfde doel dienende bekende uitvoeringsvormen.
Een meshouder 3 is bij voorkeur losneembaar opgenomen in het hoofdframe 2, bijvoorbeeld doordat het hoofdframe 2 is voorzien van verticale uitsparingen om een meshouder 3 te ontvangen, waarbij een meshouder 3 is voorzien van gaten en daarmee samenwerkende pennen om de meshouder 3 in een uitsparing te vergrendelen. Naburige meshouders 3 zijn op een onderlinge afstand van 0,05 tot 0,15 m h.o.h. aan het hoofdframe bevestigd.
De eerste en tweede steunmiddelen 5,6 dienen voor het handhaven van een constante snijdiepte tijdens het snijproces. De tweede steunmiddelen 6 omvatten een veelvoud aan steunrollen 8 (figuur 2) die bijvoorbeeld aan een gelagerde centrale as zijn gemonteerd. In achteraanzicht beschouwd zijn de steunrollen 8 gesitueerd tussen twee meshouders 3, om het snijproces niet te hinderen. De eerste steunmiddelen 5 zijn bij voorkeur uitgevoerd als een cilindrische rol 9 die bijvoorbeeld met een gelagerde as aan het hoofdframe 2 bevestigd is. In een bijzondere uitvoering zijn de eerste en/of de tweede steunmiddelen 5,6 op een bekende wijze in hoogte verstelbaar aan het hoofdframe 2 bevestigd.
Het mes 3, voor het snijden van een groef als onderdeel van een profiel in het oppervlak van het werkstuk 12 (figuur 5), is vervaardigd van een in een U- vorm gebogen uitslag uit plaatstaal (figuur 4a) en vervaardigd van een hoogwaardige staalsoort. Voor een gunstige geleiding van de kracht ten gevolge van de snijweerstand naar de meshouder 3 staat de voorzijde van het mes 4, gezien in zijaanzicht en in de werkstand onder een hoek β van 30° - 60° ten opzichte van het oppervlak van het werkstuk (figuur 4b). De vrijloophoek α is groter dan 0° en bij voorkeur 10° -15°. In een voordelige uitvoering is een mes 4 middels twee bouten aan een meshouder 3 bevestigd.
Figuur 5 toont een inrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding in combinatie met een voertuig 10, welke is uitgerust met hefmiddelen 11. Een shovel is een bekende uitvoering van een dergelijk voertuig 10. De inrichting 1 is daarbij middels de koppelmiddelen 7 gekoppeld aan de hefmiddelen 11 van het voertuig 10.
Voor het aanbrengen van een profiel in het oppervlak van het werkstuk 12 wordt het werkstuk 12, dat in veel gevallen opgerold wordt aangeleverd, op een vlakke ondergrond uitgerold. Met behulp van het voertuig 10 wordt de inrichting 1 volgens de uitvinding op een rand van het werkstuk 12 geplaatst, waarbij de eerste steunmiddelen 5 op het werkstuk 12 steunen en waarbij de inrichting 1 in hoofdzaak in een horizontale stand staat. De positie van de meshouders 3 met de messen 4 is daarbij zodanig, dat de onderzijde van de messen op de gewenste diepte in het werkstuk 12 reiken. Eén voor de loopeigenschappen voordelige diepte is 0,005 - 0,015 m. Om de inrichting 1 stabiel voort te bewegen en om het verschuiven van het werkstuk 12 t.o.v. de ondergrond te voorkomen wordt een deel van het eigengewicht van het voertuig 10 via de hefmiddelen 11 en de eerste steunmiddelen 5 op het werkstuk 12 overgedragen. Vervolgens wordt met behulp van het voertuig 10 de inrichting 1 in een bij voorkeur rechtlijnige beweging over het werkstuk 12 bewogen, waarbij elk van de messen 4 een groef in het oppervlak van het werkstuk 12 snijdt. De steunrollen 8 bewegen zich daarbij ongehinderd tussen de slierten materiaal dat uit elke groef wordt gesneden. Bij voorkeur wordt het werkstuk 12 eerst in de lengterichting bewerkt. De bewerking wordt een aantal keren herhaald tot het volledige oppervlak van het werkstuk 12 van lengtegroeven is voorzien. Voor de loopeigenschappen is het voordelig wanneer de lengtegroeven worden aangevuld met groeven die hier min of meer dwars op georiënteerd zijn, aldus wordt een ruit-profiel gevormd. Het gewenste ruitprofiel uitstaat door herhaalde, elkaar aansluitende bewerkingen vanaf een lange zijde.

Claims (9)

1. Inrichting (1) voor het aanbrengen van een profiel in het oppervlak van een rnat vervaardigd van rubber of een gelijksoortig elastomerisch materiaal, meer in het bijzonder op een gebruikte transportband uit de dagmijnbouw, verder aangeduid als ‘werkstuk’ (12), met het kenmerk, dat de inrichting (1) een hoofdframe (2) omvat, met een veelvoud aan, op in hoofdzaak gelijke onderlinge afstand naast elkaar gesitueerde meshouders (3), elk met tenminste één mes (4) voor het aanbrengen van een snede in het werkstuk (12), tevens eerste en tweede steunmiddelen (5, 6) omvat voor het steunen van de inrichting (1) op het werkstuk (12) voor het handhaven van een constante snijdiepte en tevens koppelmiddelen (7) omvat voor het koppelen van de inrichting (1) aan de hefmiddelen (11) van een bekend voertuig (10) dat uitgerust is met dergelijke hefmiddelen (11), zoals een shovel.
2. Inrichting (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afstand tussen twee naburige meshouders (3) 0,05 tot 0,15 m h.o.h. bedraagt.
3. Inrichting (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat een meshouder (3) losneembaar aan het hoofdframe (2) bevestigd is
4. Inrichting (1) volgens één der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat een mes (4), gezien in vooraanzicht, in hoofdzaak U-vormig is, mettenminste één scherpe snijrand langs een lange zijde en vervaardigd is van een hoogwaardige staalsoort, met voorzieningen aan beide uiteinden voor het bevestigen van deze beide uiteinden aan een meshouder (3).
5. Inrichting (1) volgens conclusies 4, met het kenmerk, dat de snijrand in zij-aanzicht en in werkende toestand beschouwd, onder een hoek β van 30° - 60° staat t.o.v. het oppervlak van het werkstuk (12).
6. Inrichting (1) volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de dikte van een mes (4) 0,5 - 1 mm bedraagt.
7. Inrichting (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de eerste steunmiddelen (5) een om een as draaibare cilindrische steunrol (9) omvatten in een zodanige configuratie, dat de steunrol (9) zich in werkende toestand beschouwd in de ruimte vóór de meshouders (3) uitstrekt.
8. Inrichting (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de tweede steunmiddelen (6) tenminste twee steunrollen (8) omvatten, in een zodanige configuratie, dat de steunrollen (8) zich in de werkende toestand in de ruimte achter de meshouders (3) uitstrekken, om aan beide zijden van een door een mes (4) uitgesneden groef op het werkstuk (12) te steunen.
9. Werkwijze voor het aanbrengen van een profiel in het oppervlak van een mat, vervaardigd van rubber of een gelijksoortig elastomerisch materiaal en meer in het bijzonder op een gebruikte transportband uit de dagmijnbouw en verder aangeduid als ‘werkstuk’ (12) met een inrichting volgens één der conclusies 1 - 8, met het kenmerk, dat de werkwijze de volgende stappen omvat: a. het koppelen van de inrichting (1) aan de hefarmen (11) van een daarmee uitgerust voertuig (10) middels de koppelmiddelen (7); b. het op een vlakke ondergrond plaatsen van het werkstuk (12) in uitgerolde toestand; c. het met behulp van het voertuig (10) aan een rand van het werkstuk (12) plaatsen van de inrichting (1) op het werkstuk (12), zodanig dat de eerste steunmiddelen (5) op het werkstuk (12) steunen, terwijl de meshouders (3) met de messen (4) en de tweede steunmiddelen (6) zich in de ruimte vóór die rand bevinden en waarbij de onderzijde van de eerste en tweede steunmiddelen (5, 6) in één horizontaal vlak liggen; d. het overdragen van tenminste een deel van het gewicht van het voertuig (10) via de hefarmen (11) op de inrichting (1) en via de eerste steunmiddelen (5) op het werkstuk (12); e. het middels het voertuig (10) rollend via successievelijk de eerste en de eerste en tweede steunmiddelen (5 en 5, 6) verplaatsen van de inrichting over het werkstuk (12), waarbij elk mes (4) een groef snijdt in het werkstuk (12); f. het herhalen van de bewerkingsstappen ct/me tot het werkstuk (12) van het gewenste profiel is voorzien.
NL1040652A 2014-02-04 2014-02-04 Inrichting en werkwijze voor het aanbrengen van een profiel in het oppervlak van een rubbermat. NL1040652C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1040652A NL1040652C2 (nl) 2014-02-04 2014-02-04 Inrichting en werkwijze voor het aanbrengen van een profiel in het oppervlak van een rubbermat.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1040652 2014-02-04
NL1040652A NL1040652C2 (nl) 2014-02-04 2014-02-04 Inrichting en werkwijze voor het aanbrengen van een profiel in het oppervlak van een rubbermat.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1040652C2 true NL1040652C2 (nl) 2015-08-06

Family

ID=51398775

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1040652A NL1040652C2 (nl) 2014-02-04 2014-02-04 Inrichting en werkwijze voor het aanbrengen van een profiel in het oppervlak van een rubbermat.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1040652C2 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3218895A (en) * 1962-04-13 1965-11-23 Beloit Corp Tool for a machining device
US4656910A (en) * 1986-03-03 1987-04-14 The Goodyear Tire & Rubber Company Belt skiving method and apparatus
EP0297684A1 (en) * 1987-07-02 1989-01-04 Forbo-Krommenie B.V. A device for forming grooves in floor covering material

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3218895A (en) * 1962-04-13 1965-11-23 Beloit Corp Tool for a machining device
US4656910A (en) * 1986-03-03 1987-04-14 The Goodyear Tire & Rubber Company Belt skiving method and apparatus
EP0297684A1 (en) * 1987-07-02 1989-01-04 Forbo-Krommenie B.V. A device for forming grooves in floor covering material

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP2149515B1 (en) Reciprocating slat conveyor with moving slats between fixed slats
NL2010354C2 (en) Conveying arrangement with knives which can be pivoted vertically and shifted laterally.
US9963298B2 (en) All-steel reciprocating floor slat system
US5890579A (en) Apparatus for separating and dealing individual boards from an uninterrupted mat of boards to a conveyor
NL1040652C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het aanbrengen van een profiel in het oppervlak van een rubbermat.
US20130259568A1 (en) Ground mat and method of making the same using recycled tires
EP1976780B1 (en) Reciprocating slat conveyor with bearing planks on fixed slats between moving slats
EP1559312A1 (en) Feed rollers for tree handling
NL1037382C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het zetten van banden.
CN213648001U (zh) 一种耐火泥料分割装置
EP3266935A1 (en) A cutting device, system and method for cutting road markings on a road surface
CN101896060B (zh) 土壤通气装置
US9198338B2 (en) Sod harvesting apparatus and system for disposing of a defective sod roll
US20170034988A1 (en) Surface Conditioning System
PL180263B1 (en) Method of cutting web material incorporating reinforcement inlays and apparatus therefor
EP2082941A3 (de) Elektrohängebahn
DK176603B1 (da) Anlæg for fjernelse af forekommende fremmedlegemer på/i og imellem kasserede dæk.
KR101057350B1 (ko) 수직터널용 버켓장치
PL66541Y1 (pl) Ubijak do kiszonki
RU160420U1 (ru) Ковш эффективного действия с пониженным сопротивлением копанию грунта
EP3751054B1 (de) Kehrvorrichtung für ein fahrzeug
DE3225002A1 (de) Raeumvorrichtung an kratzerauslegern zum abraeumen von schuettguthalden
CN207577554U (zh) 型材输送台上的下压结构
US20090090522A1 (en) Material loader apparatus and method
US20170101271A1 (en) Adjustable floor slats for reciprocating conveyor

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20170301