NL8701169A

NL8701169A - Beeldopneem- en -weergeefstelsel en hiervoor geschikte beeldopneeminrichting.

Info

Publication number: NL8701169A
Application number: NL8701169A
Authority: NL
Original assignee: Philips Nv
Priority date: 1987-05-15
Filing date: 1987-05-15
Publication date: 1988-12-01
Also published as: EP0295728A1; JPS63299581A; EP0295728B1; DE3875529D1; US4857724A; DE3875529T2; JP2679807B2

Description

4 PHN 12.121 1 * * N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.

Beeldopneem- en -weergeefstelsel en hiervoor geschikte beeldopneeminrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een beeldopneem- en -weergeefstelsel uitgevoerd met een beeldversterker voor het versterken van, van een op te nemen scène afkomstige straling, waartoe de beeldversterker is voorzien van een stralingsintreevlak en een 5 stralingsuittreevlak, met een beeldopnemer voor het op een beeldopneemvlak opnemen van een met de scène korresponderend beeld op het stralingsuittreevlak en voor het afgeven van een hiermee korresponderend, lijn- en rastergewijze opgewekt beeldsignaal, met een koppeloptiek tussen het stralingsuittreevlak van de beeldversterker en 10 het beeldopneemvlak van de beeldopnemer voor het aanpassen van de vorm van het stralingsuittreevlak aan dat van het beeldopneemvlak, met een signaalkorrektie-inrichting voor het kompenseren van de koppeloptieaanpassing door het leveren van een gekorrigeerd beeldsignaal en met een weergeefinrichting voorzien van een weergeefscherm voor het 15 onder toevoer van het gekorrigeerde beeldsignaal aan de weergeefinrichting, weergeven van een met de scène korresponderend beeld, en op een hiervoor geschikte beeldopneeminrichting.

Een dergelijke inrichting uitgevoerd met de beeldversterker die verder bijvoorbeeld werkzaam is als stralingomzetter 20 voor het omzetten' van onzichtbare straling in zichtbaar licht als straling kan bijvoorbeeld worden toegepast bij röntgendoorlichting, bij waarneming in het infrarode of ultraviolette stralingsgebied, enzovoort. Hierbij is de beeldopnemer werkzaam als een opto-elektronische opnemer. In het geval de beeldopnemer gevoelig is voor 25 andere straling dan licht, kan de beeldversterker/stralingsomzetter uitgevoerd zijn voor de omzetting van één of andere straling in de specifieke straling waarvoor de beeldopnemer gevoelig is. Een beeldversterker zonder stralingsomzetting kan worden toegepast bij het opnemen van een scène met een lichtniveau dat te laag - is voor de 30 beeldopnemer.

Een probleem bij de beeldopname is aanwezig wanneer de vorm van het stralingsuittreevlak van de beeldversterker niet gelijk is 8701169 ΡΗΝ 12.121 2 * aan dat van het beeldopneemvlak van de beeldopnemer. Als voorbeelden worden genoemd vlakvormen die cirkelvormig, rechthoekig, vierkant of ellipsvormig zijn. Voor de vormaanpassing zorgt de koppeloptiek, maar het gevolg bij direkte weergave van het beeldsignaal zou zijn dat een 5 vervormd beeld wordt weergegeven. Elektronisch wordt voordat de weergave gebeurt, de vervorming met behulp van de signaalkorrektie-inrichting gekompenseerd, zodat een met de scène korresponderend beeld resulteert op het weergeefscherm.

In het geval dat de beeldversterker en de beeldopnemer 10 beide als vacuümbuis zijn uitgevoerd, is het gesignaleerde probleem niet of nauwelijks aanwezig daar over het geheel genomen de vorm van het stralingsuittreevlak en van het beeldopneemvlak cirkelvormig is. Het probleem is wel aanwezig bij de kombinatie van een bijvoorbeeld als vacuümbuis uitgevoerde beeldversterker en een als een vaste-stof 15 sensor uitgevoerde beeldopnemer, waarbij de eerste een cirkelvormig stralingsuittreevlak en de tweede veelal een rechthoekig beeldopneemvlak heeft. De rechthoekige vorm past in het bijzonder bij de vorm van televisieweergeefschermen voor de weergave van het lijn- en rastergewijze opgebouwde beeld. Als voorbeelden voor de aspektratio van 20 de rechthoekvorm worden genoemd 3 bij 4, 3 bij 5, 9 bij 16, enzovoort. Hierbij is het gebruikelijk dat de lijn- respektievelijk rasteraftastrichting ligt in de richting van de lange respektievelijk korte rechthoekzijde.

De uitvinding beoogt de verwezenlijking van een 25 beeldopneem- en -weergeefstelsel waarbij de koppeloptiekaanpassing en de kompenserende signaalkorrektie optimaal gebeuren. Een stelsel volgens de uitvinding vertoont daartoe het kenmerk, dat bij een cirkelvormig zijn van het stralingsuittreevlak van de beeldversterker en een rechthoekig zijn van het beeldopneemvlak van de beeldopnemer, de 30 koppeloptiek binnen respektievelijk althans gedeeltelijk om het rechthoekige beeldopneemvlak een ellipsvormige afbeelding maakt van het cirkelvormige stralingsuittreevlak, waarbij de beeldopnemer is uitgevoerd als een vaste-stof sensor die onder besturing van klokpulsen het beeldsignaal aan een sensoruitgang afgeeft voor toevoer aan de 35 weergeefinrichting en waarbij in de signaalkorrektie-inrichting een klokpulsfrequentie werkzaam is ter lijngewijze verkrijging van het gekorrigeerde beeldsignaal dat bij weergave het beeld geeft in een 8701169 * PHN 12.121 3 cirkelvormig vlak op het weergeefscherm.

Door de keuze dat de cirkeldiameter of te wel de lange ellipsas korrespondeert met min of meer de lange zijde van de rechthoek en de korte ellipsas korrespondeert met min of meer de korte zijde van 5 de rechthoek, wordt een optimaal gebruik gemaakt van het aantal beeldopneemelementen in het beeldopneemvlak. Lijnen met informatie gelegen in de lange ellipsasrichting bij de beeldopname hebben bij de weergave van het cirkelvormige vlak verkregen door de korrigerende signaalkompressie, in die richting een verhoogde resolutie vergeleken 10 met het geval dat de koppeloptiek niet aanwezig is.

De eenvoudigste signaalkorrektie wordt verwezenlijkt in een stelseluitvoering die het kenmerk, vertoont dat de sensor deel uitmaakt van de signaalkorrektie-inrichting en waarbij de genoemde klokpulsfrekwentie aanwezig is bij de klokpulsen werkzaam voor de 15 lijngewijze beeldsignaalafgifte. Een enkele verhoging van de klokpulsfrekwentie ten opzichte van de gebruikelijke aansturing, waarbij geen koppeloptiek voor vormaanpassing aanwezig is, volstaat voor de signaalkorrektie in de lijnrichting.

Ter verkrijging van de optimale beeldsignaalkorrektie 20 vertoont een uitvoering van het beeldopneem- en -weergeefstelsel volgens de uitvinding het kenmerk, dat bij toepassing van de koppeloptiek met een bepaalde beeldkompressiefaktor in de korte ellipsasrichting, de genoemde klokpulsfrekwentie een faktor nagenoeg gelijk aan de omgekeerde beeldkompressiefaktor verschilt van de klokpulsfrekwentie in het geval 25 de koppeloptiek afwezig is.

De uitvinding zal aan de hand van de bijgaande tekening als voorbeeld nader worden toegelicht, waarbij figuur 1 dient voor de uitleg van het verband tussen de optische vervorming door een koppeloptiek en een kompenserende 30 beeldsignaalkorrektie en figuur 2 schematisch de opbouw geeft van een beeldopneem-en -weergeefstelsel volgens de uitvinding en in het bijzonder van een hiervoor geschikte beeldopneeminrichting.

In figuur 1 zijn twee cirkels, een ellips en een 35 rechthoek getekend, waarbij aanduidingen aanwezig zijn die evenzo voorkomen in het in figuur 2 getekende beeldopneem- en -weergeefstelsel volgens de uitvinding. In figuur 1 is met 112 een cirkel met de grootste 8701169

F

PHN 12.121 4 diameter aangeduid, welke cirkel behoort bij een cirkelvormig stralingsuittreevlak 112 van een beeldversterker II van figuur 2, die verder een stralingsintreevlak II1 heeft. Volgens figuur 2 heeft de diameter van het stralingsuittreevlak 112 een lengte a. Via een 5 koppeloptiek OP wordt het stralingsuittreevlak 112 afgebeeld op een beeldopneemvlak PP van een beeldopnemer CTD uitgevoerd als een vaste-stof sensor en voorzien van dezelfde aanduiding. De koppeloptiek OP is schematisch getekend met een lens 0P1 die een collimatorlenzenstelsel representeert, met twee prisma's 0P2 en 0P3 die te zamen een 10 anamorphotisch stelsel vormen en met een lens 0P4 die een kameralenzenstelsel representeert. Ter illustratie van de werking van de koppeloptiek OP is met getrokken lijnen een optische weg tussen een korresponderend punt op het vlak PP aangegeven. Verder is de optische as van de koppeloptiek OP tussen de vlakken 112 en PP getekend. Het 15 beeldopneemvlak PP van de sensor CTD van figuur 2 is in figuur 1 evenzo met PP aangeduid. Getekend is dat het vlak PP een rechthoekvorm heeft met een lange zijde ter lengte van a' en een korte zijde ter lengte van b. Hierbij geldt dat b kleiner is dan a' (b<a'). Als voorbeelden voor de aspektratio van de rechthoekvorm, de verhouding van b ten 20 opzichte van a', worden genoemd 3 bij 4, (zoals in figuur 1 getekend) 3 bij 5, 9 bij 16, enzovoort. Gesteld wordt dat bij afwezigheid van de getekende koppeloptiek OP, dat wil zeggen bij aanwezigheid van een gebruikelijk kameralenzenstelsel, het stralingsuittreevlak 112 een cirkelvormige afbeelding heeft op het beeldopneemvlak PP zoals getekend 25 in figuur 1. Door de toepassing van de koppeloptiek OP wordt echter een ellipsvormige afbeelding van het vlak 112 van figuur 2 verkregen die is aangeduid met EL. De ellips EL van figuur 1 is getekend juist binnen het rechthoekige beeldopneemvlak PP. Om te beklemtonen dat het vlak PP en de ellips EL bij elkaar behoren is dit in figuur 1 aangegeven met PP+EL.

30 Figuur 1 toont dat de koppeloptiek OP een beeldkompressiefaktor gelijk aan b/a' in de korte ellipsasrichting heeft, waarbij de lange ellipsas (a') korrespondeert met de cirkeldiameter (a) van het cirkelvormige vlak 112 van figuur 2.

In figuur 2 is getekend dat de sensor CTD een met CTDO 35 aangeduide beeldsignaalsensoruitgang heeft voor afgifte van een beeldsignaal PS. Deze afgifte vindt plaats onder besturing van klokpulsen CP1 afkomstig van een klokpulsgenerator GEN, die bijvoorbeeld 8701163 a r, PHN 12.121 5 verdere klokpulsen CP2 levert aan een signaalverwerkingsschakeling PROC waaraan verder het beeldsignaal PS wordt toegevoerd. De schakeling PROC kan op nog nader te beschrijven wijze zijn uitgevoerd met een signaalgeheugenschakeling, -korrektieschakelingen, -5 versterkerschakelingen enzovoort. De schakeling PROC levert het verwerkte signaal PS als een signaal PS* aan een ingang van een weergeefinrichting NON, uitgevoerd met een weergeefscherm MIS. De inrichting MON is bijvoorbeeld een televisiemonitor.

Het weergeefscherm MIS van de inrichting MON van figuur 2 10 is evenzo aangeduid in figuur 1. In het geval dat zonder meer het signaal PS* zou worden weergegeven dat behoort bij de ellips EL, wordt deze ellips op de bij figuur 1 getekende wijze weergegeven op het scherm MIS. Het resultaat zou een vervormde afbeelding van een via de beeldversterker II van figuur 2 opgenomen scène zijn, daar 15 cirkelvormen over zijn gegaan in ellipsvormen. Hiertegen wordt op nog nader te beschrijven wijzen een kompenserende signaalkorrektie uitgevoerd en wel door de ellips EL om te zetten in een met DIS aangeduide cirkel. De cirkel DIS van figuur 1 ontstaat doordat na de optische beeldkompressie (van 112 naar EL) een elektronische 20 signaalkompressie (van EL naar DIS) met dezelfde kompressiefaktor wordt uitgevoerd. Om te beklemtonen dat het schermvlak MIS en het cirkelvormige vlak DIS bij elkaar behoren is dit in figuur 1 aangegeven met MIS+DIS. In figuur 2 is het cirkelvormige vlak DIS op het weergeefscherm MIS getekend met een cirkeldiameterlengte a" 25 korresponderend met de cirkeldiameterlengte a van het stralingsuittreevlak 112.

Figuur 1 illustreert behalve de informatieverwerking volgens de uitvinding via de ellipsvorm EL·, twee andere mogelijke informatieverwerkingen met hun inherente nadelen. De direkte afbeelding 30 van het vlak 112 op het beeldopneemvlak PP leidt er toe dat de informatie in de buiten de rechthoek liggende cirkelsegmenten verloren gaat. De verkleinde afbeelding van het vlak 112, in de vorm van het cirkelvormige vlak DIS, op het beeldopneemvlak PP leidt er toe dat het opneemvlakdeel tussen de cirkel DIS en de zijden van de rechthoek niet 35 bijdraagt aan de informatieverwerking. De ellipsvorm EL· biedt het optimale compromis, waarbij optimaal gebruik wordt gemaakt van het aantal beeldopneemelementen in het beeldopneemvlak PP. De kompenserende 8701169 f h PHN 12.121 6 signaalkompressie (van EL naar DIS) geeft een verhoogde resolutie in de lange ellipsasrichting. In figuur 1 is getekend dat de ellips EL raakt aan de rechthoekzijden. In plaats hiervan kan de ellips zich tot buiten de rechthoek uitstrekken, in bijvoorbeeld beide asrichtingen, waardoor 5 enerzijds meer beeldopneemelementen aan de informatieverwerking bijdragen, maar anderzijds delen van de opgenomen scène wegvallen. Afhankelijk van de gewenste informatieverwerking geldt hierbij in algemene zin dat de ellips binnen respektievelijk althans gedeeltelijk om de rechthoek ligt.

10 Bij de in figuur 2 gegeven komponenten kan de signaalkorrektie-inrichting voor het kompenseren van de koppeloptiekaanpassing worden aangeduid met (GEN, CTD respektievelijk PROC). De eenvoudigste signaalkorrektie kan hierbij met een inrichting (GEN, CTD) worden verwezenlijkt in het geval dat de sensor CTD er deel 15 van uitmaakt. Een enkele verhoging van de klokpulsfrekwentie ten opzichte van de gebruikelijke aansturing waarbij geen koppeloptiek OP voor vormaanpassing aanwezig is, volstaat voor de signaalkorrektie in de lijnrichting. Voor de verklaring is een eenvoudige uitvoering van de sensor CTD in figuur 2 getekend en wel als een 20 ladingsoverdrachtsinrichting (Charge Transfer Device). Hierbij bevat de sensor CTD het beeldopneemvlak P en aansluitend een parallel-in, serie-uit schuifregister SR. Gesteld wordt dat na een informatie-integratie tijdsduur waarin bijvoorbeeld lichtstraling op het beeldopneemvlak PP valt, een scène-afbeelding in de vorm van ladingspakketten in, in 25 rijen en kolommen gearrangeerde beeldopneemelementen aanwezig is. Na de informatie-integratietijdsduur is er tijdens een informatie-overdrachtstijdsduur, per lijnperiodë een paralleloverdracht in de kolomrichting, tussen de elementrijen en naar het schuifregister SR. De paralleloverdrachten gebeuren in bijvoorbeeld 30 lijnonderdrukkingstijdsduren, zoals deze bij televisie voorkomen. In het resterende deel van de lijnperioden vindt een seriegewijze doorschuiving in het schuifregister SR plaats, waardoor aan de sensoruitgang CTDO het aldus lijn- en rastergewijze opgewekte beeldsignaal PS optreedt. Voor de eenvoud wordt gesteld dat tijdens de informatie-overdrachtstijdsduur er 35 geen informatie-integratie bij de elementen van het beeldopneemvlak PP gebeurt, daar dit een signaalsmeereffekt zou introduceren. Verder wordt gesteld dat het tijdens de informatie-overdrachtstijdsduur opgewekte 8701165 3 * PHN 12.121 7 beeldsignaal PS wordt opgeslagen in een signaalgeheugen aanwezig in de signaalverwerkingsschakeling PROC en daaruit periodiek, op de gebruikelijke wijze wordt betrokken voor toevoer aan de inrichting MOK werkzaam als een televisiemonitor. Hierbij is er bij bijvoorbeeld een 5 lijnperiode van 64 ^us, een lijnonderdrukkingstijdsduur van 12 ^us en een lijnaftasttijdsduur van 52 ^us, waarin de beeldinformatie aanwezig is.

Normaliter wordt het schuifregister SR gestuurd met klokpulsen, tijdens de duur van 52 ^us, met een bepaalde 10 klokpulsfrekwentie die afhangt van het aantal registerelementen om te bereiken dat tijdens deze duur alle registerelementen hun informatiebijdrage aan het beeldsignaal PS hebben gegeven. Zou bij de toepassing van de koppeloptiek OP een dergelijke aansturing gebeuren, dan zal bij weergave door de cirkel-ellipsomvorming een vervormd beeld 15 resulteren. Door nu in een beeldopneeminrichting (II, OP, CTD, GEK) volgens de uitvinding de klokpulsfrekwentie een faktor nagenoeg gelijk aan de omgekeerde beeldkompressiefaktor verschillend te kiezen aan de normale klokpulsfrekwentie, wordt de kompenserende signaalkompressie verkregen. Uitgaande van de getekende beeldkompressiefaktor gelijk aan 20 3/4, leidt de tot 4/3 verhoogde klokpulsfrekwentie tot een informatie-tijdsduur van 3/4 maal 52 is 39 ^us. Hierna zijn tijdens de resterende tijdsduur van 13 ^us de elementen van het schuifregister SR zonder beeldinformatie. Het gevolg is dat de ellips EL van figuur 1 op het scherm MIS wordt afgebeeld als een cirkel rakend aan de linker rand van 25 het scherm MIS van de inrichting MOK van figuur 2. Door de aansturing van het schuifregister SR met de verhoogde klokpulsfrekwentie niet na 12 ^us vanaf het begin van de lijnperiode van 64 ^us, maar na 12 + 6,5 = 18,5 ^us te laten gebeuren, wordt de door kompressie verkregen cirkel DIS afgebeeld in het midden van het scherm MIS, zoals 30 in figuur 2 getekend.

Beschreven is een enkele scène-opname die door herhaalde uitlezing uit een signaalgeheugen in de schakeling PROC op gebruikelijke wijze leidt tot een televisieweergave. In plaats dat de kompenserende signaalkompressie op de beschreven wijze gebeurt bij de 35 sensor CTD, is het mogelijk hiertoe het signaalgeheugen te benutten, waartoe ten opzichte van de gebruikelijke klokpulsfrekwentie de frekwentie van de klokpulsen CP2 voor de geheugensignaalafgifte met de 8701 169 PHN 12.121 8 omgekeerde beeldkompressiefaktor wordt verhoogt. Hierbij is er een beeldopneeminrichting (II, OP, CTD, GEN, PROC) volgens de uitvinding.

In het geval de schakeling PROC geen signaalgeheugen bevat en de sensor CTD geschikt is voor televisie-opname, is het van 5 groter belang dat de sensor CTD deel uit maakt van de signaalkorrekti-inrichting (GECN, CTD). Hierbij kan de sensor CTD als ladingsgekoppelde-inrichting (charge coupled device) zijn uitgevoerd als een rasteroverdrachtsinrichting (frame transfer device). Hierbij bevindt zich tussen het beeldopneemvlak PP en het schuifregister SR een 10 geheugendeel dat afgedekt is tegen opvallende lichtstraling. Na een lichtintegratietijdsduur per rasterperiode wordt gedurende bijvoorbeeld zeven lijnperioden vallend in de rasteronderdrukkingstijdsduur, de informatie doorgeschoven naar het geheugendeel, van waaruit per lijnperiode tijdens de lijnonderdrukkingstijdsduur het parallel-in, 15 serie-uit schuifregister met informatie wordt gevuld en daarna tijdens de lijnaftasttijdsduur de informatie seriegewijs aan de sensoruitgang ter beschikking komt. Bij de beschreven sensoruitvoering is de kompenserende beeldsignaalkompressie op de reeds bij het register SR beschreven wijze direkt uit te voeren.

20 De koppeloptiek OP is getekend met het met prisma's OP2 en 0P3 uitgevoerde anaraorphotische stelsel (0P2, 0P3). In plaats hiervan zou aan een koppeloptiekuitvoering kunnen worden gedacht met fibers. Een fiberleidingsstelsel met een cirkelvormig stralingsintreevlak en een ellipsvormig stralingsuittreevlak zou hierbij aanliggend aanwezig kunnen 25 zijn tussen de vlakken 112 en PP.

De beeldversterker II kan verder werkzaam zijn als stralingsomzetter. Afhankelijk van de gevoeligheid van de sensor CTD voor stralingssoorten is een stralingsomzetting vereist. Bij infrarood-telelvisiewaarneming en zichtbaar lichtgevoeligheid bij de sensor CTD 30 zal bij de beeldversterker II de stralingsomzetting gebeuren en de sensor CTD zal werkzaam zijn als televisiekamera. Bij een röntgendoorlichting van een objekt, als op te nemen scène, vindt eveneens een stralingsomzetting plaat en is de sensor CTD bijvoorbeeld werkzaam voor het opnemen van een enkel, al dan niet geïnterlinieerd 35 beeld of van een serie van enkele beelden.

8701169

Claims

1. Beeldopneem- en -weergeefstelsel uitgevoerd met een beeldversterker voor het versterken van, van een op te nemen scène afkomstige straling, waartoe de beeldversterker is voorzien van een stralingsintreevlak en een stralingsuittreevlak, met een beeldopnemer 5 voor het op een beeldopneemvlak opnemen van een met de scène korresponderend beeld op het stralingsuittreevlak en voor het afgeven van een hiermee korresponderend, lijn- en rastergewijze opgewekt beeldsignaal, met een koppeloptiek tussen het stralingsuittreevlak van de beeldversterker en het beeldopneemvlak van de beeldopnemer voor 10 het aanpassen van de vorm van het stralingsuittreevlak aan dat van het beeldopneemvlak, met een signaalkorrektie-inrichting voor het kompenseren van de koppeloptieaanpassing door het leveren van een gekorrigeerd beeldsignaal en met een weergeefinrichting voorzien van een weergeefscherm voor het onder toevoer van het gekorrigeerde 15 beeldsignaal aan de weergeefinrichting, weergeven van een met de scène korresponderend beeld, met het kenmerk, dat bij een cirkelvormig zijn van het stralingsuittreevlak van de beeldversterker en een rechthoekig zijn van het beeldopneemvlak van de beeldopnemer, de koppeloptiek binnen respektievelijk althans gedeeltelijk om het rechthoekige beeldopneemvlak 20 een ellipsvormige afbeelding maakt van het cirkelvormige stralingsuittreevlak, waarbij de beeldopnemer is uitgevoerd als een vaste-stof sensor die onder besturing van klokpulsen het beeldsignaal aan een sensoruitgang afgeeft voor toevoer aan de weergeefinrichting en waarbij in de signaalkorrektie-inrichting een klokpulsfrequentie 25 werkzaam is ter lijngewijze verkrijging van het gekorrigeerde beeldsignaal dat bij weergave het beeld geeft in een cirkelvormig vlak op het weergeefscherm.

2. Beeldopneem- en -weergeefstelsel volgens konklusie 1, met het kenmerk, dat de sensor deel uitmaakt van de signaalkorrektie- 30 inrichting en waarbij de genoemde klokpulsfrekwentie aanwezig is bij de klokpulsen werkzaam voor de lijngewijze beeldsignaalafgifte.

3. Beeldopneem- en -weergeefstelsel volgens konklusie 1 of 2, met het kenmerk, dat bij toepassing van de koppeloptiek met een bepaalde beeldkompressiefaktor in de korte ellipsasrichting, de genoemde 35 klokpulsfrekwentie een faktor nagenoeg gelijk aan de omgekeerde beeldkompressiefaktor verschilt van de klokpulsfrekwentie in het geval de koppeloptiek afwezig is. 87011£9 'fc PHN 12.121 10

3 ï PHN 12.121 9 KonJclusies:

4. Beeldopneeminrichting geschikt voor toepassing in het beeldopneem- en -weergeefstelsel volgens één der voorafgaande konklusies. 8701169