NL8701133A - Rookartikelen. - Google Patents

Description

, NO 34521 1

Rookartikelen.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op rookartikelen.

In de octrooi literatuur zijn voorstellen gedaan voor gesimuleerde 5 rookartikelen, omvattende een buisvormig omhulsel en een lichaam van dragermateriaal, dat is opgesteld binnen het omhulsel. Volgens deze voorstellen wordt het dragermateriaal behandeld met een middel, dat vervluchtigt, wanneer lucht door het omhulsel wordt gezogen. Voorstellen van deze aard zijn weergegeven in de Amerikaanse octrooischriften 10 2.721.551, 2.860.638 en 3.404.692, Zuid Afrikaans octrooischrift 697737 en Brits octrooi schrift 2.032.244. Volgens het Amerikaanse octrooi-schrift 2.860.638 (Bartelomeo), het Zuid Afrikaanse octrooischrift 697737 (Zwarenstein) en Britse octrooischrift 2.032.244 (Ray) kan het vluchtige middel, waarmede het dragermateriaal is behandeld bestaan uit 15 nicotine.

In de octrooi literatuur zijn ook voorstellen gedaan voor middelen voor het versterken van het afgifteniveau van de hoofdstroom van rook en nicotine bij sigaretten. In het Amerikaanse octrooischrift 3.422.819 is voorgesteld het papieren omhulsel van een sigaret te behandelen met 20 een nicotinezout, waarbij de sigaret voorzien wordt van een tweede buitenomhulsel teneinde te verhinderen dat het omhulsel, dat behandeld is met het nicotinezout, in contact komt met de lippen van de roker.

Het Britse octrooischrift 1.932.330 leert een deeltjesvormig ionen-uitwisseld hars in contact te brengen met nicotine en het resul-25 terende complex van nicotine-ionen-uitwisselende hars op te nemen in sigarettefliters. Volgens het Amerikaanse octrooischrift 3.584.630 wordt nicotine geadsorbeerd op een fijnverdeeld zwak adsorptiemiddel, dat dan wordt opgenomen in tabak of in rookfilters voor tabak. De adsorp tiemiddel en waaraan de voorkeur worden gegeven in het Amerikaanse 30 octrooischrift 3.584.630 zijn soorten van koolstofroet.

In het Europeesche octrooischrift 174.645 worden gesimuleerde rookartikelen beschreven, omvattende een kort brandbaar koolstofachtig brandstofelement en een substraat dat een stof draagt, die een aerosol vormt, waarbij het brandstofelement en het substraat beide in contact 35 zijn met warmtegeleidingsmiddelen. Nicotine kan op het substraat gedragen worden.

De onderhavige uitvinding heeft tot doel op een verbeterde wijze een sigaret of overeenkomstig rookartikel te verschaffen, bij het roken waarvan het nicotineniveau van de door de sigaret afgegeven rook groter 40 is dan het nicotineniveau van de rook aan de uittrede vanaf het stroom- 8701133 2 afwaartse einde van de stang rookbaar materiaal van de sigaret.

Het is een verder doel van de onderhavige uitvinding op gunstige wijze middelen te verschaffen, waarmede de verhouding tussen nicotine en teer van de rook van de hoofdstroom van een rookartikel verbeterd 5 kan worden onafhankelijk van het nicotinegehalte van het te roken materiaal van het rookartikel.

De onderhavige uitvinding verschaft een rookartikel, omvattende een stang te roken materiaal en een nicotine-losmaakelement, dat bevestigd is aan de stang aan een mondeinde van de stang, welk element een 10 voor rook doorlaatbaar lichaam bevat van een polymeermateriaal, samengesteld uit uitsluitend koolstof en waterstofatomen, waarbij het oppervlak van het genoemde materiaal water afstotend is en zonder chemische werkzaamheid, welk lichaam nicotine draagt, waardoor wanneer het rookartikel wordt gerookt, door het element vanaf de genoemde stang aange-15 zogen rook zorgt voor het vrijmaken van nicotine in de rook vanaf het genoemde lichaam.

Het rookartikel omvat bij voorkeur of bestaat uit tabak, welke tabak geschikt is als conventioneel gesneden vulmateriaal. De tabak kan zijn van het lucht-geharde, rookgas-geharde, Burley of Oriental type, 20 of kan een mengsel zijn daarvan. Een deel van de tabak kan tabak zijn, welke onderworpen is geweest aan een expansiewerkwijze. Het is ook mogelijk voor het rookartikel een gereconstitueerd tabaksprodukt of een tabaksvervangend materiaal te gebruiken. Bij voorkeur omvat het rookartikel een nicotinebron.

25 De stang rookmateriaal kan een doorgang bevatten, die zich uitstrekt naar het stroomafwaartse einde van de stang, waardoor gedurende het roken van het rookartikel hete rook naar het stroomafwaartse einde van de stang wordt gevoerd. Voor verdere details van rookartikelen die een dergelijke doorgang omvatten wordt verwezen naar het Britse oc~ 30 trooischrift 2.149.287A.

Het polymeermateriaal kan een vezelachtige, celvormige of deel-tjesvormige gedaante hebben en het lichaam daarvan heeft bij voorkeur een cilindrische vorm.

Het nicotine-dragende lichaam van polymeermateriaal kan aan het 35 stroomopwaartse en/of stroomafwaartse einde daarvan aanliggen tegen een filterplug van bijvoorbeeld celluloseacetaat. Zowel stroomopwaartse als stroomafwaartse filterpluggen worden op geschikte wijze gebruikt, in-dien het polymeermateriaal een deeltjesvormige gedaante heeft. Het polymeermateriaal van het nicotine-dragende lichaam is bij voorkeur poly-40 ethyl een. Andere geschikte materialen omvatten polypropyleen en poly- 8701133 *r τ* • 3 styreen. Het gebruik van materialen zoals deze heeft verschillende voordelen ten opzichte van vroegere voorstellen. Deze materialen kunnen vervaardigd zijn in nauwe en continue overeenstemming met vooraf bepaalde fysische en chemische specificaties. Deze materialen kunnen 5 ook gemakkelijk geschikt zijn voor nauwkeurige vormgeving door bijvoorbeeld extrusie om een stang te verschaffen, waarvan cilindrische pluggen kunnen worden gesneden. Dergelijke pluggen zijn zelfdragend, d.w.z. de pluggen hoeven voor dimensioned stabiliteit niet omwikkeld te zijn in een plugomhulsel. Verder zijn deze materialen goedkoop en schoon om 10 te gebruiken bij werkwijzen voor het vervaardigen van sigaretten.

De door het lichaam van polymeermateriaal gedragen nicotine kan vrije nicotine zijn, een nicotinezout of een nicotinederivaat. Behalve nicotine, kunnen aan het lichaam van polymeermateriaal een of meer vluchtige geurmiddelen worden toegevoegd, waarbij menthol een dergelijk 15 middel kan zijn.

De door het lichaam gedragen nicotine zou in direkt contact kunnen staan met het polymeermateriaal van het lichaam; d.w.z. de nicotine behoeft niet ingekapseld te zijn.

Indien de nicotine van het nicotinelosmaakelement vrije nicotine 20 is, kan een verder voor rook doorlaatbaar element, welk verder element een zuur draagt, geplaatst zijn naast het nicotine vrijmaakelement.

Door gebruik van een dergelijke opstelling met geschikte relatieve nicotine- en zuurbelastingen, kan er gedurende het roken van het rookartikel een zout worden gevormd met een pH-waarde in het gebied van onge-25 veer 5 tot 7. De resulterende verandering in de pH van de rook van de hoofdstroom, welke anders een waarde boven 7 zou hebben, dient om de smaakeigenschappen van de rook te versterken. Geschikte zuren voor de pH-regeling omvatten melkzuur en wijnsteenzuur.

Hoewel het moge!ijk is een pH-regelend zuur op het nicotine-vrij-30 maakelement te laden op dezelfde plaats daarop als de nicotine, is gebleken, dat bij een dergelijke opstelling het nicotine niveau in de hoofdstroom rook niet veel hoger is dan die van de rook bij de uittrede vanaf het stroomafwaartse einde van de stang rookmateriaal. Een aanzienlijk betere opstelling wordt verkregen wanneer het zuur wordt aan-35 gebracht op een afzonderlijk element, dat geplaats is naast het nicoti-ne-vrijmaakelement. Het afzonderlijke, zuurdragende element is bij voorkeur geplaatst aan de zijkant van het nicotine-vrijmaakelement verder van de stang rookmateriaal. Volgens een andere opstelling zijn het nicotine-vrijmaakelement en het zuurdragende element opgesteld op de-40 zelfde langszone van het rookartikel waarbij de elementen resp. delen 870 1 1 33 4 innemen van de dwarsdoorsnede van de zone. Wanneer deze opstelling wordt aanvaard, wordt bij voorkeur tussen de twee elementen een scheidingswand geplaatst gevormd door een voor damp ondoorlaatbaar materiaal. Sigaretten in overeenstemming met de onderhavige uitvinding wor-5 den bij wijze van voorbeeld in de tekening getoond.

De in fig. 1 getoonde sigaret, welke in het algemeen is aangegeven met het verwijzingscijfer 1, omvat een sigarettestang 2 van 64 mm, een mondeindsamenstel 3 en een mondstukomhulsel 4, dat dient om de stang 2 te verbinden met het samenstel 3. De stang 2 bevat als rookmateriaal 10 een gesneden tabaksvulling 5 met laag nicotinegehalte en in rookgas gehard en een papieren omhulsel 6. Het mondeindesamenstel 3 omvat een cilindrische plug 7 van polyethyleen met open cellen, welke geïmpregneerd is met 3 tot 10 mg vrije nicotine en een cilindrische filterplug 8 van celluloseacetaat. Zoals blijkt uit de tekening is de plug 7, wel-15 ke een nicotine-vrijmaakelement vormt, geplaatst tussen en aanliggend tegen de sigarettestang 2 en de filterplug 8.

Wanneer de sigaret 1 wordt gerookt, passeert tabaksrook vanaf de stang 2 door de plug 7 en zorgt er daardoor voor dat nicotine in de plug 7 verdampt. De nicotinedamp en de tabaksrook passeert dan door de 20 filterplug 8. Op deze wijze wordt het afgeefniveau voor nicotine van de hoofdstroom rook versterkt ten opzichte van het niveau, dat anders verkregen zou worden, indien de sigaret geen met nicotine belaste plug 7 zou bevatten.

Het mondstukomhulsel 4 kan in het gebied van de plug 7 en/of de 25 plug 8 geperforerd zijn om de toegang van ventilatielucht toe te laten. Bij voorkeur, zouden indien ventillatieperforaties aanwezig zijn, de perforaties geplaatst moeten zijn in het gebied van de plug 8.

In fig. 2 heeft de sigaret Γ dezelfde verwijzingscijfers als in fig. 1 voor overeenkomstige onderdelen. De sigaret Γ van fig. 2 is van 30 dezelfde constructie als de sigaret 1 van fig. 1 behalve dat het mond-eindsamenstel 3 in plaats van een filterplug een verdere cilindrische plug omvat van polyethyleen met open cellen aangegeven met 8'. De plug 8', welke dezelfde lengte heeft en dezelfde fysische samenstelling als de plug 7 is geïmpregneerd met melkzuur.

35 Gebleken is dat, wanneer de plug 7 van fig. 2 geïmpregneerd was met 10 mg vrije nicotine en plug 8' daarvan geïmpregneerd was met 10 mg melkzuur, het nicotine gehalte van de hoofdstroom rook, die uit de plug 8' stroomt gedurende het roken van de sigaret, gemeten over negen met de machine gerookte trekken, met ongeveer 75¾ verhoogd was in 40 vergelijking met een normale sigaret zonder mondstuk met een sigarette- 8701133 » 5 stang, die dezelfde was als die van de sigaret volgens fig. 2. De nicotine in de hoofdstroom rook als een percentage van het deeltjesvormige materiaal (water en vrije nicotine) was 13, terwijl dat voor de controles igaret slechts 5,8 was.

5 Een overeenkomstige verbetering van het nicotineniveau van de hoofdstroom rook ten opzichte van de sigaret volgens fig. 2 zou verwacht worden van de sigaret volgens fig. 1 indien de lucht 7 daarvan voorzien zou zijn van 10 mg nicotine.

Bij een verder experiment werd de nicotineafgifte trek voor trek 10 gemeten bij sigaretten, die ieder een sigarettestang omvatten van een Engelse standaardsigaret met gemiddeld teergehalte, een filterelement van celluloseacetaat met een lengte van 10 mm aanliggend tegen de siga-rettestang en een vrijmaakelement voor nicotine met een lengte van 10 mm aanliggend tegen het filterelement. Het nicotine-vrijmaakelement 15 bevatte een plug van polyethyleen geïmpregneerd met 10,8 mg nicotine.

De nicotine-afgeefwaarden voor deze sigaretten werden vergeleken met die voor controlesigaretten, omvattende tabaksstangen van het bovengenoemde standaardtype met middelmatig teergehalte en filterelementen van celluloseacetaat met een el engte van 10 mm, zoals voor de experimentele 20 sigaret. Vastgesteld werd uit dit experiment, dat de gemiddelde verbetering van de nicotine-afgifte van de experimentele sigaretten die het nicotine vrijmaakelement bevatten in vergelijking met de controlesigaretten afnam van 0,10 mg voor trek 1 tot 0,07 mg voor de eindtrek, trek 7.

870 1 1 33

Claims (10)

1. Rookartikel omvattende een stang rookbaar materiaal, met het kenmerk, dat het artikel een nicotine-vrijmaakelement (7) omvat, dat bevestigd is aan de stang·(2) aan een mondeinde van de stang (2), welk 5 element (7) een voor rook doorlaatbaar lichaam omvat van een polymeer-materiaal, dat is samengesteld uit uitsluitend koolstof en waterstofatomen, waarbij het oppervlak van het genoemde materiaal waterafstotend is en vrij is van chemische werking, welk lichaam nicotine draagt, waardoor wanneer het rookartikel (1,1') wordt gerookt, rook die door 10 het element (7) wordt gezogen vanaf de stang (2) zorgt voor het vrijmaken van nicotine in de rook vanuit het lichaam.

2. Rookartikel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat polymeer-materiaal is gekozen uit de groep omvattende polyethyleen, polypropy-leen en polystyreen.

3. Rookartikel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de nicotine een vrije nicotine is.

4. Rookartikel volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat het rookmateriaal (5) tenminste in hoofdzaak bestaat uit tabak en waarbij tijdens het roken van het artikel (1,1') de in de hoofdstroom rook 20 afgegeven nicotine niet hoger is dan (50¾) dan de nicotine die wordt afgegeven bij het roken van een normale sigaret.

5. Rookartikel volgens een of meer der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het rookartikel (1,1') een nicotineafgifte in de hoofdstroom heeft in een gebied van 0,05 mg tot 3,00 mg.

6. Rookartikel volgens een of meer der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat bij het roken van het rookartikel (1,1') de verhouding van de nicotine die wordt afgegeven in de hoofdstroom rook naar het deeltjesvormige materiaal, water en vrije nicotine, afgegeven in de hoofdstroom rook groter is dan de verhouding voor een normale sigaret.

7. Rookartikel volgens een of meer der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het artikel verder aan het mondeindegebied van het rookartikel (1,1') een zuur bevat, dat kan reageren met de nicotine om een zout te vormen.

8. Rookartikel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het zuur. 35 is aangebracht op een andere plaats dan de plaats van de.nicotine.

9. Rookartikel volgens een of meer der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het artikel een sigaret is.

10. Rookartikel volgens een of meer der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het rookartikel gesneden tabak bevat. 40 ++++++++++ 8701133