NL8700907A - Werkwijze en inrichting voor het weer opwerken van stempels en dergelijke. - Google Patents

Description

b % NL 34.136-Me/hp

Werkwijze en inrichting voor het weer opwerken van stempels en dergelijke

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het van een laag voorzien van, in het bijzonder voor het weer opwerken van in hoofdzaak cilindrische constructiedelen met een glad oppervlak, zoals in de ondergrondse mijn- en 5 tunnelbouw toegepaste stempels, waarvan het mechanisch bewerkte oppervlak van een compensatielaag wordt voorzien.

De uitvinding betreft bovendien een inrichting voor het opwerken van buizen, cilinders, bij voorkeur stempels, met een afdraai- en een lasinrichting.

10 Cilindrische pijpen en dergelijke voorwerpen, waar aan zich groeven of andere beschadigingen hebben gevormd, moeten op regelmatige afstanden worden opgewerkt, wanneer deze in samenwerking met afdichtingen of dergelijke worden gebruikt. Zo worden bijvoorbeeld de zuigers van in de onder-15 grondse mijnbouw toegepaste stempels afgedraaid en aansluitend van een nieuwe laslaag voorzien, teneinde vervolgens na het passend verder bewerken en weer opwerken voor de hernieuwde in gebruik name ter beschikking te staan. Het oplassen van een passende laag is zeer materiaal- en tijdrovend, 20 waarbij ten gevolge van de vorm van de cilindrische pijpen het opbrengen als zodanig meestal met de hand moet plaatsvinden. Het is eveneens bekend om hulsvormige pijpen met een dikte van ongeveer de afgedraaide laag op de pijpen en zuigers te plaatsen, teneinde deze dan in het bovenste en onder-25 ste gebied aan te lassen of op te krimpen. Nadelig is daarbij de ingewikkelde werkwijze, alsmede het probleem dat de nieuw opgebrachte laag niet in de stabiliteitsberekening kan worden betrokken. Daarmede zijn weer opgewerkte stempels en dergelijke cilindrische delen op grond van de verminderde stabili-30 teit slechts nog in beperkte mate toe te passen. Dit doet op aanzienlijke wijze afbreuk aan de totale opwerkingswerkwijze.

Aan de uitvinding ligt het doel ten grondslag, het weer opwerken van buizen, cilinders en dergelijke delen te vereenvoudigen en gelijktijdig te preciseren, waarbij de be-35 reikbare stabiliteitswaarden gelijk zijn aan de oorspronkelijke.

Dit doel wordt volgens de uitvinding daardoor be- 8 70 0 9 0 7 " -2- reikt, dat een plaat met een dikte, die groter is dan de af-draaidikte, strookvormig op het afgedraaide gebied wordt gelegd en door opbrengen van een lasnaad in de tussen de stroken gevormde groef wordt vastgezet, waarna vervolgens het 5 nieuw gevormde oppervlak verder wordt bewerkt, en eventueel wordt veredeld.

Na deze werkwijze is het derhalve mogelijk op een nauwkeurig voorafbepaalde wijze het afgedraaide materiaal door een plaat te vervangen en wel zodanig, dat de verbinding 10 tussen de plaat en de pijp of het stempel zodanig is, dat de nieuwe plaat, dat wil zeggen de nieuwe deklaag, volledig in de stabiliteitsberekening kan worden opgenomen. Bijgevolg kan het weer opgewerkte deel weer op dezelfde plaats worden ingezet, dat wil zeggen bijvoorbeeld het mijnstempel weer in het 15 ondergrondse gebied en wel in het stabiliteitsgebied, waarin dit tevoren werd gebruikt. Bij nieuwe cilindrische construc-tiedelen kan van meet af aan met een dergelijke werkwijze worden gewerkt, dat wil zeggen de plaat wordt op het verder niet voorbehandelde oppervlak gelast en dan behandeld. Daar 20 de op te brengen lasnaad nauwkeurig door de groef is bepaald, kunnen automaten worden toegepast, hetgeen de werkwijze aanzienlijk vergemakkelijkt en goedkoper maakt, doch gelijktijdig eveneens nauwkeurig maakt, zodat de opwerking in zijn geheel wordt verbeterd. Voor alles komt het niet meer aan op 25 het nauwkeurig werken bij het afdraaien, daar door de plaat immers aansluitend het nieuwe oppervlak wordt gevormd, dat beschermend op de ondergrond wordt gelegd, zonder dat deze voor de stabiliteit van de oppervlaktelaag wordt aangesproken. Afhankelijk van de toepassing kan de breedte van de 30 plaatstrook worden gekozen, waardoor dienovereenkomstig vele, respectievelijk minder lasnaden moeten worden getrokken. Bovendien biedt de plaat, respectievelijk bieden de plaatstroken voor het weer opwerken een nauwkeurig berekenbaar oppervlak, dat zowel qua materiaal als ten aanzien van de toestand 35 optimaal voor de veredeling ter beschikking staat. Daarbij is het van voordeel, de plaat voor het vormen van een gelijkvormige groef allereerst aan de kanten af te schuinen.

Volgens een doelmatige uitvoering van de uitvinding is er voor gezorgd, dat de plaat spiraalvormig wordt gesne-40 den, aan de kanten wordt afgeschuind en dan spiraalvormig om 870 0 90 7' -3- de cilinder, respectievelijk het weer op te werken deel wordt gelegd. Door deze werkwijze-uitvoering ontstaat zowel door de verbinding tussen plaat en ondergrond, als door de belasting van de opgebrachte en juist slechts op enkele plaatsen met de 5 ondergrond verbonden plaat een optimale belasting. Daar bijvoorbeeld het stempel bij het in- en uitschuiven enkel en alleen via de afdichting wordt belast, is op deze wijze een optimaal oppervlak te bereiken, waarbij gelijktijdig met betrekking tot van buitenaf inwerkende krachten door de passen-10 de bemeting van de plaat en de voorafgaande afbraak eveneens een zeer weerstand biedend oppervlak kan worden bereikt.

Volgens een verdere uitvoering van de uitvinding wordt de plaat in stroken gesneden, aan de kanten afgeschuind en verder bewerkt, welke stroken elk slechts een gedeelte van 15 het hernieuwd op te werken deel afdekken. Op deze wijze worden de platen met evenwijdige assen aangebracht en via de lasnaden verbonden, waarbij ook deze werkwijze als voordeel de mogelijkheid van automatisering biedt.

Teneinde de opwerking te vergemakkelijken is er 20 voor gezorgd, dat corrosievaste plaat, bij voorkeur VA-plaat, spiraalvormig of tot smalle plaatstroken wordt gesneden en weer wordt bewerkt. Afhankelijk van de beoogde toepassing wordt een bijzondere coating van de opgebrachte plaat overbodig, zodat de totale werkwij ze kan worden verkort en vereen-25 voudigd. Dergelijke plaat biedt bovendien voordelen ten aanzien van de sterkte, zodat de standtijden aanzienlijk kunnen worden verhoogd. Volgens een andere variant van de werkwijze volgens de uitvinding wordt voorgesteld, dat de spiraalvormige of strookvormige plaat na de nabehandeling van een corro-30 sievaste deklaag wordt voorzien. Dit is in het bijzonder dan voordelig, wanneer aan de corrosievaste deklaag bijzondere eisen worden gesteld en wanneer juist bij cilinders een zo gelijkvormig glad mogelijk oppervlak vereist is. Op voordelige wijze is het voor de werkwijze op zichzelf volledig om het 35 even, op welke wijze de nabehandeling plaatsvindt, uiteindelijk kan deze in een of een aantal deelstappen worden uitgevoerd, afhankelijk van welke eisen aan het werkstuk worden gesteld. In ieder geval is het mogelijk, op deze wijze voor het hernieuwde gebruik van de cilindrische delen en de andere 40 werkstukken de vereiste toestand te bewerkstelligen, zonder 8700907 *' * -4- dat dit nadelige uitwerkingen op de stabiliteit heeft.

Teneinde zo breed mogelijke stroken te kunnen toepassen, doch anderzijds het vastzetten hiervan op meerdere plaatsen te bereiken, kan het doelmatig zijn, de tot stroken 5 gesneden plaat over de lengte van uitsparingen te voorzien, die dan voor het puntsgewijs lassen dienen. Deze uitsparingen kunnen bij voorbaat in de plaat zijn gestanst en worden met lasmateriaal gevuld, waarbij deze op doelmatige wijze een rechthoekige vorm dienen te bezitten, teneinde een lijnvormi-10 ge verbinding te waarborgen. Ook bij hoge belastingen is op deze wijze een zeer zekere verbinding tussen de plaat en het daaronder liggende gebied van het werkstuk gewaarborgd.

Teneinde een zo gunstig mogelijke belasting van de opgebrachte plaat te waarborgen, is volgens een verdere uit-15 voering van de uitvinding voorgesteld, dat de lasnaad telkens hoekig, bij voorkeur rechthoekig op de hoofdbelastingsrich-ting wordt aangebracht.

Een verdere mogelijkheid om het opbrengen van de lasnaad te preciseren is volgens de uitvinding die, waarbij 20 de plaat aan de randzijden van verdeeld aangebrachte aanzet-stukken is voorzien.

Voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding dient een inrichting, die een gecombineerde afdraaien lasinrichting bezit. Door deze combinatie is het mogelijk 25 om praktisch in een werkingsslag zowel de beschadigde laag van het werkstuk af te breken, als direct daarna de nieuwe laag weer op te brengen. Afdraai- en lasinrichting werken met een bepaald werktempo, zodat de doorstromingshoeveelheid van dergelijke inrichtingen zeer hoog kan zijn. Daarbij wordt 30 volgens de uitvinding voorgesteld, dat aan de lasinrichting een taster is toegevoegd, die door aanpassing aan de afmetingen en de vorm van de bij voorkeur door de vorm van de plaat bepaalde groef de lasinrichting dienovereenkomstig kan besturen. Op deze wijze kan het gehele proces worden geautornati-35 seerd, omdat voor de navolgende lasinrichting door de afzonderlijk uitgevoerde groef en de daarmede geleide taster een geleidingsinrichting is verschaft, die het nauwkeurig opbrengen van de lasnaad in ieder geval zeker stelt.

Volgens de uitvinding kunnen tussen de afdraai- en 40 de lasinrichting een voor de lasinrichting geplaatste plaat- .

870 0 SO 7 »►' * -5- schaar zijn aangebracht, die een schuine snede bewerkstelligend instelbaar is uitgevoerd. Door deze plaatschaar wordt de noodzakelijke schuinte aan de kanten van de plaat bewerkstelligd, die een voor de betreffende omstandigheden optimale 5 groef verschaft, waarbij deze groef zowel voor de taster als geleiding dient, als voor de aansluitende lasinrichting voor het opbrengen van een nauwkeurig gedefinieerde en nauwkeurig en gericht werkende lasnaad.

Voor de bevestiging van de plaat op een aantal 10 plaatsen langs de omtrek en als aanvulling op de lasnaad is het van voordeel, wanneer de plaat over de lengte verdeeld aangebrachte venstervormige uitsparingen bezit. Ook hier kan met behulp van dezelfde taster of een afzonderlijke taster praktisch gelijktijdig met het opbrengen van de lasnaad in de 15 gevormde groef door de lasinrichting in de uitsparingen de gewenste verbinding tussen plaat en ondergrond worden bereikt.

De werkwijze en de inrichting volgens de uitvinding onderscheiden zich in het bijzonder daardoor, dat deze zowel voor het weer opwerken van pijpen, stempels en dergelijke 20 werkstukken geschikt zijn, als voor de vervaardiging, van nieuwe overeenkomstige werkstukken. Bij de nieuwe vervaardiging bezitten de werkwijze en de inrichting volgens de uitvinding het voordeel, dat een ingewikkelde veredeling van het gehele werkstuk niet noodzakelijk is, doch dat op enkel en 25 alleen de stabiliteitswaarden opleverende werkstukken een reeds voorveredelde plaat kan worden aangebracht, die dan aansluitend alleen nog gericht verder wordt bewerkt. Bij het weer opwerken is het wezenlijk, dat een werkwijze en een inrichting zijn verschaft, die waarborgen, dat de oorspronke-30 lijke stabiliteitswaarden weer worden bereikt, althans echter in zodanige mate worden bereikt, dat de behandelde werkstukken als tevoren kunnen worden toegepast en ingezet. Bovendien is het van voordeel, dat de gehele werkwijze zeer precies verloopt en in zodanige mate kan worden geautomatiseerd, dat 35 met betrekking tot de eindkwaliteit hoge waarden en gelijkmatige waarden worden bereikt.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening, die een bij voorkeur toegepast uitvoe-ringsvoorbeeld van de uitvinding met de daartoe noodzakelijke 40 details en onderdelen weergeeft.

8700907 -6-

Fig. 1 is een schematische weergave van een bewerkte cilinder met spiraalvormig opgebrachte plaat.

Fig. 2 is een schematische weergave van een cilinder met strookvormig en recht verlopende plaat.

5 Fig. 3 is een schematisch weergegeven inrichting voor het bewerken van cilinders.

De in de fig. 1 en 2 weergegeven cilinders 3 zijn in de in fig. 3 getoonde gecombineerde las- en afdraaiinrich-ting 1, 2 behandeld. Terwijl bij de in fig. 1 getoonde uit-10 voering de plaat 4 spiraalvormig is opgebracht, is volgens fig. 2 een in de lengterichting verlopende plaat 4 opgebracht. In elk geval bezitten de aaneengevoegde platen of bezit de spiraalvormig verlopende plaat 4 in zodanige mate af-geschuinde kanten 11, 12, dat daartussen een groef 5 ont-15 staat. In deze groef 5 wordt via de lasstaaf 6, die door de taster 7 is geleid, een lasnaad gericht aangebracht, die een innige verbinding van de plaat 4 met de ondergrond, dat wil zeggen met de cilinder 3 waarborgt.

Bovendien kunnen nog over de lengte van de plaat-20 stroken 10 verdeelde uitsparingen 8, 9 worden aangebracht, waarin eveneens lasmateriaal wordt gebracht, teneinde op deze wijze ook daar nog eenmaal gericht een verbinding tussen plaat 4, respectievelijk plaatstroken 10 en de cilinder 3 te bereiken.

25 Fig. 3 verduidelijkt verder dat telkens de lasstaaf 6 op de taster 7 voorlopend is aangebracht, waarbij deze taster 7 in de groef 5 grijpt en op deze wijze een gerichte geleiding van de hierna geplaatste lasstaaf 6 vormt.

De uitvinding is niet beperkt tot het in de teke-30 ning weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, dat op verschillende wijzen binnen het kader van de uitvinding kan worden gevarieerd.

87 0 0 3 0 7

Claims (12)

1. Werkwijze voor het van een laag voorzien van, in het bijzonder voor het weer opwerken van in hoofdzaak cilindrische constructiedelen met een glad oppervlak, zoals in de ondergrondse mijn- en tunnelbouw toegepaste stempels, waarvan 5 het mechanisch bewerkte oppervlak van een compensatielaag wordt voorzien, met het kenm erk, dat een plaat met een dikte, die groter is dan de afdraaidikte, strookvor-mig op het afgedraaide gebied wordt gelegd en door opbrengen van een lasnaad in de tussen de stroken gevormde groef wordt 10 vastgezet, waarna vervolgens het nieuw gevormde oppervlak verder wordt bewerkt, en eventueel wordt veredeld.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de plaat voor de vorming van een gelijkvormige groef allereerst aan de kanten wordt afgeschuind.

3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de plaat spiraalvormig wordt gesneden, aan de kanten wordt afgeschuind en dan spiraalvormig om de cilinder, respectievelijk het weer op te werken deel wordt gelegd.

4. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de plaat in stroken wordt gesneden, aan de kanten wordt afgeschuind en verder wordt bewerkt, welke stroken elk slechts een gedeelte van het hernieuwd op te werken deel afdekken.

5. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat corrosievaste plaat, bij voorkeur VA-plaat, spiraalvormig of tot smalle plaatstroken wordt gesneden en weer wordt bewerkt.

6. Werkwijze volgens conclusie 1 , m e t h e t 30 ken n m e r k, dat de spiraalvormige of strookvormige plaat na de nabehandeling van een corrosievaste deklaag wordt voorzien.

7. Werkwijze volgens conclusie 1 en 4, met het kenmerk, dat de tot stroken gesneden plaat over 35 de lengte van uitsparingen wordt voorzien, die voor het punt-gewijs lassen dienen.

8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de lasnaad telkens hoekig, 8700307 -8- bij voorkeur rechthoekig op de hoofdbelastingsrichting wordt aangebracht.

9. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de plaat aan de randzijde wordt voorzien 5 van verdeeld aangebrachte aanzetstukken voor het handhaven van een de groef opleverende afstand.

10. Inrichting voor het opwerken van buizen, cilinders, bij voorkeur stempels met een afdraai- en lasinrichting onder toepassing van de werkwijze volgens een der conclusies 10 1-10, met het kenmerk, dat aan de lasinrichting (1) een taster (7) is toegevoegd, die door aanpassing aan de. afmetingen en de vorm van de bij voorkeur door de vorm van de plaat (4) bepaalde groef (5) de lasinrichting dienovereenkomstig kan besturen.

11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat voor de lasinrichting (1) een plaatschaar is aangebracht, die een schuine snede bewerkstelligend instelbaar is uitgevoerd.

12. Inrichting volgens conclusie 10, met het 20 k e n m e r k, dat de plaat (4) over de lengte verdeelde, vensterachtige uitsparingen (8, 9) bezit. 8700907