NL8700280A - Werkwijze voor het vervaardigen van een electromagnetische afbuigeenheid voor een kathodestraalbuis. - Google Patents

Werkwijze voor het vervaardigen van een electromagnetische afbuigeenheid voor een kathodestraalbuis. Download PDF

Info

Publication number
NL8700280A
NL8700280A NL8700280A NL8700280A NL8700280A NL 8700280 A NL8700280 A NL 8700280A NL 8700280 A NL8700280 A NL 8700280A NL 8700280 A NL8700280 A NL 8700280A NL 8700280 A NL8700280 A NL 8700280A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
line
coil
deflection
wound
carrier
Prior art date
Application number
NL8700280A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL8700280A priority Critical patent/NL8700280A/nl
Priority to EP87201747A priority patent/EP0279962B1/en
Priority to DE8787201747T priority patent/DE3776132D1/de
Priority to KR1019870010410A priority patent/KR950006098B1/ko
Priority to CN87106480A priority patent/CN1011363B/zh
Priority to JP62235034A priority patent/JP2557904B2/ja
Priority to AU78804/87A priority patent/AU599420B2/en
Priority to US07/099,584 priority patent/US4819323A/en
Publication of NL8700280A publication Critical patent/NL8700280A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01JELECTRIC DISCHARGE TUBES OR DISCHARGE LAMPS
    • H01J9/00Apparatus or processes specially adapted for the manufacture, installation, removal, maintenance of electric discharge tubes, discharge lamps, or parts thereof; Recovery of material from discharge tubes or lamps
    • H01J9/236Manufacture of magnetic deflecting devices for cathode-ray tubes
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T29/00Metal working
    • Y10T29/49Method of mechanical manufacture
    • Y10T29/49002Electrical device making
    • Y10T29/4902Electromagnet, transformer or inductor
    • Y10T29/49071Electromagnet, transformer or inductor by winding or coiling

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Formation Of Various Coating Films On Cathode Ray Tubes And Lamps (AREA)

Description

€ PHN 11836 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.
Werkwijze voor het vervaardigen van een electromagnetische afbuigeenheid voor een kathodestraalbuis.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een electromagnetische afbuigeenheid voor een kathode-straalbuis met een uit twee zadelvormige delen bestaande beeldafbuigspoel, een uit twee zadelvormige delen bestaande lijnafbuigspoel en een 5 ringkern van magnetiseerbaar materiaal die beide spoelen omgeeft, waarbij de beide delen van de beeldafbuigspoel in een trechtervormige spoeldrager worden gewikkeld.
Een dergelijke werkwijze is bekend uit EP 0 102 658.
Kathodestraalbuizen hebben een halsvormig deel in welks 10 ene einde een electronenkanon systeem is opgesteld, en welks andere einde overgaat in een konisch deel waarop een scherm aansluit. Om het halsvormige deel heen en tegen het konische deel aan, of op een korte afstand daarvan, bevindt zich een electromagnetische afbuigeenheid. In het geval van een kleurenbeeldbuis moet die afbuigeenheid in staat zijn 15 om met behoud van convergentie de door het electronenkanonsysteem geproduceerde electronenbundels naar de hoeken van het scherm af te buigen. Dit betekent, dat zowel het lijnafbuigveld als het beeldaf-buigveld een zeer speciale verdeling moet hebben. Om die te kunnen realiseren is de bij de bekende werkwijze gebruikte spoeldrager aan elk 20 van zijn uiteinden voorzien van een ringvormig lichaam Cflens) met nauwkeurig over zijn omtrek verdeelde geleidingsgleuven waar de longitudinale segmenten van de spoelwindingen in uitmonden. Men heeft dan een mogelijkheid om de draadverdeling (en daarmee de veldverdeling) te beheersen.
25 Doordat bij de bekende werkwijze zowel de draden van de lijafbuigspoel als de beeldafbuigspoel aan de binnenkant van één en dezelfde spoeldrager gewikkeld worden, en daar dus dicht bij elkaar liggen, bestaat er gevaar dat er overspraak (z.g. "ringing*) optreedt tussen de lijnafbuigspoel en de beeldafbuigspoel.
30 Omdat men in de omtrek van de ringvormige lichamen een beperkt aantal gleuven kan aanbrengen, kan het - afhankelijk van het spoelenontwerp - voorkomen dat er een aantal gleuven zijn waardoor zowel 8700280 ΐ ΡΗΝ 11836 2 windingssegmenten van de lijnafbuigspoel als van de beeldafbuigspoel lopen. Bij het wikkelen worden b.v. eerst de beeldaf-buigspoelwindingen in die gleuven gelegd en daarna de lijnafbuigspoel-windingen. Behalve gevaar voor “ringing* bestaat er dan bovendien nog gevaar voor doorslag 5 tussen de lijn- en de beeldspoel.
De uitvinding beoogt nu een werkwijze te verschaffen waarmee het gevaar van "ringing" resp. het gevaar van doorslag, tussen lijn- en beeldspoel verminderd wordt.
Dit doel is bij een werkwijze van de in de aanhef 10 genoemde soort volgens de uitvinding daardoor gerealiseerd, dat nadat de beeldspoeldelen zijn gewikkeld een holle, konische lijnspoeldrager, die aan zijn wijde uiteinde van een ringvormige flens is voorzien, en waarin beide lijnspoeldelen zijn gewikkeld in de spoeldrager wordt gestoken.
De werkwijze volgens de uitvinding maakt het mogelijk om / ...
15 met gebruik van minimaal aantal onderdelen (b.v. 3) lijn- en beeldspoel volledig van elkaar gescheiden te wikkelen en daardoor de capacitieve koppeling te verminderen.
Op zich is uit de ter visie gelegde octrooiaanvrage JP 59-20955 een afbuigeenheid bekend die eveneens van het z.g.
20 yokewikkeltype is en in verschillende dragers gewikkelde beeld- en lijnspoelen omvat. Echter, de daar gevolgde werkwijze is veel omslachtiger en benodigt een groter aantal onderdelen. Ieder lijnspoeldeel wordt daar nl. op een halve (zadelvormige) drager gewikkeld en ieder beeldspoeldeel wordt op een halve (zadelvormige) drager gewikkeld. De 25 vier halve dragers worden vervolgens met twee ringkernhelften samengebouwd tot een afbuigeenheid.
Het samenstel van (trechtervormige) lijnspoeldrager en (van een wijd en een nauw uiteinde voorziene) lijnafbuigspoel kan alleen dan in de spoeldrager worden gestoken, als de lijnspoeldelen met een 30 flensloos uiteinde in het nauwe uiteinde van de lijnspoeldrager zijn gewikkeld. D.w.z. de lijnafbuigspoel is van het onvolledige zadeltype. (Afbuigspoelen van het - klassieke - volledige zadeltype zijn aan beide uiteinden van een flensvormig gedeelte voorzien).
Het in een drager wikkelen van lijnspoeldelen met een 35 flensloos nauw uiteinde wordt volgens een voorkeursvorm van de werkwijze volgens de uitvinding gerealiseerd, doordat een lijnspoeldrager wordt gebruikt die van tegenover de toekomstige vensters van de te wikkelen 8700280 P* " . , PHN 11836 3 lijnspoeldelen gelegen uitsparingen is voorzien en dat door deze uitsparingen tijdens het wikkelproces per spoeldeel ten minste één axiaal gericht geleide element naar binnen wordt gebracht dat fungeert als tijdelijke ondersteuning van de aan het nauwe uiteinde in omtreks-5 richting tegen de binnenzijde van de lijnspoeldrager te leggen draad-windingen, dat na voltooiing van het wikkelproces de windingen van elk lijnspoeldeel tot een samenhangend geheel worden gevormd en vervolgens dé geleide elementen via de uitsparingen uit de lijnspoeldrager worden verwijderd.
10 Een belangrijk aspect van de inventieve werkwijze is het tot een samenhangend geheel vormen van de windingen van elk lijnspoeldeel. Dit kan b.v. uitgevoerd worden door een wikkeldraad te gebruiken die van een thermoplastische omhulling is voorzien en de spoeldelen na het wikkelen aan een warmtebehandeling te onderwerpen, het z.g. bakken.
15 Bij de bekende yokewikkel methode worden de lijnspoeldelen niet “gebakken" , omdat daar ringen met gleuven gebruikt worden om de windingen op hun plaats te houden. Behalve twee ringen aan de uiteinden is dan ook nog een middenring met gleuven nodig om de vensters van de lijnspoeldelen een gewenste vorm te geven. Dank zij het gebruik van een 20 bakproces voor de fixatie van de spoelwindingen bij de werkwijze volgens de uitvinding kunnen de vensters op een andere wijze, zonder gebruik van een middenring, gemodelleerd worden. Een verdere voorkeursvorm van de werkwijze volgens de uitvinding heeft daartoe als kenmerk, dat een lijnspoeldrager wordt gebruikt die tussen zijn uiteinden van een aantal 25 hulpopeningen is voorzien en dat tijdens het wikkelproces door deze hulpopeningen per lijnspoeldeel radiale pennen naar binnen worden gebracht om het verloop van ten minste twee tegenover elkaar gelegen longitudinale windingspakketten te bepalen, welke pennen na het tot een samenhangend geheel vormen van elk lijnspoeldeel worden teruggetrokken.
30 Bij de werkwijze volgens de uitvinding kan een (beeld-) spoeldrager gebruikt worden die zowel aan zijn wijde als aan zijn nauwe uiteinde van een ringvormige flens met radiale draadgeleidingsgleuven voorzien is. De beeldspoeldelen zijn dan van het volledige zadeltype.
Men kan het aantal onderdelen desgewenst beperken, wanneer men beeld-35 spoeldelen van het onvolledige zadeltype wikkelt. (De ringvormige flens met radiale draadgeleidingsgleuven voor de beeldspoelwindingen aan het nauwe uiteinde kan dan achterwege blijven).
870 0 2 SO
V
PHN 11836 4
Een additionele mogelijkheid van de werkwijze volgens de uitvinding is nog dat men de spoeldrager en de lijnspoeldrager op eenvoudige wijze m.b.v. een in-klik methode aan elkaar kan bevestigen. Een nog niet eerder genoemd voordeel is verder, dat doordat de lijn- en 5 beeldspoel door een separate isolator (de lijnspoeldrager) gescheiden zijn, de isolatie van de te gebruiken draad op een lagere spanning gedimensioneerd kan worden.
De (beeld-)spoeldrager die bij de werkwijze volgens de uitvinding gebruikt wordt kan een kunststof lichaam zijn met een of meer 10 kunststof flenzen, waarin of waaromheen een yokering uit zacht- magnetisch materiaal is aangebracht. Anderszins kan een yokering zelf drager zijn en aan zijn nauwe en zijn wijde einde met een kunststof flens verbonden zijn. Beide stellen afbuigspoelen kunnen van het onvolledige zadeltype zijn dan wel één stel (voor de beeldafbui-15 ging) van het volledige zadeltype en één stel (voor de lijnafbuiging) van het onvolledige zadeltype.
Een uitvoeringsvorm van de afbuigeenheid volgens de uitvinding wordt in de tekening getoond. Daarin is:
Fig. 1 een afbuigeenheid gemaakt met de werkwijze volgens 20 de uitvinding in zijaanzicht, geplaatst om het halsvormige deel van een kathodestraalbuis;
Fig. 2 een aanzicht van een langsdoorsnede door de afbuigeenheid van Fig. 1;
Fig. 3 een aanzicht van een langsdoorsnede door een 25 alternatieve afbuigeenheid gemaakt met de werkwijze volgens de uitvinding;
Fig. 4 een perspectivisch vooraanzicht van een lijnspoeldrager met erop gewikkelde lijnspoeldelen; 30 Fig. 5a en 5b een, gedeeltelijk opengesneden, wikkelmal met daarin een lijnspoeldeel tijdens opeenvolgende fasen van de werkwijze volgens de uitvinding;
Fig. 6 een in de mal van fig. 6 gebruikt draadgeleider-stel; en 35 Fig. 7 een samenstel van 5 in de mal van fig. 5 afzonderlijk inbrengbare draadgeleiderstellen,
In Fig. 1 is een electromagnetische afbuigeenheid 1 87002S0
J
PHN 11836 5 geplaatst om het halsvormige deel 2 van een kathodestraalbuis waarvan het konische deel met 3 is aangeduid. De afbuigeenfteid 1 heeft een holle, trechtervormige drager 4 voorzien van een nauw en een wijd einde 5 respectievelijk 6 en van een longitudinale as 7. In Fig. 2 is de drager 5 4 een yokering van zacht-magnetisch materiaal. De drager 4 heeft een respectievelijke flens 8 respectievelijk 9 van doorschijnend polycar-bonaat aan het nauwe en het wijde einde 5 respectievelijk 6. De flenzen 8, 9 hebben elk ten minste één tangentiële groef 10, 11 met een bodem en een veelheid van in de tangentiële groeven 10, 11 uitmondende 10 in in hoofdzaak radiale groeven.
Een eerste stel afbuigspoelen 18 voor beeldafbuiging van een electronenbundel in een eerste richting dwars op de longitudinale as 7 dat wil zeggen: in het vlak van tekening) is direct op de drager 4 gewikkeld aan de binnenzijde daarvan. De windingen van het stel spoelen 15 18 lopen elk door de tangentiële groef 10 respectievelijk 11 van de flenzen 8 respectievelijk 9 en door radiale groeven daarvan. De afbuigspoelen 18 zijn van het volledige zadeltype. De uitvinding is hier echter niet toe beperkt.
Een tweede stel afbuigspoelen 19 voor afbuiging van een 20 electronenbundel in een richting dwars op de longitudinale as 7 en dwars op de eerste richting (dat wil zeggen: loodrecht op het vlak van tekening) zijn in een holle lijnspoeldrager 14 gewikkeld die met spoelen en al in de spoelendrager 4 is gestoken. De afbuigspoelen 19 zijn van het onvolledige zadeltype. Ook het tweede stel afbuigspoelen 19 is 25 aan de binnenzijde van zijn drager 14 en ook zijn windingen lopen door een tangentiële groef 10' in een flens 9' aan het wijde uiteinde ervan. Het eerste stel afbuigspoelen 18 is afzónderlijk gewikkeld, waarbij een tussenring 20 aanwezig kan zijn met gleuven om zijn windingen te geleiden. Dit is een middel om het (beeld-)spoelvenster te 30 modelleren. Het modelleren van een spoelvenster kan ook op een andere wijze, zonder tussenring plaats vinden. De afbuigeenheid van Fig. 1 heeft de kenmerken van de afbuigeenheid volgens de uitvinding zoals getoond in Fig. 2. Voor zover delen van die Fig. in Fig. 1 zijn getoond hebben ze dezelfde verwijzingscijfers.
35 De beeldafbuigspoelen 18 van de in fig. 2 getoonde afbuigeenheid 1' zijn van het volledige zadeltype, hetgeen betekent dat de longitudinaal verlopende, aan weerszijden van de as 7 gelegen, 8700280 % PHN 11836 6 gedeelten aan zowel het wijde (voorste) uiteinde 6 als aan het nauwe (achterste) uiteinde 5 verbonden zijn door een pakket van verbindingsgeleiders dat gearrangeerd is in een vlak dwars op de as 7.
Op alternatieve wijze kan één van deze pakketten 5 verbindingsgeleiders, en wel het pakket aan het nauwe (achterste) uiteinde, in een vlak evenwijdig aan de as 7 gearrangeerd zijn. Men spreekt dan van een afbuigspoel van het onvolledige zadeltype. Een af-buigeenheid met een beeldafbuigspoel 18' van het onvolledige zadeltype wordt in doorsnede getoond in fig. 3. Een voordeel van het gebruik van 10 een dergelijke beeldafbuigspoel is dat de constructie van de afbuigeenheid eenvoudiger kan zijn.
Fig. 4 toont een perspectivisch vooraanzicht van de lijnafbuigspoelen 19 van de afbuigeenheid 1 resp. 1'. De spoelen 19 zijn van het onvolledige zadeltype en zijn met hun longitudinale gedeelten en 15 hun in omtreksrichting lopende achterste uiteinden aan de binnenzijde van de holle, trechtervormige drager 14 gewikkeld. Het wikkelproces wordt aan de hand van fig. 5a en 5b uiteengezet. Op zich wordt gebruik gemaakt van een conventioneel type yokewikkel machine, zie b.v.
DE-A 21 03 679, die ook gebruikt kan worden voor het wikkelen van de 20 beeldafbuigspoelen 18 in de drager 4, echter met de volgende aanpassingen. In de yokewikkel machine wordt een (metalen) mal 21 geplaatst. Hierin wordt de (kunststof) drager 14 opgenomen. Met de pijl r is de draairichting van de mal 21 tijdens het wikkelproces aangegeven. Eerst worden van een spoelhelft de binnenste draadpakketten 22, 25 23 die het spoelvenster begrenzen, gelegd (fig. 5a). Voor het aan de achterzijde positioneren van de binnenste windingspakketten 23, 24 kan een vaste nok 24 aan de drager 14 gevormd zijn (zie fig. 4). Als de beschikbare ruimte (i.v.m. de gevoeligheid moet de lijnafbuigspoel zo dicht mogelijk tegen het glas van de beeldbuis aanliggen) het toelaat 30 kunnen er meerdere nokken voor het positioneren van windingspakketten aanwezig zijn. De drager 14 is tegenover het spoelvenster van een uitsparing 25 voorzien. Tijdens het wikkelproces kan een metalen geleide element 26 door de uitsparing 25 naar binnen worden gebracht. Bij het naar binnenbrengen wordt het wikkelproces even stop gezet. Het geleide 35 element 26 is axiaal t.o.v. de drager 14 naar achteren gericht en fungeert als pakket ondersteuning bij het wikkelen van een volgend aan de achterzijde in omtreksrichting lopend pakket. De draden van dit 8700230 £ PHN 11836 7 pakket worden achter langs het geleide element 26 getrokken. Voor het ondersteunen van verder in omtreksrichting lopende windingspakketten kunnen successievelijk verdere geleide elementen, zoals het geleide element 27 getoond in fig. 5b, ingebracht worden. Deze kunnen plaat-5 vormig zijn, zoals de elementen 26, 27 getoond in fig. 5a en 5b, of op alternatieve wijze penvormig, zoals de elementen 28, 29, 30, 31 getoond in fig. 6 en 7. Het gebruik van - tijdelijk door de drager 14 naar binnen gestoken - geleide elementen maakt het mogelijk om de lijnspoel-delen zodanig te fabriceren dat ze na completering en montage op een 10 beeldbuis tegen het glas van de beeldbuis aanliggen. Daartoe is het van belang dat voordat de - de contour van de beeldbuis volgende - geleide elementen terug getrokken worden de windingen van elk lijnspoeldeel tot een samenhangend geheel verenigd worden. Dit is b.v. mogelijk door de wikkeldraad van een thermoplastische omhulling te voorzien en na afloop 15 van het wikkelen een stroomstoot door de spoeldelen te sturen (het z.g. bakken).
De in fig. 5a en 5b getoonde drager 14 is verder nog voorzien van z.g. lijnspieën (waarvan er één lijnspie 32) zichtbaar is die de twee lijnspoeldelen van elkaar scheiden en van een 20 set universele hulpopeningen 33. Door deze hulpopeningen 33 kunnen tijdens het wikkelproces radiale pennen, zoals pen 34, (tijdelijk) ingebracht worden om de vorm van de spoelvensters te bepalen. Waar een pen ingeschoten is wordt het windingspakket gedwongen een hoek te maken: de draden worden bij het wikkelen om de pennen heen getrokken.
25 Een bestuurbare draadgeleider 35 is als onderdeel van de wikkelmachine direct onder de wikkelmal 21 geplaatst met als doel de wikkeldraad 37 als het ogenblik daar is achter de ingebrachte geleide elementen 26, 27 enz. te brengen.
Na het wikkelen wordt de mal 21 uit de wikkelmachine 30 genomen en de spoeldelen m.b.v. een stroomstoot gebakken, waarna de geleide elementen verwijderd kunnen worden (in de in fig. 7 getoonde uitvoering kunnen ze één voor één ingebracht en alle tegelijk uitgenomen worden) en de drager 14 met de erin gewikkelde spoeldelen uit de mal 21 verwijderd kan worden.
6700280

Claims (3)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een electro-magnetische afbuigeenheid voor een kathodestraalbuis met een uit twee zadelvormige delen bestaande beeldafbuigspoel, een uit twee zadelvormige delen bestaande lijnafbuigspoel en een ringkern van magnetiseerbaar 5 materiaal die de beide spoelen omgeeft, waarbij de beide delen van de beeldafbuigspoel in een trechtervormige spoeldrager worden gewikkeld, met het kenmerk, dat nadat de beeldspoeldelen zijn gewikkeld een holle, trechtervormige lijnspoeldrager, die aan zijn wijde uiteinde van een ringvormige flens is voorzien en waarin beide lijnspoeldelen zijn 10 gewikkeld in de spoeldrager wordt gestoken.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een lijnspoeldrager wordt gebruikt die van tegenover de toekomstige vensters van de te wikkelen lijnspoeldelen gelegen uitsparingen is ‘ voorzien en dat door deze uitsparingen tijdens het wikkelproces per 15 spoeldeel ten minste één axiaal gericht geleide element naar binnen wordt gebracht dat fungeert als tijdelijke ondersteuning van de aan het nauwe uiteinde in omtreksrichting tegen de binnenzijde van de lijnspoel-drager te leggen draadwindingen, dat na voltooiing van het wikkelproces de windingen van elk lijnspoeldeel tot een samenhangend geheel worden 20 gevormd en vervolgens de geleide elementen via de uitsparingen uit de lijnspoeldrager worden verwijderd.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat een lijnspoeldrager wordt gebruikt die tussen zijn uiteinden van een aantal hulpopeningen is voorzien en dat tijdens het wikkelproces door 25 deze hulpopeningen per lijnspoeldeel radiale pennen naar binnen worden gebracht om het verloop van ten minste twee tegenover elkaar gelegen longitudinale windingspakketten te bepalen, welke pennen na het tot een samenhangend geheel vormen van elk lijnspoeldeel worden teruggetrokken. 8 7 0 0 2 8 b
NL8700280A 1987-02-06 1987-02-06 Werkwijze voor het vervaardigen van een electromagnetische afbuigeenheid voor een kathodestraalbuis. NL8700280A (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8700280A NL8700280A (nl) 1987-02-06 1987-02-06 Werkwijze voor het vervaardigen van een electromagnetische afbuigeenheid voor een kathodestraalbuis.
EP87201747A EP0279962B1 (en) 1987-02-06 1987-09-14 Method of manufacturing an electro-magnetic deflection unit for a cathode ray tube
DE8787201747T DE3776132D1 (de) 1987-02-06 1987-09-14 Verfahren zum herstellen einer elektromagnetischen ablenkeinheit fuer eine kathodenstrahlroehre.
KR1019870010410A KR950006098B1 (ko) 1987-02-06 1987-09-18 전자기 편향 유닛 제조 방법
CN87106480A CN1011363B (zh) 1987-02-06 1987-09-19 阴极射线管电磁偏转装置的制造方法
JP62235034A JP2557904B2 (ja) 1987-02-06 1987-09-21 陰極線管の電磁偏向ユニットの製造方法
AU78804/87A AU599420B2 (en) 1987-02-06 1987-09-21 Method of manufacturing an electro-magnetic deflection unit for a cathode ray tube
US07/099,584 US4819323A (en) 1987-02-06 1987-09-22 Method of manufacturing an electro-magnetic deflection unit for a cathode ray tube

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8700280A NL8700280A (nl) 1987-02-06 1987-02-06 Werkwijze voor het vervaardigen van een electromagnetische afbuigeenheid voor een kathodestraalbuis.
NL8700280 1987-02-06

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8700280A true NL8700280A (nl) 1988-09-01

Family

ID=19849524

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8700280A NL8700280A (nl) 1987-02-06 1987-02-06 Werkwijze voor het vervaardigen van een electromagnetische afbuigeenheid voor een kathodestraalbuis.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US4819323A (nl)
EP (1) EP0279962B1 (nl)
JP (1) JP2557904B2 (nl)
KR (1) KR950006098B1 (nl)
CN (1) CN1011363B (nl)
AU (1) AU599420B2 (nl)
DE (1) DE3776132D1 (nl)
NL (1) NL8700280A (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL8900213A (nl) * 1989-01-30 1990-08-16 Philips Nv Werkwijze voor het vervaardigen van een zadelvormige afbuigspoel voor een beeldweergeefbuis.
NL9000047A (nl) * 1990-01-09 1991-08-01 Philips Nv Werkwijze voor het vervaardigen van een zadelvormige afbuigspoel voor een beeldweergeefbuis.
JP3312662B2 (ja) * 1992-08-05 2002-08-12 ソニー株式会社 偏向ヨークの巻線装置とその巻線方法
DE4301305A1 (de) * 1993-01-20 1994-07-21 Nokia Deutschland Gmbh Sattelspule für Ablenksysteme von Kathodenstrahlröhren
US5773724A (en) * 1995-10-13 1998-06-30 Endress + Hauser Flowtec Ag Method of manufacturing saddle coils having different dimensions
JPH1027558A (ja) * 1996-07-08 1998-01-27 Sony Corp 偏向ヨーク

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4093132A (en) * 1973-08-29 1978-06-06 International Business Machines Corporation Method of winding a magnetic deflection yoke
US3958328A (en) * 1975-06-02 1976-05-25 Essex International, Inc. Method of making a transformer coil assembly
NL8203133A (nl) * 1982-08-09 1984-03-01 Philips Nv Afbuigjuk.

Also Published As

Publication number Publication date
JPS63200432A (ja) 1988-08-18
JP2557904B2 (ja) 1996-11-27
CN87106480A (zh) 1988-08-17
CN1011363B (zh) 1991-01-23
US4819323A (en) 1989-04-11
KR950006098B1 (ko) 1995-06-08
AU599420B2 (en) 1990-07-19
KR880010456A (ko) 1988-10-08
EP0279962B1 (en) 1992-01-15
EP0279962A1 (en) 1988-08-31
AU7880487A (en) 1988-08-11
DE3776132D1 (de) 1992-02-27

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR900003213B1 (ko) 전자기 편향 유니트
EP0381267B1 (en) Method of manufacturing a saddle-shaped deflection coil for a picture display tube
NL8802641A (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een zadelvormige afbuigspoel voor een beeldweergeefbuis en afbuigsysteem met zadelvormige afbuigspoelen.
NL8700280A (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een electromagnetische afbuigeenheid voor een kathodestraalbuis.
US4612525A (en) Method of manufacturing a saddle-shaped deflection coil for a picture display tube and deflection system having saddle-shaped deflection coils
EP0436998B1 (en) Method of manufacturing a saddle-shaped deflection coil for a picture display tube
EP0249280B1 (en) A cathode ray tube system comprising an electromagnetic deflection unit directly wound on a support and an eletromagnetic deflection unit
NL8602377A (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een afbuigeenheid voor een kathodestraalbuis.
BE1007859A3 (nl) Zadelvormige afbuigspoel, meerdraads gewikkeld, en wikkelmethode.
US4243965A (en) Deflection coil
CA2019270C (en) Saddle-coil arrangement for a cathode ray tube and coil carrier for such an arrangement
EP0261723B1 (en) Electromagnetic deflection unit
JPH087783A (ja) コイルセパレータおよびこのコイルセパレータへのコイル巻線方法

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed