NL8700147A - Werkwijze voor het in de grond brengen van een scherm uit flexibel materiaal. - Google Patents

Description

NO 3U32 1

Korte aanduiding: Werkwijze voor het in de grond brengen van een scherm uit flexibel materiaal.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het in de grond brengen van een scherm uit flexibel materiaal, waarbij een sleuf in de grond wordt gegraven, en het scherm in die sleuf wordt geleid.

5 Een werkwijze van dit soort is beschreven in de

Nederlandse octrooiaanvrage 69.00976 en de Europese octrooiaanvrage 86.200.189.8 (publicatienummer: 0 191 533).

Een dergelijk scherm wordt onder andere gebruikt om verspreiding van verontreinigingen door een horizontale grondwater-10 stroom te verhinderen, om aan weerszijden van het scherm een verschil in waterniveau te bewerkstelligen, om muskusratten tegen te houden en om verstoring van een dijk als gevolg van waterdoorsijpeling naar de droge landzijde te voorkomen. Gewoonlijk bestaat het scherm uit een stevige kunststof folie, echter ook andere materialen zoals geïmpreg-15 neerd papier en sandwiches van papier en bitumen behoren tot de mogelijkheden.

In genoemde Europese octrooiaanvrage is beschreven en getoond dat het graven van de sleuf, het tijdelijk openhouden van die sleuf en het in de sleuf voeren van het scherm met één en dezelfde 20 machine plaats vinden.

Gebleken is dat bij de bekende methodes het gevaar bestaat dat onder invloed van de zwaartekracht of instortende grond het flexibele scherm inzakt of naar beneden wordt getrokken. Dit op onbeheersbare wijze inzakken van het scherm kan leiden tot een ernstige 25 vertraging. Dit zou kunnen worden vermeden door met behulp van een naast de sleuf meerijdende graafmachine de bovenkant van de sleuf discontinu dicht te drukken. Deze methode vereist een extra machine met een vaardige machinist. Bovendien is de breedte van de werkstrook relatief groot. Een andere methode zou zijn om van de bovenrand van de 30 sleuf wigvormige stukken af te snijden en daarmee de bovenrand van het scherm vast te klemmen. Ook deze methode is arbeidsintensief en zou niet tot betrouwbare resultaten leiden. De meest voor de hand liggende methode om inzakken van het scherm te vermijden is de bovenrand van het scherm met pennen of stokken aan de bovenrand van de sleuf te 35 bevestigen. Echter blijkt bij het instorten van de sleuf het scherm met pennen of stokken een aantal decimeters te zakken.

I Λ -2-

Met de uitvinding wordt beoogd een werkwijze van het in de aanhef genoemde soort te verschaffen waarbij het inzakken of door de instortende grond meesleuren van het scherm op eenvoudige wijze wordt vermeden zonder dat van een extra machine of dergelijke gebruik 5 hoeft te worden gemaakt.

Volgens de uitvinding zijn hiertoe aan het scherm zelf voorzieningen toegevoegd om het inzakken ervan in de nog niet gevulde sleuf te voorkomen.

In principe bestaan er twee mogelijkheden: één 10 waarbij de bovenrand van het scherm als het ware is opgehangen aan een onder spanning gehouden orgaan, en één waarbij de folie uit een koker-zak bestaat die met gas of vloeistof is gevuld en tussen de sleufwanden is geklemd.

Het orgaan waaraan het scherm is opgehangen kan 15 bestaan uit een door de bovenrand van het scherm geregen en onder een zekere spanning gehouden draad, een langs de bovenrand van het scherm gehechte strip die onder een zekere spanning wordt gehouden, en een aan de bovenrand van het scherm aangebrachte opgeblazen koker.

In geval van een draad zou het scherm over die draad 20 dubbel kunnen zijn gevouwen.

Wanneer genoemde strip wordt toegepast kan deze zijn versterkt door versterkingskoorden.

Ook de onderrand van het scherm kan zijn voorzien van een koker die met gas of vloeistof is gevuld. Door deze onderste koker 25 met water of een andere vloeistof te vullen kan opdrijving worden tegengegaan. Bovendien kan met zo een kokervormige blaas een lek-detectie plaats vinden.

Indien de folie is uitgevoerd in de vorm van een met gas gevulde koker kan opdrijven worden vermeden door zowel de sleuf als 30 het gevulde kokervormige scherm aan de onderzijde te verbreden.

Om te verhinderen dat bij één enkel lek de gehele kokerblaas leeg loopt zou het kokervormige scherm door ongeveer verticale naden in compartimenten kunnen zijn verdeeld. Ieder compartiment wordt bijvoorbeeld afzonderlijk via een ventiel gevuld. Een 35 eventueel lekgeslagen compartiment wordt door de niet lekke compartimenten overeind gehouden.

De uitvinding betreft ook een scherm dat kennelijk bestemd voor toepassing bij bovenbeschreven methodes.

De uitvinding zal nu aan de hand van de figuren, 8700147 ί « -3- waarin een aantal uitVoeringsvoorbeelden van de werkwijze volgens de uitvinding is getoond, nader worden toegelicht.

Figuur 1 toont een zij-aanzicht van een machine voor het in de grond brengen van een flexibel scherm waarbij de met de 5 machine verbonden schermkast voor de duidelijkheid in langsrichting is doorgesneden.

De figuren 2 tot en met 5 tonen perspectivische aanzichten van een aantal uitvoeringen waarbij een in de grond gebracht scherm is voorzien van middelen om inzakken in de gegraven sleuf te 10 verhinderen.

De in figuur 1 weergegeven op zichzelf bekende sleuvengraafmachine 1 omvat een graafboom 2 die is voorzien van een graafketting 3 en bij 4 een scharnierpunt heeft. Door middel van twee hydraulische cilinders 5 kan de graafboom over een bepaalde hoek worden 15 gekanteld. Twee hydraulische cilinders 6 zijn aanwezig om de diepte van de graafboom te kunnen instellen. Aan de machine is een schermkast 7 bevestigd waarmee de gegraven sleuf over bepaalde afstand kan worden opengehouden. Voorts bevinden zich in de schermkast een aantal rollen 8, 9, 10 en is boven de kast een voorraadrol 11 met folie aangebracht.

20 De dubbelgevouwen folie 12, die van de rol 11 wordt afgetrokken, wordt door middel van de rollen 8, 9, 10 opengevouwen en in de sleuf geleid.

Details zijn beschreven in de Europese octrooiaanvrage 86.200.189.8 (publicatienummer: 0 191 533). Uiteraard kan in de sleuf ook een niet van tevoren dubbelgevouwen scherm worden aangebracht.

25 Volgens de uitvinding zijn aan het scherm voorzieningen toegevoegd om inzakken ervan in de nog niet gevulde sleuf te voorkomen. In figuur 2 bestaan deze middelen uit een door de bovenrand van het scherm geregen draad 13. De folie is voor het doorrijgen voorzien van openingen met geschikte tussenafstand. Het beginpunt van 30 deze draad 13 is vastgezet en de draad wordt onder een zekere spanning gehouden zodat de doorhang van de folie in de open sleuf wordt beheerst. Zodra de sleuf op natuurlijke wijze of mechanisch gevuld is, kan de spanning op de draad worden opgeheven. De folie 12 in de open sleuf is dus aan de draad 13 opgehangen. Deze draad gaat als functie 35 van de spankracht, het gewicht van de folie en de vrije overspanning doorhangen. De vrije overspanlengte is dus beperkt tot relatief korte stukken. Om dit probleem op te lossen, kan men op bepaalde afstanden de foliebaan extra ondersteunen met stokken 14 die tussen de draad 13 en de bovenrand van de folie 12 zijn gestoken. Deze stokken steunen op het ε · 0 0 1 4 7 -4- *· t/ maaiveld. De ophangdraad zou, nadat de sleuf is gevuld, kunnen worden teruggewonnen en opnieuw gebruikt. In plaats van met een door de bovenrand geregen draad kan het principe van het in de sleuf ophangen van de folie ook worden verwezenlijkt doordat 5 - aan de bovenrand van de folie een eventueel met koorden versterkte, onder spanning gehouden kunststof strip is vastgelijmd, - van tevoren aan de folie met onderlinge tussenafstanden draadlussen zijn aangebracht waardoorheen stokken worden gestoken, - een ophangdraad tussen een dubbelgevouwen foliebaan is gelegd waarbij 10 de ondersteuning van deze draad eventueel kan plaats vinden met behulp van klemmen die op het maaiveld steunen.

Een praktische oplossing voor het probleem van het niet rechtop blijven staan van de in de open sleuf aangebrachte folie is in figuur 3 weergegeven: de folie is aan zijn bovenrand voorzien van 15 een koker 15 die, nadat de folie in de sleuf is gebracht, wordt opgeblazen. De diameter van de dwarsdoorsnede van deze koker is zodanig dat de koker zich in de sleuf vastklemt of op het maaiveld steunt. Bijvoorbeeld is aan het begin van een foliebaan een in de koker uitmondend ventiel aangebracht. De mogelijkheid bestaat om in plaats van 20 een over grote lengte doorlopende koker gebruik te maken van een groot aantal kokerstukken die door niet kokervormige dubbelwandige foliedelen van elkaar zijn gescheiden. Elk kokerstuk heeft dan zijn eigen ventiel.

Figuur 4 toont een variant: ook de onderrand van de 25 folie is voorzien van een koker 16 waarin na het aanbrengen van de sleuf bij voorkeur water of een andere vloeistof wordt toegevoerd. Deze onderste koker voorkomt opdrijven.

In figuur 5 is te zien dat de gehele folie in de vorm van een koker 17 is uitgevoerd en na in de sleuf te zijn gebracht is 30 opgeblazen zodat hij zich vastklemt in de sleuf.

Niet uitgesloten is dat de foliekoker met een ander medium dan lucht, bijvoorbeeld met water wordt gevuld. Ook een plastisch blijvende of zich verhardende massa is mogelijk. Opdrijving kan daardoor geheel worden vermeden. De opgeblazen of met vloeistof of 35 substantie gevulde koker levert een bijdrage tot het verhinderen van te snel instorten van de sleuf.

Om te voorkomen dat in geval van een lek in de folie deze geheel leegstroomt, kan de foliekoker in compartimenten zijn verdeeld doordat twee wanden van de folie plaatselijk in dwarsrichting ^ v U j if ƒ 5 * £ aan elkaar zijn gehecht. Elk compartiment heeft zijn eigen vulventiel.

Indien een compartiment lek raakt wordt de folie van dat compartiment door de belendende compartimenten omhoog gehouden. De compartimenten kunnen de vorm van palen hebben die eventueel groepsgewijs met elkaar 5 in verbinding staan.

Toepassing van een verhardende massa in de foliekoker leidt tot een zeer betrouwbare schermwand. Het niet inzakken van de bodem naast de sleufwand kan de stabiliteit van de omgeving (fundering van gebouw) ten goede komen.

10 Indien de foliekoker Volgens figuur 4 met lucht is opgeblazen, bestaat gevaar voor opdrijving door in de sleuf aanwezig water of modder. Dit kan worden verhinderd door ballastmateriaal, hetgeen een dure methode is. Goedkoper is het om de sleuf overeenkomstig figuur 5 aan de onderzijde te verbreden ert ook de koker 17 in 15 opgeblazen toestand aan de onderzijde breder uit te voeren. Voor het graven van een sleuf met verbreed onderste gedeelte kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van de machine volgens figuur 4 van de Europese octrooiaanvrage 86.200.189.8 (publicatienummer: 0 191 533).

Binnen het kader van de uitvinding zijn verschillende 20 wijzigingen mogelijk. Wezenlijk is dat het scherm zodanig is uitgevoerd of van zodanige middelen is voorzien dat het niet in de nog open sleuf zakt. Een voordeel van de werkwijze is dat hij zonder problemen in een bochtig tracé toepasbaar is.

fi - ‘ 0 ö 1 4 7

Claims (12)

1. Werkwijze voor het in de grond brengen van een scherm uit flexibel materiaal, waarbij een sleuf in de grond wordt gegraven, en het scherm in die sleuf wordt geleid, met het kenmerk, dat aan het scherm zelf voorzieningen zijn toegevoegd om 5 het inzakken ervan in de nog niet gevulde sleuf te voorkomen.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat genoemde middelen bestaan uit een draad welke door de bovenrand van een scherm is geregen en onder een zekere spanning wordt gehouden.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat het scherm over de draad dubbel is gevouwen.

4. Werkwijze volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat genoemde middelen bestaan uit een langs de bovenrand van het scherm gehechte strip die onder een zekere spanning wordt 15 gehouden.

5. Werkwijze volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat in de strip versterkingskoorden zijn aangebracht.

6. Werkwijze volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat genoemde middelen bestaan uit een aan de bovenrand 20 van het scherm aangebrachte opgeblazen koker.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, m e t het kenmerk, dat ook de onderrand van het scherm is voorzien van een koker die met gas of vloeistof is gevuld.

8. Werkwijze volgens conclusie 1, m e t het 25 kenmerk, dat het gehele scherm kokervormig is uitgevoerd en met gas, vloeistof of substantie is gevuld.

9. Werkwijze volgens conclusie 8, m e t het kenmerk, dat zowel de sleuf als het gevulde kokervormige scherm aan de onderzijde is verbreed.

10. Werkwijze volgens conclusie 8 of 9, m e t het kenmerk, dat het gevulde kokervormige scherm door ongeveer verticale naden in compartimenten is verdeeld.

11. Werkwijze volgens conclusie 10, m e t het kenmerk, dat elk compartiment een vulventiel heeft.

12. Scherm kennelijk bestemd voor toepassing bij de werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies. F V ’’ t\ i ( “i - ' · V 'ï /