NL8500421A - Werkwijze en inrichting voor het in de grond brengen van een scherm. - Google Patents

Description

C NO 32-.871

Korte aanduiding: Werkwijze en inrichting voor het in de grond brengen van een scherm.

De uitvinding heeft in eerste instantie betrekking op

~V

een werkwijze voor het in de grond brengen van een scherm, waarbij in de grond een sleuf wordt gegraven en een kunststof folie onder afwikkelen van een voorraadrol in die sleuf wordt geleid.

5 Een dergelijke werkwijze is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvragen 69.00976, 69.00977 en 69.00978.

Schermen in de grond worden onder andere toegepast om verspreiding van verontreinigen door horizontale grondwaterstroming te verhinderen of te beperken, om in geval van bronnering een waterstand-10 verschil binnen en buiten het scherm in stand te houden, om bisamratten tegen te houden en om te voorkomen dat een dijklichaam door uitdrogingen als gevolg van kwel in de ondergrond wordt verstoord.

De oudste en meest bekende methode om een min of meer waterdichte laag in de grond aan te brengen is het graven van een sleuf 15 en het vullen van die sleuf met klei. Het zal duidelijk zijn dat deze methode kostbaar is. Bovendien laat de waterdichtheid te wensen over.

Een verbetering wordt bereikt met behulp van de methode volgens bovengenoemde Nederlandse octrooiaanvragen, waarbij een kunststof folie op een voorraadrol is gewikkeld die in ongeveer verticale stand in 20 een gegraven sleuf wordt geplaatst en in horizontale richting wordt af- · gewikkeld. Een zwaarwegend bezwaar is dat de overgang van twee op elkaar volgende, elkaar overlappende yellen niet op betrouwbare wijze waterdicht kan worden gemaakt, immers bevindt de overlap zich geheel in de sleuf.

25 Uit de praktijk is voorts bekend om een horizontale rol met kunststof folie op de bodem van de gegraven sleuf te plaatsen, de ról terwijl de folie wordt afgewikkeld, omhoog te trekken en.overlappingen van op elkaar volgende vellen met schuim of bentoniet dicht te spuiten."Deze methode is arbeidsintensief en wat betreft afdichting 30 onvoldoende betrouwbaar.

Met de uitvinding wordt beoogd een in de aanhef aangeduide werkwijze' te verschaffen die de nadelen van bovengenoemde methodes niet bezit dat wil zeggen waarvan overlappingen op volledig betrouwbare manier waterdicht kunnen worden gemaakt en waarvan de kosten sterk ge-35 reduceerd zijn.

Volgens de uitvinding is de in de aanhef genoemde BADOftJSftNftke hiertoe gekenmerkt doordat de folie vanaf de zich boven het A E η Λ Λ O 4 -2- maaiveld bevindende voorraadrol· met zijn lengte-afmeting in neerwaartse richting in de sleuf wordt gevoerd terwijl via ten minste één keerrol of -stang de lengte-afmeting van de folie wordt omgeleid in een richting in hoofdzaak evenwijdig aan het maaiveld.

5 Doordat de folierol zich boven het maaiveld bevindt zijn verbindingen tussen op elkaar volgende folievellen met nauwkeurigheid en op eenvoudige wijze (bijvoorbeeld op een plaktafel) waterdicht te maken. Door het omleiden van de ongeveer verticale in de ongeveer horizontale richting kan de gehele folielengte van een voorraadrol 10 zonder onderbreking in de sleuf worden gebracht.

Ingeval de breedte van het door de folie te bedekken oppervlak in de sleuf overeenkomt met de breedte van de folie op de voorraadrol kan met één enkele onder circa 4-5° met de horizontaal verlopende keerrol of -stang in de sleuf worden volstaan om de folie die 15 niet g.evouwen of dubbelgevouwen is, in de sleuf te leiden.

Het nadeel hiervan kan zijn dat de schermkast, die vaak nodig is om de sleufwanden tegen invallen te behoeden, relatief lang moet zijn. Om de lengte van de schermkast tot de helft te kunnen terugbrengen kan de folie dubbelgevouwen in de sleuf worden geleid en via drie keerrol-20 len of -stangen in ongevouwen toestand in een ongeveer verticaal vlak worden verder geleid.

Voor bepaalde toepassingen kan het nodig zijn de folie *-op bepaalde diepte in ongeveer horizontale stand in de gron0 te brengen.

In dat geval kan de folie dubbelgevouwen in de omgekeerd T-vormige sleuf wor-25 den geleid en via vier keerstangen of -rollen, die in hoofdzaak in een horizontaal vlak nabij de voet van de sleuf zijn geplaatst, worden verder geleid.

De uitvinding betreft tevens een inrichting voor het uitvoeren van bovengenoemde werkwijze. Zo een inrichting zal ten minste moeten bevatten een sleuvengraafmachine voor het graven van een sleuf, 30 een schermkast voor het beschermen van de sleuf tegen invallen van de sleufwanden, boven de schermkast aangebrachte middelen voor het lageren van een folierol, ten minste één keerrol of -stang voor het omleiden van in neerwaartse richting aangevoerde folie tot een richting waarin de lengte-afmeting van de folie in hoofdzaak horizontaal loopt.

35 Om op elkaar volgende foliestukken aan elkaar te beves tigen wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van een glaktafel, terwijl tevens gebruik wordt gemaakt van een onder veerspanning staande spanrol of -stang en een leirol of -stang voor het naar de sleuf geleiden van de gespannen folie. Het "kan noodzakelijk zijn de voorraadrol positief aan te drijven of ^^^i^vo^S^td met een rem op de as af te remmen.

Al naar gelang de breedte van de folie in de sleuf overeenkomt met de breedte van de folie op de voorraadrol of de helft daarvan bedraagt kan binnen de schermkast één enkele keerrol of -stang zich onder circa 45° met de horizontaal uitstrekken of kunnen binnen de 5 schermkast drie keerrollen of -"stangen zijn aangebracht die onderling een hoek van 45° insluiten en waarvan de één in hoofdzaak horizontaal verloopt en de andere convergeren naar een in hoofdzaak gemeenschappelijk punt. De drie rollen zullen in dit geval ongeveer in een verticaal vlak lopen.

10 Om een folie op bepaalde diepte onder het maaiveld in horizontale stand in de grond te kunnen brengen zal de graafboom bij zijn ondereinde zijn voorzien van zijdelings uitstekende graafwórmen en zullen binnen een omgekeerd T-vormige schermkast vier keerrollen of -stangen zijn aangebracht die zich in hoofdzaak in een horizontaal vlak bevinden 15 nabij de bodem van de schermkast en waarvan er twee direct naast elkaar in de lengterichting van de kast en de andere twee onder 4-5° met die lengterichting lopen.

De uitvinding zal hu aan de hand van de figuren, waarin enkele uitvoeringsvoorbeelden zijn weergegeven, nader worden toegelicht.

20 Figuur 1 toont een zij-aanzicht van een inrichting voor het volgens de uitvinding in de grond brengen van een scherm, waarbij de gegraven sleuf en de schermkast in langsrichting doorgesneden zijn ge-_ dacht.

Figuur 2 toont een dwarsdoorsnede volgens de lijn II-II

25 in figuur 1.

Figuur 3 toont in perspectief de wijze waarop bij de inrichting volgens de figuren 1 en 2 de dubbelgevouwen folie in de sleuf wordt aangevoerd, opengevouwen en in verticale stand in horizontale richting wordt verder geleid.

30 Figuur 4· toont in perspectief de wijze, waarop een niet gevouwen folie door middel van één enkele rol of stang vanaf de verticale aanvoerrichting wordt geleid in de horizontale doorvoerrichting.

Figuur 5 toont in dwarsdoorsnede een variant van de inrichting volgens de figuren 1 en 2, waarbij de folie op bepaalde diepte 35 in een horizontale stand wordt gebracht.

Figuur 6 toont in perspectief de wijze waarop met de inrichting volgens figuur 5 de dubbelgevouwen “folie wordt uitgevouwen.

De figuren 7a, b en c tonen drie verschillende manieren waarop opeenvolgende folies bij de overlap aan elkaar kunnen worden 3500421 -4-

De inrichting volgens de figuren 1 en 2 omvat een op zichzelf bekende sleuvengraafmachine 1 voor het graven van een sleuf in de grond, een schermkast 2 voor het over bepaalde afstand openhouden van de gegraven sleuf, en nader te omschrijven middelen om een folie in 5 de sleuf te leiden.

De van een graafketting 3 voorziene graafboom 4 van de sleuvengraafmachine heeft bij 5 een draaipunt en kan door twee ... hydraulische cilinders 6 over een bepaalde hoek worden gekanteld. Twee hydraulische cilinders 7 zijn aanwezig om de diepte van dé graafboom te 10 kunnen regelen.

De middelen voor het in de schermkast en via de schermkast in' de gegrayen sleuf leiden van de folie omvatten lagers 8 voor het draaibaar ondersteunen van een folierol 9 en drie in de schermkast aangebrachte keerrollen namelijk een horizontale rol 11 en twee zich onder 15 een hoek van ongeveer 4-5° met de horizontaal uitstrekkende rollen 12, 13 die vanaf een gemeenschappelijk snijpunt dat nabij een massief glijstuk 14- is gelegen, divergeren, waarbij de rol 12 naar het maaiveld en de rol 13 naar de zool van de schermkast loopt, De folie bevindt zich dubbelgevouwen op de rol 9. De bedoeling hiervan is dat de lengte van de 20 schermkast beperkt kan zijn.

De wijze waarop de folie in verticale richting in de schermkast wordt geleid en door middel van de rollen 11, 12 en 13 wordt opengevouwen en in horizontale richting wordt omgeleid volgt uit figuur 3. De hoogte van de horizontaal geleide enkelvoudige folie is tweemaal 25 de breedte van de verticaal ingebrachte dubbelgevouwen folie.

Figuur 4 toont een.variant waarbij de niet dubbelgevouwen folie door een enkele onder 4-5° met de horizontaal lopende rol 15 in horizontale richting in de sleuf wordt geleid.

Zoals in het bijzonder uit figuur 2 blijkt bevindt 30 zich boven het maaiveld een plaktafel 16 waarover de folie door één veer-gespannen spanrol 17 en een leirol 18 wordt geleid. Op deze tafel kunnen op elkaar volgende folies, waarvan de randen elkaar overlappen, aan elkaar worden bevestigd. De figuren 7a, b en c geven verschillende mogelijkheden om de met lijm besmeerde randen in elkaar te vouwen. Figuur 7 35 toont hoe de verkregen verbinding met een plakband extra kan worden versterkt.

Van belang is dat de in de sleuf aangebrachte folie wordt vastgehouden, waartoe bijvoorbeeld gebruik wordt gemaakt van door bovenrand van de geprikte palen 19.

40 . Figuur 5 toont een variant van de inrichting waarbij . . -5- aan de onderzijde van de graafboom twee wormen 21, 22 zijn aangebracht, die door het onderste omleidwiel van de graafketting worden aangedreven en samen met de graafketting voor de vorming van een omgekeerd T-vormige sleuf kunnen zorgen. Ook de niet afgebeelde schermkast zal de vorm hebben 5 van een omgekeerde T. Figuur 6 töont hoe de dubbelgevouwen verticaal aangevoerde folie door vier,^ongeveer in een horizontaal vlak gelegen rollen 23, 24, 25 en 26 wordt opengevouwen en in horizontale richting over de horizontale bodem van de sleuf wordt verder geleid. Ook deze rollen 23 tot en met 26 bevinden zich in de schermkast die direct achter 10 de graafboom aan die boom is bevestigd.

Binnen het kader van de uitvinding zijn verschillende wijzigingen mogelijk. De folie hoeft niet altijd waterdicht te zijn. Ingeval van het tegengaan van kwel in de ondergrond van een dijklichaam kan het bovendeel van de folie waterdoorlatend zijn. Het is mogelijk om 15 het scherm in de vorm van een L met een horizontaal en een verticaal deel in de grond te brengen. De sleuf kan onder een kleine hoek (5 a 10°) worden geplaatst; het scherm zal zich op een sleufwand vlijen en niet gemakkelijk door invallende grond in de sleuf naar beneden worden getrokken. De rol 15 in figuur 4 zou onder 60° kunnen worden geplaatst.

20 De voorraadrol hoeft niet altijd evenwijdig aan de sleuf te lopen. Voorts bestaat de mogelijkheid om een dubbelgevouwen scherm in de vorm van een U in een sleuf te leiden en de U te vullen met bentoniet of betonmortel of koud asfalt.

/

Claims (10)

1. Werkwijze voor het in de grond brengen van een scherm, waarbij in de grond een sleuf^ wordt gegraven en een kunststof-folie onder afwikkelen van een voorraadrol in de sleuf wordt geleid, met het kenmerk, dat de folie vanaf de zich boven het maai- 5 veld bevindende voorraadrol met zijn lengte-afmeting in neerwaartse richting in de sleuf wordt gevoerd en dat via ten minste één keerrol of -stang de lengte-afmeting van de folie wordt omgeleid in een richting in hoofdzaak evenwijdig aan het maaiveld.

2. Werkwijze volgens conclusie l,met het ken- 10. m e r k, dat de folie in de sleuf wordt geleid en door één enkele onder circa 45° met de horizontaal verlopende keerrol of -stang wordt omgeleid.

3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het ken-m e rk, dat de folie dubbelgevouwen in de sleuf wordt geleid en via drie keerrollen of -stangen in ongevouwen toestand in een ongeveer verti- 15 caal vlak in horizontale richting wordt verder geleid.

4. Werkwijze volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de folie dubbelgevouwen in de omgekeerd T-vormige sleuf wordt geleid en via vier keerstangen of -rollen, die in hoofdzaak in een horizontaal vlak nabij de voet van de sleuf zijn geplaatst, wordt openge- 20 vouwen en in horizontale stand in horizontale richting wordt verder geleid.*'

5. Inrichting voor*het uitvoeren van de werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, gekenmerkt door een sleuvengraafmachine (1) voor het graven van eèn sleuf, een schermkast (2) voor het beschermen van de sleuf tegen invallen van de sleufwanden, 25 boven de schermkast aangebrachte middelen (8) voor het lageren van een folierol (9), ten minste één keerrol of -stang (11, 12, 13, 14; 15; 23, 24, 25,.26) voor het omleiden van in neerwaartse richting aangevoerde folie tot een richting waarin de lengte-afmeting van de folie in hoofdzaak horizontaal loopt.

6. Inrichting volgens conclusie 5,gekenmerkt door een plaktafel (16) voor het aan elkaar bevestigen van op elkaar volgende fpliestukken, een onder veerspanning staande spanrol of -stang (17) en een leirol of -stang (18) voor het naar de sleuf geleiden van de gespannen folie.

7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6,met het kenmerk, dat binnen de schermkast (2) één enkele keerrol of-stang BAD^ÓIilGiïitóLonC*er c^rca met h°rizontaal uitstrekt. — « Λ ƒ Λ Λ

8. Inrichting volgens conclusie 5 of 6,met het kenmerk, dat er binnen de schermkast (2) drie keerrollen of -stangen (11, 12, 13) in hoofdzaak in een verticaal vlak zijn aangebracht welke rollen of stangen onderling een hoek van circa 4-5° insluiten en· waarvan 5 er één in hoofdzaak horizontaal-verloopt en de andere convergeren naar een in hoofdzaak gemeenschappelijk punt.

9. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de graafboom (4) bij zijn ondereinde is voorzien van zijdelings uitstekende graafwormen (21, 22), en dat binnen een omgekeerd

10 T-vormige schermkast (4) keerrollen of -stangen (23, 24, 25, 26) zijn aangebracht in een in hoofdzaak horizontaal vlak nabij de bodem van de schermkast, van welke rollen of stangen er twee (23, 24) direct naast elkaar in de.lengterichting van de kast en de andere twee (25, 26) onder 45° met de lengterichting lopen. «» BAD&&M'4 21