NL8204737A - Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een vertikaal scherm in de bodem. - Google Patents

Description

P & c ' >

, W 5986-1 Ned.B/EvF

Korte aanduiding: Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een vertikaal scherm in de bodem.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen van een vertikaal scherm in de bodem.

In de bodem worden om verschillende redenen vertikale schermen aangebracht. Veelal worden zij aangebracht langs de grenzen van bepaalde 5 gebieden, die later tot bouwputten worden afgegraven respectievelijk leeggepompt. In die gevallen hebben de schermen tevens de functie van keerwand, waarmede de gevormde bouwputten tegen instorten respectievelijk vollopen vanuit de omgeving worden beschermd. Men spreekt in dit geval van damwanden, die in hout of staal kunnen zijn uitgevoerd en door heien 10 in de bodem worden gebracht.

De uitvinding nu beoogt het aanbrengen van een in verhouding tot een houten of stalen damwand goedkoop scherm, dat geschikt is als afscheiding tussen in hoofdzaak in evenwicht met elkaar zijnde en blijvende grondgebieden, zodat daarop geen grote mechanische krachten 15 zullen worden uitgeoefend.

Volgens de uitvinding graaft men hiertoe met behulp van een op zichzelf bekende sleuvengraafmachine met tot op de gewenste scherm-diepte reikende graafboom een sleuf en doet men daarbij tegelijkertijd een kunststoffolie van een vertikaal achter de graafboom opgestelde 20 en daarmede voortbewegende voorraadrol afwikkelen.

Als voorbeeld van een type 'sleuvengraafmachine, dat voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding bruikbaar zou zijn, kam worden verwezen naar het Nederlands octrooischrift 148.366. Dergelijke bekende sleuvengraafmachines zijn in principe bedoeld voor het in de 25 bodem aanbrengen van horizontale bronnerings- of drainageleidingen, die tijdens het graven door een achter de graafboom gemonteerde geleidings-koker naar beneden worden geleid en op de bodem van de gegraven sleuf worden afgelegd, waarna de opgegraven grond aan de achterzijde van de sleuvengraafmachine weer in de gegraven sleuf wordt teruggestort. Het 30 is duidelijk, dat deze sleuvengraafmachine op eenvoudige wijze voor toepassing bij de werkwijze volgens de uitvinding kan worden geschikt gemaakt door hetzij de geleidingskoker voor de bronnerings- respectievelijk drainageleidingen te vervangen door een ondersteuningsinrichting voor een voorraadrol van de schermfolie, hetzij achter deze geleidingskoker 35 een ondersteuning voor een voorraadrol aan te brengen. In het laatste geval zou men tegelijk met het aanbrengen van de schermfolie tevens een drainageleiding kunnen leggen.

8204737 f » - 2 -

Door toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding is het mogelijk zelfs betrekkelijk grote gebieden tegen betrekkelijk lage kosten en in betrekkelijk korte tijd (namelijk met een snelheid in de orde van grootte van één kilometer per dag) te isoleren van omringende gebieden.

5 In dit verband valt te denken aan het leggen van een scherm rond afval-stortplaatsen. Met behulp van het aangelegde scherm kunnen de grondwater-bewegingen vanuit het geïsoleerde gebied worden geblokkeerd, zodat de bodem buiten het geïsoleerde gebied niet verder via het grondwater kan worden verontreinigd.

10 In dergelijke gevallen verdient het uiteraard aanbeveling het scherm tot op de voor water ondoorlaatbare kleilaag in te laten. Dit betekent, dat men bij het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding te maken kan krijgen met rollengten van ca. 10 meter, zijnde de maximum diepte, waarop in Nederland de kleilaag in de bodem voorkomt.

15 Andere toepassingsmogelijkheden voor de werkwijze volgens de uitvinding bestaan in het afschermen van in de bodem gelegen leidingen tegen aantasting door plantengroei in aangrenzende bodemstroken.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting voor het uitvoeren van de boven beschreven werkwijze, welke inrichting bestaat 20 uit een voertuig met een hierop om een horizontale as vanuit een onwerkzame stand naar een in hoofdzaak vertikale graafstand draaibare graafboom, zoals bekend uit het hier boven reeds genoemde Nederlandse octrooischrift 148.366. De inrichting volgens de uitvinding vertoont daarbij het kenmerk, dat achter de graafboom een ondersteuningsinrichting voor het draaibaar 25 ondersteunen van een vertikale voorraadrol is aangebracht.

In een voorkeursuitvoering wordt de ondersteuningsinrichting gevormd door een cassetteachtig huis met op een geringe afstand evenwijdig aan de sleufwanden lopende zijwanden en dat nabij één van die zijwanden is voorzien van een doorlaatspleet voor de afwikkelende folie.

30 De uitvinding wordt hieronder aan de hand van de tekening met een uitvoeringsvoorbeeld nader toegelicht.

Fig. 1 is een schematisch zijaanzicht van de inrichting volgens de uitvinding en fig. 2 is een schematische horizontale doorsnede door de achter 35 de graafboom van de inrichting volgens fig. 1 gemonteerde cassette met voorraadrol.

De in fig. 1 weergegeven sleuvengraafmachine bevat een rupsvoertuig 1 met een bovenbouw 2, waarin de hoofdaandrijfbron is ondergebracht.

8204737 V V 'i» - 3 -

De bovenbouw 2 heeft een door middel van een hydraulische zuiger-cilinderinrichting 3 om een horizontale as op en neer beweegbare giek 4, die aan zijn vrije einde de met 5 aangegeven graafkast draagt. Vanaf de graafkast 5 reikt een graafboom 6 naar beneden, welke graafboom aan 5 zijn benedeneinde is voorzien van een geleidingsschijf voor de met 7 aangegeven graafketting. De bovenste geleidingsschijf voor de graafketting 7 is in de graafkast 5 ondergebracht en wordt via een in de giek 4 ondergebrachte cardanas met bijbehorende koppelingen aangedreven vanaf de in de bovenbouw 2 ondergebrachte hoofdaandrijfbron. De graafkast 5 10 met de daarvan neerhangende graafboom 6 kan om de met de as van de bovenste geleidingsschijf samenvallende as 8 scharnieren onder besturing van een tweede hydraulische zuiger-cilinderinrichting 9.

De voortbewegingsrichting is met pijl I aangegeven, terwijl de draairichting van de graafketting 7 met pijl II is aangeduid.

15 Achter de graafboom 6 is een geleidingskoker 10 bevestigd, waardoorheen tijdens het graven een buigzame leiding 11, bijvoorbeeld een drainageleiding in neerwaartse richting kan worden aangevoerd om op de bodem van de gegraven sleuf te worden neergelegd.

Tot zover is de beschreven inrichting van een bekende uitvoering.

20 De inrichting bevindt zich in de bedrijfsstand, d.w.z. met de graafboom 6 in zijn vertikale, tot op de gewenste sleufdiepte reikende stand. Het is duidelijk, dat door een gecombineerde besturing van de beide hydraulische zuiger-cilinderinrichtingen 3 en 9 de graafboom 6 vanuit een positie boven het maaiveld geleidelijk vanuit een schuine positie in de getekende 25 vertikale bedrijfsstand kan worden gebracht.

Volgens de uitvinding nu is achter de geleidingskoker 10 een cassetteachtig huis 12 bevestigd, waarin zich twee in de voortbewegingsrichting I achter elkaar gelegen opsteekassen voor een tweetal voorraad-rollen van de aan te brengen schermfolie zijn aangebracht. Het huis 2 30 heeft, zoals in het bijzonder in fig. 2 is te zien, een tweetal evenwijdig aan de wanden van de gegraven sleuf lopende zijwanden 12a en 12b, alsmede een voorwand 13a en een achterwand 13b. In de achterwand 13b bevindt zich een doorlaatspleet 14 voor de van één van beide voorraadrollen 15a, 15b £ afwikkelende folie. De spleet 14 bevindt zich daarbij dicht nabij de 35 zijwand 12a, zodat de bij voortbeweging van de machine afwikkelende folie 16 tegen de aangrenzende sleufwand 17 komt aan te liggen.

Zodra één der beide voorraadrollen vrijwel is afgewikkeld, kan de beginrand van de tweede, nog volle voorraadrol van boven af gemakkelijk 820 4 73 7 - 4 - * met de hand in de afwikkelbaan worden gebracht, zonder dat het graven daarvoor behoeft te worden onderbroken. De cassette kan hiertoe van een gemakkelijk verwijderbaar deksel zijn voorzien. Terwijl de machine verder graaft kan de geledigde voorraadrol door een nieuw, vol exemplaar 5 worden vervangen.

De aan de voorzijde van de graafboom 6 vanuit de sleuf naar boven gebrachte grond wordt via de graafkast 5 op een niet nader weergegeven, op zich zelf bekende wijze, op een punt achter de cassette 12 weer in de gegraven sleuf gestort. In verband met de uitvinding komt 10 het er daarbij op aan, dat de grond slechts aan één zijde van de aangebrachte schermfolie terechtkomt, zodat deze folie in een zo vlak mogelijke toestand tegen de aangrenzende sleufwand wordt aangedrukt.

Het is duidelijk, dat in de praktijk schermen van uiteenlopende hoogte zullen moeten worden aangebracht. Dit houdt in, dat de 15 werkdiepte van de graafboom 6 dienovereenkomstig regelbaar moet zijn, hetgeen kan geschieden door de graafboom in de hoogterichting beweegbaar te geleiden, danwel deze door het uitnemen respectievelijk aanbrengen van secties in te korten danwel te verlengen.

20 f 820 4 73 7

Claims (6)

1. Werkwijze voor het aanbrengen van een vertikaal scherm in de bodem, met het kenmerk, dat men met behulp van een sleuvengraafmachine met tot op de gewenste schermdiepte reikende graafboom een sleuf graaft en tegelijkertijd een kunststoffolie van een vertikaal achter de 5 graafboom opgestelde en daarmede voortbewegende voorraadrol doet afwikkelen.

1 a - 5 -

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat men tegelijkertijd een buigzame drainageleiding via een geleidingsruimte tussen de graafboom en de voorraadrol in neerwaartse richting toevoert 10 en op de bodem van de gegraven sleuf doet neerleggen.

3. Werkwijze volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat men de schermfolie tot in de voor water ondoorlaatbare kleilaag doet reiken.

4. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusies 1-3, bestaande uit een voertuig met een hierop om een 15 horizontale as vanuit een onwerkzame stand naar een in hoofdzaak vertikale graafstand draaibare graafboom, met het kenmerk, dat achter de graafboom een ondersteuningsinrichting voor het draaibaar ondersteunen van een vertikale voorraadrol is aangebracht.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de 20 ondersteuningsinrichting wordt gevormd door een cassetteachtig huis met op een geringe afstand evenwijdig aan de sleufwanden lopende zijwanden en dat nabij één van die zijwanden is voorzien van een doorlaatspleet voor de zich afwikkelende folie.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het huis 25 is voorzien van twee in de voortbewegingsrichting van de inrichting achter elkaar opgestelde opsteekassen voor twee voorraadrollen. 8204 737