NL8700105A

NL8700105A - Middel voor de bladvoeding van planten alsmede werkwijze voor de bereiding daarvan.

Info

Publication number: NL8700105A
Application number: NL8700105A
Authority: NL
Original assignee: Ivsd Avangard
Priority date: 1986-01-20
Filing date: 1987-01-16
Publication date: 1987-08-17
Also published as: BG44893A1; GB2185472A; CS21887A2; DE3701042A1; YU5487A; FR2593172A1; GB8701018D0; GB2185472B; CN87100319A; FR2593172B1; HUT42252A; CS272254B2; DD288054A7

Description

f NL 34014-dJ/vD - 1 -

Middel voor de bladvoeding van planten alsmede werkwijze voor de bereiding daarvan.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking óp een middel voor de bladvoeding van planten en op een werkwijze voor de bereiding daarvan, welk middel in de landbouw kan worden toegepast.

® 5 Uit Vuxal Suspensionen, een prospectus van de Firma

Schering AG, West-Berlijn, is een middel voor de bladvoeding van planten bekend, dat macro- en microvoedingselementen in de volgende hoeveelheden bevat: 25% stikstof; 6% fosfor; 10% kalium; 0,1% ijzer; 200 mg/kg boor; 500 mg/kg mangaan; 500 10 mg/kg koper; 500 mg/kg zink; 5 mg/kg molybdeen en 5 mg/kg kobalt. Het nadeel van dit middel is, dat bij zijn toepassing geen direkte werking wordt uitgeoefend op de verzameling van eiwit in de planten en in de korrel.

Uit het Urheberschein (uitvinderscertificaat) BG 15 nr. 39496 zijn een werkwijze en een inrichting voor het bereiden van dergelijke suspensiemiddelen bekend, waarbij de macro-en micro-elementen (zouten), gemengd met water en andere toevoegsels , in de betreffende menger koud worden gemalen.

Het nadeel van deze werkwijze voor de bereiding van 20 suspensiemiddelen voor de bladvoeding met deze zoutsamenstel-ling is, dat bij het langdurig staan in de suspensie kristallen aangroeien en wel voornamelijk uit goed gekristalliseerd kaliumnitraat, hetgeen leidt tot een verslechtering van de kwaliteit van de suspensie. Ter onderdrukking van de kristal-25 lisatie worden gewoonlijk fysiologisch niet-actieve stoffen, vulstoffen en stabilisatoren, toegevoegd, welke echter een negatieve invloed uitoefenen op de bladmassa van de planten, in het bijzonder bij dosering van het middel in hogere concentraties. Om de hoge kristallisatiegraad van het kalium-30 nitraat te beperken wordt de benodigde hoeveelheid kalium ook toegevoegd door andere kaliumhoudende zouten. Daartoe wordt voornamelijk kaliumchloride in hoeveelheden tot aan 30% gebruikt, wat echter leidt tot de aanwezigheid van de voor de ontwikkeling van de planten zeer ongewenste chloorionen in het 35 mengsel.

Aan de uitvinding ligt de opgave ten grondslag een 8700105 V, * * - 2 - middel voor de bladvoeding te verschaffen dat de eiwitop-brengst en het eiwitgehalte in de plantenorganen verhoogt, alsmede een werkwijze voor de bereiding van het suspensiemid-del, dat een homogene en fijnkorrelige structuur bezit, te 5 ontwikkelen.

Deze opgave wordt vervuld door een suspensiemiddel dat macro- en microvoedingselementen bevat, waarvan de vloeibare fase geconcentreerd melkwater is, dat 2-4% eiwithydroly-saat (aminozuren) bevat. Na afkoeling van het zo geproduceer-10 de mengsel wordt een homogene, fijnkorrelige suspensie bereid, die in verloop van tijd niet verandert.

Het voordeel van het middel’volgens de uitvinding is daarin gelegen, dat bij de toepassing daarvan voor de bladvoeding de eiwitopbrengst en het eiwitgehalte in de planten toe-15 nemen; het voordeel van de werkwijze voor de bereiding daarvan is, dat door een warmtebehandeling een solvatatie van de componenten van het dispersiemedium wordt bereikt en na afkoeling van het verkregen mengsel microkristallen worden verkregen die bij opslag van het preparaat niet in staat zijn 20 aan te groeien. Een ander voordeel van de werkwijze is, dat bij de warmteprocessen geen bedrijfselementen met een hoog toerental of hoge drukpompen worden gebruikt.

De uitvinding wordt aan de hand van het volgende voorbeeld nader toegelicht: 25 Voorschriften voor de samenstelling van het middel: 1. 2% eiwithydrolysaat (aminozuren); 2. 25% melkzure oplossing van melkwater, driemaal geconcentreerd .

In de melkzure oplossing zijn de volgende bestanddelen aan-30 wezig: - 10% melkzuur; - 0,5% calcium en 0,1% magnesium; - 0,5% riboflavine en 3 mg/1 ascorbinezuur; - 0,1 mg/1 thiamine; 35 3. macro-elementen: 31,25% stikstof; 7,5% fosfor; 15% kalium; 4. micro-elementen: 400 mg/1 ijzer; 312,5 mg/1 boor; 200 mg/1 mangaan; 187,5 mg/1 koper; 125 mg/1 zink; 18,75 mg/1 mo-lybdeen; 6,25 mg/1 kobalt.

:: De werkwijze voor de bereiding van het middel wordt 8700105 ΐ • -3-- in een geschikte inrichting uitgevoerd, waarbij het technologische schema de volgende trappen omvat: 1. Gisting van het afvalmelkwater 2. Concentrering van de melkzure oplossing van het gegiste 5 melkwater door vacuümverdamping 3. Enzymhydrolyse van het eiwitbestanddeel en concentrering van het eiwithydrolysaat door vacuümverdamping 4. Bereiding van de suspensie en afwerking van het eindproduct .

10 In de eerste trap van het technologische proces laat men het melkwater gisten in een fermentor bij 45°C en pH=5,0 - 5,2 (gehandhaafd door doseren met KOH), waarbij het melksuiker (lactose) in het melkwater onder invloed van Bacillus Bulgarikus wordt omgezet in melkzuur, dat nodig is voor het 15 binden van de micro-elementen in gemakkelijk voor de planten assimileerbare verbindingen.

In de tweede trap van het technologische proces wordt de melkzure oplossing van het melkwater in een vacuümverdam-per driemaal geconcentreerd, waarbij het melkzuurgehalte tot 20 ongeveer 10% toeneemt, terwijl het melkeiwitgehalte 1-2% bereikt en het gehalte aan andere bestanddelen in het melkwater, zoals vitaminen en zouten, ook groter wordt. De zo verkregen geconcentreerde oplossing vormt de basis van het dispersiemedium voor de te bereiden suspensie.

25 In de volgende, derde trap van het proces wordt het eiwithydrolysaat geproduceerd, dat de voor het samenstellen van het middel benodigde bestanddelen, eiwithoudende fracties (polypeptiden, peptiden en aminozuren) met zich meebrengt.

In het reactorapparaat voor het hydrolyseren wordt de eiwit-30 drager uit microbieel of eiwithydrolysaat toegevoerd aan de vacuümverdamper teneinde het 3-5x te verdikken, en vervolgens wordt het aan het vloeibare medium van de suspensie toegevoegd in de hoeveelheden die voldoende zijn voor het verkrijgen van 3% eiwit.

35 In de vierde technologische trap wordt het vloeibare medium van het middel, geconcentreerd melkwater en eiwithydrolysaat, in hoeveelheden van 20 vol.% in een reactor met roer-werk gegoten, waarna men verhit tot 75-80°C en vervolgens start met de toevoeging van de zouten, welke de noodzakelijke 87C0105 - 4 - hoeveelheden micro-elementen: kaliumnitraat, ammoniumfosfaat, carbamide, ammoniumsalpeter met zich meebrengen, uit de bun-ker-doseerinrichting. De zouten worden in de aangegeven volgorde toegevoegd, hetgeen door hun oplosbaarheid wordt be-5 paald, totdat ze volledig zijn opgelost. Kaliumnitraat heeft de kleinste oplosbaarheid en ammoniumsalpeter de hoogste. Vervolgens worden de zouten, die de benodigde hoeveelheden ijzer en micro-elementen zoals ijzersulfaat, boorzuur, koper-sulfaat, zinksulfaat, ammoniummolybdaat, mangaannitraat en 10 kobaltchloride met zich meebrengen, ter oplossing toegevoegd. Deze zouten worden vooraf bij 75°C opgelost in geconcentreerd melkwater eii later aan de totale massa toegevoegd. Daarna volgt de toevoeging van de zetmeeloplossing in hoeveelheden van 2,5 - 3% van de totale massa, welke zetmeeloplossing 15 eveneens van te voren, echter in koude toestand, werd opgelost in geconcentreerd melkwater.

Het zo verkregen mengsel wordt gedurende 30 - 40 min gehomogeniseerd en daarna ter afkoeling in de koelsectie -schroefkristallisator gevoerd. Er wordt tot een temperatuur 20 van 20 - 25°C afgekoeld, waarbij een homogene fijnkorrelige suspensie wordt verkregen die ter voltooiing wordt verder geleid.

De uitvinding wordt aan de hand van de volgende uit-voeringsvoorbeelden nader toegelicht.

25 UITVOERINGSVOORBEELD I

Bij de experimenten werd gebruik gemaakt van tarwe van de soort "Sadovo 1", dat werd verbouwd in uitgeloogde alluviale weidegrond volgens de voor dat gebied aanbevolen o agrotechniek. De grootte van het proefperceel bedroeg 10 m 30 in drievoud. De bewerking van de planten werd uitgevoerd gedurende twee fasen van hun ontwikkeling: de fase van de spruitvorming en-de fase van het aanzetten van de aren. De hoeveelheid versproeide oplossing varieerde van 400 - 800 ml/ deca-are.

35 UITVOERINGSVOORBEELD II

In een reactor met roerwerk (inhoud 300 1) werd 25 1 (in een vacuümverdamper) geconcentreerde, gegiste suspensie en 5 1 geconcentreerde oplossing van het eiwithydrolysaat, dat werd geproduceerd door de enzymhydrolyse, gegoten. Deze 8700105 - 5 - oplossingen werden tot 70°C verhit, waarbij ze voortdurend werden doorgeroerd, waarna de toevoeging in porties begon van kaliumnitraat, 48 kg (volgens het receptvoorschrift). Het nitraat werd gedurende 1 uur toegevoegd. Daarna volgde .de toe-5 voeging van 21 kg ammoniumfosfaat, eveneens in porties, gedurende 25 - 30 min, waarbij de temperatuur van het medium door middel van verhitting met verwarmingselementen tot 75 - 80°C werd verhoogd. Vervolgens werd 50 kg carbamide gedurende 25-30 min toegevoegd, een proces waarbij de temperatuur van 10 het systeem afneemt ( een endothermisch proces zoals in het geval van ammoniumsalpeter), doch de temperatuur mag niet lager worden dan 70°C. Na toevoeging van de laatste portie carbamide werd 10 - 15 min gewacht tot de temperatuur was toegenomen tot 75 - 80°C en daarna begon de toevoeging van 15 32,5 kg ammoniumsalpeter gedurende 20 - 25 min. Het zo verkregen mengsel, dat alle microcomponenten bevatte, werd gedurende 15-20 min doorgeroerd en daaraan werd bij een temperatuur van 70 - 75°C 4 1 toegevoegd van een oplossing van het geconcentreerde melkwater, waarin van te voren de zouten, 20 welke de benodigde hoeveelheid ijzer en micro-elementen: 0,214 kg boorzuur; 0,290 kg ammoniummolybdaat; 0,068 kg zink-nitraat; 0,180 kg mangaannitraat; 0,003 kg kobaltchloride; 0,083 kg kopersulfaat en '3,750 kg ijzersulfaat met zich meebrengen, zijn opgelost. De totale massa werd door elkaar ge-25 roerd gedurende 15-20 min en vervolgens werd daaraan 5 1 van een van te voren toebereide oplossing (zonder verhitting) van zetmeel in geconcentreerd melkwater (4,5 kg zetmeel werd in 5 1 geconcentreerd melkwater opgelost) toegevoegd. Het zo verkregen mengsel werd gedurende 10 - 15 min geroerd (waarbij 30 niet meer werd verhit) en vervolgens begon de toevoering naar het koelsysteem, waar de temperatuur in 10 - 15 min afnam tot 20 - 25°C. Tenslotte werd de zo verkregen suspensie -afgewerkt.

De uitvinding wordt voorts aan de hand van de volgende drie tabellen toegelicht: 35 - Tabel A geeft de waarden voor de opbrengst uit het veldexperiment weer; - tabel B geeft de waarden voor het eiwitgehalte in tarwe en de eiwitopbrengst bij het veldexperiment weer; - tabel C vermeldt de waarden voor de absolute massa 87 0 ö ï >. ·* - 6 - en het hectolitergewicht van de zaadmonsters van tarwe die bij het veldexperiment zijn verkregen.

TABEL A tarweopbrengst 5 (gemiddelde waarden uit drie herhalingsexperimenten)

Nr, varianten gemiddeld per _____10 nr , in kg 1. controleexperiment - met water gesproeid 2.820 2. Vuxal - 400 ml/deca-are, fase van de spruitvorming 3,400 10 3. Vuxal - 400 + 800 ml/deca-are, fase van de spruitvorming + aaraanzet 3,450 4. middel - 400 ml/deca-are, fase van de spruitvorming 3.500 5. middel - 400 + 800 ml/deca-are, fase van de spruitvorming + aaraanzet 3.680

15 TABEL B

eiwitgehalte in tarwe en eiwitopbrengst onder veld-omstandigheden (gemiddelde waarden uit drie herhalingsexperimenten)

Nr. varianten volgens tabel A eiwitgehalte, kg eiwit/ 2o in % deca-are 1. controleexperiment 13,05 36,8 2. Vuxal 12,86 43,7 3. Vuxal 12,82 44,2 4. middel 13,50 47,2 25 5. middel 13,31 48,9

TABEL C

absolute massa en hectolitergewicht van tarwe bij het veldexperiment (gemiddelde waarden uit drie herhalingsexperimenten) 30 Nr. varianten volgens tabel A absolute massa hectoliter- g/1000 zaden gew.g/dnr 1. controleexperiment 45,55 655 2. Vuxal 46,33 788 3. Vuxal 45,81 781 35 4. middel 46,73 780 5. middel 46,98 793 870 0 1 0 5.......

Claims

1. Middel voor de bladvoeding van planten, dat macro-en micro-elementen bevat en waarvan de vloeibare fase geconcentreerd melkwater is,met het kenmerk, dat het bovendien 2 - 4% eiwithydrolaat (aminozuren) bevat.

2. Werkwijze voor de bereiding van een suspensie- middel voor de bladvoeding van planten, met het kenmerk, dat de mineraalzouten worden opgelost in een dispers iemedium, dat bestaat uit een geconcentreerde oplossing van gegist melkwater en eiwithydrolysaat, bij een tempera-10 tuur van 60 - 85°C en vervolgens aan het dispersiemedium een concentraat van micro-elementen en een zetmeelsuspensie worden toegevoegd, dat de zo verkregen oplossing vervolgens wordt toegevoerd aan een koelinrichting, welke een verlaging van de temperatuur van de stroom tot 20 - 25°C in 2 - 15 min 15 teweegbrengt.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, m e t het kenmerk , dat de mineraalcomponenten in de volgorde: kaliumnitraat, ammoniumfosfaat, carbamide, ammoniumsalpeter aan het dispersiemedium worden toegevoegd.

4. Werkwijze volgens conclusie 2, m e t het kenmerk , dat de geconcentreerde oplossing van de micro-elementen wordt bereid door bij een temperatuur van 70 - 80°C de zouten boorzuur, ammoniummolybdaat, zinknitraat, mangaannitraat, kobaltchloride, kopersulfaat, ijzerzulfaat, 25 in de aangegeven volgorde, in geconcentreerd melkwater op te lossen.

5. Werkwijze volgens conclusie 2, m e t het kenmerk , dat de zetmeelsuspensie wordt bereid door het oplossen in koude toestand van zetmeel in een geconcentreerde 30 oplossing van melkwater, in·een hoeveelheid welke overeenkomt met een gehalte van 2,5 - 4% in het middel volgens de uitvinding. 8700105