NL8602724A

NL8602724A - Werkwijze en inrichting voor het herstellen van de draadtoevoer bij weefmachines bij een onderbreking tussen de bobijn en de draadvoorraad.

Info

Publication number: NL8602724A
Application number: NL8602724A
Authority: NL
Original assignee: Picanol Nv
Priority date: 1986-10-29
Filing date: 1986-10-29
Publication date: 1988-05-16
Also published as: DE3765398D1; ES2018251B3; US4832091A; EP0269140B1; EP0269140A1

Description

φ.

- 1 - < «i

Werkwijze en inrichting voor het herstellen van de draad-toevoer bij weefmachines bij een onderbreking tussen de bobijn en de draadvoorraad.

5 Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het herstellen van de draadtoevoer bij weefma-chines, meer speciaal om toegepast te worden in het geval dat zich in het weefgaren een onderbreking heeft voorgedaan op een plaats tussen de bobijn en de draadvoorraad, 10 Voornoemde onderbreking doet zich voor in het geval van een draadbreuk of bij het aflopen van een bobijn waaraan geen nieuwe bobijn is aangeknoopt. Bij de bekende inrichtingen heeft dit voor gevolg dat de weefmachine noodzakelijk dient stopgezet te worden en de draadvoorbereidingsinrichting en 15 de hoofdblazer of, in het geval van een grijperweefmachine, de draadpresentatieklem dienen herbedraad te worden, en/of dient overgeschakeld te worden naar een andere draadvoorbereidingsinrichting.

8602724 *» - 2 -

De huidige uitvinding heeft dan ook betrekking op een werkwijze voor het herstellen van de draadtoevoer waarbij de voornoem-de omslachtige herbedradingsprocedure niet meer noodzakelijk is. Dit doel wordt bereikt door de onderbreking van de draad te 5 herstellen alvorens de gebroken draad de draadvoorbereidings-inrichting verlaat.

Hiertoe bestaat de werkwijze volgens de uitvinding hoofdzakelijk in het op een welbepaalde plaats in de draadvoorraad van de draadvoorbereidingsinrichting vastnemen van het aan-10 wezige draadgedeelte, waarbij het draadstuk dat zich vanaf deze plaats tot aan de onderbreking uitstrekt wordt verwijderd; het aanvoeren van een draad afkomstig van al dan niet dezelfde bobijn tot aan het vastgenomen draadgedeelte; en het aan elkaar verbinden van de aangevoerde draad met dit 15 draadgedeelte.

De uitvinding heeft ook betrekking op inrichtingen om de hiervoor beschreven werkwijze te realiseren.

Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen worden hierna als voorbeelden zonder enig beperkend 20 karakter de werkwijze en enkele inrichtingen volgens de uitvinding beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : 8 6 0 ? ? 2 4 - 3 - * figuren 1 tot en met 9 schematisch de werkwijze volgens de uitvinding weergeven, waarbij deze toegepast is op een weefmachine die gebruik maakt van een draadvoorbereidings-inrichting van het type dat bestaat uit een wikkeltrommel 5 en een wikkelarm; figuren 10 en 11 twee uitvoeringen weergeven voor de opstelling van bobijnen, zoals deze bij de uitvinding kunnen toegepast worden; figuren 12 en 13 nog twee varianten van de inrichting vol-10 gens de uitvinding weergeven.

In figuur 1 wordt een inrichting volgens de uitvinding weergegeven bij de normale werking. Hierbij wordt vanaf een bobijn 1 een draad 2 ontnomen en naar een draadvoorbereidings-inrichting 3 gevoerd waar een draadvoorraad 4 gevormd wordt, 15 teneinde toe te laten dat de draadtoevoerinrichting 5 bij de respektievelijke inserties in de gaap intermitterend van draad kan voorzien worden. In de weergegeven uitvoeringsvorm bestaat de draadvoorbereidingsinrichting 3 hoofdzakelijk uit een vaste voorraadtrommel 6 en een roterende wikkelarm 7. De 20 draadtoevoerinrichting 5 wordt in het geval van een luchtweef-machine gevormd door een hoofdblazer. Verder is nog een bla-zertje 8 voorzien om de wikkelarm 7 te bedraden, en een draad-breukdetektor 9.

--- 8602724 ▼ - 4 -

De inrichting bevat tevens één of meerdere reservebobijnen 10 en middelen 11 om de draad 12 van deze bobijn op het gewenste moment aan de draadvoorbereidingsinrichting 3 te presenteren.

5 In de nabijheid van de draadvoorbereidingsinrichting 3 zijn twee zuigmonden 13 en 14 en een draadverbindingsinrichting 15 voorzien.

In geval van een onderbreking 16 (figuur 2) wordt die gede-tekteerd door de draadbreukdetektor 9, met als gevolg dat 10 bijvoorbeeld de draad 12 van de reservebobijn 10 aan de wik-kelarm 7 wordt gepresenteerd, zoals weergegeven in figuur 3.

Terzelfdertijd wordt op een welbepaalde plaats de draadvoor-raad 4 doorgesneden door middel van een snij-inrichting 17. Volgens figuur 4 gebeurt dit door alle wikkelingen aan de 15 linkse zijde van lijn 18 aan de onderzijde van de voorraad-trommel 6 door te snijden. Door zodoende de draadvoorraad 4 op een welbepaalde plaats te onderbreken weet men nagenoeg zeker dat het in de draadvoorraad 4 resterende draadgedeelte 19 van goede kwaliteit is. Het is immers zo dat op de plaats 20 waar zich een draadbreuk voordoet de draad 2 meestal over een bepaalde lengte slecht is. Door nu een stuk draad van het draadgedeelte 19 te verwijderen is de kans groot dat het volledige slechte draadstuk afgevoerd wordt.

8602724 ψ -5- f

Zoals weergegeven in figuren 5 en 6 worden de ontstane draad-stukken 20 afgezogen door middel van de zuigmond 14. Ook indien in de vikkelarm 7 nog een los draadgedeelte aanwezig is wordt dit opgezogen door de zuigmond 14. De draaibeweging van 5 de vikkelarm 7 kan hierbij stopgezet worden, een en ander zodanig dat het uiteinde ervan zich voor of in de nabijheid van de zuigmond 13 bevindt. Niets belet echter de vikkelarm 7 verder te laten draaien.

Overeenkomstig aan figuur 7 wordt dan de draad 12 toegevoerd 10 aan de zuigmond 13, terwijl het ingekorte draadgedeelte 19 in de zuigmond 14 terecht komt, en daardoor als het ware wordt vastgenomen.

De zuigmonden 13 en 14 kunnen dan zoals in figuur 8 over een korte afstand omhoog geschoven worden zodanig dat de draadve?-15 bindingsinrichting 15 de draad 12 met het draadgedeelte 19 kan verbinden. Eens deze verbinding gerealiseerd is kan het opvikkelen van de draad 12 op de voorraadtrommel 6 verder gezet worden.

Volgens een niet in de figuren weergegeven variante wordt, 20 i.p.v. het draadgedeelte 19 op de voorraadtrommel 6 door te snijden, de voorraadtrommel 6 enkele toeren teruggedraaid zodat het draadgedeelte 19 over een bepaalde afstand wordt op- 8002/24 - 6 - gezogen, een en ander zodanig dat de plaats vaar het draad-gedeelte 19 zal geknoopt worden van goede kwaliteit is. De draadrest die na de alzo gevormde knoop zal ontstaan kan automatisch afgeknipt worden.

5 Indien voldoende snel gereageerd wordt kan het draadgedeel-te 19 hij het verlaten van de wikkelarm 7 rechtstreeks vastgenomen, respektievelijk opgezogen, worden.

Eet is duidelijk dat indien de resterende draadvoorraad 21 voldoende groot gekozen wordt het mogelijk is het weefproces 10 verder te zetten zonder dat dit enige hinder ondervindt van voornoemde herstelwerkzaamheden.

Volgens de variante die in figuur 9 wordt weergegeven vangt het opwikkelen van de draad 12 op de voorraadtrommel 6 reeds aan vanaf een moment dat de draadverbindingsinrichting 15 15 nog met het aanknopen bezig is.

Teneinde de bobijnen gemakkelijk te kunnen verwisselen, kan zulks bijvoorbeeld gebeuren door middel van de inrichtingen volgens figuren 10 of 11. In de eerste inrichting staan de bobijnen 1, 10, 22 en 23 op een transportband 24 geplaatst. 20 Volgens de tweede inrichting staan de bobijnen 1 en 10 bij- 8602724 •y - 7 - voorbeeld op een ventelbaar geraamte bevestigd zodanig dat de draden ervan gemakkelijk aan de vikkelarm 7 kunnen gepresenteerd worden.

In figuur 12 wordt nog een variante van de inrichting volgens 5 de uitvinding weergegeven waarbij de voornoemde zuigmonden 13 en 14 vervangen zijn door één gemeenschappelijke zuigmond 25 die van twee zuigopeningen 26 en 27 is voorzien die onderling verbonden zijn door een gleuf 28. De draadverbindings-inrichting 15 kan dan in de zuigmond 25 ingebouwd worden.

10 In figuur 13 wordt nog een variante van de inrichting volgens de uitvinding weergegeven waarbij naast de voornoemde draad-breukdetektor 9 nog een draadbeweginsdetektor 29 is aangebracht. Dit laat toe een draadbreuk te detekteren die na de detektor 9 plaats vindt, bijvoorbeeld in de vikkelarm 7.

15 Op de wikkelarm 7 kan bovendien een rem 30 voorzien worden om de arm op de juiste plaats te laten stoppen. Op de restschijf 31 kunnen markeringen 32 aangebracht zijn om de beweging en/of positie van de wikkelarm 7 te kontroleren door middel van een detektor 33. - 20 Ook in de wikkelarm 7 en in de zuigmonden 13 en 14 kunnen draaddetektors voorzien worden. Het is eveneens duidelijk dat men aan de nog op de voorraadtrommel 6 aanwezige wik- 860 2' '/1.

- 8 - kelingen de nodige bewegingen kan geven zodanig dat deze resterende en de nieuwe wikkelingen naast elkaar komen te liggen.

Alhoewel in de voorgaande beschrijving gebruik gemaakt werd van een draadvoorbereidingsinrichting van het type dat be-5 staat uit een voorraadtrommel en een wikkelarm, is het duidelijk dat de werkwijze volgens de uitvinding ook kan aangewend worden bij draadvoorbereidingsinrichtingen van eender welk ander type, bijvoorbeeld van het vrije lus-type. De snij-inrichting 17 kan zowel gevormd worden door een mes als 10 een schaar. In de plaats van de zuigmonden 13 en 14 kan ook gebruik gemaakt worden van mechanische klemmen om de draad-einden bij elkaar te brengen in de draadverbindingsinrich-ting 15.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorla beelden beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch zulke werkwijze en inrichting voor het verwezenlijken ervan, kunnen volgens velerlei varianten worden uitgevoerd zonder buiten het kader der uitvinding te treden.

8602724

Claims

1.- Werkwijze voor het herstellen van de draadtoevoer bij weefmachines bij een onderbreking tussen de bobijn en de 5 draadvoorraad, met het kenmerk dat zij hoofdzakelijk bestaat in het op een welbepaalde plaats in de draadvoorraad (4) van de draadvoorbereidingsinrichting (3) vastnemen van het aanwezige draadgedeelte (19), waarbij het draadstuk (20) dat zich vanaf deze plaats tot aan de onderbreking (16) uit-10 strekt wordt verwijderd; het aanvoeren van een draad (2, 12) afkomstig van al dan niet dezelfde bobijn (1, 10) tot aan het vastgenomen draadgedeelte (19); en het aan elkaar verbinden van de aangevoerde draad (2, 12) met dit draadgedeelte (19). 15 2.- Werkwijze voor het herstellen van de draadtoevoer bij weefmachines volgens conclusies 1, met het kenmerk dat het met elkaar verbinden van de aangevoerde draad (2, 12) met het voornoemde draadgedeelte (19) gebeurt door beide draden op te zuigen en in een draadverbindingsinrichting (15) 20 te voeren.

3.- Werkwijze voor het herstellen van de draadtoevoer bij weefmachines volgens conclusies 1 of 2, waarbij de draadvoorbereidingsinrichting (3) van het type is dat bestaat uit een 8602724 - 10 - vaste voorraadtrommel (6) en een wikkelarm (7), met het kenmerk dat de wikkelarm (7) minstens over een gedeelte van de herstelperiode werkzaam blijft.

4. Inrichting voor het herstellen van de draadtoevoer bij 5 weefmachines, overeenkomstig de werkwijze volgens lén der conclusies 1 tot en met 3, met het kenmerk dat zij hoofdzakelijk bestaat uit een draadvoorbereidingsinrichting (3) die gevormd wordt door een voorraadtrommel (6) en een wikkelarm (7); een zuigelement (25) dat voorzien is van twee zuigope-10 ningen (26-27) die met elkaar verbonden zijn door een gleuf (28), waarbij de eerste opening (26) met het uiteinde van de wikkelarm (7) kan samenwerken, terwijl de tweede^ opening (27) met het oppervlak van de voorraadtrommel (6) kan samenwerken; en een draadverbindingsinrichting (15) die met de 15 zuigmond (25) kan samenwerken.

5. Inrichting voor het herstellen van de draadtoevoer bij weefmachines overeenkomstig de werkwijze volgens één der conclusies 1 tot en met 3, met het kenmerk dat zij hoofdza-kelijl^ bestaat in een draadvoorbereidingsinrichting (3) die 20 gevormd wordt door een vaste voorraadtrommel (6) en een roteerbare wikkelarm (7); een eerste zuigelement (14) dat kan samenwerken met het draadgedeelte (19) dat met de draadvoor-raad (4) in verbinding staat; een tweede zuigelement (13) dat naast het eerste is opgesteld, en dat kan samenwerken 8602724 - 11 - met de uitgang van de wikkelarm (7); en een draadverbindings-inrichting (15) die aan de ingangen van de beide zuigelemen-ten (13, 14) werkzaam kan zijn,

6,- Inrichting voor het herstellen van de draadtoevoer bij 5 weefmachines volgens conclusies 4 of 5, met het kenmerk dat aan de voorraadtrommel (6), aan de tegenovergestelde zijde van de draadverbindingsinrichting (15) een snij-inrich-ting (17) is voorzien die met een gedeelte van de draadvoor-raad (4) kan samenwerken. 10 7,- Inrichting volgens één der conclusies 4 t.e.m, 6 met het kenmerk dat de roteerbare wikkelarm (7) voorzien is van een rem (30), 8, - Inrichting volgens één der conclusies 4 t.e.m, 7, met het kenmerk dat de roteerbare wikkelarm (7) voorzien is van een 15 schijf (31) die markeringen (32) bevat die samenwerken met een detektor (33). 9, - Inrichting volgens één der conclusies 4 t.e.m, 8 met het kenmerk dat in de baan van de draad (2) een draadbreukdetektor (3) en een draadbewegingsdetektor (29) zijn voorzien, teneinde 20 draadbreuken vast te stellen. 8602724