NL8602714A

NL8602714A - Inrichting voor het persen van kazen.

Info

Publication number: NL8602714A
Application number: NL8602714A
Authority: NL
Original assignee: P & F Hubert Ind C V
Priority date: 1986-10-29
Filing date: 1986-10-29
Publication date: 1988-05-16
Also published as: EP0266013A2; EP0266013A3

Description

'i Γ t -1- 25949/CV/tl

Korte Aanduiding: Inrichting voor het persen van kazen.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het persen van kazen,voorzien van een gestel en middelen om met wrongel gevulde 5 vaten en op de vaten geplaatste volgers door de inrichting te bewegen.

Bij gebruikelijke inrichtingen voor het persen van kazen worden in het algemeen de met wrongel gevulde vaten in de inrichting gebracht waarop het persen gedurende de vereiste tijd plaatsvindt,terwijl de vaten in de inrichting stilstaan.

10 Dit houdt dus in,dat nadat een hoeveelheid vaten in de inrichting is gebracht deze vaten eerst na verloop van tijd weer uit de inrichting kunnen worden verwijderd. Om hierbij toch een zekere aanpassing aan de verdere procesgang van de verwerking van melk tot kaas te verkrijgen vereist dit veelal het gebruikmaken van meerdere 15 persinrichtingen alsmede middelen voor tussenopslag van het te verwerken product.

Volgens de uitvinding is nu in het gestel een ondersteuningsmecha-nisme voor de vaten aangebracht langs welk ondersteuningsmechanisme de vaten door het gestel kunnen worden geschoven,terwijl boven het onder-20 steuningsmeehanisme een tweede ondersteuningsmechanisme is aangebracht ter ondersteuning van de volgers, die onder dit tweede ondersteunings -mechanisme langs kunnen worden verschoven, waarbij de uitvoering zodanig is,dat over althans een deel van de lengte van deze ondersteunings-l mechanismes de afstand tussen de ondersteuningsmechanismes geleidelijk 25 af neemt.

Bij toepassing van de inrichting volgens de uitvinding is het mogelijk cm continu vanaf een zijde van de inrichting vaten met daarop geplaatste volgers in de inrichting aan te brengen en deze vaten geleidelijk door de inrichting te schuiven,waarbij althans tijdens het eerfcte 30 gedeelte van de beweging van de vaten door de inrichting de druk op de zich in de vaten bevindende wrongel geleidelijk wordt verhoogd doordat de afstand tussen de ondersteuningsmiddelen waarop de vaten en de volgers zich af steunen geleidelijk afneemt.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand 35 van een in bijgaande figuren schematisch weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding.

8602714 i -2- 259A9/CV/tl

Fig. 1 toont een zijaanzicht op de inrichting

Fig. 2 toont een dwarsdoorsnede over fig.1.

De inrichting is voorzien van een gestel ,dat een aantal verticale kolommen 1 omvat,die onderling zijn verbonden door dwarsbalken 2.

5 Door de dwarsbalken worden in het weergegeven uitvoeringsvoor- beeld een drietal zich in de lengterichting van de inrichting uitstrekkende balken 3 ondersteund,die een groot aantal om horizontale, zich loodrecht op de lengteas van de inrichting vrij draaibare rollen 4 ondersteunen.

10 Op enige afstand boven de balken 3 zijn door dwarsbalken 5 onder steunde zich in de lengterichting van de inrichting uitstrekkende balken 6 aangebracht,die eveneens rollen 7 ondersteunen,die draaibaar zijn om horizontale en zich loodrecht op de lengterichting van de inrichting uitstrekkende draaiingsassen . De balken 5 zijn onder tussenplaatsing 15 van opblaasbare balgen 8 opgehangen aan een dwarsbalk 2.

De rollen 4 vormen een ondersteuningsmeachinsme voor door de inrichting te bewegen platen 9»die ieder zijn voorzien van een tweetal rijen kaasvaten 10. Zoals uit fig.2 duidelijk zal zijn worden daarbij de platen 9 nabij hun uiteinden en nabij het midden door de rollen 4 20 ondersteund.

Op soortgelijke wijze dienen de rollen 7 ter ondersteuning van onder deze rollen door bewegende platen 11 ,die zijn voorzien van in de vaten 10 passende volgers 12.

Zoals verder nog uit fig.1 duidelijk zal zijn neemt vanaf het 25 rechtereinde van de inrichting de afstand tussen het door de rollen 4 gevormde ondersteuningsmechanisme en het door de rollen 7 gevormde onder-steuningsmechanisme in de richting naar het linker uiteinde van de richting aanvankelijk geleidelijk af om vervolgens constant te blijven. Nabij het rechter uiteinde! van de inrichting zijn een tweetal verstel-30 cilinders 13 aangebracht waarvan de uiteinden van de buiten de cilinders 13 uitstekende zuigerstangen 13' aangrijpen op de uiteinden van een plaat 9 De slag van de verstelcilinders 13 komt nagenoeg overeen met de breedte van een plaat 9,zodat bij iedere slag van de verstelcilinders 13 de door de rollen 4 ondersteunde platen 9 in de richting 35 volgens pijl A door de inrichting worden verschoven over een afstand, die althans nagenoeg overeenkomt met de breedte van een plaat 9.

860 2 7 1 4 t * -3- 25949/CV/tl

Verder is bij het rechteruiteinde van de inrichting een mechanisme 14 opgesteld met behulp waarvan de wrongel aan de kaasvaten 10 kan worden toegevoerd.

Op enige afstand onder de balken 3 zijn aan het gestel zich in de 5 lengterichting van het gestel uitstrekkende hoekijzers 15 bevestigd, waarover de platen 9 met behulp van nabij de linkerzijde van de inrichting opgestelde verstelcilinders 16 over de hoekijzers kunnen worden verschoven in een richting tegengesteld aan pijl A.

Op soortgelijke wijze zijn op enige afstand boven de de rollen 7 10 ondersteunende gestelbalken 6 aan het gestel zich in de lengterichting van het gestel uitstrekkende hoekijzers 17 bevestigd,waarover de de volgers 12 dragende platen 11 kunnen worden verschoven met behulp van gezien in fig.1 aan de linkerzijde van de inrichting opgestelde verstelcilinders 18.

15 De in de richting volgens pijl A aan de gezien in fig.1 linker zijde van de inrichting tussen de rollen 4 en 7 uittredende platen 11 worden met behulp van een niet nader weergegeven hefmechanisme opgetild en omhoog bewogen in de richting volgens pijl B tot op de hoogte van de verstelcilinders18,waarop de opgetilde plaat 11 met behulp van de ver-20 stelcilinders 18 op de hoekijzers 17 wordt gedrukt.

De de kaasvormen 10 dragende platen 9 worden nog een stap in de richting volgens pijl A verplaatst aan het linkereinde van de inrichting zoals duidelijk zal zijn uit fig.1 en daar met behulp van een slechts schematisch weergegeven hef-en kantelmechanisme naar beneden bewogen 25 in de richting volgens pijl C en gelijktijdig over 180° verdraaid,zoals aangeduid met behulp van de pijl D. Indien de omgekeerde plaat 9 zijn laatste stand heeft bereikt ter hoogte van de verstelcilinders 16 zullen zich in de vormen 10 bevindende kazen uit de kaasvaten 10 worden gedrukt door bijvoorbeeld met behulp van het kantelmechanisme lucht in de kaasvor-30 men te blazen. De uit de kaasvormen gedrukte kazen komen te liggen op een transportband 19 met behulp waarvan de gevormde kazen kunnen worden afgevoerd .

Vervolgens kunnen de platen 9 met behulp van de verstelcilinders 16 op de hoekijzers 15 worden gedrukt.

35 Door de verstelcilinders 16 en 18 over de hoekijzers 15 en 17 verplaatste platen 9 en 11 worden- stapsgewijs gedrukt door door het gestel 8602714 r· « -4- 25949/CV/tl ondersteunde wastanks 20 waarin zich dwars op de verplaatsingsrichting van de platen uitstrekkende sproeileidingen 21 zijn aangebracht,waaraan sproeiers 22 zijn bevestigd ,met behulp waarvan wasvloeistof zowel van onderen als van boven tegen de platen 9 en 11 en de door deze platen 5 ondersteunde kaasvaten . 10 resp. volgers 12 kan worden gespoten.

Na het verlaten van de wastanks 20 komen de platen 10 te liggen boven een eindloze transportketting 23 ,waaraan meenemers 24 zijn bevestigd, die samenwerken met aan de platen 10 bevestigde meenemers 25 om zo de platen 10 te verplaatsen naar het gezien in fig.1 rechter uiteinde 10 van de inrichting. Nabij dit rechter uiteinde van de inrichting is een niet nader weergegeven hef-en kantelmechanisme opgesteld,met behulp waarvan de platen 9 omhoog bewogen kunnen worden in een richting volgens pijl E en gelijktijdig weer over 180° kunnen worden verdraaid (pijl F), om zo in de gewenste stand weer ter hoogte van 15 de verstelcilinders 13 te worden opgesteld.

Op soortgelijke wijze komen de de volgers 12 dragende platen 11 na het verlaten van de wastank 20 te liggen onder een eindloze transportketting 26,die is voorzien van meenemers 27,die samenwerken met aan de platen 11 bevestigde meenemers 28. De platen 11 worden zo met 20 behulp van de transportketting 26 getransporteerd naar het gezien in fig.1 rechter uiteinde van de inrichting,waar een niet nader weergegeven hefinrichting is aangebracht met behulp waarvan de aangevoerde platen 11 omlaag kunnen worden bewogen in de richting volgens pijl G om met de volgers 12 weer te worden geplaatst op een plaat 9 met met wrongel gevulde 25 kaasvaten 10. De zo gevormde combinatie van de beide platen 9 en 11 wordt dan weer tussen de door de rollsiA en 7 gevormde ondersteunings-mechanismes in de richting volgens pijl A geschoven,waarbij over het eerste gedeelte van de inrichting de volgers 12 geleidelijk dieper in de kaasvaten 10 worden gedrukt om de wei uit de wrongel te persen en 30 de wrongel op de gewenste druk te brengen. In het laatste gedeelte van de inrichting gerekend in de verplaatsingsrichting volgens pijl A blijft dè'afstand tussen de door de rollen 4 en de rollen 7 gevormde onder-steuningsmechanismes althans nagenoeg gelijk,zodat een nagenoeg constante druk op de wrongel zal kunnen worden gehandhaafd gedurende de 35 vereiste tijd.

8602714 -5- 25949/CV/tl

Het door de rollen 7 gevormde ondersteuningstnechanisme kan gezien in de lengterichting van de inrichting volgens pijl A zijn onderverdeeld in een aantal achter elkaar gelegen secties,terwijl in ieder van deze secties de tijdens bedrijf op de wrongel uitgeoefende 5 druk kan worden beïnvloed door het instellen van de luchtdruk in de de desbetreffende secties ondersteunende balgen 8.

i >

8 60 2 7 M

Claims

1. Inrichting voor het persen van kazen,voorzien van een gestel en van middelen om met wrongel gevulde vaten en op de vaten geplaatste volgers door de inrichting te bewegen,met het kenmerk,dat in het gestel een ondersteuningsmechanisme voor de vaten is aangebracht langs welk 5>f> ondersteuningsmechanisme de vaten door het gestel kunnen worden geschoven, terwijl boven dit ondersteuningsmechanisme een tweede ondersteuningsmechanisme is aangebracht ter ondersteuning van de volgers, die onder dit tweede ondersteuningsmechanisme langs kunnen worden verschoven, waar bij de uitvoering zodanig is ,dat over althans een deel van 10 de lengte van deze ondersteuningsmechanismes de afstand tussen de ondersteuningsmechanismes geleidelijk afneemt.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk,dat de ondersteuningsmechanismes zijn voorzien van rollen,die vrij. draaibaar zijn om draaiingsassen,die zich horizontaal en loodrecht op de beoogde ver- 15 plaatsingsinrichting van de vaten uitstrekken en samenwerken met de vaten en de volgers ondersteunende plaatvormige delen.

3. Inrichting volgens conclusie 2,met het kenmerk,dat een plaatvormig deel meerdere kaasvaten resp, meerdere volgers ondersteunt.

4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies ,met het ken- 20 merk,dat nabij een uiteinde van de inrichting versteldlinders zijn aangebracht met behulp waarvan de kaasvaten en de daarop rustende volgers door de inrichting worden geduwd.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, ) dat het tweede ondersteuningsmechanisme is onderverdeeld in een aantal 25 sekties , die zijn opgehangen aan opblaasbare balgen.

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat nabij beide uiteinden van de inrichting mechanismes voor het in hoogterichting , verplaatsen en over 180° kantelen van de kaasvaten zijn aangebracht.

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het ken merk, dat nabij beide uiteinden van de inrichting middelen zijn aangebracht voor het in hoogterichting verplaatsen van de volgers.

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat boven en onder de ondersteuningsmechanismes geleidingsbanen zijn 35 aangebracht waarlangs de vaten en volgers verschuifbaar zijn. 6 60 2 7 1 4 -7- 25949/CV/tl

9- Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat boven en onder de ondersteuningsmechanismes wasinrichtingen zijn -opgesteld voor het reinigen van de kaasvaten en"volgers. ) ) 8 ü 0 2 7 t k