NL8104030A - Inrichting voor het persen van kaas en dergelijke samenpersbare produkten. - Google Patents

Description

N.O. 30284 *. » -1-

Korte aanduiding.· Inrichting. uoot het persen van kaas en der- gelijke samenpersbare produkten.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het stapsgewijs onder toenemende druk persen van samenpersbare produkten, in het bijzonder van kaas, welke inrichting is voorzien van ten minste §§n zich over nagenoeg de gehele 5 lengte van de inrichting uitstrekkend stijf ondersteunings-orgaan voor de te persen produkten en van boven het ondersteuningsorgaan geplaatste druk uitoefenende middelen.

Voor het persen van kaas zijn inrichting bekend, waar-bij de kaasvormen continu in een rij worden voortbewogen tus-10 sen een stijf zich langs het voortbewegingstraject uitstrekkend ondersteuningsorgaan en daartegenover geplaatste druk uitoefenende middelen die op de deksels van de kaasvormen aangrijpen. Daarbij worden de kaasvormen via een eindloos zich over het ondersteuningsorgaan uitstrekkend transportor-15 gaan via dit orgaan stapsgewijs door de inrichting getrans-porteerd, waarbij tijdens de stilstand de drukmiddelen in wer-king worden gesteld. De drukmiddelen zijn daarbij in achter-eenvolgende secties verdeeld, waarbij elke sectie drukmiddelen in de voortbewegingsrichting van de kaasvormen onder een 20 hogere druk wordt gezet dan de voorgaande sectie, zodat de kaas in de vormen stapsgewijs onder een hogere druk wordt samengeperst.

' Nadeel van deze bekende inrichtingen is, dat voor het stapsgewijs verplaatsen van de kaasvormen de druk tijdelijk 25 moet worden weggenomen en dat de drukmiddelen in secties zijn verdeeld, die elk zijn verbonden met een afzonderlijke drukbron.

Doel van de uitvinding is een inrichting te verschaffen voor het stapsgewijs onder toenemende druk persen van kaas en dergelijke produkten, waarbij de produkten praktisch ononder-30 broken onder een zo gelijkmatig mogelijke persdruk worden gezet, volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt doordat de druk uitoefenende middelen bestaan uit een zich over de gehele lengte van het ondersteuningsorgaan ononderbroken uitstrekkend, in hoogterichting verplaatsbaar, stijf drukorgaan, 35 voorzien van middelen voor het stapsgewijs onder toenemende druk naar beneden drukken van dit orgaan, terwijl het naar het ondersteuningsorgaan gekeerde oppervlak van het drukorgaan is voorzien van een elastisch vervormbare bekleding, zodanig dat 8104030 S' /δ -2- verschillen in plaatselijke drukkrachten op de te persen pro-dukten ten gevolge van hoogteverschillen daarin tijdens het persen \i/orden vereffend.

In tegenstelling tot de in de inleiding genoemde inrich-5 tingen worden de te persen produkten niet tijdens de persbe-werking stapsgewijs door de inrichting gevoerd, maar worden de te persen produkten geplaatst op het ondersteuningsorgaan, waarna zij, terwijl ze tijdens het hele proces blijven stil-staan, stapsgewijs worden onderworpen aan een toenemende druk 10 via het drukorgaan, dat via daarvoor geschikte middelen stapsgewijs onder toenemende druk naar beneden wordt gedrukt. Hier-door wordt op de te persen produkten constant een perskracht uitgeoefend. Door het drukorgaan aan zijn naar het ondersteuningsorgaan gekeerde oppervlak te voorzien van een elastisch 15 vervormbare bekleding, kan er voor worden gezorgd dat de ver-schillen in plaatselijke drukkrachten op de te persen produkten ten gevolge van hoogteverschillen daarin tijdens het persen worden vereffend, zodat op elk produkt een zelfde perskracht wordt uitgeoefend waardoor een zeer gelijkmatige kwa-20 liteit van geperste produkten kan worden verkregen.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm bestaat het drukorgaan volgens de uitvinding uit een stijf framewerk, dat /is met zijn bovenoppervlak'bevestigd aan zuigerstangen van een aantal vertikale aan de bovenzijde van het gestel van de 25 inrichting gemonteerde zuiger-cilindersamenstellen, die zijn aangesloten op een bron voor drukmedium.

Door middel van de zuiger-cilindersamenstellen kan het stijf framewerk stapsgewijs onder een toenemende druk naar beneden worden gedrukt. Tijdens een persstap, wordt indien 30 drukmedium onder de gewenste druk aan de zuiger-cilindersamenstellen is toegevoerd, de toevoer van drukmedium afgesloten, waardoor het stijve framewerk onder een vooraf ingestelde druk op de te persen produkten werkt. Bovendien wordt met deze con-struktie bereikt, dat het stijve framewerk in hoogterichting 35 verplaatsbaar is, zodat de inrichting universeel toepasbaar • is voor produkten met uiteenlopende hoogten.

De elastisch vervormbare bekleding aan het onderoppervlak van het drukorgaan voor het vereffenen van verschillen in plaatselijke drukkrachten op de te persen produkten ten gevol-40 ge van de hoogteverschillen daarin tijdens het persen, kan 8104030 i -3- volgens de uitvinding zijn gevormd uit een of meer naast el-kaar liggende zich ononderbroken over de gehele lengte van het drukorgaan uitstrekkende opblaasbare luchtslangen, die zijn aangesloten op een bron van perslucht welke slangen zijn 5 opgesloten tussen het genoemde oppervlak van het drukorgaan en een zich langs de onderkant van de slangen uitstrekkende flexibele band.Verschillenin drukkrachten ten gevolge van hoogteverschillen in de te persen produkten worden via de luchtslangen over de gehele lengte daarvan vereffend. De 10 flexibele band dient voor het beschermen van de slangen tij-dens het persproces.

Volgens een andere uitvoeringsvorm kan het naar het on-dersteuningsorgaan toegekeerde oppervlak van het drukorgaan zijn bekleed met een matras uit elastisch vervormbaar mate-15 riaal. Het elastisch vervormbare materiaal kan daarbij be-staan uit opgeschuimd rubber met een gesloten celstructuur of uit opgeschuimde kunststofmateriaal met een gesloten celstructuur. Bij toepassing vpn een matras uit opgeschuimd materiaal verdient het de voorkeur om de vrijliggende zijde 20 daarvan te bekleden met een dunne laag uit dicht materiaal.

De uitvinding zal thans nader worden uiteengezet aan de hand van de tekening,waarin bij wijze van voorbeeld een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is weer-gegeven.

25 Fig. 1 geeft schematisch een zijaanzicht weer van de in richting volgens de uitvinding.

Fig. 2 geeft een dwarsdoorsnede weer door de inrichting volgens fig. 1.

De in fig. 1 en 2 weergegeven inrichting omvat een ge-30 stel, bestaande uit een aantal in langsrichting van de inrichting op afstand van elkaar liggende gesteldelen 1, welke ge-steldelen elk bestaan uit twee in dwarsrichting op afstand van elkaar liggende kokervormige staanders 2 en 3 welke staanders met elkaar zijn verbonden door een bovenste dwarsligger 4 en 35 een op afstand daaronder liggende dwarsligger 5. De frame-delen 1 zijn voorts met elkaar verbonden via bovenste zich over de gehele'lengte van de inrichting uitstrekkende langs-liggers 6 en 7 en horizontale langsliggers 8 en 9. Uerder zijn de dwarsliggers 4 en 5 met elkaar verbonden door tussen de 40 staanders 2 en 3 aangebrachte steunen 10.

8104030 Λ -4-

Tussen de staanders 2 en de steunen 10 is een ondersteu-ningsframe 11 aangebracht, bestaande uit een drietal kokerprofielen 12 die zich in lengterichting van het gestel uitstrek-ken en met hun onderoppervlak zijn bevestigd aan de dwarslig-5 gers 5. Op de kokerprofielen 12 is een zich over de gehele lengte van de inrichting uitstrekkende plaat 13 met opstaande zijflenzen 14 bevestigd. Over het bovenoppervlak van de plaat 13 loopt een eindloze band 15 die aan een uiteinde van de inrichting loopt over een door een motor 16 via een kettingu/iel-ig aandrijving 17 aangedreven rol 18 en aan het daartegenover lig-gende einde van de inrichting loopt over een keerrol 19. De eindloze band 15 u/ordt aan de onderzijde van de du/arsliggers 5 geleid over geleidingsrollen 20 die zijn bevestigd aan de onderzijde van de dwarsliggers 5. Op dezelfde u/ijze bevindt 15 zich tussen de staanders .3 en de steunen 10 een ondersteunings-orgaan 11' bestaande uit kokerprofielen 12' met de opstaande flenzen 14' en de eindloze band 15' die aan de onderzijde van de du/arsligger 5 u/ordt geleid over rollen 20'. De eindloze band 15' is verder geleid over in de tekening niet zichtbare 20 rollen 18' en 19', u/aarvan de rol 18' is aangedreven en de rol 19' een keerrol is, overeenkomstig de rollen 18 en 19. Bo-ven elk van de ondersteuningsorganen 11 en 11’ is een persor-gaan aangebracht, respectievelijk 21 en 21'. Een van deze pers-organen, 21, zal thans nader worden beschreven. Het persorgaan 25 21' is op identieke u/ijze uitgevoerd. Het persorgaan 21 omvat een frame van zich horizontaal over de gehele lengte van de inrichting uitstrekkende kokerprofielen 22, 23, 24 die onder-ling stijf met elkaar zijn verbonden via du/arsverbindingen 25.

In de u/eergegeven uitvoeringsvorm is de middelste koker 23 30 voorzien van stellen bevestigingsoren 30, waarbij telkens §§n stel bevestigingsoren 30 vast is bevestigd aan een horizontale pen 29 die op zijn beurt is bevestigd aan het ondereinde van een zuigerstang van §§n van een aantal verticale zuiger-cilindersamenstellen 28, die zijn bevestigd aan de bovenste 35 du/arsliggers 4..

Boven de kokerprofielen 22 en 24 zijn zich over de gehele lengte daarvan uitstrekkende opblaasbare luchtslangen 31 aangebracht, die zijn opgesloten tussen zich in du/arsrichting uitstrekkende en in lengterichting van de inrichting op af-40 stand van elkaar liggende staven 26 in het baanoppervlak van 8104030 -5- de kokerprofielen. Aan de onderzijde van de kokers 22, 23 en 24 bevinden zich zich over de gehele lengte daarvan uitstrek-kende opblaasbare slangen 32 die zijn opgesloten tussen de onderzijde van de kokers 22, 23 en 24 en een zich onder de 5 slangen uitstrekkende flexibele band 33 die met een uiteinde is bevestigd aan het ene uiteinde van de kokerprofielen 22, 23 en 24 en met het andere uiteinde aan het andere uiteinde van deze kokerprofielen 22, 23 en 24. De staven 26 en de flexibele band 33 zijn onderling met elkaar verbonden door verticale 10 staafjes 34. De luchtcilinders 28 zijn verbonden met een bron voor drukmedium, bijvoorbeeld perslucht of persolie. Voorts bevat de inrichting op zichzelf bekende, niet nader aangegeven middelen voor het beurtelings toelaten naar en het aflaten van lucht uit de luchtslangen 31 en 32. Het persorgaan 21* is op 15 exact dezelfde wijze uitgevoerd als beschreven aan de hand van het persorgaan 21.

De werking van de inrichting is als volgt. In de uit-gangspositie zijn de persorganen 21 en 21' door middel van de zuiger-cilindersamenstellen 28 en 28' in een bovenste positie. 20 Via de transportbanden 15 en 15' worden kaasvormen gevuld met samen te persen wrongel aangevoerd onder de persorganen 21 en 21’ totdat de ondersteuningsorganen 11 en 11' geheel zijn bezet door deze kaasvormen. Daarna worden de transportbanden 15 en 15’ stilgezet. In fig. 2 zijn in het linker gedeelte 25 kaasvormen met een grate omvang weergegeven en in het rechter gedeelte kaasvormen met een kleinere omvang. De weergegeven inrichting kan dus worden toegepast voor het tegelijkertijd persen van grote en kleine kazen. Nadat de ondersteuningsorganen zijn bezet met kaasvormen wordt aan de drukcilinders 28 en 30 28* drukmedium toegevoerd waardoor de zuigerstangen 27 en 27' naar beneden worden bewogen tezamen met de kokers 22, 23 en 24, 22', 23' en 24·, terwijl tegelijkertijd uit de slangen 31 lucht wordt afgelaten. De kokerprofielen 22, 23, 24, 22', 23', 24' worden naar beneden gewogen tezamen met de slangen 32 en 35 32' totdat de slangen met de flexibele banden 33 en 33' komen te liggen tegen de deksels van de kaasvormen waarna de druk in de drukcilinders 28 en 28' verder wordt opgebouwd tot een voorafbepaalde waarde. Daarna wordt de toevoer van drukmedium naar de cilinders afgesloten en worden de slangen 32 en 32' 40 opgeblazen, waarbij de kaasvormen onder een voorafbepaalde 8104030 -6- •i ^ druk worden gezet en enige tijd onder deze druk worden gehou-den. Na verloop van een voorafbepaalde tijd wordt lucht uit de slangen 32 en 32' afgelaten en wordt aan de slangen 31 lucht toegevoerd. De staven 26 en 26' worden hierdoor, tezamen 5 met de flexibele banden 33 en 33' omhooggedrukt, waardoor de slangen 32 volledig worden leeggedrukt terwijl de kokerprofie-len 22, 23, 24, 22', 23', 24' onder invloed van hun eigen ge-wicht weer komen te rusten op de bovenkant van de deksels van de kaasvormen. Hierna kan de druk in de drukcilinders 28 en 28' 10 verder worden opgevoerd tot een voorafbepaalde hogere druk waarna de slangen 31 en 31* worden geledigd en de slangen 32 en 32' weer worden opgeblazen. Deze cyclus kan zich verschillen-de keren herhalen. Nadat de totale perscyclus is beeindigd en de slangen 32 en 32' weer op de hiervoor beschreven wijze via 15 de slangen 31 en 31' volledig zijn geledigd kunnen de kaasvormen met de transportbanden 15 en 15 * uit de inrichting worden verwijderd.

De slangen 32 en 32’ zorgen in opgeblazen toestand voor een vereffening van eventuele drukverschillen ten gevolge van 20 verschillen in hoogten van de vulling van de kaasvormen, zo-als kan worden gezien in fig. 1, waarin de daarin weergegeven zich in lengterichting uitstrekkende slang 32 ten gevolge van hoogteverschillen in de vormvullingen ongelijkmatig is samen-gedrukt, waarbij vereffening van de drukkrachten over de leng-25 te van de slang plaatsvindt.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven aan de hand van de tekening beschreven uitvoeringsvorm rnaar strekt zich tevens uit tot gewijzigde uitvoeringsvormen welke vallen binnen het kader van de uitvinding. Zo kunnen de zuiger-30 cilindersamenstellen zijn vervangen door druk uitoefenende balgconstructies, welke worden bediend door persgas. Verder kunnen de kokers 22, 23, 24 etc. zijn vervangen door een drukplaat die aan de onderzijde is voorzien van. een elastisch vervormbare bekleding, bijvoorbeeld uit opgeschuimde kunststof-35 of rubber materiaal met gesloten celstructuur, waarmede even-eens vereffening van drukkrachten kan plaatsvinden. In dat ge-val zijn de slangai 32,32' en 31 en 31' niet aanwezig.

Verder kan de inrichting zijn samengesteld uit έέη of meerdere units, waarbij elke unit is bestemd voor het persen 40 van kazen met een bepaalde afmeting en vormv 8104030

Claims (7)

1. Inrichting voor het stapsgewijs onder toenemende druk persen van samenpersbare produkten, in het bijzonder van kaas, welke inrichting is voorzien van ten minste §§n zich over nage- noeg de gehele lengte van de inrichting uitstrekkend stijf 5 ondersteuningsorgaan van de te persen produkten en van boven het ondersteuningsorgaan geplaatste druk uitoefenende midde- *len, met het kenmerk, dat de druk uitoefenende middelen bestaan uit een zich over de gehele lengte van het ondersteuningsorgaan ononderbroken uitstrekkende, in hoogte- 10 richting verplaatsbaar, stijf drukorgaan, voorzien van midde- » len voor het stapsgeu/ijs onder toenemende druk naar benenden drukken van dit orgaan, terwijl het naar het ondersteuningsorgaan gekeerde oppervlak van het drukorgaan is voorzien van een elastisch vervormbare bekleding, zodanig dat verschillen 15 in plaatselijke drukkrachten op de te persen produkten ten ge-volge van hoogteverschillen daarin tijdens het persen worden vereffend.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met hetken-m e r k, dat het drukorgaan bestaat uit een stijf framewerk 20 dat met zijn bovenoppervlak is bevestigd aan de zuigerstangen van een aantal verticale aan de bovenzijde van het gestel van de inrichting gemonteerde zuiger-cilindersamenstellen die zijn aangesloten op een bron van drukmedium.

3. Inrichting volgens conclusies 1 en 2, met het 25 k e n m e r k, dat de elastisch vervormbare bekleding van het onderoppervlak van het drukorgaan is gevormd uit een of meer naast elkaar liggende zich ononderbroken over de gehele lengte van het drukorgaan uitstrekkende opblaasbare luchtslangen, die zijn aangesloten op een bron van perslucht, welke slangen 30 zijn opgesloten tussen het genoemde oppervlak van het drukorgaan en een zich langs de onderkant van de slangen uitstrekkende flexibele band.

4. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het naar het ondersteuningsorgaan toegekeerde 35 oppervlak van het drukorgaan is bekleed met een matras uit elastisch vervormbaar materiaal.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de laag uit elastisch vervormbaar materiaal bestaat uit geschuimd rubber met gesloten celstructuur. 8104030 ' -8- %

6. Inrichting volgens conclusie 5, m e t h e t k e n-m e r k, dat de laag uit elastisch vervormbaar materiaal be-staat uit opgeschuimd kunststofmateriaal met gesloten cel-structuur. 5

7. Inrichting volgens conclusies 5 t/m 7, m e t h e t k e n m e r k, dat de laag uit opgeschuimd materiaal aan de vrij liggende zijden is bekleed met een dunne laag uit dicht materiaal. o 8104030