NL8602493A

NL8602493A - Lijnentalhalveerschakeling voor een bemonsterd geinterlineerd televisiesignaal.

Info

Publication number: NL8602493A
Application number: NL8602493A
Authority: NL
Original assignee: Philips Nv
Priority date: 1986-10-03
Filing date: 1986-10-03
Publication date: 1988-05-02
Also published as: JPS6395789A; US4766494A; EP0262740A1

Description

Η ‘ # PHN 11.889 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven. Lijnentalhalveerschakeling voor een bemonsterd geïnterlinieerd televisiesignaal.

De uitvinding heeft betrekking op een lijnentalhalveerschakeling voor een bemonsterd geïnterlinieerd televisiesignaal ter verkrijging van een in lijnental gehalveerd en in aantal signaalmonsters per lijn verdubbeld geïnterlinieerd 5 televisiesignaal waarbij de bemonstering in het in lijnental te halveren bemonsterde televisiesignaal van lijn tot lijn honderdtachtig graden en van raster tot raster negentig graden verschoven is en waarbij de verdubbeling van het aantal signaalmonsters per lijn wordt verkregen door het plaatsen van signaalmonsters van bij het in lijnental halveren 10 vervallen lijnen van een raster tussen signaalmonsters van bij het in lijnental halveren gehandhaafde en in tijdsduur verlengde lijnen van dat raster.

In Neues aus der Technik, 1986, nr. 2, pagina 6 is de functie van een lijnentalhalveerschakeling van de bovengenoemde soort 15 beschreven .

Bij de toepassing van een dergelijke lijnentalhalveerschakeling blijkt een weergegeven geïnterlinieerd beeld met het halve lijnental van het oorspronkelijke beeld de indruk te geven dat er een, zij het geringe, paarvorming optreedt.

20 De uitvinding heeft ten doel dit verschijnsel te voorkomen.

Een lijnentalhalveerschakeling van de in de aanhef genoemde soort heeft daarom tot kenmerk dat de lijnentalhalveerschakeling is ingericht voor het in één van de twee rasters van elk 25 beeld tussen de opvolgende signaalmonsters van de gehandhaafde lijnen plaatsen van afwisselend een in horizontale positie tussenliggend signaalmonster van de erboven liggende en van de eronder liggende vervallen lijn van dat raster.

Door deze maatregel wordt nu in het in lijnental 30 gehalveerde televisiesignaal in elk raster informatie verkregen die gemiddeld in positie overeenkomt met die in het in lijnental te halveren televisiesignaal waardoor de indruk van paarvorming bij de weergave van 1602493 PHN 11.889 2 een beeld met het halve lijnental van het oorspronkelijke beeld niet meer optreedt. De compatibiliteit wordt hierdoor verbeterd terwijl de mogelijkheid tot een verbeterde weergave door middel van de toepassing van een lijnentalverdubbeling en een herschikking van de signaalmonsters 5 overeenkomstig die in het oorspronkelijke bemonsterde televisiesignaal wordt behouden.

De uitvinding zal nu aan de hand van de tekening worden toegelicht.

In de tekening illustreert: 10 Figuur 1 de herschikking van de televisiesignaalmonsters van een in lijnental te halveren naar die van een in lijnental gehalveerd televisiesignaal te verkrijgen met een lijnentalhalveerschakeling volgens de uitvinding en

Figuur 2 met een blokschema een 15 lijnentalhalveerschakeling volgens de uitvinding waarmee de herschikking van de signaalmonsters volgens figuur 1 kan worden verkregen.

In figuur 1 is in de linkerhelft een gedeelte van een aantal lijnen 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13 van een in lijnental te halveren en in de rechterhelft een gedeelte van een aantal 20 lijnen van een in lijnental gehalveerd bemonsterd televisiesignaal geschetst. De getrokken lijnen zijn van een eerste raster, de streeplijnen van een tweede raster van een geïnterlinieerd beeld. Als voorbeeld kan de linkerhelft behoren tot een 1250 lijnen geïnterlinieerd beeld van 50 rasters en dus 25 beelden per seconde en 25 de rechterhelft tot een 625 lijnen geïnterlinieerd beeld eveneens van 50 rasters en dus 25 beelden per seconde.

De signaalmonsters van de televisiesignalen van een eerste raster van een beeld zijn aangegeven met kruisjes, die van een tweede raster van dat beeld met cirkeltjes. De bemonstering van het in 30 lijnental te halveren televisiesignaal is van lijn tot lijn hondertachtig graden verschoven en van raster tot raster negentig graden. De signaalmonsters in de linkerhelft hebben een letteraanduiding a, b, c of d. Bij het in lijnental halveren worden de signaalmonsters van bij het halveren vervallen lijnen tussen die van gehandhaafde, in 35 tijdsduur verdubbelde, lijnen geschoven zodat de in tijdsduur verlengde lijnen van het lijnental gehalveerde beeld in totaal hetzelfde aantal signaalmonsters en dus dezelfde hoeveelheid informatie bevatten als het 8602493 « PHN 11.889 3 in lijnental te halveren beeld en dus per lijn twee keer zo veel.

In de rechterhelft zijn de signaalmonsters met een cijfer aangeduid dat aangeeft uit welk lijnnummer van de linkerhelft ze afkomstig zijn en met een letter die aangeeft welk monster van de 5 betreffende lijn het is.

In het eerste raster worden bij de lijnentalhalvering tussen de monsters van de lijn met het nummer 3, 7, ... afwisselend een monster van de erboven liggende lijn met het nummer 1, 5, ... en van de eronder met het nummer 5, 9, ... geschoven waardoor de positie van de 10 samengestelde lijn in de rechterhelft overeenkomt met die van de lijn met het nummer 3,7, ... in de linkerhelft.

In het tweede raster worden bij de lijnentalhalvering de monsters van de lijn met het nummer 0, 4, ... tussen die van de lijn met het nummer 2, 6, ... geschoven zodat de positie van de samengestelde 15 lijn in de rechterhelft overeenkomt met de gemiddelde positie van de lijnen 0, 2,; 4, 6; ... in de linkerhelft. Er treedt dan in een weergegeven beeld geen paarvorming op. In een schakeling waarmee de lijnentalhalvering plaatsvindt moet er dan verder nog voor worden gezorgd dat de tijdvakken waarin de monsters van de samengestelde lijnen 20 worden afgegeven overeenkomen met die passend in twee geïnterlinieerde rasters.

Een dergelijke schakeling is geschetst in figuur 2.

In figuur 2 wordt aan een ingang 21 van een inschrijfschakelaar 23 het in lijnental te halveren bemonsterde 25 televisiesignaal, zoals dat geschetst is in de linkerhelft van figuur 1, toegevoerd. De inschrijfschakelaar 23 heeft vier standen die onder invloed van een aan een ingangscombinatie 25 toegevoerde, van een impulsgenerator 24 afkomstige, schakelsignaalcombinatie achtereenvolgens elk gedurende een lijntijd van het aan de ingang 21 toegevoerde 30 televisiesignaal worden ingenomen waarna deze cyclus zich steeds herhaalt. Een uitgang 27 respektievelijk 29, 31, 33 van de inschrijfschakelaar 23 wordt dan achtereenvolgens met de ingang 21 ervan verbonden waardoor het televisiesignaal aan een ingang van een lijngeheugen A respektievelijk B, C, D wordt toegevoerd.

35 Tijdens het toevoeren van het televisiesignaal aan het geheugen A respektievelijk B, C, D ontvangt dit aan een ingang 35 respektievelijk 37, 39, 41 van de impulsgenerator 24 een 8602493 PHN 11.889 4 inschrijfkloksignaal van een aan de bemonstering van het in het betreffende geheugen te schrijven televisiesignaal aangepaste phase.

De uitgang van het lijngeheugen A ligt aan een uitleesschakelaar 43, die van het lijngeheugen B aan een tweetal 5 uitleesschakelaars 45, 47 die van het lijngeheugen C aan een uitleesschakelaar 49 en die van het lijngeheugen D aan een tweetal uitleesschakelaars 51, 53.

De andere aansluiting van de uitleesschakelaar 43 respektievelijk 49 ligt aan de ingang van een lijngeheugen E 10 respektievelijk F waarvan de uitgang aan een uitleesschakelaar 55 respektievelijk 57 ligt en waarvan een kloksignaalingang 56 respektievelijk 58 van de impulsgenerator 24 een inschrijf- of uitleeskloksignaal krijgt toegevoerd.

De uitleesschakelaars 43, 45, 47, 49, 51, 53, 55 en 57 15 worden tegelijk door een van een uitgang 59 van de impulsgenerator 24 verkregen schakelsignaal bediend en nemen gedurende de eerste lijn van het eerste raster van het in lijnental te halveren televisiesignaal de getekende bovenste stand in, gedurende de volgende twee lijnen de niet getekende onderste stand, vervolgens weer gedurende twee lijnen de 20 bovenste en gedurende de volgende twee lijnen de onderste, en zo verder. In het tweede raster van het in lijntal te halveren televisiesignaal nemen deze uitleesschakelaars gedurende eerste twee lijnen de bovenste stand, gedurende de volgende twee lijnen de onderste, gedurende de daaropvolgende twee lijnen weer de bovenste stand in en zo 25 verder.

De andere aansluiting van de uitleesschakelaar 55 respektievelijk 57 ligt aan een rasterkiesschakelaar 60 respektievelijk 61 waarvan de andere aansluiting aan een ingang 63 respektievelijk 65 van een monsterkiesschakelaar 67 ligt. Een verdere ingang 69 30 respektievelijk 71 van de monsterkiesschakelaar 67 ligt aan de ingang van het lijngeheugen E respektievelijk F en aan een rasterkiesschakelaar 73 respektievelijk 75 waarvan de andere aansluiting aan de ingang 63 respektievelijk 65 van de monsterkiesschakelaar 67 ligt.

Een ingang 77 respektievelijk 79 van de 35 monsterkiesschakelaar 67 ligt aan een eerste respektievelijk tweede paar rasterschakelaars 81, 83 respektievelijk 85, 87 die anderzijds verbonden zijn met de uitleesschakelaars 45, 47 respektievelijk 51, 53.

8602493 « PHN 11.889 5

De rasterschakelaars 60, 73, 81, 83, 61, 75, 85 en 87 worden door een rasterschakelsignaal afkomstig van een uitgang 89 van de impulsgenerator 24 gelijktijdig bediend en nemen gedurende het eerste raster van een beeld van het in lijnental te halveren televisiesignaal 5 de getekende bovenste stand aan en gedurende het tweede raster de niet getekende onderste stand.

De monsterkiesschakelaar 67 neemt onder invloed van een aan een ingang 91 toegevoerde, van de impulsgenerator 24 afkomstige, signaalcombinatie periodiek achtereenvolgens de volgende van de vier 10 mogelijke standen aan in het ritme waarmee de signaalmonsters optreden waardoor een uitgang 93 van de monsterkiesschakelaar periodiek achtereenvolgens wordt verbonden met zijn ingangen 63 en 65 respektievelijk 77 en 79, 69 en 71, 77 en 79.

De gang van zaken wordt duidelijkheidshalve in de 15 onderstaande tabel toegelicht waarin de nummering van de lijnen en rasters van figuur 1 wordt aangehouden en waarin de bovenste stand van een schakelaar de benaming H, de onderste stand de benaming L en de tweede respektievelijk derde stand van de inschrijfschakelaar 23 de benaming MH respektievelijk ML heeft.

8602493 PHN 11.889 6

Raster Lijn 'Stand In- Stand Inschrijven Stand Uitlezing nr. scha- schrij- uit- van ge- ras- naar mons- ke- ven van lees- heugen ter- terkies- laar geheu- scha- E, F kies- schakelaar 23 gen ke- scha- 67 A, B, laars ke- C, D laars

Eerste 1 H A H - H

,, 3 ΜΗ B L E uit A( 1) H

„5 ML C L ,, ,, ,, H

,, 7 L D H F uit C( 5) H E( 1), B(3) ,C( 5)

ii 9 H A H 11 11 11 H

,, 11 ΜΗ B L E Uit A(9) H F(5),D(7),A(9)

ii 13 ML C L i i i i 11 H

,, 15 L D H F uit C(13) H E(9),B(11),C(13)

Tweede 0 H A H - L

,, 2 ΜΗ B H - L

,, 4 ML C L - L A(0), B (2)

,, 6 L DL- L

,, 8 H AH- L C(4),D(6)

,, 10 ΜΗ B H - L

,, 12 ML C L - L AC8) ,D( 10)

,, 14 L D L - L

8602493 * PHN 11.889 7

Bij de uitlezing van de geheugens is tussen haakjes aangegeven uit welk lijnnummer van figuur 1 de uitgelezen informatie afkomstig is. Doordat in het tweede raster de uitlezing van de geheugens naar de monsterkiesschakelaar 67 een lijntijd van het in lijnental te 5 halveren televisiesignaal, dat is een halve lijntijd van het in lijnental gehalveerde televisiesignaal, eerder begint dan in het eerste raster wordt een juiste onderlinge tijdsindeling van de rasters verkregen.

Als van het in lijnental te halveren televisiesignaal het 10 tweede raster lager ligt dan het eerste kan dezelfde schakeling worden gebruikt, als de bewerking van de rasters onderling worden verwisseld ten opzichte van de boven aangegeven bewerkingen.

Het zal duidelijk zijn dat de functies van de schakelaars door verschillende combinaties van schakelaars kunnen worden vervuld.

8602493

Claims

¥ PHN 11.889 8 Lijnentalhalveerschakeling voor een bemonsterd geïnterlinieerd televisiesignaal ter verkrijging van een in lijnental gehalveerd en in aantal signaalmonsters per lijn verdubbeld geïnterlinieerd televisiesignaal waarbij de bemonstering in het in 5 lijnental te halveren bemonsterde televisiesignaal van lijn tot lijn honderdtachtig graden en van raster tot raster negentig graden verschoven is en waarbij de verdubbeling van het aantal signaalmonsters per lijn wordt verkregen door het plaatsen van signaalmonsters (Oa, Ob; 4a, 4b; 8a, 8b) van bij het in lijnental halveren vervallen lijnen van 10 een raster (0, 4, 8) tussen signaalmonsters (2a, 2b; 6a, 6b; 10a, 10b) van bij het in lijnental halveren gehandhaafde en in tijdsduur verlengde lijnen van dat raster (2, 6, 10), met het kenmerk, dat de lijnentalhalveerschakeling is ingericht voor het in één van de twee rasters van elk beeld tussen de opvolgende signaalmonsters (3a, 3b; 7a, 15 7b; 11a, 11b) van de gehandhaafde lijnen (3, 7, 11) plaatsen van afwisselend een in horizontale positie tussenliggend signaalmonster van de erboven (1a, 1c; 5a, 5c; 9a, 9c) liggende (1, 5, 9) en van de eronder liggende (5b; 9b; 13b) vervallen lijn (5, 9, 13) van dat raster. 8602493