NL8602329A - Vertragingsschakeling voorzien van alles-doorlatende netwerken. - Google Patents

Vertragingsschakeling voorzien van alles-doorlatende netwerken. Download PDF

Info

Publication number
NL8602329A
NL8602329A NL8602329A NL8602329A NL8602329A NL 8602329 A NL8602329 A NL 8602329A NL 8602329 A NL8602329 A NL 8602329A NL 8602329 A NL8602329 A NL 8602329A NL 8602329 A NL8602329 A NL 8602329A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
transconductor
input
output
delay circuit
terminal
Prior art date
Application number
NL8602329A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL8602329A priority Critical patent/NL8602329A/nl
Priority to US07/094,471 priority patent/US4853651A/en
Priority to DE8787201728T priority patent/DE3782992T2/de
Priority to EP87201728A priority patent/EP0260753B1/en
Priority to JP62228656A priority patent/JP2790278B2/ja
Priority to KR87010154A priority patent/KR960006642B1/ko
Publication of NL8602329A publication Critical patent/NL8602329A/nl
Priority to US07/314,294 priority patent/US4918402A/en

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H03ELECTRONIC CIRCUITRY
    • H03HIMPEDANCE NETWORKS, e.g. RESONANT CIRCUITS; RESONATORS
    • H03H11/00Networks using active elements
    • H03H11/02Multiple-port networks
    • H03H11/28Impedance matching networks
    • HELECTRICITY
    • H03ELECTRONIC CIRCUITRY
    • H03HIMPEDANCE NETWORKS, e.g. RESONANT CIRCUITS; RESONATORS
    • H03H11/00Networks using active elements
    • H03H11/02Multiple-port networks
    • H03H11/04Frequency selective two-port networks
    • HELECTRICITY
    • H03ELECTRONIC CIRCUITRY
    • H03HIMPEDANCE NETWORKS, e.g. RESONANT CIRCUITS; RESONATORS
    • H03H11/00Networks using active elements
    • H03H11/02Multiple-port networks
    • H03H11/16Networks for phase shifting
    • H03H11/18Two-port phase shifters providing a predetermined phase shift, e.g. "all-pass" filters
    • HELECTRICITY
    • H03ELECTRONIC CIRCUITRY
    • H03HIMPEDANCE NETWORKS, e.g. RESONANT CIRCUITS; RESONATORS
    • H03H11/00Networks using active elements
    • H03H11/02Multiple-port networks
    • H03H11/26Time-delay networks

Landscapes

  • Networks Using Active Elements (AREA)
  • Cable Transmission Systems, Equalization Of Radio And Reduction Of Echo (AREA)
  • Filters That Use Time-Delay Elements (AREA)

Description

1 92 PHN 11.869 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken "Vertragingsschakeling voorzien van alles-doorlatende netwerken".
De uitvinding heeft betrekking op een vertragingsschakeling die is voorzien van ten minste één allesdoorlatend netwerk, dat is voorzien van een ingangsklem voor het toevoeren van een ingangssignaal, een uitgangsklem voor het afnemen van 5 een uitgangssignaal en een referentieklem voor het voeren van een referentiepotentiaal en dat een ten minste tweede-orde filtersectie bevat, die wordt gevormd door drie transconductors, die elk zijn voorzien van een eerste en een tweede ingang en een eerste en een tweede uitgang, waarbij de eerste ingang van elk van de drie 10 transconductors is gekoppeld met de referentieklem, de tweede ingang van de eerste transconductor is gekoppeld met de ingangsklem, de tweede ingang van de tweede transconductor is gekoppeld met de tweede uitgang van de eerste en met de eerste uitgang van de derde transconductor, de tweede ingang van de derde transconductor is gekoppeld met de tweede 15 uitgang van de tweede transconductor en met de uitgangsklem en welke filtersectie voorts is voorzien van een eerste condensator tussen de tweede ingangen van de eerste en de tweede transconductor en een tweede condensator tussen de ingangen van de eerste en de derde transconductor.
Een dergelijke vertragingsschakeling kan toegepast worden 20 voor groeplooptijdkorrektie van filters, als vertragingslijn met al of niet instelbare vertragingstijd en in adaptieve filters.
Een dergelijke schakeling is bekend uit het artikel "Integration of Analog Filters in a Bipolar Process "IEEE Jnl. of Solid State Circuits, Vol SC-17, No. 4. August 1982 p. 713-722. Een 25 transconductor is een spanningsgestuurde stroombron, waarbij de evenredigheidsfactor tussen de uitgangsstroom en de ingangsspanning wordt gegeven door de transconductantie. Met een transconductor kan een weerstand worden nagebootst, terwijl twee gekoppelde transconductors een gyrator kunnen vormen, waarmee met behulp van een condensator een 30 inductantie kan worden nagebootst. Met transconductors en condensators kunnen dan ook alle filterschakelingen worden gerealiseerd, die ook met conventionele spoelen, condensators en weerstanden kunnen worden 8 602329 $ PHN 11.869 2 c vervaardigd. Zo is het uit bovengenoemd artikel ook bekend, dat met transconductors en condensators alles-doorlatende netwerken kunnen worden gevormd. In figuur 15 van bovengenoemd artikel worden een met deze elementen opgebouwd eerste-orde en tweede-orde netwerk 5 weergegeven. De transconductors zijn daarbij met één gang aan massa gelegd en alle condensators zijn daarbij zwevend uitgevoerd. Voor het vertragen van signalen met een relatief grote bandbreedte zijn ten minste tweede-orde alles-doorlatende netwerken benodigd om over de gehele bandbreedte de afwijkingen van de gewenste vertragingstijd 10 relatief klein te houden. Een bezwaar van dergelijke tweede-orde alles-doorlatende netwerken is, dat parasitaire effecten bijvoorbeeld ten gevolge van parasitaire capaciteiten resonantieverschijnselen vertonen. De versterking van het alles-doorlatende netwerk is dan niet over de gehele bandbreedte van het signaal gelijk aan één en er 15 treden relatief grote, frequentieafhankelijke afwijkingen van de gewenste vertragingstijd op.
Het is dan ook het doel van de uitvinding om een vertragingsschakeling voorzien van ten minste één alles-doorlatend netwerk aan te geven, waarin de parasitaire effecten minder opslingering 20 vertonen. Een vertragingsschakeling van een in de aanhef genoemde soort wordt volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de filtersectie is voorzien van een derde condensator, welke is aangebracht tussen de tweede ingangen van de tweede en de derde transconductor. Door deze derde condensator worden de resonantieverschijnselen verkleind, zodat de 25 versterking over de gehele bandbreedte van het te vertragen signaal beter gelijk is aan één en de afwijkingen van de gewenste vertragingstijd zo klein mogelijk zijn.
Een uitvoeringsvorm van een vertragingsschakeling volgens de uitvinding kan worden gekenmerkt, doordat het alles-doorlatende 30 netwerk voorts is voorzien van een eerste-orde filtersectie, die tesamen met de tweede-orde filtersectie een derde-orde filtersectie vormt, welke eerste-orde filtersectie wordt gevormd door een vierde transconductor met een eerste en een tweede ingang en een eerste en een tweede uitgang en een vierde condensator. Door de alles-doorlatende netwerken als derde-35 orde netwerken uit te voeren, kunnen de afwijkingen van de gewenste vertragingstijd worden verkleind ten opzichte van die welke bij tweede orde netwerken optreden. Bij deze uitvoeringsvorm kan de gevoeligheid 8602329 &. .........
PHN 11.869 3 voor het optreden van resonantieverschijnselen verder worden verkleind, indien deze verder wordt gekenmerkt, doordat van de vierde transconductor de eerste ingang met de referentieklem, de tweede ingang met de tweede uitgang van de derde transconductor, de eerste uitgang met 5 de tweede ingang van de derde transconductor en de tweede ingang met de uitgangsklem van het netwerk is gekoppeld en doordat de vierde condensator tussen de tweede ingangen van de derde en de vierde transconductor is aangebracht en doordat de derde-orde filtersectie voorts is voorzien van een vijfde condensator, welke is aangebracht 10 tussen de tweede ingangen van de tweede en de vierde transconductor en eventueel van een zesde condensator, welke is aangebracht tussen de tweede ingangen van de eerste en de vierde transconductor.
De afwijkingen van de gewenste vertragingstijd kunnen ook worden verkleind door een alles-doorlatend netwerk niet uit één maar 15 uit een cascade-schakeling van ten minste twee tweede-orde filtersecties op te bouwen, waarbij de derde transconductor van de eerste sectie en de eerste transconductor van de tweede sectie één gemeenschappelijke transconductor vormen.
Indien de vertragingsschakeling volgens de uitvinding een 20 aantal in cascade geschakelde alles-doorlatende netwerken bevat, dan kan deze volgens een verdere uitvoeringsvorm worden gekenmerkt, doordat telkens de met een uitgangsklem verbonden transconductor van een alles-doorlatend netwerk en de met de ingangsklem verbonden transconductor van een daarop volgend alles-doorlatend netwerk één gemeenschappelijke 25 transdconductor vormen. Een verdere uitvoeringsvorm van een vertragingsschakeling volgens de uitvinding kan worden gekenmerkt, doordat de eerste uitgang van de met de ingangsklem verbonden transconductor van het eerste alles doorlatende netwerk van de vertragingsschakeling is verbonden met de referentieklem. Nog weer een 30 verdere uitvoeringsvorm kan worden gekenmerkt, doordat de uitgangsklem van het laatste allesdoorlatende netwerk van de vertragingsschakeling is verbonden met de tweede ingang van de met de uitgangsklem verbonden transconductor.
Bij de vertragingsschakeling volgens de uitvinding kan 35 volgens een nadere uitvoeringsvorm elk van de transconductors worden gevormd door een gelineariseerde verschilversterker, welke ten minste twee emittergekoppelde transistors met een instelstroombron bevat, 8602329 ί *» ΡΗΝ 11.869 4 waarbij de bases van de transistors de eerste en de tweede ingang en de kollektors de eerste en de tweede uitgang vormen. Daarbij kunnen de eerste en de tweede uitgang van elke transconductor worden belast door een stroombron.
5 Bij de voorgaande vertragingsschakelingen is één van de ingangen van de transconductors van het alles-doorlatenck netwerk met massa verbonden en wordt van beide uitgangen van de transconductors signaalstroom afgenomen. Door analyse van deze schakelingen is gebleken, dat dezelfde werking van de schakelingen ook wordt verkregen indien 10 beide ingangen van de transconductor zwevend zijn en van slechts één van de uitgangen signaalstroom wordt afgenomen. In dat geval kan een vertragingsschakeling die is voorzien van ten minste één allesdoorlatend netwerk, dat is voorzien van een ingangsklem voor het toevoeren van een ingangssignaal, een uitgangsklem voor het afnemen van 15 een uitgangssignaal en een referentieklem voor het voeren van een referentiepotentiaal en dat ten minste een tweede-orde filtersectie bevat, die wordt gevormd door drie transconductors, die elk zijn voorzien van een eerste en een tweede ingang en een eerste en een tweede uitgang, en door een eerste en een tweede condensator worden gekenmerkt 20 doordat de eerste ingang van de eerste transconductor met de ingangsklem, de eerste ingang van de tweede transconductor met de eerste uitgang van de eerste transconductor, de eerste uitgang van de tweede transconductor met de tweede ingang van de eerste transconductor én de eerste ingang van de derde transconductor en de tweede ingang van de 25 tweede transconductor met de eerste uitgang van de derde transconductor is gekoppeld en doordat de eerste condensator tussen de eerste uitgangen van de eerste en de tweede transconductor en de tweede condensator tussen de eerste uitgangen van de eerste en de derde transconductor is aangebracht en dat voorts een derde condensator is aangebracht tussen de 30 eerste uitgangen van de tweede en de derde transconductor. De derde condensator vermindert ook bij deze realisatievorm de gevoeligheid voor het optreden van resonantieverschijnselen.
Ook bij deze opbouw van de vertragingsschakeling kan elk alles-doorlatend netwerk worden voorzien van een eerste-orde 35 filtersectie, die tesamen met de tweede-orde filtersectie een derde-orde filtersectie vormt, waarbij de eerste-orde filtersectie wordt gevormd door een vierde transconductor met een eerste en een tweede ingang en 8602329 PHN 11.869 5 een eerste en een tweede uitgang en door een vierde condensator. Ook bij deze vertragingsschakeling kan de gevoeligheid voor het optreden van resonantieverschijnselen verder worden verlaagd, indien de vertragingsschakeling wordt gekenmerkt, doordat van de vierde 5 transconductor de eerste ingang met de eerste uitgang van de derde transconductor en de eerste uitgang met de tweede ingang van de derde transconductor is gekoppeld en dat de vierde condensator is aangebracht tussen de eerste uitgangen van de derde en de vierde transconductor en dat de derde orde sectie is voorzien van een vijfde condensator, welke 10 is aangebracht tussen de eerste uitgangen van de tweede en de vierde transconductor en van een zesde condensator, welke is aangebracht tussen de eerste uitgangen van de eerste en de vierde transconductor.
Volgens een andere uitvoeringsvorm kan elk alles-doorlatend netwerk ook worden gevormd door een cascade van twee twee-15 orde filtersecties, waarbij de derde transconductor van de eerste sectie en de eerste transconductor van de tweede sectie één gemeenschappelijke transconductor vormen.
Indien de vertragingsschakeling uit een aantal in cascade geschakelde netwerken is opgebouwd kunnen volgens een verdere 20 uitvoeringsvorm telkens de met de uitgangsklem verbonden transconductor van een netwerk en de met de ingangsklem verbonden transconductor van een daarop volgend netwerk één gemeenschappelijke transconductor vormen.
Bij deze vertragingsschakelingen kan volgens een nadere 25 uitvoeringsvorm elk van de transconductors worden gevormd door een gelineariseerde verschilversterker, welke ten minste twee emittergekoppelde transistors met een instelstroombron bevat, waarbij de bases van de transistors de eerste en de tweede ingang en de kollektors de eerste en de tweede uitgang vormen. Hierbij kunnen deze eerste en 30 tweede uitgang van elke transconductor met elkaar zijn gekoppeld door middel van een stroomspiegel of door middel van een negatieve immittantie converter.
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van bijgaande tekening, waarin 35 figuur 1a een principe-schema van vertragingslijn voorzien van een vertragingsschakeling toont, figuur 1b een principe-schema van een transversaal filter 8602329 ΡΗΝ 11.869 6 ί voorzien van een vertragingsschakeling toont, figuur 2a een vertragingsschakeling volgens de uitvinding met een eerste uitvoeringsvorm van een tweede-orde alles-doorlatend netwerk toont, 5 figuur 2b een schakeling ter verklaring van de opbouw van de schakeling van figuur 2a toont, figuur 3a een vertragingsschakeling volgens de uitvinding met twee in cascade geschakelde tweede-orde netwerken volgens figuur 2a toont, 10 figuur 3b een schakeling ter verklaring van de opbouw van de schakeling van figuur 3a toont, figuur 4 een vertragingsschakeling volgens de uitvinding met een eerste uitvoeringsvorm van de derde-orde alles-doorlatend netwerk toont, 15 figuur 5 een vertragingsschakeling volgens de uitvinding met een verbeterde eerste uitvoeringsvorm van een derde-orde alles-doorlatend netwerk toont, figuur 6 een transconductor voor de vertragingsschakelingen volgens de uitvindingen toont, 20 figuur 7 de schakeling van figuur 5 voorzien van transconductors volgens figuur 6 toont, figuur 8a, b en c enige schakelingen ter analyse van de schakeling van figuur 2a tonen, figuur 8d een vertragingsschakeling volgens de uitvinding 25 met een tweede uitvoeringsvorm van een alles-doorlatend netwerk toont, figuur 9a een vertragingsschakeling volgens de uitvinding met twee in cascade geschakelde tweede-orde netwerken volgens figuur 8d toont, figuur 9b een vertragingsschakeling volgens de uitvinding 30 met een tweede uitvoeringsvorm van een derde-orde alles-doorlatend netwerk toont, figuur 9c een vertragingsschakeling volgens de uitvinding met een verbeterde tweede uitvoeringsvorm van een derde-orde netwerk toont, 35 figuur 10a een eerste uitvoeringsvorm van een transconductor voor de vertragingsschakelingen van figuur 8d en figuur 9 toont,
8 6 0 2 3 2 S
έ ΡΗΝ 11.869 7 figuur 10b een tweede uitvoeringsvorm van een transconductor voor de vertragingsschakelingen van figuur 8d en figuur 9 toont, figuur 11a een eerste nadere uitvoeringsvorm van de 5 schakleing van figuur 10b toont, figuur 11b een tweede nadere uitvoeringsvorm van de schakeling van figuur 10b toont, en figuur 12 de schakeling van figuur 9c voorzien van transconductors volgens figuur 11a toont.
10 In figuur 1a is het principe-schema van een vertragingsüjn weergegeven, waarvoor de vertragingsschakeüng volgens de uitvinding kan worden gebruikt. De vertragingslijn bevat een aantal alles-doorlatende netwerken Dj,----, Dn, die in cascade zijn geschakeld. Onder een alles-doorlatend netwerk wordt hierbij een netwerk 15 verstaan, waarvan over een zekere bandbreedte de versterking nagenoeg constant en gelijk aan één is. Elk netwerk (k=1,____,n) is voorzien van een ingangsklem ak, een uitgangsklem b^ en een referentieklem r^. De referentieklem r^ van elk netwerk is met een massaklem 3 verbonden. De ingangsklem a^ van elk netwerk Dk is 20 verbonden met de uitgangsklem b^.j van het voorafgaande netwerk Dk_j met uitzondering van de ingangsklem aj van het eerste netwerk Dj, die de ingangsklem van de vertragingslijn vormt, waaraan de ingangsspanning Vj^ wordt toegevoerd. Tussen de uitgangsklem bn van het laatste netwerk Dn en massaklem 3 is een belastingsweerstand 25 aangesloten, waarover de vertraagde ingangsspanning VQ wordt afgenomen. De vertragingstijd van elk van de netwerken D^ kan vast zijn, maar het is eveneens mogelijk de vertragingstijd instelbaar te maken door een stuuringang van elk van de netwerken op een regelcircuit 4 aan te sluiten.
30 In figuur 1b is het principe-schema van een transversaal filter weergegeven, waarin de vertragingsschakeüng volgens de uitvinding kan worden toegepast. Gelijke onderdelen zijn met dezelfde verwijzingscijfers als in figuur la aangegeven. Bij een dergelijk filter worden het ingangssignaal en de door de netwerken Dk vertraagde 35 signalen in weegmiddelen (k=o,1...,n) met een weegfaktor vermenigvuldigd en vervolgens in een sommator 5 opgeteld. Aan de uitgang hiervan verschijnt dan een uitgangssignaal, dat een gefilterde versie is 8602329 9 % PHN 11.869 8 van het ingangssignaal V^. Door de weegfaktoren instelbaar te maken kan een adaftief filter worden verkregen.
In figuur 2a is een uitvoeringsvorm van een alles-doorlatend netwerk voor een vertragingsschakeling volgens de uitvinding 5 weergegeven, waarbij dit netwerk wordt gevormd door een tweede-orde filtersectie. Om wille van de eenvoud zijn in de figuur alleen de signaalpaden van de schakeling weergegeven en zijn instelstroombronnen en dergelijke weggelaten. De tweede-orde filtersectie bevat drie gelijke transconductors G<|, G2 en G3, die zijn weergegeven door de 10 eenvoudigste uitvoeringsvorm daarvan, namelijk een verschilversterker met twee emittergekoppelde transistors, waarvan de bases de ingangen en de kollektors de uitgangen van de transconductor vormen. De eerste transconductor G^ wordt gevormd door de transistor T1 en T2» waarbij de basis van transistor T1 de eerste ingang 10 vormt, die met 15 massaklem 3 is verbonden en de basis van transistor T2 de tweede ingang 11, die is verbonden met de ingangsklem a^ van het netwerk, waaraan het ingangssignaal wordt toegevoerd. De kollektor van transistor Tt vormt de eerste uitgang 12 en de kollektor van transistor T2 vormt de tweede uitgang 13 van transconductor G^. De tweede 20 transconductor G2 wordt gevormd door de transistors T3 en T4, waarbij van transistor T3 de basis 14 met massaklem 3 en de kollektor 16 met de basis van transistor T2 is verbonden en waarbij de basis 15 van transistor T4 met de kollektor 13 van transistor T2 is verbonden. De derde transconductor G3 wordt gevormd door de 25 transistors T5 en Tg, waarbij de basis 18 van transistor T5 met de massaklem 3 en de kollektor 20 met de basis van transistor T4 is verbonden en waarbij de basis 19 van transistor Tg is verbonden met de kollektor 17 van transistor T4 en met de uitgangsklem b^ van het netwerk. Verder bevat het alles-doorlatende netwerk een eerste 30 condensator tussen de bases 11 en 15 van transistors T2 en T4 en een tweede condensator C3 tussen de bases 11 en 19 van transistors T2 en Tg. Het netwerk bevat voorts een derde condensator C2, die tussen de bases 15 en 19 van de transistors T4 en Tg is aangebracht. Het toevoegen van condensator C2 aan het tweede-orde 35 netwerk maakt, dat de resonantieverschijnselen in het netwerk beperkt worden doordat de parasitaire effecten bijvoorbeeld ten gevolge van parasitaire capaciteiten minder opslingering vertonen. Deze 8602329 PHN 11.869 9 parasitaire effecten veroorzaken onder meer een opslingering in de versterking, waardoor de amplitudekarakteristiek van het netwerk binnen het beoogde frequentiebereik niet zo vlak nogelijk en nagenoeg gelijk aan één is. Om de overdrachtskarakteristiek van het netwerk af te 5 leiden wordt aan de ingangsklem aj een spanning VI toegevoerd. De kollektor 12 van transistor wordt hierbij verbonden met massaklem 3. Het netwerk wordt verder belast door een belastingsweerstand, waartoe de kollektor 21 van transistor Tg met zijn basis 19 wordt verbonden.
Dat door deze laatste verbinding het netwerk inderdaad door een 10 weerstand wordt belast, wordt toegelicht aan de hand van figuur 2b. Hierin is alleen de laatste transconductor van het netwerk weergegeven. De kollektor van transistor Tg is daarbij met massaklem 3 verbonden. Tussen de uitgangsklem en massaklem 3 is een weerstand R aangebracht, die wordt gevormd door een aan transconductor G3 gelijke 15 transconductor met transistors T7 en Tg, waarvan de bases zijn verbonden met de kollektors. Omdat de bases van transistors Tg en Tg dezelfde spanning voeren, zal door weerstand R dezelfde stroom vloeien als door transconductor G3. De stroom door weerstand R wordt naar massaklem 3 afgevoerd, daar immer de kollektor van transistor Ίη met 20 massaklem 3 is verbonden. Transistor Tg levert enkel een stroom aan transistor Tg, daar de kollektor van transistor Tg met massaklem 3 is verbonden. Omdat de kollektorstromen van de transistors Tg en T7 toch verder niet gebruikt worden, kunnen deze transistors worden weggelaten. De emitter van transistor Tg dient dan verbonden te worden 25 met de emitter van transistor Tg. Aldus wordt de configuratie verkregen, die in figuur 2a is weergegeven.
Door het aanleggen van de spanning VI zal door ingangsklem a-j een ingangsstroom 10 vloeien, die via de kollektor 12 van transistor T^ volledig naar massa wordt afgevoerd. Voor deze 30 stroom 10 geldt daardoor 10 = GVI, waarbij G de transconductantie van transconductor Gj is. De ingangsimpedantie van het netwerk is dientengevolge gelijk aan 1/G. Daar dit een zuivere weerstand is, kunnen de netwerken direct aan elkaar gekoppeld worden. Indien de spanning op de ingangen 15 en 19 gelijk wordt gesteld aan respectievelijk V2 en V3, 35 dan is, indien de basisstromen van de transistors T4 en Tg worden verwaarloosd, de som van de stromen door de ingangen 15 en 19 gelijk aan respectievelijk: 8602329 ï PHN 11.869 10 -GV1 + GV3 + (V1 - V2)pC1 + (V3 - V2)pC2 =0 (1) -GV2 - GV3 + (V2 - V3)pC2 + (V1 - V3)pC3 = 0 (2) 5 waarin p = σ + jw de complexe frequentie is met σ de demping en w de hoekfrequentie. Uit bovenstaande vergelijkingen volgt voor de overdrachtsfuncite van het alles-doorlatende netwerk: V3 G2 - pG(C1 + C2) + p2(C1.C2 + C1.C3 + C2.C3) 10 _ = _ (3) V1 G2 + pG(Cl + C2) + p2(C1.C2 + C1.C3 + C2.C3)
Uit deze vergelijking is eenvoudig af te leiden, dat de versterking van het netwerk voor alle frequenties gelijk is aan één. Uit 15 bovenstaande vergelijking kan ook de fasedraaiing van het netwerk als functie van de frequentie worden afgeleid, waarmee dan de looptijdfunctie, dat wil zeggen de vertragingstijd als functie van de frequentie, berekend kan worden. Voor een tweede-orde vertragingsnetwerk zijn de polynomen in p in de teller en noemer van vergelijking 3 van de 20 tweede graad, zodat hiervoor een resonantiefrequentie WQ en een kwaliteitsfactor Q kunnen worden gedefinieerd. Uitgedrukt in deze grootheden is het bekend, dat de overdrachtsfunctie van een tweede-orde alles-doorlatend netwerk herschreven kan worden in de vorm: 25 p W0
v3 1 - Q
_ = _ (4) V, 1+Q(£- + i> wO ** 30
Uit vergelijking (3) en (4) volgt dan: G n C3 C1.C2 W0 = _ en Qd = _+ _ (5) 35 QCC1 + C2) C1 + C2 (C1 + C2)2
Bij een netwerk, dat uit één tweede-orde sectie is opgebouwd, kunnen 860232? PHH 11.869 11 de resonantiefrequentie WQ en de kwaliteitsfactor Q bijvoorbeeld zodanig gekozen, dat de looptijdfunctie zo vlak mogelijk is ofwel dat de vertragingstijd voor alle frequenties binnen de bandbreedte van het te vertragen signaal zo goed mogelijk gelijk is aan degewenste 5 vertragingstijd.
Bij integratie van een keten van dergelijke netwerken is het in verband met het benodigde chip-oppervlak van belang, dat de totale capaciteit van een netwerk zo klein mogelijk is. Uit de vergelijking voor de resonantiefrequentie volgt, dat bij een gegeven 10 transconductantie G de som van de capaciteiten C1 + C2 vastligt door de gekozen resonantie-frequentie WQ en de kwaliteitsfactor Q. Uit de vergelijking voor de kwaliteitsfactor Q volgt dan, dat de capaciteit C3 minimaal is indien C1 = C2. Indien gesteld wordt, dat Cl = C2 = C/2 dan volgt uit het bovenstaande, dat 15 G o 1 C =_ , C1 = C2 = C/2 en C3 = C«r - _ ) (6) W°Q 4 20 Door bovenstaande keuze wordt de totale capaciteit van een netwerk geminimaliseerd, terwijl tegelijkertijd blijkt dat door de keuze C1 = C2 de resonantieverschijnselen geminimaliseerd worden.
In figuur 3a is een vertragingsschakeling voorzien van twee tweede-orde alles-doorlatende netwerken weergegeven, waarbij 25 gelijke onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers als in figuur 2 zijn aangegeven. Opgeaerkt wordt, dat in werkelijkheid de filterschakeling vele tientallen netwerken kan bevatten. Het tweede netwerk D2 is op dezelfde wijze opgebouwd als het netwerk Dj en bevat drie transconductors G3, G^ en Gg. De transconductor G3 is een met 30 het netwerk Dj gemeenschappelijke transconductor. Dit wordt nader toegelicht aan de hand van figuur 3b, waarin voor het geval dat zowel het eerste netwerk Dj en het tweede netwerk D2 elk uit drie transconductors bestaat, de laatste transconductor G3 met transistors Tg en Tg van netwerk Dj en de eerste transconductor G3a met 35 transistors T3a en Tga zijn weergegeven. De kollektors van transistors Tg en Tga zijn met massaklem 3 verbonden. De kollektorstromen van deze transistors worden dan ook verder niet in de 8602329 PHN 11.869 12 schakeling gebruikt. Deze kollektorstroraen zijn even groot, omdat de twee transconductors gelijke transconductanties bezitten en de spanning over beide transconductors gelijk is. De werking van de schakeling verandert dan ook niet als transistor Tga de stroom aan transistor 5 T5 levert en de transistors Tg en T5a worden weggelaten. De laatste transconductor van het netwerk D2 wordt belast door een weerstand op dezelfde wijze als transconductor G3 in figuur 2a. De schakeling van figuur 3a wordt aangestuurd door een signaalstroombron 1 waarover een bronweerstand R0 is aangesloten. Deze weerstand wordt 10 gevormd door een transconductor G0 waarvan de uitgangen met de ingangen zijn verbonden. Om de gevoeligheid voor bijvoorbeeld toleranties te minimaliseren, is de transconductantie van deze transconductor G0 bij voorkeur gelijk aan die van de transconductors van de netwerken D^ en D2. Opgemerkt wordt dat de 15 vertragingsschakeling ook door een signaalspanningsbron kan worden aangestuurd, waarbij dan de weerstand RQ in serie met de spanningsbron geschakeld dient te worden. Op bovenbeschreven wijze is bijvoorbeeld een vertragingslijn gerealiseerd voor het vertragen van videosignalen met over een bandbreedte van 0-5 MHz en een vertragingstijd van 0.1 ps per 20 alles-doorlatend netwerk, waarbij de maximale afwijking van de gewenste vertragingstijd 9,7 % bedroeg. De resonantiefrequentie en de kwaliteitsfactor van elk netwerk was daarbij gelijk aan respectievelijk WQ = 4,98 MHz en Q = 0,702, terwijl de capaciteit van de condensators C1, C2 en C3 bij een transconductantie van de transconductors van het 25 netwerk gelijk aan G = 1 kOhm-1 gelijk was aan respectievelijk C1 = C2 = 22.762 pF en C3 = 11.054 pF.
Bij de in figuur 3a getoonde schakeling wordt elk alle-doorlatend netwerk gevormd door één tweede orde filtersectie, waarbij een dergelijke sectie bij het beschreven voorbeeld zodanig is 30 ontworpen, dat de vertragingstijd over de gewenste bandbreedte zo constant mogelijk is. Het is echter ook mogelijk elk alles-doorlatend netwerk uit een aantal, bijvoorbeeld twee, tweede-orde filtersecties op te bouwen, die elk binnen een zeker frequentiebereik een vertragingstijd bezitten met een relatief grote frequentie-afhankelijkheid en die 35 gecombineerd een vertragingstijd geven, die over de gewenste bandbreedte nagenoeg constant is. Op deze wijze is bijvoorbeeld een vertragingslijn gerealiseerd, waarbij de netwerken elk uit twee in cascade geschakelde 8602329 PHN 11.869 13 tweede-orde filtersecties «aren opgebouwd. Voor dat geval toont figuur 3a één alles-doorlatend netwerk. De netwerken vertoonden over een bandbreedte van 0-5 MHz een vertragingstijd van 0,2 ys, waarbij de maximale afwijking 0,73 % bedroeg. De vanaf de ingang van de 5 vertragingslijn gerekend eerste tweede-orde filtersectie bezat een resonantie-frequentie f^ = 3.72 MHz en en kwaliteitsfactor Qj = 0,569 en de capaciteit van de condensators ervan was gelijk aan respectievelijk C1 = C2 = 37.595 pF en C3 = 5.546 pF, terwijl de tweede tweede-orde filtersectie een resonantie-frequentie f2 = 5,81 MHz en 10 een kwaliteitsfactor Q2 = 1.129 bezat en condensators een capaciteit bezaten, die gelijk was aan respectievelijk C1 = C2 = 12.132 pF en C3 = 24.861 pF. De transconductorstantie van de transconductors van zowel de eerste als de tweede sectie was daarbij gelijk aan G = 1 kOhm .
In figuur 4 is een alles-doorlatend netwerk voor een 15 vertragingsschakeling volgens de uitvinding weergegeven, dat wordt gevormd door een derde orde filtersectie. Deze is opgebouwd uit een eerste-orde filtersectie D^ en een tweede-orde filtersectie D2. De eerste-orde sectie D^ wordt gevormd door een transconductor G-jq met transistors T^q en en een condensator C1 en een met de tweede-20 orde sectie D2 gemeenschappelijke transconductor G^. De tweede-orde sectie D2 is gelijk aan die van figuur 2 en bevat drie transconductors G^ met transistors T^2, T^, G^2 met transistors T^, T15 en G13 met transistors T|g, en drie condensators C2, C3 en C5. Met een dergelijk derde-orde alles-doorlatend 25 netwerk kan een vertragingstijd worden gerealiseerd, die over de gehele bandbreedte van het signaal nauwkeuriger gelijk is aan de gewenste vertragingstijd dan bij een tweede-orde alles-doorlatend netwerk. Zo zijn netwerken gerealiseerd, die over een bandbreedte van 0-5 MHz een vertragingstijd van 0,1 ys vertoonden met een maximale afwijking van 30 0,22 %. De poolfrequentie van de eerste-orde sectie bedroeg daarbij f-j = 6,40 MHz en de eerste condensator bezat een capaciteit van Cj= 24.868 pF, terwijl de resonantie frequentie en de kwaliteitsfactor van de tweede orde sectie gelijk waren aan respectievelijk f2 = 8.10 MHz en Q2 = 0,779 en de capaciteit van de condensators gelijk was aan 35 respectievelijk C2 = C3 = 12.611 pF en C5 = 9.001 pF. De transconductantie van de transconductors G^q tot en met G^was daarbij weer gelijk aan G = 1 kOhm-1.
8602329 i PHN 11.869 14
De gevoeligheid voor resonanties ten gevolge van parasitaire kapaciteiten kan bij dit derde-orde alles-doorlatende netwerk verder worden verkleind door het toevoegen van twee extra condensators, zoals is getoond in figuur 5. Hierin is tussen de ingangen 5 25 en 27 van de transconductors G10 en G12 een condensator C4 en tussen de ingangen 25 en 28 van de transconductors G10 en G13 een condensator C6 aangebracht. Opgemerkt wordt dat deze condensator C6 eventueel ook weggelaten kan worden. Van dit netwerk zal de overdrachtsfunctie worden afgeleid door het aanleggen van een 10 ingangsspanning V.j, die op dezelfde wijze als bij het netwerk van figuur 2a een ingangsstroom 10 tot gevolg heeft, die via de eerste uitgang van de eerste transconductor G10 naar massaklem 3 wordt afgevoerd. Indien de spanning op de ingangen 26, 27 en 28 gelijk gesteld wordt aan respectievelijk V2, V3 en V4, dan kunnen onder verwaarlozing 15 van de basisstromen van de transistors van de transconductors de volgende vergelijkingen voor de stromen door de ingangen 26, 27 en 28 worden opgesteld: -GV1 + GV3 + (V1 - V2)pCT + (V3 - V2)pC2 + (V4 - V2)pC5 = 0 (7) 20 -GV2 + GV4 + (V1 - V3)pC4 + (V2 - V3)pC2 + (V4 - V3)pC3 = 0 (8) -GV3 - GV4 + (V1 - V4)pC6 + (V2 - V4)pC5 + (V3 - V4)pC3 = 0 (9)
Uit bovenstaande vergelijkingen volgt voor de overdrachtsfunctie van het alles-doorlatende netwerk: 25 V4 G3 - pAG2 + p2BG - p3D _ = _ (10) V1 G3 + pAG2 + p2BG + p3D 30 waarin A = C1 + C2 + C3 + C6 B = C1.C2 + C1.C3 + C1.C4 + C2.C3 + C2.C4 + C2.C5 + C3.C5 + C4.C5 D = C1.C2.C3 + C1.C2.C5 + C1.C3.C4 + C1.C3.C5 + C1.C4.C5 + C2.C3.C4 + 35 C2.C4.C5 + C3.C4.C5 + BC6
Uit deze vergelijking is weer eenvoudig te zien, dat de versterking van 8602329 PHN 11.869 15 het netwerk voor alle frequenties gelijk is aan één. In verband met integratie is het ook hier weer van belang de totale capaciteit van het netwerk zo klein mogelijk te houden. Het minimaliseren van de totale kapaciteit kan hier alleen langs numerieke weg geschieden. Op deze 5 manier zijn voor een vertragingslijn voor een video-signaal met een bandbreedte van 0-5 MHz en een vertragingstijd van 0.1 ps per netwerk de volgende capaciteitswaarden gevonden bij een transconductantie van de transconductors gelijk aan G = 1 kOhm'1:
C1 = C2 = C3 = 16.246 pF 10 C4 = C5 = 3.247 pF C6 = 1.354 pF
In de voorafgaande uitvoeringsvoorbeelden zijn de transconductors steeds voorgesteld als eenvoudige verschilversterkers. Om relatief grote ingangsspanningen te kunnen verwerken, dient de transconductantie over 15 een zo groot mogelijk spanningsbereik constant te zijn. Bij een eenvoudige verschilversterker neemt de uitgangsstroom slechts over een klein bereik lineair met de ingangsspanning toe, zodat de transconductantie slechts over een klein bereik van de ingangsspanning konstant is. In het algemeen zullen dan ook gelineairiseerde 20 verschilversterkers als transconductor worden toegepast. Een uitvoeringsvoorbeeld van een dergelijke transconductor is in figuur 6 weergegeven. De transconductor wordt gevormd door twee parallel geschakelde verschilversterkers. De eerste verschilversterker wordt gevormd door de transistors T20 en T21, waarbij deze transistors 25 ongelijke emitteroppervlakken bezitten. In de gemeenschappelijke emitterleiding van deze transistors is een stroombron 1^=1 opgenomen. De tweede verschilversterker wordt gevormd door de transistors T22 en T23, die eveneens ongelijke emitteroppervlakken bezitten. De verhouding van de emitteroppervlakken van de transistors 30 T2q en T2-j is daarbij gelijk aan die van de transistors T23 en T22. In de gemeenschappelijke emitterleiding van transistors T22 en T23 is een stroombron I2 = I opgenomen. De gemeenschappelijke bases van de transistors T20, T22 vormt een eerste ingang 30 en de gemeenschappelijke bases van de transistors Τ2·|, T23 vormt een 35 tweede ingang 31 van de transconductor. De kollektors van de transistors T2q en T22 zijn met een eerste uitgang 32 verbonden en de kollektors van de transistors T21 en T23 zijn verbonden met een tweede uitgang 8602329 PHN 11.869 16 33. De uitgangen 32 en 33 worden belast door respectievelijk een stroombron I3 = I en ï4 = I. Bij een emitter-oppervlakteverhouding van de transistors T20 en T2^ gelijk aan 4 wordt de transconductantie, die gelijk is aan de verhouding van de signaalstroom 5 aan de uitgangen 32 en 33 en de signaalspanning over de ingangen 30 en 31 gegeven door G = — .
25 kT
Een dergelijke verschilversterker bezit een ongeveer vijf keer zo groot lineair bereik als een enkele verschilversterker. Uit de vergelijking 10 voor de transconductantie volgt verder, dat deze gevarieerd kan worden door variatie van de ruststroom I. Door nu deze stroom voor alle transconductors in een vertragingsschakeling te variëren, kan de vertragingstijd van het netwerk worden gevarieerd. In figuur 7 is het netwerk van figuur 5 voorzien van transconductors van het in figuur 15 6 getoonde type weergegeven. Opgemerkt wordt dat de uitvinding niet beperkt is tot de getoonde transconductors, maar dat ook andere transconductors toegepast kunnen worden zoals die beschreven worden in de eerder ingediende octrooiaanvrage (PHN 11.660).
In figuur 8a is nogmaals de schakeling van figuur 2a 20 weergegeven, waarbij echter de condensators gemakshalve zijn weggelaten. De stroom 12 die aan knooppunt 15 wordt toegevoerd, is gelijk aan het verschil van de kollektorsstromen van transistors T2 en Tg. Voor deze stroom geldt dus: 12 = GV1 - GV3 = G(V1 - V3) (11) 25 Analyse van deze vergelijking leert, dat dezelfde stroom 12 ook verkregen kan worden door een spanning V3 - V1 aan te leggen over een transconductor met transconductantie G zoals in figuur 8b is aangegeven. De transconductor bezit in dit geval geen geaarde ingang zoals bij de transconductor van figuur 8a en bezit verder geen twee maar 30 slechts één uitgang waarvan signaalstroom wordt afgenomen. De andere uitgang is geaard. Voor de stromen door de knooppunten 11 en 19 gelden de volgende vergelijkingen 11 = -GV2 = G(0 - V2) (12) 13 = GV2 + GV3 = G(V2 - o) + G(V3 - 0) 35 Ook deze stromen kunnen dus verkregen worden door de betreffende spanningen over transconductors aan te leggen. De volgens dit principe omgewerkte schakeling van figuur 8a is in figuur 8c weergegeven, waarbij 860232$ PHN 11.869 17 de transconductor is die de belastingsweerstand vormt. In figuur 8d is het volledige tweede-orde alles-doorlatende netwerk weergegeven.
De werking van deze schakeling is verder gelijk aan die van figuur 2.
In figuur 9a, b en c zijn de op dezelfde wijze omgewerkte 5 schakelingen van respectievelijk figuur 3, 4 en 5 weergegeven. Opgemerkt wordt dat ook bij dit type transconductors bij het in cascade schakelen van gelijke netwerken één gemeenschappelijke transconductor gevormd kan worden, waardoor één transconductor wordt bespaard. Bij de schakelingen van figuur 8 en 9 wordt van slechts één uitgang van de 10 transconductor signaalstroom afgenomen. De andere uitgang wordt niet gebruikt en de in principe aan deze uitgang beschikbare signaalstroom wordt naar een voedingsspanningsklem afgevoerd. De uitgangssignaalstroom van de transconductor kan echter worden vergroot door de signaalstroom van de niet gebruikte uitgang toe te voegen aan de 15 uitgangsignaalstroom. In principe kan dit gerealiseerd worden met behulp van een stroomspiegel. In figuur 10a is de transconductor van figuur 6 voorzien van een stroomspiegel, die wordt gevormd door een als diode geschakelde PNP-transistor T3Q en een PNP-transistor T^. Het gebruik van PNP-transistors is echter minder gewenst, omdat deze het 20 hoogfrequent-gedrag van de schakeling ongunstig beïnvloeden. In figuur 10b is een in dit opzicht gunstigere oplossing weergegeven. De transconductor wordt hierbij belast door een negatieve immittantie-converter, die wordt gevormd door een operationele versterker 30 met een inverterende ingang (-), die met het knooppunt 33 is verbonden, een niet-25 inverterende ingang (+), die met het knooppunt 32 is verbonden en een uitgang 34, die enerzijds via een weerstand R1 = R met de inverterende ingang en anderzijds via een weerstand R2 = R met de niet-inverterende ingang is verbonden. Het knooppunt 32 is met de uitgang 35 van de transconductor verbonden. De signaalstromen door het knooppunt 33 en het 30 knooppunt 32 zijn in tegenfase. De impedantie-converter inverteert de signaalstroom door het knooppunt 33 en telt deze bij de signaalstroom door het knooppunt 32 op, zodat de uitgangssignaalstroom verdubbelt. De operationele versterker 30 zorgt er immers voor, dat de spanning op de inverterende ingang gelijk is aan die op de niet-inverterende ingang.
35 Daar de weerstanden R-j en R2 gelijk zijn, vloeien hierdoor gelijke stromen. Door de weerstand R2 vloeit de stroom door het knooppunt 33, zodat deze stroom ook door weerstand R^ vloeit.
8602329 PHN 11.869 18
In figuur 11 zijn twee mogelijke uitvoeringsvormen van een dergelijke van een negatieve impedantie-converter voorziene transconductor weergegeven. In figuur 11a is het knooppunt 33 van de kollektors en T23 door middel van de serieschakeling van de 5 weerstand R2, een als diode geschakelde transistor T33 en een stroombron I5 = I + J met de positieve voedingsspanningsklem verbonden en het knooppunt 32 van de kollektors van de transistors T2q en T22 is door middel van de serieschakeling van de weerstand R.j en de kollektor-emitterweg van een transistor T32, waarvan de basis is 10 verbonden met de basis van transistor T33l met de positieve voedingsspanningsklem verbonden. Het de knooppunten 32 en 33 zijn verder de bases van twee als verschilversterker geschakelde transistors T34 en T3tj verbonden, waarvan het gemeenschappelijke emitteraansluitpunt door middel van een stroombron Ig = 2J met de negatieve 15 voedingsspanningsklem is verbonden. De kollektor van transistor T35 is met de basis van transistor T32 en de kollektor van transistor T34 is met de positieve voedingsklem verbonden.
Bij de schakeling van figuur 11b zijn in plaats van de weerstanden R1 en R2 en de transistors T32 en T33 twee diodes 20 Df en D2 tussen de uitgang en respectievelijk de niet-inverterende 32 en inverterende ingang 33 van de verschilversterker T34, T35 aangebracht. De werking van de in figuur 11a en b getoonde schakelingen is hetzelfde als die van figuur 10b.
In figuur 12 is tenslotte het volledig uitgewerkte schema 25 van een derde-orde allesdoorlatend netwerk volgens figuur 9c voorzien van transconductors volgens figuur 11a weergegeven. Hierbij worden bovendien de uitgangen van de transconductors G10 tot en met G13 en Gl op een spanning van nul volt geklemd met een klemschakeling, die gevormd wordt door een NPN-transistor T4q, waarvan de emitter met de 30 uitgang 33 van de betreffende transconductor en de kollektor met de positieve voedingsspanningsklem is verbonden en waarvan de basis is verbonden met een klem, die een positieve referentiespanning Vp voert en door een PNP-transistor T4^, waarvan de emitter met uitgang 33 en de kollektor met de negatieve voedingsspanningsklem is verbonden en 35 waarvan de basis is verbonden met een klem, die een negatieve referentiespanning VN voert. De referentiespanningen zijn bijvoorbeeld gelijk aan Vp = 2 D/3, = -2 D/3, waarbij D een diodespanning is.
860 2 32 £ PHN 11.869 19
Tesamen met de conditie dat de stroomsterkte J van stroombron Ig van de negatieve impedantieconverter groter is dan de stroomsterkte I van de Stroombronnen I-j en I2 van de transconductor zorgt deze spanningsklemming ervoor, dat na het inschakelen van de voedingsspanning 5 de schakeling zich op de gewenste wijze instelt en dat geen zogenaamde *latch-up" kan optreden.
De uitvinding is niet beperkt tot de getoonde uitvoeringsvoorbeeiden. Het zal duidelijk zijn, dat binnen het kader van de uitvinding voor de vakman vele variaties mogelijk zijn. Zo is de 10 opbouw van de transconductors niet relevant voor de uitvinding en kunnen derhalve op velerlei wijzen worden opgebouwd.
860232©

Claims (22)

1. Vertragingsschakeling die is voorzien van ten minste één allesdoorlatend netwerk, dat is voorzien van een ingangsklem voor het toevoeren van een ingangssignaal, een uitgangsklem voor het afnemen van een uitgangssignaal en een referentieklem voor het voeren 5 van een referentiepotentiaal en dat een ten minste tweede-orde filtersectie bevat, die wordt gevormd door drie transconductors, die elk zijn voorzien van een eerste en een tweede ingang en een eerste en een tweede uitgang, waarbij de eerste ingang van elk van de drie transconductors is gekoppeld met de referentieklem, de tweede ingang van 10 de eerste transconductor is gekoppeld met de ingangsklem, de tweede ingang van de tweede transconductor is gekoppeld met de tweede uitgang van de eerste en met de eerste uitgang van de derde transconductor, de tweede ingang van de derde transconductor is gekoppeld met de tweede uitgang van de tweede transconductor en met de uitgangsklem en welke 15 filtersectie voorts is voorzien van een eerste condensator tussen de tweede ingangen van de eerste en de tweede transconductor en een tweede condensator tussen de ingangen van de eerste en de derde transconductor, met het kenmerk dat de filtersectie is voorzien van een derde condensator, welke is aangebracht tussen de tweede ingangen van de 20 tweede en de derde transconductor.
2. Vertragingsschakeling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het alles-doorlatende netwerk voorts is voorzien van een eerste-orde filtersectie, die tesamen met de tweede-orde filtersectie een derde-orde filtersectie vormt, welke eerste-orde 25 filtersectie wordt gevormd door een vierde transconductor met een eerste en een tweede ingang en een eerste en een tweede uitgang en een vierde condensator.
3. Vertragingsschakeling volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat van de vierde transconductor de eerste ingang met de 30 referentieklem, de tweede ingang met de tweede uitgang van de derde transconductor, de eerste uitgang met de tweede ingang van de derde transconductor en de tweede ingang met de uitgangsklem van het netwerk is gekoppeld en dat de vierde condensator tussen de tweede ingangen van de derde en de vierde transconductor is aangebracht en dat de derde-orde 35 filtersectie voorts is voorzien van een vijfde condensator, welke is aangebracht tussen de tweede ingangen van de tweede en de vierde transconductor. 8602329 PHN 11.869 21
4. Vertragingsschakeling volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de derde-orde filtersectie verder is voorzien van een zesde condensator, welke is aangebracht tussen de tweede ingangen van de eerste en de vierde transconductor.
5. Vertragingsschakeling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elk alles-doorlatend netwerk wordt gevormd door een cascade van ten minste twee tweede-orde filtersecties, waarbij de derde transconductor van de eerste sectie en de eerste transconductor van de tweede sectie één gemeenschappelijke transconductor vormen.
6. Vertragingsschakeling volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vertragingsschakeling een aantal in cascade geschakelde alles-doorlatende netwerken bevat, waarbij telkens de met een uitgangsklem verbonden transconductor van een alles-doorlatend netwerk en de met de ingangsklem verbonden transconductor van 15 een daarop volgend alles-doorlatend netwerk één gemeenschappelijke transconductor vormen.
7. Vertragingsschakeling volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de eerste uitgang van de met de ingangsklem verbonden transconductor van het eerste alles doorlatende 20 netwerk van de vertragingsschakeling is verbonden met de referentieklem.
8. Vertragingsschakeling volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk dat tussen de ingangsklem van het eerste alles-doorlatende netwerk van de vertragingsschakeling en de 25 referentieklem een ingangsweerstand is aangebracht, die wordt gevormd door een vijfde transconductor met een eerste en een tweede ingang en een eerste en een tweede uitgang, waarbij de eerste ingang met de eerste uitgang en de tweede ingang met de tweede uitgang is verbonden.
9. Vertragingsschakeling volgens één der voorgaande 30 conclusies met het kenmerk, dat de uitgangsklem van het laatste allesdoorlatende netwerk van de vertragingsschakeling is verbonden met de tweede uitgang van de met de uitgangsklem verbonden transconductor.
10. Vertragingsschakeling volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat elk van de transconductors wordt gevormd 35 door een gelineariseerde verschilversterker, welke ten minste twee emittergekoppelde transistors met een instelstroombron bevat, waarbij de bases van de transistors de eerste en de tweede ingang en de kollektors 8602329 * PHN 11.869 22 de eerste en de tweede uitgang vormen.
11. Vertragingsschakeling volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de eerste en de tweede uitgang van elke transconductor worden belast door een stroombron.
12. Vertragingsschakeling die is voorzien van ten minste één allesdoorlatend netwerk, dat is voorzien van een ingangsklem voor het toevoeren van een ingangssignaal, een uitgangsklem voor het afnemen van een uitgangssignaal en een referentieklem voor het voeren van een referentiepotentiaal en dat een ten minste tweede-orde 10 filtersectie bevat, die wordt gevormd door drie transconductors, die elk zijn voorzien van een eerste en een tweede ingang en een eerste en een tweede uitgang, en door een eerste en een tweede condensator, met het kenmerk, dat de eerste ingang van de eerste transconductor met de ingangsklem, de eerste ingang van de tweede transconductor met de eerste 15 uitgang van de eerste transconductor, de eerste uitgang van de tweede transconductor met de tweede ingang van de eerste transconductor én de eerste ingang van de derde transconductor en de tweede ingang van de tweede transconductor met de eerste uitgang van de derde transconductor is gekoppeld en dat de eerste condensator tussen de eerste uitgangen van 20 de eerste en de tweede transconductor en de tweede condensator tussen de eerste uitgangen van de eerste en de derde transconductor is aangebracht en dat voorts een derde condensator is aangebracht tussen de eerste uitgangen van de tweede en de derde transconductor.
13. Vertragingsschakeling volgens conclusie 12, met het 25 kenmerk, dat elk alles-doorlatende netwerk is voorzien van een eerste orde filtersectie, die tesamen met de tweede-orde filtersectie een derde-orde filtersectie vormt, welke eerste orde filtersectie wordt gevormd door een vierde transconductor met een eerste en een tweede ingang en een eerste en een tweede uitgang en door een vierde condensator.
14. Vertragingsschakeling volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat van de vierde transconductor de eerste ingang met de eerste uitgang van de derde transconductor en de eerste uitgang met de tweede ingang van de derde transconductor is gekoppeld en dat de vierde condensator is aangebracht tussen de eerste uitgangen van de derde en de 35 vierde transconductor en dat de derde-orde sectie is voorzien van een vijfde condensator, welke is aangebracht tussen de eerste uitgangen van de tweede en de vierde transconductor. 8 6 0 2 3 2 8 PHN 11.869 23
15. Vertragingsschakeling volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de derde-orde sectie verder is voorzien van een zesde condensator, welke is aangebracht tussen de eerste uitgangen van de eerste en de vierde transconductor.
16. Vertragingsschakeling volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat elk alles-doorlatend netwerk wordt gevormd door een cascade van ten minste twee tweede-orde filtersecties, waarbij de derde transconductor van de eerste sectie en de eerste transconductor van de tweede sectie één gemeenschappelijke transconductor vormen.
17. Vertragingsschakeling volgens één der voorgaande conclusies 12 tot en met 16, met het kenmerk, dat de vertragingsschakeling een aantal in cascade geschakelde alles-doorlatende netwerken bevat, waarbij telkens de met de uitgangsklem verbonden transconductor van een netwerk en de met de ingangsklem 15 verbonden transconductor van een daarop volgend netwerk één gemeenschappelijke transconductor vormen.
18. Vertragingsschakeling volgens één der voorgaande conclusies 12 tot en met 17, met het kenmerk, dat de eerste uitgang van de met de ingangsklem verbonden transconductor van het eerste alles- 20 doorlatende netwerk van de vertragingsschakeling is verbonden met de eerste ingang van deze transconductor.
19. Vertragingsschakeling volgens één der voorgaande conclusies 12 tot en met 18, met het kenmerk, dat tussen de uitgangsklem van het laatste alles-doorlatende netwerk van de vertragingsschakeling 25 en de refereniteklem een belasting is aangebracht, die wordt gevormd door een vijfde transconductor met een eerste en een tweede ingang en een eerste en een tweede uitgang, waarbij de eerste ingang en de eerste uitgang met de uitgangsklem en de tweede ingang met de referentieklem is verbonden.
20. Vertragingsschakeling volgens één der voorgaande conclusies 12 tot en met 19, met het kenmerk, dat elk van de transconductors wordt gevormd door een gelineariseerde verschilversterker, welke ten minste twee emittergekoppelde transistors met een instelstroombron bevat, waarbij de bases van de transistors de 35 eerste en de tweede ingang en de kollektors de eerste en de tweede uitgang vormen.
21. Vertragingsschakeling volgens conclusie 20, met het 8602329 * « PHN 11.869 24 kenmerk, dat de eerste en de tweede uitgang van elke transconductor met elkaar zijn gekoppeld door middel van een stroomspiegel.
22. Vertragingsschakeling volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de eerste en de tweede uitgang van elke transconductor met 5 elkaar zijn gekoppeld door middel van een negatieve immittantie converter. 8602329
NL8602329A 1986-09-15 1986-09-15 Vertragingsschakeling voorzien van alles-doorlatende netwerken. NL8602329A (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8602329A NL8602329A (nl) 1986-09-15 1986-09-15 Vertragingsschakeling voorzien van alles-doorlatende netwerken.
US07/094,471 US4853651A (en) 1986-09-15 1987-09-08 Delay circuit with all-pass network
DE8787201728T DE3782992T2 (de) 1986-09-15 1987-09-10 Verzoegerungsleitung mit allpass-kreisen.
EP87201728A EP0260753B1 (en) 1986-09-15 1987-09-10 Delay circuit comprising all-pass networks
JP62228656A JP2790278B2 (ja) 1986-09-15 1987-09-14 遅延回路
KR87010154A KR960006642B1 (en) 1986-09-15 1987-09-14 Delay circuit
US07/314,294 US4918402A (en) 1986-09-15 1989-02-22 Delay circuit having at least one all-pass network

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8602329 1986-09-15
NL8602329A NL8602329A (nl) 1986-09-15 1986-09-15 Vertragingsschakeling voorzien van alles-doorlatende netwerken.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8602329A true NL8602329A (nl) 1988-04-05

Family

ID=19848550

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8602329A NL8602329A (nl) 1986-09-15 1986-09-15 Vertragingsschakeling voorzien van alles-doorlatende netwerken.

Country Status (6)

Country Link
US (2) US4853651A (nl)
EP (1) EP0260753B1 (nl)
JP (1) JP2790278B2 (nl)
KR (1) KR960006642B1 (nl)
DE (1) DE3782992T2 (nl)
NL (1) NL8602329A (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH02190022A (ja) * 1989-01-19 1990-07-26 Fujitsu Ltd データ遅延回路
US5396187A (en) * 1992-08-13 1995-03-07 Cti Pet Systems, Inc. Amplitude-and rise-time-insensitive timing-shaping filters
US5459311A (en) * 1993-08-12 1995-10-17 Hewlett-Packard Company Fiber-optic system with delay line for large dynamic range and low pulse width distortion of initial data bits
GB2286090B (en) * 1994-01-29 1998-11-11 Plessey Semiconductors Ltd Transconductance floating resistor circuit
US5771295A (en) * 1995-12-26 1998-06-23 Rocktron Corporation 5-2-5 matrix system
US6198827B1 (en) 1995-12-26 2001-03-06 Rocktron Corporation 5-2-5 Matrix system
US7064613B2 (en) * 2002-03-25 2006-06-20 Lucent Technologies Inc. Amplifier bias system and method
DE102014109118B4 (de) * 2014-06-30 2016-01-14 Intel IP Corporation Schaltung, integrierte Schaltung, Empfänger, Sende-Empfangs-Gerät und ein Verfahren zum Verstärken eines Eingangssignals

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL7709663A (nl) * 1977-09-02 1979-03-06 Philips Nv Vertragingsnetwerk met een keten van all-pass secties.
JPH0626297B2 (ja) * 1985-01-23 1994-04-06 ソニー株式会社 2次アクテイブ位相等価器
US4745622A (en) * 1986-07-29 1988-05-17 Integrated Network Corporation Equalizer for digital transmission systems

Also Published As

Publication number Publication date
KR960006642B1 (en) 1996-05-22
JP2790278B2 (ja) 1998-08-27
US4918402A (en) 1990-04-17
KR880004641A (ko) 1988-06-07
EP0260753A1 (en) 1988-03-23
EP0260753B1 (en) 1992-12-09
DE3782992D1 (de) 1993-01-21
US4853651A (en) 1989-08-01
JPS6376515A (ja) 1988-04-06
DE3782992T2 (de) 1993-06-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0234655B1 (en) Transconductance amplifier
US5182477A (en) Bipolar tunable transconductance element
JPH09501798A (ja) 電荷移送装置
JP3316038B2 (ja) 演算トランスコンダクタンス増幅器・キャパシタ対用の周波数同調システム
EP0579875B1 (en) Quality factor tuning system
US5192884A (en) Active filter having reduced capacitor area but maintaining filter characteristics
NL8602329A (nl) Vertragingsschakeling voorzien van alles-doorlatende netwerken.
JP2757799B2 (ja) ジャイレータ回路を用いた接地インダクタンス回路
EP0580922B1 (en) RC Filter for low and very low frequency applications
EP1811662B1 (en) A lowpass biquad VGA filter
US5760641A (en) Controllable filter arrangement
EP1689082B1 (en) A low noise lowpass filter
EP0853839B1 (en) Electronic circuit comprising complementary transconductors for filters and oscillators
US5973539A (en) Mixer circuit for mixing two signals having mutually different frequencies
JP2000077976A (ja) アクティブ電子フィルタ回路
JP2653474B2 (ja) アクティブフィルター回路
US3746889A (en) Transmission network exhibiting biquadratic transfer response
EP0926814A1 (en) Feedforward structure with programmable zeros for synthesizing continuous-time filters, delay lines and the like
GB2230155A (en) Voltage-controlled current source
JPH10198909A (ja) 磁気情報読取り装置
NL8500080A (nl) Transconductantieversterker.
JP2957796B2 (ja) 移相回路
JPH0585083B2 (nl)
JPH0344454B2 (nl)
JPH06283965A (ja) アクティブ型ローパスフィルタ

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed