NL8602132A - Zelfdragend sandwichachtig geluiddempingselement. - Google Patents

Description

%SM,. '*

T Τj/MSB

Zelfdragend sandwichachtig geluiddempingselement

De uitvinding heeft betrekking op een zelfdragend, sandwichachtig geluiddempingselement met twee op een afstand van elkaar aangebrachte, verschillende deklagen en een daartussen aangebrachte, uit kunststofschuim bestaande 5 kemlaag en een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijk geluidsdempingselement.

Er zijn reeds veel verschillende geluid-dempingselementen bekend voor toepassing in de bouw, bij de demping van luchtgeluid, kontaktgeluid en stapgeluid, evenals 10 bij andere geluidsbronnen, zoals motoren, compressoren en dergelijke. Een bekende geluidsdempingsbekleding - volgens DE OS 3334273 - omvat een absorptielaag van kunststof met open poriën, waarop aan beide zijden een deklaag is aangebracht. Binnen de absorptielaag is een massalaag met perfo-15 raties aangebracht. Tussen de ene deklaag en de massalaag is het materiaal van de absorptielaag stijver, dat wil zeggen dat dit een lagere elasticiteitsmodulus heeft dan de minder stijve laag tussen deze massalaag en de andere laag, die dus een hogere elasticiteitsmodulus heeft. Een dergelijke geluids-20 dempingsbekleding is voor het vermijden van lucht- en kontakt-geluidstralingen voorzien van plaatelementen. Daartoe wordt de geluidsdempingsbekleding direkt op de geluid afgevende oppervlakken aangebracht, waarbij een bij de absorptielaag behorende deklaag door deze plaat wordt gevormd. Dergelijke 25 geluiddempingsbekledingen zijn echter slechts in beperkte amvang toepasbaar, aangezien daarmee slechts de geluidsafgifte van plaatelementen kan worden verminderd.

Verder is een geluidsisolatieelement bekend - volgens DE-OS 28 18 252 - dat een tussen twee deklagen aan-30 gebrachte buigslappe tussenlaag omvat. De beide deklagen hebben een verschillende hardheid en de zachtere deklaag is bij toepassing van het' geluidsdempingselement voor het dempen van. het doorleiden van de geluidsinwerking op geluid doorleidende vlakken van dit oppervlak, dus aan de van het geluid 35 afgekeerde zijde van het geluidsdempingselement, aangebracht.

8602132 ï * - 2 -

Voor een verdere versterking van het geluidsdempingselement zouden in ten minste één deklaag plaatselijk of over het gehele oppervlak inlegelementen aangebracht kunnen zijn. Daarmee kan weliswaar het van geluid doorleidende vlakken 5 afgestraalde geluid worden verminderd, maar de toepassing van deze geluidsdempingselementen kon echter niet in alle toepassingsgevallen aan de gestelde eisen voldoen.

Bij een verder bekend geluidsabsorptie-element - volgens AT-PS 373 948 - is een met een schuimstof-10 lichaam verbonden, en dit ten minste aan randgebieden ondersteunend roosterwerk van draad aangebracht. Dit roosterwerk dient tegelijkertijd voor het bevestigen van het geluids-absorptieelement, waarin de buiten het schuimstoflichaam uitstekende einden van het rooster in profielen van een 15 ophangkonstruktie gehangen worden. Daardoor konden weliswaar op gunstige wijze resonantieverschijnselen van de het geluids-absorptieelement dragende draagorganen worden vermeden, maar de bereikte geluidsdempingswaarden waren echter niet voor alle toepassingsgebieden voldoende.

20 Ook is een bouwelement voor ruimtegeluids isolatie bekend - volgens AT-PS 373 949 - waarbij een schuimstof laag verbonden is met een harde plaat van minerale vezel. De minerale vezelplaat kan bovendien aan zijn naar de schuimstoflaag toegekeerde zijde bedekt zijn met een 25 laag kraftpapier. Door de toepassing van een harde minerale vezelplaat kon weliswaar de mechanische sterkte van het bouwelement worden vergroot, maar een aanpassing van het bouwelement aan verschillende toepassingen was ook hier echter niet in de gewenste omvang mogelijk.

30 De onderhavige uitvinding stelt zich nu ten doel een zelfdragend, sandwichachtig geluidsdempings-element te verschaffen, dat op eenvoudige wijze aangepast kan worden aan verschillende toepassingseisen. Bovendien moet de toepassing van het geluidsdempingselement, in het 35 bijzonder in motorvoertuigen voor het dempen van de geluids-doorleiding tussen de motoren en de het geluid naar buiten uitstralende onderdelen respektievelijk tussen de het geluid uitstralende onderdelen en de binnenruimte van het voertuig '580 2 1 32 * - 3 - * s mogelijk zijn. Bovendien moet het geluidsdempingselement eenvoudig te vervaardigen zijn.

Dit doel van de uitvinding wordt bereikt doordat de kernlaag een in de richting van de beide deklagen toenemende dikte heeft en uit een kunststof met overwegend open cellen bestaat. Door de verdichting van de celstruktuur in de beide randgebieden van de kernlaag wordt een goede verankering van de deklagen en een gunstig trillingsgedrag van het uit meer lagen bestaande, zelfdragende sandwich- bereikt achtige geluidsdempingselementA Door de verschillende tril-lingskarakteristiek van de dichtere randgebieden ten opzichte van het minder dichte middengebied van de kernlaag wordt een meerdelig trillingssysteem gevormd, dat telkens geluid met verschillende frequenties dempt en een goede totale 15 werking, in het bijzonder bij het dempen van door motoren respektievelijk compressoren afgegeven geluid wordt bereikt. Bovendien biedt deze ook als schuimkunststof aangegeven kunststof met overwegend open cellen een goede bescherming tegen verwondingen bij het ertegenaan botsen van personen en 20 is daardoor ook voor de toepassing bij interieurbekledingen van personenvoertuigen respektievelijk cabines voor vrachtwagens goed geschikt. Op verrassende wijze wordt door de uitvinding echter vanwege de hoge dichtheid in het gebied van de beide deklagen voor het normale bedrijf een voldoende 25 sterkte bereikt, waarbij het voordeel van de uitvinding nog daarin ligt, dat de dikte en ook de dichtheid van het direkt aan de deklaag aansluitende verdichte randgebied van de kernlaag eenvoudig aangepast kan worden aan verschillende eisen.

Volgens een ander kenmerk van de uitvinding 30 wordt de verdichte celstruktuur in de naar de beide deklagen toegekeerde randgebieden gevormd door een mechanisch en respektievelijk of thermisch verdicht, opencellig kunststof- schuim. Het voordeel van deze oplossing ligt daarin, dat een uniform materiaal met in hoofdzaak dezelfde uitzettings-35 eigenschappen wordt verkregen, dat luchtdoorlatend blijft, om een betere geluidsdemping te bereiken. Bovendien is het gunstig, dat deze verdichting kan geschieden in een van de vervaardiging van het kunststofschuim onafhankelijk proces 8602132 ï > - 4 - en dus het blijvend vervormen van het opencellige materiaal door inwerking van druk en respektievelijk temperatuur nauwkeurig afhankelijk van de gewenste toepassingskriteria kan worden geregeld. Een ander voordeel van dit onder druk en 5 respektievelijk temperatuur verlopende proces ligt daarin, dat het in veel gevallen mogelijk is tegelijkertijd een ruimtelijke vervorming van het geluidsdempingselement inclusief van de beide deklagen uit te voeren, om gewenste ruimtelijke vorming, zoals bijvoorbeeld nodig is voor de binnenbekleding 10 bij motorvoertuigen, te vervaardigen.

Volgens een andere gunstige uitvoerings-variant is het soortelijk gewicht van het opencellige kunst-stofschuim van de kernlaag in het middengebied en het randgebied verschillend, waarbij het randgebied bij voorkeur 15 eentwee- tot vijfmaal zo hoog ruimtelijk gewicht heeft als het middengebied. Daardoor wordt op gunstige wijze tegelijkertijd verhinderd, dat een breuk van de deklagen respektievelijk het geluidsdempingselement bij het inwerken van een kracht van in het bijzonder een scherp voorwerp ontstaat.

20 Het is echter ook mogelijk, dat het midden gebied uit een zachte schuimstof, in het bijzonder met een 3 soortelijk gewicht van ca. 9 tot 10 kg/m wordt gevormd, aangezien daardoor naast het goede geluidsdempingsgedrag van het elastische materiaal ook een sterk dempende werking bij 25 botsing van personen op dergelijke beklede vlakken tengevolge van de elastische flexibiliteit van de kernlaag wordt bereikt.

Volgens een andere gunstige, verdere ontwikkeling bestaat de kernlaag uit een overwegend open-30 cellige-zachte schuimstof, in het bijzonder een MDI-gedreven respektievelijk vernet polyether- of polyesterkunststofschuim. Dergelijke schuimen onderscheiden zich door een hoge elasticiteit en slijtvastheid en hebben zich voor het nieuwe toepassingsgebied bewezen.

35 Volgens een ander kenmerk van de uitvinding omvat de kernlaag in de naar de beide deklagen toegekeerde randgebieden een verdichte celstruktuur, welke een hoger aandeel aan gesloten cellen heeft, dan de celstruktuur in een 8602132 « * - 5 - middengebied tussen deze randgebieden in. Door het hogere aandeel aan gesloten cellen en de verdichte celstruktuur wordt tegen het doorlaten van luchtgeluid een grotere weerstand opgeworpen, waardoor de voortplantingssnelheid wordt 5 vertraagd en de demping daarvan in het aansluitend minder dichte maar zachtere gebied van de kernlaag wordt vergemakkelijkt.

Verder is het gunstig, wanneer de zachte schuimstof bestaat uit een, in het bijzonder MDI-gedreven, 10 respektievelijk vernet polyether of polyester-kunststofschuim en de kernlaag bij voorkeur gevormd wordt door een deel van een zacht schuimstofblok, aangezien daardoor een nauwkeurige opencellige struktuur met een gering soortelijk gewicht kan worden bereikt en een gelijkblijvend hoge kontinulteit 15 van de celstruktuur over de dikte van de kernlaag wordt bereikt .

Verder is het ook mogelijk, dat de uit midden- en randgebieden bestaande kernlaag in één geheel is uitgevoerd, waardoor het aantal afzonderlijke delen voor de 20 vervaardiging van het geluidsdempingselement volgens de uitvinding met voordeel kan worden verkleind.

Het is echter mogelijk, dat de deklaag vochtafstotend, in het bijzonder als een polyetheenfolie is uitgevoerd en de open cellen van het randgebied van de kem-25 laag door openingen in de deklaag respektievelijk de kleef-laag of het polyetheenfolie met de omgevingslucht zijn verbonden, waardoor de capillaire werking van de kernlaag met open cellen tegen wordt gegaan, terwijl toch het in deze kernlaag binnengedrongen vocht als waterdamp naar buiten kan 30 treden.

Ander-zijds is het echter ook mogelijk, dat de vocht afstotende deklaag respektievelijk de polyetheenfolie aan de van de kernlaag afgekeerde zijde voor een vezel-mat met tegen hoge temperatuur bestendige vezels of draden 35 is aangebracht, welke over het oppervlak verdeeld openingen omvat, en in het bijzonder netvormig is uitgevoerd, waardoor de geluidsdempingselementen ook in de nabijheid van geluidsbronnen die hogere temperaturen afgeven, aangebracht kunnen BS02132 « -ψ - 6 - worden en bovendien tegen mechanische beschadiging van het geluidsdempingselement een- betere bescherming bestaat. Door de versteviging van het bij deze vezelmat behorende randgebied wordt reeds bij het doordringen van dit deel van het 5 geluidsdempingselement een groot gedeelte van het opvallende geluid geabsorbeerd en wordt verzekerd dat ook door de toegankelijkheid respektievelijk luchtdoorlatendheid van deze vezelmat de lucht voor de geluidsdemping ongehinderd in het geluidsdempingselement terecht kan komen.

10 Daarbij is het verder voordelig, wanneer de vezels of draden door glasvezels en respektievelijk of kool-•stofvezels en respektievelijk of metaalvezels worden gevormd, aangezien dergelijke vezel- respektievelijk draadmatten een hoge mechanische en ook thermische belasting toelaten en ook 15 tegen invloed van olie en vetten bestand zijn.

Volgens een andere uitvoeringsvariant is op het van de vezelmat afgekeerde oppervlak van de andere deklaag een mat van waterafstotend vezelvlies en respektievelijk of van schuimstof, bijvoorbeeld een opencellig zacht 20 schuim aangebracht, waarvan de dikte kleiner is dan de dikte van de kernlaag, waardoor de door de opencellige struktuur gedrongen geluidsgolven van het naar het té beschermen oppervlak doordringende geluid voor het in kontakt komen met dit vlak nog extra worden gedempt.

25 Verder is het gunstig, wanneer de afzonder lijke gebieden van de kernlaag onderling en respektievelijk of de deklaag met de kernlaag en respektievelijk of de deklaag met de voor deze aangebrachte mat en respektievelijk of vezelmat door een lijmlaag, in het bijzonder met het cellen-30 gestel van de kernlaag zijn verbonden en de kleeflaag lucht-doorlatend is uitgevoerd, waarbij· bij voorkeur de kleeflaag de deklaag vormt, aangezien daardoor het absorptievermogen van de kernlaag door de tussen de afzonderlijke lagen van het sandwichachtige geluidsdempingselement aanwezige kleef-35 lagen niet wordt gehinderd, waarbij bij een verbinding van de lagen slechts met het cellengestel de toevoer naar de open cellen in de kernlaag extra wordt vergemakkelijkt.

Ook is het voordelig, wanneer de kleeflaag 8602132 A * - 7 - gevormd wordt door de als smeltfolie uitgevoerde polyetheen-folie, aangezien daardoor de verbinding van de afzonderlijke lagen door het wegvallen van het aanbrengen van het kleef-middel wordt vereenvoudigd.

5 Het is echter ook mogelijk, dat in de kernlaag en respektievelijk of in het gebied.tussen de kernlaag en de vezelmat of de mat een elastisch vervormbaar draaglichaam is aangebracht, dat in de richting van de deklagen lucht- en respektievelijk of geluiddoorlatend is uitgevoerd. Op der-10 gelijke wijze uitgevoerde geluidsdempingselementen kunnen eenvoudig aangepast worden aan gecompliceerde ruimtelijke vorming, zoals bijvoorbeeld aan de inwendige vorm van motorkappen of dergelijke en door de deze vormgeving mogelijk makende draaglichamen aan dergelijke delen worden bevestigd.

15 Volgens een andere uitvoeringsvariant is aan de kernlaag een elastisch, in het bijzonder blijvend vervormbaar draaglichaam toegevoegd en hiermee krachtoverbrengend en respektievelijk of wat de vorm betreft passend verbonden. Daardoor kunnen de vervormingseigenschappen van de op der-20 gelijke wijze vervaardigde geluidsdempingselementen aangepast worden aan de verschillende toepassingseisen en tegelijkertijd hierin geschikte, tegen uitscheuren bestendige bevestigingsplaatsen worden gevormd.

Verder is het ook mogelijk, dat de kernlaag 25 tweedelig is en telkens uit een plaat bestaat, waartussen het elastisch vervormbare draaglichaam is aangebracht, in het bijzonder is vastgelijmd, aangezien daarmee ook bij het aanbrengen van het draaglichaam binnen de kernlaag deze uit twee platen kan worden gevormd, welke telkens uit een deel r· * 30 van een blok zacht schuim bestaan.

Volgens een andere uitvoeringsvariant worden het draaglichaam en respektievelijk of de kleeflaag en respektievelijk of de deklaag en respektievelijk of de vezelmat en resepktievelijk of de mat waterdampdoorlatend uitge-35 voerd. Daarmee worden verslechteringen in de werking van het geluidsdempingselement door vocht vermeden.

Volgens de uitvinding is het ook mogelijk, dat de vezelmat naar een geluidsbron is toegekeerd en de 8602132 f - 8 - aan de tegenoverliggende bovenzijde aangebrachte mat naar het te beschermen onderdeel, waarbij het geluidsdempings-element tussen de geluidsbron en een deze omgevend huis, bijvoorbeeld een motorkap, is aangebracht en door middel van 5 een draaglichaam hiermee is verbonden, waardoor zonder extra middelen een geluidsisolerende bevestiging van het geluidsdempingselement op te beschermen oppervlakken, zoals bijvoorbeeld de plaatdelen van een motorkap of dergelijke, mogelijk is.

10 Ook-is het gunstig, wanneer een dikte van het middengebied in verhouding tot de dikte van de beide randgebieden van de kernlaag verschillend, bij voorkeur echter driemaal zo groot is als die van de randgebieden, aangezien door de dikte van de verschillende gebieden van de 15 kernlaag een aanpassing aan de demping van verschillende frequenties van geluidsgolven mogelijk is.

Anderzijds is het echter ook mogelijk, dat het soortelijk gewicht van het kunststofschuim van de kernlaag in het middengebied en de randgebieden verschilt, bij 20 voorkeur echter het randgebied een dubbel zo hoog soortelijk gewicht heeft als het middengebied, waardoor bovendien de dempingskarakteristiek van het geluidsdempingselement met betrekking tot de dempende frequenties aangepast en tegelijkertijd op eenvoudige wijze een bescherming, van het zeer 25 zachte middengebied tegen mechanische beschadigingen bereikt wordt.

Volgens een andere uitvoeringsvorm is het aantal open cellen in het middengebied en in het randgebied van de kernlaag verschillend en neemt in het bijzonder van 30 het randgebied in de richting naar het middengebied toe, waardoor labyrinthachtige gangen ontstaan, waarin de geluids-energie afneemt.

Verder is het ook mogelijk, dat een naar een randgebied van de kernlaag toegekeerde deklaag gevormd 35 wordt door een stof- respektievelijk folievormig, vervormbaar materiaal en de naar het andere randgebied toegekeerde deklaag door een vezelvlies en respektievelijk of een in het bijzonder met onverzadigde polyesterhars doordrenkt karton 8602132 * » - 9 - wordt gevormd en bij voorkeur onder temperatuur of druk vervormbaar en respektievelijk of uithardbaar is uitgevoerd.

Door de toepassing van twee flexibele en vervormbare, vlakke deklagen wordt een sandwichelement gevormd, dat door de 5 verbinding van de drie materialen een grotere sterkte heeft dan elk afzonderlijk materiaal voor zich. Bovendien kan door de geschikte uitvoering van de deklagen worden bereikt, dat tijdens het vervormen een blijvende profilering van het geluidsdempingselement optreedt, en dus de vorming van 10 geluidsdempingskarakteristieken met de vormgeving tot ëën- -enkele arbeidsgang kunnen worden verenigd.

Volgens een andere uitvoeringsvariant is het echter ook mogelijk, dat tussen de deklagei en de kernlaag een kleefmiddellaag wordt aangebracht, die bij voorkeur wordt 15 gevormd door een als smeltfolie uitgevoerde polyetheenfolie en de kernlaag en respektievelijk of de kleefmiddellaag en respektievelijk of het draaglichaam en respektievelijk of één of beide deklagen luchtdoorlatend, in het bijzonder vochtafwerend zijn uitgevoerd. Daardoor wordt bereikt, dat 20 vanwege de luchtdoorlatendheid een goede geluidsabsorberende werking van het geluidsdempingselement tegelijkertijd en een lange levensduur wordt bereikt, aangezien de vloeistof Hoor de vloeistof afwerende uitvoering van de dek- en respektievelijk of kleefmiddellagen wordt verhinderd.

25 Gunstig is een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding volgens welke ten minste één van de deklagen en respektievelijk of ten minste één van de beide randgebieden is voorzien van een vochtafwerende extra impregnering. Doordat de betreffende deklagen respektievelijk randgebieden 30 zijn voorzien van een vochtafwerende impregnering, die bij voorkeur geactiveerd wordt door de verhitting tijdens het vervormen van de elementen, kan op eenvoudige wijze een ontoelaatbare vochtopname van de geluidsdempingselementen en dus een vermindering van de geluidsdempingswerking worden 35 verhinderd.

Verder is het echter ook mogelijk, dat de kernlaag over het oppervlak verdeelde, verschillend sterk verdichte oppervlakgebieden heeft, waarbij bij voorkeur het 8602132 * ♦ - 10 - gewicht van de kernlaag ten opzichte van dezelfde vlakteeenheid en de betreffende dikte in de verschillend sterk verdichte oppervlakgebieden ongeveer even groot zijn. Deze uitvoerings-variant heeft het grote voordeel, dat voor de vervaardiging 5 van geluidsdempingselementen volgens de uitvinding plaatvormig materiaal met een uniforme dikte als. uitgangsmateriaal kan worden toegepast. Daarbij stelt zich op verrassend gunstige wijze tijdens de vervaardiging van de geluidsdempingselementen volgens de uitvinding een verschillende verdichting in die 10· -oppervlakgebieden in, die tot een kleinere of grotere wanddikte worden verdicht. Zo worden dunnere oppervlakgebieden sterker verdicht en verkrijgen dus een groter soortelijk gewicht en een grotere sterkte dan dikkere oppervlakgebieden van deze platen. Indirekt wordt dus een automatische aanpas-15 sing van de sterkte-eigenschappen aan de verschillende dikten, zoals bij bekledingselementen voor de binnenbekleding van voertuigen meestal nodig zijn, bereikt.

De uitvinding omvat echter ook een werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke geluidsisolatie-elementen, 20 waarbij een uit kunststof bestaande kernlaag met verschillende deklagen kracht-overbrengend wordt verbonden.

Deze werkwijze wordt gekenmerkt, doordat een blok schuim van zachte schuimstof geschuimd wordt en in platen wordt verdeeld, waarna aan de van elkaar afgekeerde opper-25 vlakken van één of twee direkt naast elkaar liggende platen, in het bijzonder tegelijkertijd, warmte wordt toegevoerd en deze met een in de richting naar de middenlaag toegerichte drukkracht worden belast en de randgebieden van de platen plastisch worden vervormd. Door de warmte- en drukbehandeling 30 van de schuimstofplaten is het mogelijk verschillende dichtheden en celstrukturen in een uit één stuk bestaand element te bereiken.

Volgens een andere werkwijzevariant wordt voor de warmtetoevoer tussen de naar elkaar toegekeerde opper-35 vlakken van twee platen een kleeflaag respektievelijk een kleeffolie en eventueel een draaglichaam, in het bijzonder een draadrooster of dergelijke, ingebracht. Door het tegelijkertijd opbrengen van de deklagen tijdens deze warmtebehande- 8602132 «* « - 11 - ling kan een extra lijmbewerking voor het bevestigen van deze op het oppervlak van de randgebieden van de kernlaag worden bespaard.

Het is echter ook gunstig, wanneer door de 5 warrate-inwerking tegelijkertijd deklagen op de van elkaar afgekeerde oppervlakken van de kernlaag worden gebracht en hiermee krachtoverbrengend worden verbonden, waarbij de ene deklaag door een vezelmat en de andere deklaag door een mat wordt gevormd.

10 Verder is het ook mogelijk, dat de kernlaag en het draaglichaam tijdens de warmte- en krachtinwerking ruimtelijk wordt vervormd, aangezien daardoor de omslag voor de vervaardiging van de kernlagen vermindert en bovendien een gelijkmatiger celstruktuur over de gehele dikte van 15" de plaat kan worden verzekerd dan bij afzonderlijke vervaardiging van de platen.

Voordelig is het echter ook, wanneer voor het verwarmen en verdichten van de randgebieden van de platen op de oppervlakken warmtelasbare kunststoffolies worden 20 gelegd en door de warmte- en krachtinwerking met de randgebieden van de kernlaag worden verbonden, aangezien door de warmteinwerking bij het verdichten van de randgebieden tegelijkertijd het vastsmelten respektievelijk bevestigen van de vochtafdichtende kunststoffolies wordt bereikt.

25 Het is echter ook mogelijk dat de grootte en de duur van de krachtinwerking evenals de grootte en duur van de temperatuurinwerking afhankelijk van het gewenste dempingsgedrag van de plaat gewijzigd kan worden en in het bijzonder in beide randgebieden gelijk is. Door de regeling 30 van de werkwijzekriteria zoals de grootte en duur van de krachtinwerking respektievelijk de temperatuurinwerking kan het aandeel van gesloten cellen in de randgebieden evenals de dichtheid en het soortelijk gewicht aangepast worden aan de gewenste dempingskarakteristieken.

35 Voordelig is het ook, wanneer de nabij de ene deklaag aangebrachte vezelmat en de nabij de andere deklaag aangebrachte mat tegelijkertijd wordt opgebracht en met de van elkaar afgekeerde oppervlakken van de deklagen worden 8602132 - 12 - verbonden, aangezien daardoor het kromtrekken van de platen evenals de vorming van inwendige spanningen wordt vermeden.

Een verdere werkwijzevariant wordt gekenmerkt doordat ten minste een deel van de kernlaag met gelijke dikte, 5 bij voorkeur gemeenschappelijk met ten minste één deklaag onder tussenvoeging van een kleefmiddellaag, in het bijzonder een polyetheen-smeltfolie, in een vorm wordt gebracht en onder gelijktijdige inwerking van druk en temperatuur in verschillende oppervlaktegebieden tot verschillende dikten wordt 10 verdicht en de afzonderlijke lagen daarbij tegelijkertijd onderling worden verbonden en respektievelijk of uitgehard, waarna bij voorkeur in dezelfde bewerkingsgang het geluid-dempingselement tot de gewenste omtreksvorm wordt af gesneden. Daarbij worden echter voordelen van de goede geluidsdemping 15 en van het gunstige gedrag in het geval van een ongeval door de goede dempingseigenschappen van dergelijke elementen bij het daarop botsen van personen, gehandhaafd.

Voor een beter begrip van de uitvinding wordt deze hierna aan de hand van de in de tekeningen weergegeven 20 uitvoeringsvoorbeelden nader verduidelijkt.

Figuur 1 toont een volgens de uitvinding uitgevoerd geluidsdempingselement in perspektivische, vereenvoudigde, schematische weergave;

Figuur 2 toont een doorsnede door een rand-25 gebied van een kernlaag van een geluidsdempingselement volgens de uitvinding, waarin de verbindingsplekken met een schematisch aangegeven, als deklaag dienende folie evenals de gebieden, waar het kleefmiddel op de celstruktuur is aangebracht, zichtbaar zijn.

30 Figuur 3 toont een vooraanzicht van een motor ruimte met aan de binnenzijde van de motorruimte aangebrachte geluidsdempingselementen volgens de uitvi-nding, evenals de bevestigingsinrichtingen van deze geluidsdempingselementen aan de motorkap.

35 Figuur 4 toont een geluidsdempingselement volgens de uitvinding in perspektivisch aanzicht.

Figuur 5 toont een doorsnede door een ander geluidsdempingselement in bovenaanzicht.

1802132 - 13 -

Figuur 6 toont een deel van de kernlaag van een geluidsdempingselement volgens de uitvinding, met in perspektivisch aanzicht schematisch weergegeven de verschillende celstrukturen in de verdichte rand en in het 5 middengebied.

In figuur 1 is een zelfdragend, sandwich-achtig geluidsdempingselement 1 weergegeven..· Dit geluidsdempingselement 1 omvat twee deklagen 2, 3 en een kernlaag 4.

In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld 10 bestaat de kernlaag 4 uit twee platen 5,6 van een zachte schuimstof, welke, zoals schematisch aangegeven, in een middengebied 7 van de kernlaag 4 een geringere dichtheid heeft dan in de randgebieden 8, 9 van de kernlaag 4. In het middengebied 7 van de kernlaag 4 is in het onderhavige uit-15 voeringsvoorbeeld tussen de naar elkaar toegekeerde oppervlakken van de beide platen 5 en 6 een draaglichaam 10, bijvoorbeeld een draadrooster of een draadnet of dergelijke, aangebracht. Het draaglichaam 10 is bij voorkeur elastisch en kan door inwerking van druk blijvend vervormd worden tot wille-20 keurige ruimtelijke vormen.

Ter verbinding van de beide platen 5, 6 en het draaglichaam 10 is een kleefmiddellaag 11 aangebracht, die bijvoorbeeld ook door een smeltfolie, bijvoorbeeld een polyetheenfolie of dergelijke kan worden gevormd.

25 In de randgebieden 8, 9 is eveneens door middel van een kleefmiddellaag 12, 13 een vezelmat 14 respektievelijk een mat 15, welke de deklagen 2, 3 vormen, met de platen 5, 6 verbonden.

De kleefmiddellaag 12, 13 kan wederom ge-30 vormd zijn door smeltfolies, zoals bijvoorbeeld een polyetheenfolie of dergelijke. Bij toepassing van polyetheenfolies als kleefmiddellagen zijn deze bij voorkeur van over het oppervlak verdeelde openingen voorzien, zodat een luchtdoorlaat tussen de platen 5, 6 respektievelijk deze platen 5, 6 en de 35 vezelmat 14 respektievelijk de mat 15 wordt gewaarborgd. Door de toepassing van de openingen 16 kan de lucht in de cellen van de platen pulseren, zodat de luchtgeluidstrillingen door de labyrinthvormige gangen in de open celstruktuur van de 3602132 - 14 - kernlaag 4, respektievelijk de van de deze vormende platen 5, 6 worden gedempt. Bovendien wordt door deze openingen 16 verzekerd, dat eventueel in het geluidsdempingselement 1 binnengedrongen vocht in gasvormige toestand haar buiten kan 5 treden, waarbij echter bij een geschikte keuze van de grootte en het aantal van de oppervlakte-eenheid aangebrachte openin·* gen 16 het binnendringen van water in vloeibare vorm zo goed mogelijk kan worden vermeden.

Voor het bevestigen van het geluidsdempings-10 element 1 zijn aan het draaglichaam 10 houders 17 bevestigd, die samenwerken met verbindingsmiddelen 18 om de geluids-dempingselementen 1 te bevestigen op een onderdeel 19, dat beschermd moet worden tegen de geluidsinwerkingen van een geluidsbron 20. De verbindingsmiddelen 18 kunnen bijvoorbeeld 15 gevormd worden door aan het onderdeel 19 bevestigde vaste pennen of bouten of dergelijke.

Vezels respektievelijk draden 21 van de vezelmat 14 kunnen al naar gelang het toepassingsdoel van het geluidsdempingselement, in het bijzonder in de nabijheid van 20 hogere temperaturen afgevende geluidsbronnen, zoals motoren, compressoren of dergelijke, ook gevormd worden door tegen hoge temperatuur bestendige glasvezels, metalen vezels of koolstofvezels of dergelijke. Door een dergelijke uitvoering van de vezelmat worden de kleefmiddellaag 12 evenals het rand-25 gebied 8 tegen de inwerking van te hoge temperaturen beschermd.

De aan het onderdeel 19 aangebrachte mat 15 - die aangebracht is aan de van de geluidsbron 20 af gekeerde zijde van het geluidsdempingselement - wordt bijvoorbeeld gevormd door een vezelvlies of door een mat van zachte schuim-30 stof. De deklaag 2 respektievelijk vezelmat 14 respektievelijk de deklaag 3 respektievelijk de mat 15 hebben een dikte 22 respektievelijk 23, die een gedeelte van een dikte 24 van de kernlaag 4 bedraagt. De mat 15 kan daarbij door een waterafstotend vezelvlies of door een schuimstofmat van een zachte 35 schuimstof met overwegend open cellen worden gevormd.

Zoals door de schematische voorstelling van het middengebied 7 en de randgebieden 8 is aangegeven, heeft de kernlaag 4 een in de richting van de beide deklagen 8602132 - 15 - 2, 3 toenemende dichtheid. Terwijl de middenlaag bij voor-keur een soortelijk gewicht van 10 kg/m heeft, bedraagt het soortelijk gewicht van de zachte schuimstof in de rand- 3 gebieden 8, 9 ca. 18 tot 20 kg/m . Daardoor worden verschil-5 lende geluidsdoorgangswaarden over de dikte van de kernlaag 4 bereikt, zodat ongeveer even goede geluidsdempingswaarden voor verschillende frequenties met één geluidsdempingselement 1 worden bereikt. Bovendien wordt door het hogere soortelijk gewicht in de randgebieden 8, 9 een grotere sterkte en stabi-10 liteit van de kernlaag 4 in de randgebieden 8, 9 bereikt. Daarmee worden gunstige voorwaarden gesteld voor de bevestiging van de deklagen 2, 3 aan de kernlaag. Door de grotere sterkte van de randgebieden 8, 9 kan het geluidsdempingselement zonder extra maatregelen alleen door verbinding met 15 de deklagen zelfdragend worden uitgevoerd. Gebleken is, dat het gunstig is wanneer het verschillende soortelijk gewicht van de randgebieden 8, 9 ten opzichte van.het middengebied 7 van de kernlaag 4 wordt bereikt doordat platen van dezelfde dikte door inwerking van druk en temperatuur in de 20 randgebieden worden verdicht. Daarbij ontstaan door het kapot gaan van de opencellige celstruktuur vanwege de temperatuur-inwerking in deze verdichte gebieden een groter aantal gesloten cellen dan in het middengebied 7. Door een geschikte wijziging van de dikte van het randgebied 8, 9 respektieve-25 lijk het ruimtegewicht in verhouding tot het ruimtegewicht van het middengebied 7 kan een aanpassing van het geluidsdem-pingselement aan verschillende geluidsbronnen respektievelijk verschillende frequenties van de van dergelijke geluidsbronnen afgegeven geluidsgolven worden bereikt. Bij voorkeur worden 30 daarvoor voor de kernlaag platen gebruikt, die uit een blok van zachte schuimstof zijn gesneden. Bij de voor de vervaardiging van de platen toegepaste zachte schuimstoffen kan het om een in een bijzonder MDI-gedreven respektievelijk vernet polyether- of polyester-kunststofschuim gaan. Het voordeel 35 van de toepassing van platen die uit een blok van kunststof-schuim worden gesneden, ligt daarin, dat de dichtheid en de celstruktuur zo uniform mogelijk is.

Binnen het kader van de uitvinding is het 360 2: :: - 16 - daarbij onbelangrijk of de kernlaag 4 uit één enkele plaat of uit twee platen 5 en 6, zoals in figuur 1 weergegeven, of uit meer platen van verschillende dichtheid of celstruk-tuur, bijvoorbeeld een plaat voor het middengebied 7 en 5 telkens een plaat voor de randgebieden 8, 9 wordt gevormd.

Voor de vervaardiging van een dergelijk geluidsdempingselement 1, zoals weergeven in figuur 1, kan nu volgens de volgende werkwijze worden gewerkt:

Platen uit een zachte schuimstof met in 10 hoofdzaak over de gehele dikte uniforme dichtheid worden vervaardigd, waarin bijvoorbeeld een uit een draadvlechtwerk of draadrooster bestaand draaglichaam 10 ingeschuimd is. Eventueel is echter ook mogelijk, dat uit een blok van zacht kunststofschuim uitgesneden platen 5, 6 worden gebruikt, waar-15 tussen een kleefmiddellaag 11 en het draaglichaam 10 worden aangebracht. Tegelijkertijd worden in een verhitte pers voor de vervaardiging van het geluidsdempingselement onder het tussenleggen van een kleefmiddellaag 12, 13 de deklaag 2 en 3 ingelegd.

20 Daaraan aansluitend wordt de pers in het gebied van de deklagen 2, 3 tot een temperatuur van ca. 100 tot 150°C verwarmd en op het in de vorm gelegde geluidsdempingselement 1 wordt een geschikte oppervlaktebelasting aangebracht. Door de over het oppervlak verdeelde belasting onder 25 gelijktijdige temperatuurinwerking gaat in de randgebieden 8, 9 de celstruktuur kapot en treedt een vermindering van de dikte van de kernlaag 4 op grond van deze verdichting op. Door het kapot gaan van de cellen op grond van de gelijktijdige inwerking van druk en temperatuur ontstaat in de randgebieden 30 8, 9 ook een grotere dichtheid en een groter soortelijk ge wicht van het schuimstof. Door een geschikte keuze van de temperatuur en de drukbelasting kan de dikte van de randgebieden respektievelijk de verandering in dichtheid en het soortelijk gewicht eenvoudig aangepast worden.aan verschillen-35 de toepassingen.

De voor de kleefmiddellaag 11, 12 en 13 gebruikte lijm is bij voorkeur waterafstotend maar luchtdoor-latend, zodat de lucht ongehinderd in de daarachter liggen 8602132 - 17 - de gebieden van de platen 5, 6 respektievelijk de kernlaag 4 kan binnentreden.

Het is echter ook mogelijk voor vochtisola-tie en voor het aan elkaar lijmen van de afzonderlijke lagen 5 van het sandwichachtige geluidsdempingselement 1, in plaats van de kleefmiddellagen smeltfolies, bijvoorbeeld polyetheen-folies toe te passen. Bij verhitting van het geluidsdempingselement 1 smelt deze folie en deze werkt als waterafstotende schermlaag en tegelijkertijd als kleefmiddellaag ter verbinding 10 van de afzonderlijke lagen van het geluidsdempingselement 1.

Door de toepassing van schuimstoffen met open poriën met hoge elastische eigenschappen in het gebied van de kernlaag 4 en in het gebied van de deklaag 3 kan het geluidsdempingselement 1 volgens de uitvinding direkt aan een 15 tegen het daarop gerichte geluid te beschermen onderdeel 19 worden gemonteerd.

Hierbij is het gunstig, wanneer de verbinding tussen de verbindingsmiddelen en de houder 17 aan het draaglichaam 10 door middel van elastische tussenelementen 20 geschiedt, zodat een trillings- en dus geluidsoverdracht van het geluidsdempingselement op het onderdeel 19 op betrouwbare wijze wordt vermeden.

In figuur 2 is een deel van de kernlaag 4 weergegeven. Zoals is te zien, is deze kernlaag samengesteld 25 uit gesloten cellen 25 en de onderling verbonden open cellen 26, die gevormd worden door de netstruktuur.

Om nu een luchtdoorgang door de kleefmiddellaag tussen de deklaag 3 en de kernlaag 4 mogelijk te maken, wordt een lijm 27 toegepast die een consistentie heeft, 30 welke het overspannen van grotere holle ruimten niet mogelijk maakt, zodat de lijm 27 slechts tegen de netstruktuur van de open cellen 26 respektievelijk tegen de gesloten cellen 25 aanligt. Daardoor wordt verzekerd, dat in de ver-bindingsvlakken tussen de deklaag 3 en de kernlaag 4 lucht-35 doorlaten open blijven, waardoorheen de lucht in de kernlaag 4 kan binnendringen respektievelijk uit deze naar buiten kan treden.

In figuur 3 is de opstelling weergegeven 8602132 * m - 18 - van geluidsdempingselementen 1 volgens de uitvinding aan de binnenzijde van een motorkap 28, die samengesteld is uit kapdelen 29 en 30, welke bijvoorbeeld bestaan uit met glasvezel versterkte kunststof. Binnen de motorkap 28 is bijvoor-5 beeld een dieselmotor 31 aangebracht, die lucht- en kontakt-geluid, welke symbolisch door pijlen 32 en 33 zijn aangegeven, naar alle richtingen afgeeft. De geluidsdempingselementen 1 zijn door het draaglichaam 10 en de verbindingsmiddelen 18 met de kapdelen 29 en 30 verbonden.

10 Zpals uit figuur 3 nog blijkt, is het door de vervormbaarheid van de afzonderlijke platen respektieve-lijk elementen van het geluidsdempingselement volgens de uitvinding mogelijk, deze aan te passen aan willekeurige ruimtelijke vervormingen van de kapdelen 29 respektievelijk 30 -15 zoals in het bijzonder getoond bij het, bij het kapdeel 29 behorende geluidsdempingselement 1.

Vanzelfsprekend kunnen volgens de uitvinding in plaats van de MDI-gedreven kunststofschuimen ook TTI-gedreven kunststofschuimen worden toegepast.

20 Ook de keuze van de soortelijke gewichten van het kunststof schuim in de rand-.-respektievelijk de middengebieden kan op geschikte wijze worden gevarieerd, om bijvoorbeeld voor meer energierijke energietrillingen een beter dempingsgedrag te bereiken.

25 Verder is het ook mogelijk om voor de mat 15 een katoenvezelvlies of een vlies van synthetische vezels toe te passen. Wanneer voor de kleefmiddellaag een lijm wordt gebruikt, moet erop worden gelet, dat deze zijn kleefwerking ook na een verwarming tot ca. 150°C nog behoudt respektieve-30 lijk in dit temperatuurgebied vloeibaar wordt, om bijvoorbeeld tijdens de temperatuur- en drukbelasting van het geluidsdempingselement tegelijkertijd de lijmverbinding van de afzonderlijke platen respektievelijk de lagen uit te kunnen voeren, om te verzekeren, dat een permanente lijmverbinding in de 35 sandwich wordt verkregen. Voor de druk- en temperatuurbelas-ting van het geluidsdempingselement tijdens de vervaardiging respektievelijk vervorming kunnen de uit de stand van de techniek bekende verhitte persinrichtingen worden toegepast.

8S02132 - 19 -

-'N

W =>

In figuur 4 wordt een geluidsdempingselement 101 getoond, dat bestaat uit een deklaag 102 en een deklaag 103, en een tussen deze aangebrachte kernlaag 104. De kern-laag 104 omvat, zoals schematisch is aangegeven, een midden-5 gebied 105 en twee randgebieden 106, 107. Deze kernlaag 104 kan uit één stuk bestaan, uit een kunststofschuim met overwegend open cellen, in het bijzonder een kunststof schuim-plaat. Het is echter ook mogelijk om de randgebieden en de middengebieden telkens uit eigen platen samen te voegen.

10 Zoals uit het snijvlak in het gebied van de kopzijde door de schematische voorstelling is aangegeven, hebben de randgebieden 106, 107 en het middengebied 105 een verschillende dichtheid van het opencellige kunststofschuim. Deze randgebieden 106, 107 worden daarbij door onder druk, dat wil zeggen 15 mechanisch en respektievelijk of thermisch verdicht opencellig kunststofschuim gevormd. Bij voorkeur is bij deze uitvoering zowel voor het middengebied 105 als ook voor de randgebieden 106, 107 kunststofschuim met dezelfde eigenschappen gebruikt. Wanneer een kernlaag 104 uit ëên stuk wordt gebruikt, dan 20 worden de randgebieden 106, 107 door in het oppervlakte-gebied uitgeoefende verdichting onder gelijktijdige warmtetoevoer verkregen. Zoals figuur 4 verder toont, hebben de gebieden 108 een grotere dikte 109 dan de gebieden 110, die slechts een dikte 111 hebben. Zoals door de schematische voor-25 stelling tot uitdrukking is gebracht, is de kernlaag 104 in het gebied 110 sterker verdicht en heeft dit dienovereenkomstig een grotere dichtheid en dus een groter soortelijk gewicht. Dit wordt bereikt doordat de opencellige struktuur door de hogere druk in de gebieden 110 onder de gelijktijdige 30 thermische belasting sterker wordt verdicht. Daarbij is het ook mogelijk om de sterker te verdichten gebieden aan een hogere temperatuur bloot te stellen, om de deformatie respektievelijk de permanente vervorming van de opencellige kunststof struktuur te vergemakkelijken.

35 Bij voorkeur heeft een element'met een zelfde oppervlak in het gebied 110 met geringere dikte 111 en in het gebied 108 met een grotere dikte 109 hetzelfde gewicht. De deklagen 102 en 103 kunnen door onder druk en K 8602132 - 20 - temperatuur vervormbare folies of netvormige materialen van stof, vezels of andere kunstmatige of natuurlijke materialen worden gevormd. Bij voorkeur is het mogelijk om één van de beide deklagen 102, 103 te vormen van een met onverzadigde 5 polyesterhars doordrenkt karton. Bij een uitvoeringsvorm, waarbij de ene deklaag 102 door een met onverzadigde polyesterhars doordrenkt karton wordt gevormd, is deze deklaag 102, bijvoorbeeld bij een voertuig, aangebracht nabij een carosse-rie 112, bijvoorbeeld de plaatdelen van de cabineruimte. De 10 bevestiging tussen het geluidsdempingselement 101 respektie-velijk de deklaag 102 en de carosserie 112 kan geschieden door lijmen of door geschikte bevestigingsmiddelen van kunststof of metaal. De tegenover-liggende deklaag 103 kan worden gevormd door van kunstmatige of natuurlijke vezels gevormde 15 tapijten of leer of dergelijke. Wanneer de deklagen 102 en 103 tijdens de vervaardiging van het geluidsdempingselement 101 volgens de uitvinding, direkt, bijvoorbeeld door toepassing van smeltfolies 113 - zoals in het onderste gedeelte van figuur 4 schematisch aangegeven is - met elkaar worden 20 verbonden, dan moet erop worden gelet, dat de deklagen 102 en 103 een geschikte elastische vervorming en temperatuur-belasting mogelijk maken.

Bij het weergegeven geluidsdempingselement 101 kan bijvoorbeeld de toegepaste zachte schuimstof respek-25 tievelijk kunststofschuim met opencellige struktuur een soor- 3 telijk gewicht van ca. 9 tot 10 kg/m hebben en dit materiaal wordt bijvoorbeeld in de randgebieden 106, 107, in het bijzonder bijvoorbeeld ook in het gebied 110, waarin deze slechts een dikte 111 heeft, tot een soortelijk gewicht van ca. 40 3 30 tot 50 kg/m verdicht. Dit leidt ertoe, dat door de dichtere struktuur van het zachte schuim in het gebied 110 een grotere stabiliteit van het sandwïchelement ten opzichte van de oppervlakgebieden 108 wordt gevormd en dus in die gebieden, waarin op grond van de konstruktieve eisen een dikte 109 35 van het geluidsdempingselement 101 niet mogelijk is, desondanks een voldoende sterkte tegen beschadiging bij normaal bedrijf wordt verzekerd. Ondanks dit alles wordt bij een dergelijk geluidsdempingselement echter bereikt, dat het een 8602132 - 21 - grote elasticiteit heeft en dat goede dempingseigenschappen bij het botsen van personen worden bereikt, aangezien de meer vaste en sterke verdichte gebieden 110 direkt in de gebieden 108 met een grotere elasticiteit uitmonden en dus in het 5 geheel ook het sterker verdichte gebied 110 meer elastisch gedempt dan bij een schuimvulling met kunststof materialen met overwegend gesloten cellen.

Door een geschikte kracht- en temperatuur-inwerking tijdens de vervaardiging van de geluidsdempings-10 elementen volgens de uitvinding kan het dichtheidsverloop in de randgebieden 106 en 107 ook progressief in de richting van het middengebied 105 afnemen.

In figuur 5 is een doorsnede door een geluid-dempingselement 114 getoond, dat bijvoorbeeld kan worden toe-15 gepast als bekledingselement in een voertuig, voor het bekleden van de binnenruimte. Zoals uit dit bovenaanzicht van het geluidsdempingselement 114 blijkt, heeft dit verschillend dikke en verschillend vervormde oppervlakgebieden 115, 116, 117 en 118. Een kernlaag 119 en een hierbij behorende deklaag 20 120 moeten een voldoende vervorming toelaten om zonder materi-aalbeschadiging de'profilering van het geluidsdempingselement mogelijk te maken. Daartoe is het mogelijk, om in de zeer sterk verdichte en verzwakte gebieden 117/ 118 respektievelijk om een voldoende sterkte voor het aanbrengen van verbindings-25 inrichtingen mogelijk te maken, ten minste in afzonderlijke gebieden op gunstige wijze in de kernlaag 119 draaglichamen 121 aan te brengen, die na de vormgeving van de kernlaag 119 deze vlaktegebieden 117, 118 in de beoogde vorm houden en stabiliseren. Bij het draaglichaam 121 kan het gaan om met 30 verschillende harsen of andere lijmen doordrenkte net- of folievormige of ook van metaal of dergelijke gevormde roosters en netten, die na de vervorming en temperatuurbehandeling uitharden en. het geluidsdempingselement 114 in de gewenste vorm houden.

35 Vanzelfsprekend is het ook bij dit geluids dempingselement 114 mogelijk om aan de tegenover de deklaag 120 liggende zijde van de kernlaag 119 een verdere deklaag aan te brengen.

SS02132 * - 22 -

In figuur 6 is een deel van de kernlaag 122 en een deklaag 120 in sterk vereenvoudigde vorm en perspekti-visch weergegeven. Door deze weergave moet de werkingswijze van de mechanische en thermische verdichting van de randgebie-5 den 123 ten opzichte van een middengebied 124 grafisch worden verduidelijkt. Zoals te zien is, zijn in het naar een oppervlak 125 van de kernlaag 122 toegekeerde randgebied 123 de open cellen 126, die door een ruimtelijk roosterwerk van kunststof met een aantal verbindingswanden 127 worden gevormd, 10 door de mechanische en thermische verdichting samengedrukt, waardoor de bij benadering kogelvormige cellen respektievelijk de kogelvormig opgebouwde verbindingsvlakken 127 worden samengedrukt en kapot gemaakt en bij voorkeur gedeeltelijk ingesloten gesloten cellen 128 ten opzichte van het middengebied 124, 15 waarin deze bij benadering kogelvormig zijn, een elliptische vorm aannemen. Door de druk en de temperatuur worden de open cellen 1262§e deze vormende verbindingswanden 127 samengedrukt en vervormd, waardoor zowel de sterkte als ook de dichtheid en het soortelijk gewicht in het randgebied 123 toeneemt.

20 Wanneer deze verdichting over een oppervlak plaats vindt, dan neemt deze in de richting van het middengebied 124, al naar de gelang de gekozen bewerkingskriteria lineair of progressief af, tot in het middengebied 124, waarin de oorspronkelijke ongewijzigde celstruktuur overblijft.

25 De oplossing volgens de uitvinding onderscheidt zich daardoor van die geluidsdempingselementen, waarbij een opschuiming met huidvorming wordt gebruikt, om bij een zachte kern een hard oppervlak te bereiken doordat de verdichting van de randgebieden door de toegepaste temperatuur en de druk 30 in willekeurige grenzen te regelen is. Aan de hand van figuur 6 is slechts de grondgedachte van de oplossing volgens de uitvinding, de eigenschappen van zachte schuimstofplaten door een geschikte verdichting te wijzigen, voor een beter begrip schematisch weergegeven. Dienovereenkomstig kunnen zowel met 35 betrekking tot de sterk overdreven weergegeven grote verhoudingen als ook het verloop van de verbindingswanden van de opencelstruktuur willekeurige afwijkingen aanwezig zijn, en de oplossing volgens de uitvinding is in geen geval tot de 8602132 - 23 - weergegeven uitvoeringsvorm beperkt.

Met betrekking tot de gebruikte deklagen is de toepassing van de werkwijze en de inrichting volgens, de uitvinding eveneens niet beperkt. Zo kunnen bijvoorbeeld 5 stoffen, natuurlijk of kunstleder, vezelvliezen, netten of dergelijke als deklagen worden gebruikt, waarbij zowel natuurlijke als ook kunstmatige vezels gebruikt kunnen worden. Bij voorkeur kunnen deze deklagen ook doordrenkt zijn met vochtafwerende of moeilijk ontvlambare materialen,. of 10 daarmee zijn bedekt. Hierbij is het gunstig, wanneer deze extra op- respektievelijk ingebrachte materialen pas tijdens de druk- en temperatuurbehandeling na het vervormen van de geluidsdempingselementen in de gewenste vorm uitharden. Daarmee wordt het terugveren van de geluidsdempingselementen in 15 hun uitgangsstand op betrouwbare wijze vermeden.

Op dezelfde wijze is ook voor het draag-lichaam 121 elk gewenst materiaal bruikbaar. Zo is het mogelijk geschikte vezelvliezen, vezelnetten of dergelijke van metaal, kunststof of natuurlijke vezel en draden, bij voor-20 keur koolvezeldraden te gebruiken. Verder is het gunstig, wanneer dit draaglichaam van een laag onverzadigde polyester-hars wordt voorzien en het draaglichaam dus tijdens- de temperatuur en/of drukbelasting na het vervormen in deze vervormde stand vasthoudt.

25 Vanzelfsprekend is het ook mogelijk om het draaglichaam tussen twee op geschikte wijze gevormde schuim-stof platen te leggen en door êén of twee kleefmiddellagen, bijvoorbeeld smeltfolies met deze kunststoflagen te verbinden.

De geluidsdempingselementen volgens de uit-30 vinding worden bij voorkeur toegepast in motorvoertuigen, in het bijzonder voor de bekleding van passagiersruimten of stuurcabines bij vrachtwagens. Vanzelfsprekend kunnen deze echter ook worden gebruikt bij isolatie van flats of bij de geluidsdemping van andere machines.

8602132

Claims (34)

1. Zelfdragend, sandwichachtig geluiddempingselement met twee op een afstand van elkaar aangebrachte, verschillende deklagen en een daartussen aangebrachte, uit kunststofschuim bestaande kernlaag, met het kenmerk, dat de 5 kernlaag (104, 119, 122) een in de richting van de beide deklagen (102,103,120) toenemende dichtheid heeft en uit een kunststof met overwegend open cellen (126) bestaat.

2. Geluiddempingselement volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verdichte celstruktuur in de naar de 10 beide deklagen (102,103, 120) toegekeerde randgebieden (106, 107, 123) uit een mechanisch en rèspektievelijk of thermisch verdicht opencellig kunststofschuim wordt gevormd.

3. Geluiddempingselement volgens één van de conclusies 1 of . 2, met het kenmerk, dat het soortelijk 15 gewicht van het opencellige kunststof schuim van de kernlaag (104, 119, 122) in het middengebied (105) en het randgebied (106, 107, 123) verschillend is, bij vjorkeur het randgebied echter een twee- tot vijfmaal zo hoog soortelijk gewicht heeft als het middengebied.

4. Geluiddempingselement volgens één van de conclusies 1 tot en met 3, met het kenmerk, dat het middengebied (105) gevormd is van een zachte schuimstof, in het bij-zonder met een soortelijk gewicht van ca. 9 tot 10 kg/m .

5. Geluiddempingselement volgens één der 25 conclusies 1 tot en met 4, met het kenmerk, dat de kernlaag (104, 119, 122) door een overwegend opencellige zachte schuimstof, in het bijzonder een MDI-gedreven respektievelijk vernet polyether- of polyester kunststofschuim bestaat.

6. Geluiddempingselement volgens één van de 30 conclusies 1 totven met 5, met het kenmerk, dat de kernlaag (4) in de naar de beide deklagen (2, 3) toegekeerde randgebieden (8, 9) een verdichte celstruktuur heeft, die een hoger aandeel aan gesloten cellen (25) omvat dan de celstruktuur in een middengebied (7) tussen deze randgebieden (8, 9).

7. Geluiddempingselement volgens één van de conclusies 1 tot en met 6, met het kenmerk, dat het zachte 8602132 - 25 - schuimstof gevormd wordt door een/ in het bijzonder MDI-gedreven respektievelijk vernet polyether- of polyester kunststofschuim, en de kernlaag (4) bij voorkeur door een deel van een blok van zachte schuimstof wordt gevormd.

8. Geluiddempingselement volgens een van de conclusies 1 tot en met 7, met het kenmerk, dat de uit midden- en randgebieden (7; 8,9) bestaande kernlaag (4) als één stuk is uitgevoerd.

9. Geluidsdempingselement volgens één 10 van de conclusies 1 tot en met 8, met het kenmerk, dat de deklaag (2, 3) vochtafstotend, in het bijzonder als een polyetheenfolie is uitgevoerd en de open cellen (26) van het randgebied (8, 9) van de kernlaag (4) door openingen in de deklaag (2, 3) respektievelijk de kleefmiddellaag (12, 13) of 15 de polyetheenfolie met de omgevingslucht zijn verbonden.

10. Geluidsdempingselement volgens één van de conclusies 1 tot en met 9, met het kenmerk, dat de vochtafstotende deklaag (2, 3) respektievelijk de polyetheenfolie op de van de kernlaag (4) afgekeerde zijde voor een 20 vezelmat (14) met vezels of draden (21), die tegen hoge temperaturen bestand zijn, is aangebracht, welke vezelmat over het oppervlak verdeelde openingen (16) omvat en in het bijzonder als een net is uitgevoerd.

11* Geluidsdempingselement volgens één van 25 de conclusies 1 tot en met 10, met het kenmerk, dat de vezels of draden (21) gevormd worden door glasvezels en respektievelijk of koolstofvezels en respektievelijk of metalen vezels.

12. Geluidsdempingselement volgens één van de conclusies 1 tot en met 11, met het kenmerk, dat op het 30 van de vezelmat (14) afgekeerde oppervlak van de andere deklaag (3) een mat (15) van waterafstotend vezelvlies en respektievelijk of van schuimstof, bijvoorbeeld van een opencellig zachte schuim is aangebracht, waarvan de dikte (22, 23) een deel van de dikte (24) van de kernlaag (4) bedraagt.

13. Geluidsdempingselement volgens één van de conclusies 1 tot en met 12, met het kenmerk, dat de afzonderlijke gebieden van de kernlaag (4) onderling en respektievelijk of de deklaag (2, 3) met de kernlaag (4) en respektie- 6602132 - 26 - velijk of de deklaag (2, 3) met de voor deze aangebrachte mat (15) en respektievelijk of vezelmat (14) door een kleefmiddel-laag (11, 12, 13), in het bijzonder met he.t cellengestel van de kernlaag (4) zijn verbonden en de kleefmiddellaag (11, 12, 13) 5 luchtdoorlatend is uitgevoerd, waarbij bij voorkeur de kleefmiddellaag (12, 13) de deklaag (2, 3) vormt.

14. Geluidsdempingselement volgens één van de conclusies 1 tot en met 13, met het kenmerk, dat de kleefmiddellaag (11, 12, 13) gevormd wordt door de als smeltfolie uitgevoerde polyetheenfolie.

15. Geluidsdempingselement volgens één van de conclusies 1 tot en met 14, met het kenmerk, dat in de kernlaag (4) en respektievelijk of in het gebied tussen de kernlaag (4) en de vezelmat (14) of de mat (15) een elastisch vervormbaar draaglichaam (10) is aangebracht, dat in de richting 15 van de deklagen (2, 3) lucht- en respektievelijk of geluid-doorlatend is uitgevoerd.

16. Geluidsdempingselement volgens één van de conclusies 1 tot en met 15, met het kenmerk, dat de kernlaag (104, 119, 122) behoort bij een elastisch, in het bijzon- 20 der blijvend vervormbaar draaglichaam (121) en hiermee kracht-overbrengend en respektievelijk of wat de vorm betreft passend is verbonden.

17. Geluidsdempingseilement volgens één van de conclusies 1 tot en met 16, met het kenmerk, dat de kern- 25 laag (4) tweedelig is en telkens uit een plaat (5, 6) bestaat, waartussen het elastisch vervormbare draaglichaam (10) is aangebracht, in het bijzonder is vastgelijmd.

18. Geluidsdempingselement volgens één van de conclusies 1 tot en met 17, met het kenmerk, dat het draag- 30 lichaam (10) en respektievelijk of de lijmlaag (11, 12, 13) en respektievelijk of de deklaag (2, 3) en respektievelijk of de vezelmat (14) en respektievelijk of de mat (15) waterdamp-doorlatend zijn uitgevoerd.

19. Geluidsdempingselement volgens één van 35 de conclusies 1 tot en met 18, met het kenmerk, dat de vezelmat (14) aangebracht is nabij een geluidsbron (20) en de- aan de tegenoverliggende bovenzijde aangebrachte mat aan het te 8802132 - 27 - beschermen onderdeel (19), waarbij het geluidsdempingselement (1) tussen de geluidsbron (20) en een deze omgevend huis, bijvoorbeeld de motorkap (28) is aangebracht en door een draaglichaam (10) met deze is verbonden.

20. Geluidsdempingselement volgens één van de conclusies 1 tot en met 19, met het kenmerk, dat een dikte van het middengebied (7) in verhouding tot de dikte van de beide randgebieden (8, 9) van de kernlaag (4) verschilt van, bij voorkeur echter driemaal zo groot is als die van de rand-10 gebieden (8, 9).

21. Geluidsdempingselement volgens één van de conclusies 1 tot en met 20, met het kenmerk, dat het soortelijk gewicht van het kunststofschuim van de kernlaag (4) in het middengebied (7) en de randgebieden (8, 9) verschilt, 15 bij voorkeur echter het randgebied (8, 9) een dubbel zo hoog soortelijk gewicht heeft als het middengebied (7).

22. Geluidsdempingselement volgens één van de conclusies 1 tot en met 21, met het kenmerk, dat het aantal open cellen (26) in het middengebied (7) en in het 20 randgebied (8, 9) van de kernlaag (4) verschillend is en in het bijzonder van het randgebied (8, 9) in de richting van het middengebied (7) toeneemt,

23. Geluidsdempingselement volgens één van de conclusies 1 tot en met 22, met het kenmerk, dat een naar 25 het ene randgebied van de kernlaag (104, 119, 122) toegekeerde deklaag (102) door een stof- respektievelijk folievormig vervormbaar materiaal wordt gevormd en de naar het andere randgebied toegekeerde deklaag (102,103, 120) door een vezelvlies en respektievelijk of een in het bijzonder met onverzadigde 30 polyesterhars doordrenkt karton wordt gevormd en bij voorkeur onder temperatuur en respektievelijk of druk vervorm- en respektievelijk of uithardbaar is uitgevoerd.

24. Geluidsdempingselement volgens één van de conclusies 1 tot en met 23, met het kenmerk, dat tussen de 35 deklagen (102, 103, 120) en de kernlaag (104, 119, 122) een kleefmiddellaag is aangebracht, die bij voorkeur wordt gevormd door een als smeltfolie (113) uitgevoerde polyetheenfolie en de kernlaag (104, 119, 122) en respektievelijk of de kleef- 3602132 -9 Sr- - 28 - middellaag en respektievelijk of het draaglichaam (121) en respektievelijk of één of beide deklagen (102, 103, 120) luchtdoorlatend, in het bijzonder vochtafstotend zijn uitgevoerd .

25. Geluidsdempingselement volgens één van de conclusies 1 tot en met 24, met het kenmerk, dat ten minste één van de deklagen (102, 103, 120) en respektievelijk of ten minste één van de beide randgebieden (106, 107, 123) voorzien zijn van een vochtafstotende extra impregnering.

26. Geluidsdempingselement volgens één van de conclusies 1 tot en net 25, met het kenmerk, dat de kernlaag (104, 119, 122) over het oppervlak verdeelde, verschillend sterk verdichte oppervlakgebieden (108, 110; 115-118) omvat, waarbij bij voorkeur het gewicht van de kernlaag 15 (104, 119, 122) betrokken op dezelfde oppervlakteeenheid en de betreffende dikte in de verschillend sterk verdichte oppervlakgebieden (108, 123, ll5-118) ongeveer even groot zijn.

27. Werkwijze voor het vervaardigen van 20 dergelijke geluidsdempingselementen volgens één van de conclusies 1 tot en met 26, waarbij een uit kunststof bestaande kernlaag met verschillende deklagen krachtoverbrengend wordt verbonden, met het kenmerk, dat een blok schuim van zachte schuimstof wordt geschuimd en in platen wordt verdeeld, 25 waarna aan de van elkaar afgekeerde oppervlakken van één of twee direkt aan elkaar grenzende platen, in het bijzonder tegelijkertijd warmte wordt toegevoerd en deze met een in de richting van de middenlaag gerichte drukkracht belast en de randgebieden van de plaat plastisch vervormd worden.

28. Werkwijze volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat voor de warmtetoevoer tussen de naar elkaar toegekeerde oppervlakken van twee platen een kleefmiddellaag respektievelijk een kleeffolie en eventueel een draaglichaam, in het bijzonder een draadrooster of dergelijke, wordt inge-35 bracht.

29. Werkwijze volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat door de warmteinwerking tegelijkertijd deklagen op de van elkaar afgekeerde oppervlakken van de kern- #302132 ' •-•VIA ' .«E ... . ..... ... . X. - 29 - laag worden gebracht en met deze krachtoverbrengend worden verbonden, waarbij een deklaag door een vezelmat en de andere deklaag door een mat worden gevormd.

30. Werkwijze volgens één van de conclusies 5 27 tot en met 29, met het kenmerk, dat de kernlaag en het draaglichaam tijdens de warmte- en krachtinwerking ruimtelijk worden vervormd.

31. Werkwijze volgens één van de conclusies 27 of 30, met het kenmerk, dat voor het verwarmen en verdich- 10 ten van de randgebieden van de plaat op de oppervlakken warm-lasbare kunststoffolies worden gelegd en door de warmte-en krachtinwerking met de randgebieden van de kernlaag worden verbonden.

32. Werkwijze volgens één van de conclusies 15 27 tot en met 31, met het kenmerk, dat de grootte en duur van de krachtinwerking evenals de grootte en duur van de temperatuur sinwerking in afhankelijkheid van de gewenste dempings-eigenschappen van de plaat veranderbaar, in het bijzonder in beide randgebieden gelijk is.

33. Werkwijze volgens één van de conclusies 27 tot en met 32, met het kenmerk, dat de bij de ene deklaag behorende vezelmat en de bij de andere deklaag behorende mat tegelijkertijd opgebracht worden en met de van elkaar afgekeerde oppervlakken van de deklagen krachtoverbrengend 25 worden verbonden.

34. Werkwijze voor het vervaardigen van geluidsdempingselementen volgens één van de conclusies 1 tot en met 26, met het kenmerk, dat ten minste een deel van de kernlaag met konstante dikte bij voorkeur gemeenschappelijk 30 met ten minste één deklaag met daartussenin een kleefmiddel-laag, in het. bijzonder een polyetheen-smeltfolie in een vorm wordt gebracht en onder gelijktijdige inwerking van druk en temperatuur in verschillende vlaktegebieden tot verschillende dikten wordt verdicht en de afzonderlijke lagen daarbij 35 tegelijkertijd onderling verbonden en respektievelijk of uitgehard worden, waarna bij voorkeur in dezelfde arbeids-gang het geluidsdempingselement tot de gewenste omtreksvorm wordt afgesneden. 8602132