NL8602124A - Grondbewerkingsmachine. - Google Patents

Grondbewerkingsmachine. Download PDF

Info

Publication number
NL8602124A
NL8602124A NL8602124A NL8602124A NL8602124A NL 8602124 A NL8602124 A NL 8602124A NL 8602124 A NL8602124 A NL 8602124A NL 8602124 A NL8602124 A NL 8602124A NL 8602124 A NL8602124 A NL 8602124A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
soil cultivation
cultivation machine
machine according
soil
tubular
Prior art date
Application number
NL8602124A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL8602124A priority Critical patent/NL8602124A/nl
Priority to EP87201572A priority patent/EP0257711A1/en
Publication of NL8602124A publication Critical patent/NL8602124A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B49/00Combined machines
    • A01B49/02Combined machines with two or more soil-working tools of different kind
    • A01B49/022Combined machines with two or more soil-working tools of different kind at least one tool being actively driven
    • A01B49/025Combined machines with two or more soil-working tools of different kind at least one tool being actively driven about a substantially vertical axis
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B29/00Rollers
    • A01B29/04Rollers with non-smooth surface formed of rotatably-mounted rings or discs or with projections or ribs on the roller body; Land packers
    • A01B29/048Bar cage rollers
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01CCONSTRUCTION OF, OR SURFACES FOR, ROADS, SPORTS GROUNDS, OR THE LIKE; MACHINES OR AUXILIARY TOOLS FOR CONSTRUCTION OR REPAIR
    • E01C19/00Machines, tools or auxiliary devices for preparing or distributing paving materials, for working the placed materials, or for forming, consolidating, or finishing the paving
    • E01C19/22Machines, tools or auxiliary devices for preparing or distributing paving materials, for working the placed materials, or for forming, consolidating, or finishing the paving for consolidating or finishing laid-down unset materials
    • E01C19/23Rollers therefor; Such rollers usable also for compacting soil
    • E01C19/236Construction of the rolling elements, e.g. surface configuration, rolling surface formed by endless track

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)

Description

s s i C. van der Lely N.V., Maasland "Grondbewerkingsmachine"
De uitvinding heeft betrekking op een grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en een de grond bewerkende rolconstructie.
Bij grondbewerkingsmachines van deze soort omvat 5 de rolconstructie veelal een zogenaamde pakkerrol, die is voorzien van afschraapelementen waardoor het geheel relatief zwaar wordt hetgeen, vooral indien de machine wordt gecombineerd met een verder werktuig zoals een zaai- of poot-machine, een ontoelaatbare belasting van de hefinrichting 10 van een trekker tot gevolg kan hebben.
Met de constructie volgens de uitvinding kan nu op effectieve wijze worden verhinderd, dat pas bewerkte aarde zich aan de rolconstructie hecht, zonder dat bij deze constructie het gewicht van het geheel onaanvaardbaar groot 15 wordt.
Volgens de uitvinding wordt dit bereikt, doordat de rolconstructie ten minste één rupsband omvat. Met behulp van deze voorziening kan men tijdens het bedrijf een voortdurend bewegen ten opzichte van elkaar van de met de 20 grond in aanraking zijnde elementen van de rolconstructie verkrijgen, waardoor een aanhangen van aarde wordt voorkomen. Bij toepassing van de voorziening volgens de uitvinding kan het gewicht van het geheel lager zijn dan bij de gebruikelijke constructies.
25 Een verder facet van de uitvinding betreft een voorziening bij een grondbewerkingsmachine van bovengenoemde soort, waarbij de rolconstructie ten minste één buisvormig deel omvat en een scharnierende wand is aangebracht, die het buisvormig deel met speling omgeeft.
30 Met behulp van deze constructie kan de onderlinge beweging van tot de rolconstructie behorende, tijdens het bedrijf met de grond in aanraking komende delen sterk worden bevorderd, waardoor de kans op aanhangen van aarde nog verder verminderd.
8602124 « 2
Een verder facet van de uitvinding betreft een grondbewerkingsmachine voorzien van een de grond bewerkende rolconstructie die ten minste één buisvormig deel omvat, waarom met speling een kooivormig deel is aangebracht, dat 5 een aantal langselementen omvat, die uit plaatmateriaal zijn vervaardigd. Door toepassing van de kooivormige delen wordt tijdens het bedrijf een intensief bewegende rolomtrek verkregen, waardoor aanhangen van aarde kan worden voorkomen, terwijl het vervaardigen van de langselementen uit plaatma-10 teriaal een lichte constructie mogelijk maakt.
Aan de hand van enkele in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeelden zal de uitvinding hieronder nader uiteen worden gezet.
Figuur 1 geeft in bovenaanzicht een grondbe-15 werkingsmachine weer voorzien van een rolconstructie volgens de uitvinding;
Figuur 2 geeft een aanzicht weer volgens de pijl II in figuur 1;
Figuur 3 geeft op grotere schaal een aanzicht weer 20 volgens de lijn III-III in figuur 1;
Figuur 4 geeft een aanzicht weer volgens de pijl IV in figuur 3, terwijl
Figuur 5 op grotere schaal een aanzicht weergeeft volgens de lijn V-V in figuur 3; 25 Figuur 6 geeft een aanzicht weer volgens de lijn III-III in figuur 1 van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een rolconstructie volgens de uitvinding, terwijl
Figuur 7 een aanzicht weergeeft volgens de pijl VII in figuur 6; 30 Figuur 8 geeft een aanzicht weer volgens de figu ren 3 en 6 van een derde uitvoeringsvoorbeeld van een rolconstructie volgens de uitvinding, terwijl
Figuur 9 een aanzicht weergeeft volgens de pijl IX in figuur 8? 35 Figuur 10 geeft een aanzicht weer volgens figuur 8 van een vierde uitvoeringsvoorbeeld van een constructie volgens de uitvinding, terwijl
Figuur 11 een aanzicht weergeeft volgens de pijl 8602124 * i 3 XI in figuur 10.
De in de figuren weergegeven inrichting betreft een grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed.
5 De machine omvat een kokervormig gesteldeel 1, dat zich dwars op de voortbewegingsrichting A uit strekt. In het gesteldeel 1 zijn op onderling gelijke afstand van bij voorkeur 2 cm de opwaarts, bij voorkeur althans nagenoeg vertikaal gerichte assen 2 van bewerkingsorganen 3 onder-10 steund. De bewerkingsorganen 3 omvatten elk een drager 4, die op het onderuit het gesteldeel 1 stekende einde van een as 2 is aangebracht en zich althans nagenoeg in horizontale richting uitstrekt. Nabij de einden is elke drager 4 voorzien van bewerkingselementen 5 in de vorm van tanden, die 15 zich naar beneden uitstrekken. De einden van het kokervormig gesteldeel 1 zijn afgesloten door middel van platen 6, die zich althans nagenoeg evenwijdig aan een vertikaal vlak in de voortbewegingsrichting A uitstrekken. Elk van de platen 6 is nabij de voorzijde voorzien van een as 7, die zich dwars 20 op de voortbewegingsrichting A uitstrekt. Om elke as 7 is een arm 8 verzwenkbaar welke arm zich langs de binnenzijde van elke plaat 6 naar achteren uitstrekt. Nabij de achterzijde van het gesteldeel 1 is voor elke arm 8 een verstel-inrichting 9 aanwezig, welke verstelinrichting in dit geval 25 is gevormd door een schroef spindel met behulp waarvan een arm 8 om de as 7 in hoogterichting verzwenkbaar en in meerdere standen vastzetbaar is. Elk van de armen 8 is aan de achterzijde voorzien van een steun 10, die zich haaks op de arm uitstrekt en naar beneden is gericht. Elke steun 10 is 30 nabij de onderzijde voorzien van een as 11, waarom aan de binnenzijde een plaatvormige drager 12 vrij verzwenkbaar is.
De plaatvormige drager is, zoals uit de figuur blijkt, in hoofdzaak driehoekig met afgeronde hoeken, waarbij de basis althans nagenoeg horizontaal is gelegen. De bovenzijde van 35 de plaatvormige drager 12 is voorzien van een aantal naast elkaar gelegen gaten 13, die op een cirkelboog zijn gelegen van een cirkel met het middelpunt op de langshartlijn van de as 11. Elk van de steunen 10 is voorzien van een gat waar- 8602124 t 4 door een onder veerwerking staande pen 14 kan worden gevoerd, welke pen eveneens kan worden gevoerd door één van de gaten 13 in de plaatvormige drager 12, een en ander zodanig, dat deze plaatvormige drager in meerdere standen ten op-5 zichte van de steun 10 vastzetbaar is. De plaatvormige dragers 12 maken deel uit van een rolconstructie 15, die twee door middel van assen 16 nabij de voorzijde en achterzijde van de plaatvormige dragers 12 vrij draaibaar aangebrachte buisvormige delen 17 omvat. De as 11 waarom een 10 plaatvormige drager 12 verzwenkbaar is, is althans nagenoeg midden tussen de assen 16 gelegen. De buisvormige delen 17 strekken zich althans nagenoeg dwars op de voortbewegings-richting en evenwijdig aan elkaar uit. De buisvormige delen 17, die bij voorkeur een diameter hebben van 20 cm, zijn op 15 een afstand van elkaar gelegen die ongeveer een derde bedraagt van de radius van een buisvormig deel (figuur 3). Om de buisvormige delen 17 zijn op een wijze zoals in de figuren 1 en 3 is weergegeven, uit elastisch materiaal, bij voorkeur rubber, bestaande banden 18 aangebracht. Zoals uit 20 figuur 1 blijk, is nabij elk van de einden van een buis vormig deel 17 een band 18 aangebracht' en zijn tussen deze banden verdere banden 18 op onderling gelijke afstand van elkaar aangebracht. De banden 18 strekken zich althans nagenoeg evenwijdig uit aan een verticaal vlak in de voort-25 bewegingsrichting. De afstand tussen een op één na buitenste band 18 en elk van de banden 18 aan de einden van het buisvormig deel 17 is groter dan de onderlinge afstand tussen de daartussen gelegen banden 18. De banden 18 zijn met elkaar verbonden door middel van staafvormige langs-30 elementen 19, die zich over de gehele lengte van de buisvormige delen 17 uitstrekken en althans nagenoeg evenwijdig aan de draaiingsas van de buisvormige delen zijn gelegen. De afstand tussen de respectieve langselementen 19 komt overeen met een omtrekshoek van ongeveer 60° bij de buisvormige 35 delen. De staafvormige langselementen 19 zijn door de banden 18 gevoerd, waarbij zich ter plaatse een verdikking 20 bevindt. Elke band 18 heeft een doorsnede die aan de buitenzijde in hoofdzaak vierkant is en aan de binnenzijde taps 8602124 5 toeloopt (figuur 5). Hierdoor wordt bereikt, dat aarde niet gemakkelijk aan de banden 18 kan blijven hangen. De einden van elk van de buisvormige delen 17 zijn voorzien van een opstaande rand 2QA, welke rand voorkomt, dat de door de 5 banden 18 en de staafvormige delen 19 gevormde rupsband 21 zich te ver zijwaarts verplaatst.
In de figuren 6 en 7 is een rolconstructie 22 weergegeven, waarbij de staafvormige langselementen 19A op dezelfde afstand van elkaar zijn gelegen als de staafvormige 10 langselementen 19 bij het voorgaande uitvoeringsvoorbeeld. De rolconstructie 22 is eveneens voorzien van buisvormige delen 17, die op dezelfde wijze zijn opgesteld. De langselementen 19A zijn bij dit uitvoeringsvoorbeeld verbonden door banden bestaande uit scharnierende schakels 23, die de 15 opvolgende langselementen 19 verbinden en uit stripvormig materiaal zijn vervaardigd. Hierbij strekt de breedste zijde van de strippen zich althans nagenoeg loodrecht uit op de draaiingsassen van de buisvormige delen 17. De langselementen 19A vormen scharnierassen voor de respectieve 20 schakels 23, welke schakels tussen opvolgende langselementen zijn aangebracht op een wijze zoals in figuur 7 is weergegeven. Tussen naast elkaar gelegen schakels 23 zijn om de langselementen 19A afstandsbussen 24 aangebracht, terwijl de einden van de langselementen zijn voorzien van een boring, 25 waardoor een stift 25 is gestoken. Elk van de schakels 23 heeft een gekromd verloop en een lengte die overeenkomt met een omtrekshoek van ongeveer 60° bij elk van de buisvormige delen 17, een en ander zodanig, dat de schakels 23 volledig tegen de wand van een buisvormig deel kunnen komen te rusten 30 (figuur 6). De schakels 23 met de staafvormige langselementen 19A vormen een als scharnierende wand uitgevoerde rupsband 26, die eveneens door randen 20A op zijn plaats wordt gehouden.
Binnen het kokervormig gesteIdee1 1 is op de assen 35 2 van elk van de bewerkingsorganen 3 een tandwiel 27 met rechte vertanding aangebracht, een en ander zodanig, dat de tandwielen 27 op de assen van naast elkaar gelegen bewerkingsorganen met elkaar in aandrijvende verbinding staan.
8602124 a ♦ 6
Nabij het midden is de as van een bewerkingsorgaan 3 naar boven verlengd en reikt met deze verlenging tot in een tandwielkast 28, waarbinnen deze verlenging via een conische tandwieloverbrenging en een toerenvariator 29 aan de achter-5 zijde van de tandwielkast in verbinding staat met een zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende as 30, die aan de voorzijde buiten de tandwielkast uitsteekt en via een tussenas 31 met de aftakas van een trekker verbindbaar is. De bovenzijde van het kokervormig gesteldeel 1 is nabij het 10 midden voorzien van een bok 32, die aan de voorzijde een driepuntsbevestiging heeft voor aankoppeling aan de drie-puntshefinrichting van een trekker.
De werking van de in het voorgaande beschreven inrichting is als volgt: 15 Tijdens het bedrijf kan de machine door middel van een trekker waarmee de machine met behulp van de driepuntsbevestiging van de bok 32 is verbonden, worden voortbewogen in een richting volgens pijl A, waarbij de respectieve bewerkingsorganen 3 vanaf de aftakas van de trekker via de 20 tussenas 31 en de in het voorgaande beschreven overbrenging worden aangedreven in richtingen zoals met pijlen in figuur 1 is weergegeven» Hierbij roteren naast elkaar gelegen bewerkingsorganen 3 in tegengestelde zin, waarbij de bewer-kingselementen 5 ten minste aan elkaar grenzende stroken 25 grond bewerken. Alvorens met het werk te beginnen kan men door middel van de rolconstructie 15 respectievelijk 22 de werkdiepte van de bewerkingsorganen 3 instellen met behulp van de aan de achterzijde van het kokervormig gesteldeel 1 aanwezige verstelinrichting 9. Door de voortbeweging van de 30 rolconstructie 15 respectievelijk 22 over de grond, worden de achter elkaar gelegen buisvormige delen 17 waarom de door middel van de banden en de staafvormige elementen 19, resp. 19A gevormde rupsband 21 respectievelijk de als scharnierende wand uitgevoerde rupsband 26 is aangebracht, in draaiing 35 gebracht in een richting die met een pijl in figuur 3 is weergegeven. Hierbij beweegt een rupsband 21 respectievelijk 26 in dezelfde richting. Afhankelijk van de grondsoort en de omstandigheden zullen hierbij de buisvormige delen 17 ten 8602124 % ï 7 opzichte van elkaar en ten opzichte van de rupsband 21 respectievelijk 26 met wisselende snelheid bewegen, waardoor naast een goede verkruimeling en verdeling van de verkruimelde aarde een aanhangen van aarde wordt voorkomen. Het 5 voorkomen van aanhangen van aarde wordt bij het eerste uitvoeringsvoorbeeld nog versterkt doordat de de langs-elementen 19 verbindende banden 18 uit elastisch materiaal zijn vervaardigd en aan de naar de buisvormige delen 17 gekeerde zijden taps verlopen.
10 Bij het tweede uitvoeringsvoorbeeld wordt de be weeglijkheid van de respectieve banden sterk vergroot door het vrij ten opzichte van elkaar scharnierbaar zijn van de gebogen tussen de langselementen 19A aanwezige stripvormige schakels 23. Door middel van de rolconstructie 15 respectie-15 velijk 22 kan men voor de ondersteuning van de machine een grote stabiliteit verkrijgen doordat een relatief groot steunvlak wordt gevormd, hetgeen vooral van voordeel is indien de machine wordt gecombineerd met een zaai- of poot-machine. Met behulp van het relatief grote oppervlak van de 20 in het voorgaande beschreven rolconstructies 15 en 22 wordt tijdens het bedrijf een goede verdichting en een intensieve aanvullende verkruimeling van de door de bewerkingsorganen 3 bewerkte grond verkregen. De banden die de langselementen 19 respectievelijk 19A verbinden zijn, zoals uit figuur 1 25 blijkt, zodanig opgesteld, dat zij zich met uitzondering van de beide buitenste banden recht achter de draaiingsassen van de respectieve bewerkingsorganen bevinden. Hierdoor komt de door de bewerkingsorganen 3 tijdens het bedrijf waaiervormig naar achteren verplaatste aarde hoofdzakelijk tussen de 30 banden van de rupsband en daarbij met de tot de rups behorende staafvormige elementen in aanraking, waarbij een doorvoer van deze aarde tussen de langselementen minimaal wordt belemmerd. In plaats van door massieve staven gevormde langselementen kan men ook buizen gebruiken die een grotere 35 diameter kunnen hebben zonder dat het gewicht van het geheel toeneemt. Indien de pen 14 niet is aangebracht, kan tijdens bedrijf de rolconstructie 15 respectievelijk 22 verzwenken om de assen 11, waarbij steeds een maximale aanraking met de 8602124 8 bewerkte grond mogelijk is. Men kan echter de rolconstructie ten opzichte van de plaatvormige dragers 12 ook vastzetten in de in figuur 1 weergegeven stand door middel van de pen 14. De rolconstructie 15 respectievelijk 22 kan verder door 5 middel van de pen 14 en een van de gaten 13 in een meer of minder naar voren respectievelijk naar achteren gekantelde stand ten opzichte van de steunen 10 worden vastgezet. Op deze wijze kan men het aanrakingsoppervlak met de grond wijzigen en tevens de stand van de rupsband 21 respectieve-10 lijk 26 ten opzichte van de naar achteren verplaatste aarde.
De in de figuren 8 en 9 weergegeven rolconstructie 33 omvat een enkel buisvormig deel 17. Het enkele buisvormig deel 17 is door middel van assen 16 vrij draaibaar aangebracht tussen de ondereinden van de steunen 10. Om het 15 buisvormig deel 17 zijn met speling door stripvormige schakels 34 gevormde banden aangebracht, waarbij de scharnieren tussen de in dit geval rechte schakels worden gevormd door de staafvormige langselementen 19A waarom tussen de respectieve schakels de afstandsbussen 24 zijn aangebracht. 20 Ook hier strekken de breedste zijden van de schakels zich althans nagenoeg loodrecht op de draaiingsas van het buisvormig deel uit. De door de schakels 34 gevormde banden zijn, in bovenaanzicht gezien, op dezelfde wijze ten opzichte van elkaar opgesteld als de banden bij de beide 25 voorgaande uitvoeringsvoorbeelden. De speling tussen de door de schakels 34 gevormde banden en het buisvormig deel 17 bedraagt ongeveer de radius van het buisvormig deel. De schakels 34 met de langselementen 19A vormen een als scharnierende wand uitgevoerde rupsband 35, die met speling om 30 het buisvormig deel 17 is gelegen, waarbij een relatief grote ruimte aanwezig is. Hierdoor wordt een intensieve beweging tussen het buisvormig deel 17 en de wand 35 verkregen, waarbij delen van de wand zelf voortdurend ten opzichte van elkaar bewegen. Naast een goede verkruimeling en ver-35 dichting kan hierdoor een aanhangen van aarde op effectieve wijze worden voorkomen, terwijl tevens een goede ondersteuning voor de machine aanwezig is. De rolconstructie kan een relatief gering gewicht hebben ten opzichte van de 8602124 9 gebruikelijke pakkerrollen.
In de figuren 10 en 11 is een uitvoeringsvoorbeeld weergegeven van een roIconstructie 36, waarbij in de om het buisvormig deel 17 volgens het voorgaande uitvoeringsvoor-5 beeld aangebrachte flexibele wand 35 is vervangen door naast elkaar gelegen kooivormige delen 37. Elk kooivormig deel 37 omvat twee op afstand van elkaar gelegen ringen 38, die door langselementen 39 met elkaar zijn verbonden. De afstand tussen de langselementen 39 komt overeen met de afstand 10 tussen de langselementen 19 respectievelijk 19A bij de voorgaande uitvoeringsvoorbeelden. De lengte van de langselementen 39 is zodanig dat de kooivormige delen 37 een breedte hebben van bij voorkeur 50 cm, die praktisch overeenstemt met de diameter van de ringen 38, welke diameter 15 zoals uit figuur 10 blijkt zodanig is, dat deze althans nagenoeg tweemaal de diameter van een buisvormig deel 17 bedraagt. De naar elkaar toegekeerde ringen 38 van naast elkaar gelegen kooivormige delen 37 zijn althans nagenoeg recht achter de draaiingsassen van de respectieve bewer-20 kingsorganen 3 gelegen. De tussen de ringen 38 van de kooivormige delen 37 aangebrachte langselementen 39 zijn uit stripvormig materiaal vervaardigd. De langselementen 39 omvatten een deel dat aan de buitenzijde van de ringen 38 althans nagenoeg tangentiaal verloopt en via een kromming 25 overgaat in een ten opzichte van de omtrek van het buisvormig deel 17 tangentiaal verlopend deel dat tot de binnenzijde van de ringen 38 reikt. Laatstgenoemd deel heeft ten opzichte van de draairichting van de kooivormige delen (zie pijl in figuur 10) een schuin naar voren gericht verloop, 30 waardoor tijdens het bedrijf op effectieve wijze een aanhangen van aarde kan worden voorkomen. Tijdens het bedrijf drukt het buisvormig deel 17 de kooivormige delen 37 tegen de grond waardoor het totale aanrakingsoppervlak wordt vergroot. Ook hier verkrijgt men tijdens het bedrijf een 35 voortdurend bewegen van de kooivormige delen 37 ten opzichte van elkaar en ten opzichte van het gladde buisvormig deel 17. Alhoewel niet nader weergegeven, is ook een uitvoering mogelijk waarbij een enkel kooivormig deel aanwezig is, 8602124
If 10 voorzien van de in het voorgaande beschreven specifiek uitgevoerde langselementen en met ringvormige delen die de in het voorgaande aangeduide afmeting hebben ten opzichte van het buisvormig deel 17. De relatief grote diameter van het 5 buisvormig deel 17 en de kooivormige delen 37 zorgen tijdens het bedrijf voor een voldoend stabiele ondersteuning van de machine.
Door toepassing van stripvormig materiaal voor de langselementen 39 kan een lichte en toch stijve opbouw van 10 een kooivormig deel 37 worden verkregen bij een relatief groot aanrakingsoppervlak van de respectieve langselementen. De lengte van de buisvormige delen bedraagt bij voorkeur 3m.
De uitvinding is niet beperkt tot het voorgaande doch betreft tevens alle details van de figuren al of niet be-15 schreven.
8602124

Claims (33)

1. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en een de grond bewerkende rolconstructie, met het kenmerk, dat de rolconstructie ten minste één rupsband omvat.
2. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1, met 5 het kenmerk, dat de rolconstructie twee buisvormige delen omvat, waarom de rupsband is aangebracht.
3. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de buisvormige delen vrij draaibaar zijn en de rotatieassen zich althans nagenoeg evenwijdig aan elkaar 10 uitstrekken.
4. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de buisvormige delen identiek zijn uitgevoerd.
5. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande 15 conclusies, met het kenmerk, dat de rupsband is uitgevoerd als een scharnierende wand.
6. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en een de grondbewerkende rolconstructie, met het kenmerk, dat de rolconstructie ten minste één buisvormig deel omvat en 20 een scharnierende wand is aangebracht, die het buisvormig deel met speling omgeeft.
7. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een rupsband respectievelijk een scharnierende wand een aantal banden omvat, die 25 zich althans nagenoeg evenwijdig aan een vertikaal vlak in de voortbewegingsrichting van de machine uitstrekken.
8. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de banden op afstand van elkaar zijn gelegen en door middel van staafvormige delen met elkaar zijn 30 verbonden.
9. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 8, met het kenmerx, dat de staafvormige delen zich althans nagenoeg evenwijdig uitstrekken aan de draaiingsas van een buisvormig deel.
10. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies 7-9, met het kenmerk, dat de banden zijn vervaardigd uit elastisch materiaal. 8602124 r
11. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de langselementen door het materiaal zijn gevoerd en het materiaal ter plaatse een verdikking omvat.
12. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 10 of 11, 5 met het kenmerk, dat een band, die uit elastisch materiaal is vervaardigd, een doorsnede heeft die aan de van de omtrek van het buisvormig deel afgekeerde zijde hoekig en aan de naar de omtrek toegekeerde zijde taps verloopt.
13. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande 10 conclusies 7-9, met het kenmerk, dat de banden worden gevormd door stripvormige schakels, die door middel van de staafvormige delen scharnierend met elkaar zijn verbonden.
14. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de schakels zich uitstrekken over een 15 omtrekshoek van ongeveer 60°.
15. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk, dat de schakels een althans nagenoeg recht verloop hebben.
16. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 15, met 20 het kenmerk, dat de schakels een gekromd verloop hebben, dat althans nagenoeg overeenstemt met het verloop aan de omtrek van een buisvormig deel.
17. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies 13 - 16 en conclusie 6, met het kenmerk, dat 25 tussen de scharnierende wand en de omtrek van een buisvormig deel een speling aanwezig is, die althans nagenoeg gelijk is aan de radius van het buisvormig deel.
18. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies 2-17, met het kenmerk, dat de buisvormige delen 30 gezamenlijk verzwenkbaar zijn ondersteund.
19. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de buisvormige delen verzwenkbaar zijn om een as, die zich althans nagenoeg midden tussen de rotatie-assen van de buisvormige delen bevindt.
20. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 18 of 19, met het kenmerk, dat de buisvormige delen door een ver-zwenken om de as in meerdere standen brengbaar en vastzet-baar zijn, een en ander zodanig, dat een buisvormig deel 8602124 t hoger respectievelijk lager is gelegen dan het andere buisvormig deel.
21. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en een de grond bewerkende rolconstructie, met het kenmerk, dat 5 de rolconstructie tijdens het bedrijf een op de grond rustend buisvormig deel omvat, waarom met speling ten minste één kooivormig deel is aangebracht, dat is voorzien van staafvormige delen, terwijl de omtrek van het buisvormig deel althans nagenoeg glad is uitgevoerd.
22. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de lengte van een kooivormig deel kleiner is dan de lengte van het buisvormig deel.
23. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en een de grond bewerkende rolconstructie, met het kenmerk, dat 15 de rolconstructie een buisvormig deel omvat, waarom met speling een kooivormig deel is aangebracht, welk kooivormig deel een aantal delen omvat, waarvan de lengte kleiner is dan de lengte van het buisvormig deel.
24. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande 20 conclusies 21 - 23, met het kenmerk, dat een kooivormig deel is voorzien van uit plaatmateriaal vervaardigde langs-elementen.
25. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en een de grond bewerkende rolconstructie, met het kenmerk, dat 25 de rolconstructie ten minste één buisvormig deel omvat, waarom met speling een kooivormig deel is aangebracht dat een aantal langselementen omvat, die hoofdzakelijk uit plaatmateriaal zijn vervaardigd.
26. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande 30 conclusies 21 - 25, met het kenmerk,, dat om het buisvormig deel meerdere naast elkaar gelegen kooivormige delen zijn aangebracht.
27. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 26, met het kenmerk, dat de lengte van een kooivormig deel althans 35 nagenoeg gelijk is aan zijn diameter.
28. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies 21 - 27, met het kenmerk, dat de diameter van een buisvormig deel althans nagenoeg gelijk is aan de helft van 8602124 de diameter van een kooivormig deel.
29. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies 24 - 28, met het kenmerk, dat de staafvormige delen uit plaatmateriaal zijn vervaardigd en een althans 5 nagenoeg tangentiaal aan de omtrek van het buisvormig deel verlopend gedeelte hebben dat overgaat in een althans nagenoeg tangentiaal ten opzichte van de omtrek van een kooivormig deel verlopend gedeelte, een en ander zodanig, dat het laatstgenoemde gedeelte ten opzichte van de draai-10 richting van een kooivormig deel naar voren is gericht.
30. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies 26 - 29, met het kenmerk, dat een kooivormig deel een lengte heeft van ongeveer 50 cm en een buisvormig deel een lengte van ongeveer 3 meter.
31. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de rolconstructie is aangebracht achter een aantal bewerkingsorganen en met behulp van de rolconstructie de werkdiepte van de bewerkingsorganen instelbaar is.
32. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 31 en een der voorgaande conclusies 7 - 20, met het kenmerk, dat de bewerkingsorganen in een zich dwars op de voortbewegings-richting uitstrekkende rij naast elkaar zijn aangebracht en om opwaarts gerichte assen draaibaar zijn en de banden van 25 de rupsband respectievelijk de scharnierende wand zich althans nagenoeg achter de draaiingsassen van de bewerkingsorganen bevinden.
33. Grondbewerkingsmachine zoals beschreven is in het voorgaande en weergegeven in de figuren. 8602124
NL8602124A 1986-08-21 1986-08-21 Grondbewerkingsmachine. NL8602124A (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8602124A NL8602124A (nl) 1986-08-21 1986-08-21 Grondbewerkingsmachine.
EP87201572A EP0257711A1 (en) 1986-08-21 1987-08-20 A soil cultivating machine

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8602124 1986-08-21
NL8602124A NL8602124A (nl) 1986-08-21 1986-08-21 Grondbewerkingsmachine.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8602124A true NL8602124A (nl) 1988-03-16

Family

ID=19848436

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8602124A NL8602124A (nl) 1986-08-21 1986-08-21 Grondbewerkingsmachine.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP0257711A1 (nl)
NL (1) NL8602124A (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB8718122D0 (en) * 1987-07-30 1987-09-03 British Res Agricult Eng Clod crumbler
FR2692100B1 (fr) * 1992-06-15 1994-09-23 Michel Hamot Machine de préparation des sols, destinée à équipe, un engin moteur, comportant des moyens de rappuyage.

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE314955C (nl) *
GB259667A (en) * 1925-07-14 1926-10-14 John Allen & Sons Oxford Ltd Improvements in and relating to means for rolling and similarly consolidating land, garden and road surfaces
GB316739A (en) * 1928-06-27 1929-08-08 Steven Norris An improved agricultural roller for tilth soils and seed beds
FR785533A (fr) * 1935-02-12 1935-08-12 Nouvel appareil à cylindrer et application aux rouleaux compresseurs ordinaires
US2050739A (en) * 1935-03-09 1936-08-11 Henry R Sieverkropp Lawn cultivator
DE715670C (de) * 1935-07-30 1942-01-05 Alfred Koppisch Dr Strassenwalze mit Guertelraedern
CH278845A (fr) * 1949-02-28 1951-11-15 Sonnaillon Roger Appareil pour empêcher l'embourbement des dents d'une herse roulante.
DE1161067B (de) * 1962-10-16 1964-01-09 Johannes Sembdner Fa Stachelwalze zur Bodenbearbeitung
NL156568B (nl) * 1968-05-02 1978-05-16 Lely Nv C Van Der Landbouwwerktuig, voorzien van een gestel en een in dit gestel gelegerde rol voor het aandrukken van de aarde.
DE2912392A1 (de) * 1979-03-29 1980-10-16 Rabewerk Clausing Heinrich Kruemel- und packerwalze fuer bodenbearbeitungsmaschinen, insbesondere fuer solche mit zapfwellenantrieb, z.b. fuer kreisel- und ruetteleggen

Also Published As

Publication number Publication date
EP0257711A1 (en) 1988-03-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8500396A (nl) Grondbewerkingsinrichting.
JPS6049442B2 (ja) 土壤耕耘機具
NL8501109A (nl) Landbouwwerktuig.
NL8204705A (nl) Grondbewerkingsrol.
NL8602124A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8800800A (nl) Combinatie van een trekker met ten minste een grondbewerking-zaaieenheid.
NL192071C (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8400269A (nl) Rolconstructie voor een grondbewerkingsmachine.
NL8400171A (nl) Grondbewerkingsmachine.
EP0850553B1 (en) A soil supporting member
NL8601048A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8303382A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8403460A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8301236A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8602005A (nl) Grondbewerkingsmachine.
EP0305600B1 (en) A soil cultivating machine
NL192019C (nl) Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bewerking van een zaaibed.
NL8203749A (nl) Grondbewerkingsinrichting.
NL8203978A (nl) Combinatie van een grondbewerkingsmachine met een tweede machine, bijvoorbeeld een zaaimachine.
NL8701010A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8602211A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8602972A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL9001032A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8902832A (nl) Landbouwmachine.
NL8006776A (nl) Grondbewerkingsmachine.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed