NL8600941A - Inrichting voor het verplaatsen van sediment onder water en werkwijze voor het toepassen van een dergelijke inrichting. - Google Patents

Description

NO 33605 * * '

Inrichting voor het verplaatsen van sediment onder water en werkwijze voor het toepassen van een dergelijke inrichting.

5' De uitvinding heeft in de eerste plaats betrekking op een inrich ting voor het verplaatsen van sediment onder water bestaande uit een buis» die is gekoppeld met resp. koppelbaar is met een transportmiddel, zoals een vaartuig, welke buis is voorzien van naar beneden gerichte uitstroomopeningen en is aangesloten op een bron van water onder druk.

10 Een dergelijke inrichting is bekend uit DE-A-16 34 017 alsmede uit de ter visie gelegde Nederlandse octrooiaanvrage 8300990.

Bij de inrichting bekend uit DE-A-1634017 past men een buis toe met uitstroomopeningen, die zijn gericht op een schraapblad waarmee een laag van de te bewerken bodem wordt afgenomen en met behulp van de waterstra-15 len zodanig wordt weggevoerd, dat het van de bodem losgemaakte materiaal fijn verdeeld over het watergebied wordt verspreid. Hierbij vindt vaak vervuiling van het water plaats nabij het oppervlak.

Uit de ter visie gelegde Nederlandse octrooiaanvrage 8300990 is een werkwijze bekend waarbij met een van uitstroomopeningen voorziene buis 20 een zodanig geringe hoeveelheid water in de te bewerken laag wordt geïnjecteerd dat deze laag zich als een vloeistof gaat gedragen en vervolgens door zijn grotere soortelijke massa stroomt naar een gebied met lagere bodem, dat aanwezig is of van te voren is gemaakt danwel over de vlakke bodem uitvloeit.

25 Deze bekende werkwijze heeft reeds bewezen op zeer korte termijn sliblagen uit afzettingsgebieden, zoals havengebieden, met betrefckelijk weinig energie te kunnen verwijderen. Dit vloeibaar gemaakte slib komt niet terecht in het oppervlaktewater, dat dus niet wordt vervuild en het vloeit af in lager gelegen geulen resp. in de richting van een aanslui-30 tende rivier danwel naar een kunstmatig gemaakte put alwaar een bagger-pomp voor afvoer zorg kan dragen.

Deze bekende werkwijze evenals die bekend uit DE-A- 16 34 017 zijn gericht op het verwijderen van slibafzettingen. Slibafzettingen kunnen echter ook grote verschillen in samenstelling vertonen alnaargelang het 35 watergehalte en naargelang korrelgrootte en percentage zand aanwezig in het slib en bevinden zich soms op moeilijk bereikbare plaatsen zoals tegen kademuren en onder steigers*

Doel van de uitvinding is nu een inrichting te verschaffen waarmee de werkwijze bekend uit de Nederlandse aanvrage 8300990 op meer effi-40 clënte wijze kan worden toegepast, rekening houdende met de verschillen- ** ' -w v * .

"* i 2 ..

t * .- de samenstellingen van de te bewerken lagen en waarbij in het bijzonder een inrichting wordt beoogd waarmee met eenzelfde debiet en druk van de bron een variabele werkbreedte mogelijk wordt en ook zand op dezelfde wijze kan worden verplaatst en alsgevolg daarvan het op diepte brengen 5 van een water efficiënter kan worden uitgevoerd.

Als eerste maatregel stelt de uitvinding voor dat de buis ook uit-stroomopeningen heeft, die in hoofdzaak volgens de langsas van de buis zijn gericht.

Met de uit deze uitstroomopeningen komende waterstralen wordt het 10 het werkgebied verbreed, en is het mogelijk afzettingen langs kademuren en onder steigers te bewerken zonder dat men er te dicht bij moet komen. Het is verrassend dat men ook met horiontaal gerichte stralen sediment zodanig vloeibaar kan maken dat dit uit zich zelf weg vloeit. In principe zal een deel van de horizontale injectie-energie naar boven toe 15 verloren gaan en moet men bevreesd zijn voor ongewenste opwervelingen nabij obstakels waar de straal op kan botsen en kan men derhalve niet zomaar een gunstig resultaat verwachten.

Deze openingen kunnen zich aan de uiteinden van de buis bevinden, doch kunnen zich ook bevinden tussen de uiteinden en gezien vanuit het 20 midden van de lengte van de buis tegengesteld zijn gericht onder een scherpe hoek met de langsas van de buis.

Een andere wijze waarmee volgens de uitvinding een aanpassing kan worden bewerkstelligd aan de samenstelling van het sediment, is daarin gelegen, dat althans een deel van de naar beneden gerichte uitstroomope— 25 ningen uitschakelbaar is. Dit heeft tot consequentie, dat men de te bewerken sedimentlaag op een kleiner of groter aantal plaatsen kan injecteren en met een dienovereenkomstig aangepaste kleinere of grotere wa-terhoeveelheid. Bij groter zandgehalte in het sediment is een grotere waterhoeveelheid gewenst teneinde, mede door de grotere compactheid van 30 het sediment, een diepere penetratie te krijgen door de waterstralen en zo dus een laag van grotere diepte resp. compactheid vloeibaar te maken.

Bij het over een grote breedte dieper maken van een watergebied, zoals een vaargeul, is het bekend dit te doen met een sleephopperzuiger. 35 De sleepzuigkop van de sleepzuiger maakt geulen in de bodem. Om dit te vermijden vaart men volgens een bepaald zigzagpatroon. Dit verlengt de tijdsduur en is niet afdoende. De inrichting volgens de uitvinding is nu ook geschikt om tussen de geulen overgebleven ruggen of bulten te egaliseren.

40 Met het principe dat ten grondslag ligt aan de werkwijze volgens de R Λ. λ : '! ** ,· .·. · j 3 S' > ter visie gelegde Nederlandse octrooiaanvrage 8300990 en in het bijzonder bij toepassing van de inrichting volgens de uitvinding is het nu mogelijk gebleken dit op diepte brengen van een watergebied aanmerkelijk te vereenvoudigen, want de sleepzuiger kan nu volgens een eenvoudigere 5 en dus sneller patroon te werk gaan waarna door toepassing van de inrichting van de uitvinding de overgebleven ruggen of bulten tot uiteenvloeien worden gebracht.

Past men daarbij de volgens de langsas van de buis werkende uit-stroomopeningen toe dan zullen deze het dwars wegstromen van de vloei-10 baar gemaakte ruggen of bulten bevorderen. Past men daarbij een groot aantal naar beneden gerichte uitstroomopeningen toe met een daarbij behorende grotere waterhoeveelheid dan kan men de ruggen, die doorgaans uit zand en/of slib bestaan, over een voldoende grote diepte met de waterstralen beïnvloeden.

15 Alnaargelang het te bewerken sediment kan men deze maatregelen afzonderlijk danwel in combinatie met elkaar toepassen.

De bekende inrichting heeft doorgaans een buislengte, die overeenkomt met de breedte van het schip.

Men kan de buis echter ook langer maken resp. aanzetstufcken aan— 20 brengen en zo de werkbreedte van de verticale resp. van de horizontale stralen verder vergroten.

Verder is het volgens de uitvinding mogelijk de inrichting zodanig uit te voeren, dat de uit stroming van water uit de langs gerichte ope-ningen onafhankelijk van de uitstroming uit de naar beneden gerichte 25 openingen kan worden geregeld.

Daardoor is het mogelijk alle energie hetzij naar beneden danwel opzij te richten of zowel naar beneden en opzij.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekening* 30 Fig. 1 toont een voorbeeld van een inrichting volgens de uitvin ding, die is afgeleid van de inrichting, getoond in de octrooiaanvrage 8300990.

Fig. 2 is een bovenaanzicht van fig. 1.

Fig. 3 toont een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uit-35 vinding.

Fig. 4 toont een bovenaanzicht behorende bij fig. 3.

Fig. 5 dient ter toelichting van de werkwijze volgens de uitvinding.

Fig. 1 en 2 tonen een schip 1 aan de voorzijde waarvan aan uithou-40 ders 2 buizen 3 en 4 zijn opgehangen, die aan het achtereinde met elkaar 4 zijn verbonden door de in dwarsrichting verlopende buis 5.

Aan de buizen 3, 4 en 5 wordt water onder druk toegevoerd via de buis 6 door middel van een niet-getoonde zich binnen boord bevindende pomp » 5 De buizen 3, 4 en 5 kunnen worden neergelaten met behulp van de takel 7.

De te bewerken laag is aangegeven met 8 en het reeds bewerkte gebied met 9.

De buis 5 is. aan de onderzijde voorzien van een aantal uitstroomo-10 peningen 10.

Overeenkomstig de uitvinding zijn. nu aan de buis 5 dwars gerichte uitstroomopeningen 11 en 12 toegevoegd, voorzien van afsluiters 13 resp.

14. Daarmee kan een stroming in dwarsrichting teweeg worden gebracht waardoor het werkgebied wordt verbreed en de met de straalmonden 10 dik 15 vloeibaar gemaakte laag 8 gemakkelijker tot wegvloeien wordt gebracht.

In fig. 2 is ook reeds schematisch aangegeven, dat in de buis 5 een buis 15 kan zijn aangebracht met eigen naar beneden gerichte uitstroommonden 16 (zie ook fig.3 en 4), welke buis met water onder druk wordt gevoed door middel van de buisleiding 17 vanuit een andere 20 binnenboord geplaatste waterpomp.

Alle watertoevoerpompen kunnen oppervlaktewater aanzuigen.

In, de tekeningen is aangegeven, dat de tweede buis 15 met uitstroomopeningen 16 binnen de buis 5 is gelegen.

Vindt toevoer van water plaats aan de buizen 3 en 4 dan stroomt dit 25 alleen uit de openingen 10. Vindt ook toevoer plaats aan de buizen 17 en 15 dan vindt uitstroming plaats uit de openingen 16. De waterhoeveelheid kan dan worden verdubbeld.

De in de langsrichting van de buis gerichte uitstroomopeningen 11 en 12 bevinden zich volgens de tekening aan de uiteinden van de buis.

30 In plaats daarvan of daarnaast kunnen echter ook schuin naar beneden en naar de uiteinden toe gerichte uitstroomopeningen 18 worden toegepast, zoals getoond in fig. 3.

Fig. 5 geeft schematisch een bodemprofiel weer, dat op grotere diepte moet worden gebracht. De oorspronkelijke diepte is aangegeven met 35 de lijn 19 en de gewenste diepte met de lijn 20. Met behulp van een sleephopperzuiger kunnen geulen 21 en 22 worden gemaakt waartussen bijvoorbeeld ruggen 23 resp. 24 blijven staan.

Worden deze ruggen nu door waterinjectie met de inrichting volgens de uitvinding vloeibaar gemaakt dan vloeien de toppen van de ruggen in 40 de geulen 21 resp. 22 en ontstaat het gewenste niveau 20.

^

V» _ -» J

5

De getoonde inrichting kan ook eenvoudiger worden uitgevoerd en éën enkele buis hebben met afsluitbare openingen in het ondervlak resp. in de eindwanden.

Toepassing van in de richting van de langsas werkende waterstralen 5 heeft verder nog tot resultaat, dat met de inrichting volgens de uitvinding men op plaatsen kan komen waar het niet mogelijk is met een sleephopperzuiger te werken, zoals vlak bij kademuren of andere in het water geplaatste obstakels, zoals afmeerpalen en dergelijke.

— conclusies -» i '·

Claims (6)

1. Inrichting voor het verplaatsen van sediment onder water bestaande uit een buis, die is gekoppeld met resp. koppelbaar is met een transportmiddel, zoals een vaartuig, welke buis is voorzien van naar beneden gerichte uitstroomopeningen en is aangesloten op een bron van 5 water onder druk, met het kenmerk, dat de buis ook uitstroomopeningen heeft, die in hoofdzaak volgens de langsas van de buis zijn gericht.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze uitstroomopeningen zich aan de uiteinden van de buis bevinden. 10

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat deze uitstroomopeningen zich tussen de uiteinden bevinden en gezien vanuit het midden van de lengte van de buis tegengesteld zijn gericht onder een scherpe hoek met de langsas van de buis. 15

4- Inrichting voor het verplaatsen van sediment onder water bestaande uit een buis, die is gekoppeld met resp. koppelbaar is met een transportmiddel, zoals een vaartuig, welke buis is voorzien van naar beneden gerichte uitstroomopeningen en is aangesloten op een bron van 20 water onder druk, in het bijzonder volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat althans een deel van de naar beneden gerichte uitstroomopeningen uitschakelbaar is.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de uitstro-25 ming van water uit de langsgrichte openingen onafhankelijk van de uit-stroming uit de naar beneden gerichte openingen regelbaar is.

6. Werkwijze voor het gelijkmatig over een grote breedte dieper maken van een watergebied, zoals een vaargeul, met behulp van een bag-30 gerinrichting, zoals een sleephopperzuiger, met het kenmerk, dat de tussen de sleuven overblijvende delen worden bewerkt met een Inrichting volgens een of meer der conclusies 1 t/m 5, zodanig dat door waterinjec-tie het materiaal van de ruggen vloeibaar wordt gemaakt, zodat dit materiaal zonder verstoring van het oppervlaktewater in de reeds gemaakte 35 sleuven vloeit. IS -v · » , : : · i v V < ;