NL8600014A - Gietstalen kopstuk voor knooppuntverbindingen. - Google Patents

Description

*' NL 33.242-Me/hp ^

Gietstalen kopstuk voor knooppuntverbindingen

De uitvinding heeft betrekking op een kopstuk uit gietstaal voor knooppuntverbindingen in een stalen ruimtelijk draagwerk van offshore-constructies.

In de offshore-techniek is het vaak noodzakelijk 5 een zware stalen.draagwerkconstructie met behulp van drijvende hijsblokken te hijsen. Dergelijke draagwerkconstructies bestaan bijvoorbeeld uit modulen of tussendekgestellen of een hele platformonderbouw.

De constructiedelen waaraan de voor het hijsen toe-10 gepaste kabels worden bevestigd, dienen uiteraard zeer sterk te zijn uitgevoerd en moeten ook een geometrisch correcte kabelgeleiding zonder knikken of ontoelaatbaar verbuigen van de kabel mogelijk maken. Bovendien moeten deze in veel gevallen eveneens na het uitvoeren van de hijswerkzaamheden als 15 geïntegreerd deel van het draagwerk alle belastingstoestanden tijdens de gebruiksduur van het draagwerk doorstaan.

Tot nu toe worden dergelijke plaatsen voornamelijk uit dikke plaat gelast. Bij toenemende hijsgewichten worden evenwel de platen steeds dikker en het lassen steeds 20 moeilijker. De tot nu toe voorgestelde gietstalen hijsstukken zijn echter slechts bruikbaar, wanneer, zoals bijvoorbeeld in het geval van de modulen de draagdelen van het omgevende ruimtelijke draagwerk klein genoeg zijn, teneinde aan de · buitenzijde van het hijsstuk te worden aangelast. In ruimte-25 lijke draagwerken van grotere afmetingen, waarin de draagdelen bijvoorbeeld uit buizen met een diameter van 1,5 m en meer of uit overeenkomstig grote volle wand-doosdragers bestaan, kunnen deze om statische en geometrische redenen niet meer worden toegepast.

30 Aan de uitvinding ligt derhalve het doel ten grond slag, een kopstuk uit gietstaal te verschaffen, dat ook in ruimtelijke draagwerken van grote afmetingen toepasbaar is en bij een correcte kabelgeleiding als geïntegreerd onderdeel niet storend buiten de buitenomtrek van het ruimtelijke 35 draagwerk uitsteekt.

8800014 • -2-

Dit doel wordt bij een kopstuk volgens de uitvinding daardoor bereikt, dat een van verstijvingsribben voorzien doosvormig grondlichaam aan zijn dekselzijde een tasvormige uitsparing met ingegoten kabelbolder bezit.

5 In een verdere uitvoering van het kopstuk volgens de uitvinding zijn met voordeel aan de buitenwanden van het grondlichaam aanlassteunen gegoten, terwijl hun uiteinden en de uiteinden van de verstijvingsribben als lasaansluiting zijn uitgevoerd.

10 De tasvormige uitsparing is op voordelige wijze zodanig uitgevoerd, dat een verzwenkbereik van de kabel over een hoek van maximaal 90° in het ene en over een hoek van maximaal ongeveer 25° in een loodrecht daarop verlopend tweede vlak mogelijk is, terwijl de kabelbolder een in de 15 bovenwaartse richting over maximaal 25° breder wordende kabelgeleidinggroef bezit.

Het kopstuk volgens de uitvinding kan op voordelige wijze eveneens in grote ruimtelijke draagwerken bij een correcte krachtoverdracht en kabelgeleiding en zonder bij 20 het latere gebruik te storen, worden geïntegreerd.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening, die een uitvoeringsvoorbeeld van het kopstuk volgens de uitvinding weergeeft.

Pig. 1 is een bovenaanzicht van een kopstuk volgens 25 de uitvinding met een buisvormig grondlichaam.

Fig. 2 is een doorsnede volgens de lijn II-II in fig. 1.

Fig. 3 is een doorsnede volgens de lijn III-III in fig. 1.

30 Kabelbolder 1 met grondplaat 2 zijn in het inwendige van een doosvormig grondlichaam 3 aangebracht, die in afhankelijkheid van de soort van de omgevende draagwerkconstructie een rechthoekige of cirkelvormige dwarsdoorsnede bezit. Daarbij wordt een stijve verbinding tussen grondplaat 2 en grond-35 lichaam 3 met behulp van bij voorkeur verticale verstijvingsribben 4 verkregen. Voor het insteken en vrij bewegen van de kabel 5 bezit het doosvormige grondlichaam 3 aan zijn deksel- 8500014 "3‘ zijde 6 een, uitsparing 7.

De kabelbolder 1 is voorzien van een in de bovenwaartse richting onder een hoek van circa 25° wijder wordende kabelgeleidingsgroef 8 en is op de naar de dekselzijde hel-5 lend verlopende grondplaat 2 aangebracht. Daardoor bezit de om de kabelbolder 1 te leggen kabel 5 voor zijn trekrichting twee vrijheidsgraden en kan deze zich aan alle in de praktijk optredende hijssituaties binnen het bereik van de hoek 9, respectievelijk 10 aanpassen.

10 Voor het inlassen van het gietstalen kopstuk in het omgevende draagwerk zijn aan de buitenwand 11 van het grond-lichaam 3 aanlassteunen 12 gegoten. Deze zijn aan hun uiteinden 13 zodanig gevormd, dat de wanden van alle hier aankomende, met streep-puntlijnen aangeduide draagwerkelementen, 15 bijvoorbeeld een buis of een holle-doosdrager of een dubbel-T-doosdrager, met stompe naden hieraan kunnen worden gelast, zodat een stijve knooppuntverbinding ontstaat.

8 o 0 ö 0

Claims (5)

1. Kopstuk uit gietstaal voor knooppuntverbindingen in een stalen ruimtelijk draagwerk van offshore-construc-ties, met het kenmerk, dat een van verstijvings-ribben (4) voorzien, doosvormig grondlichaam (3) aan zijn 5 dekselzijde een tasvormige uitsparing (7) met ingegoten kabelbolder (1) bezit.

2. Kopstuk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat aan de buitenwanden van het grondlichaam aanlassteunen (12) zijn gegoten.

3. Kopstuk volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat de uiteinden van de verstijvingsribben (4) en de aanlassteunen (12) als lasaansluiting zijn uitgevoerd.

4. Kopstuk volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tasvormige uitsparing (7) 15 zodanig is uitgevoerd, dat een verzwenkbereik van de kabel over een hoek (9) van maximaal 90° in het ene en over een hoek (10) van maximaal ongeveer 25° in een loodrecht daarop verlopend tweede vlak mogelijk is.

5. Kopstuk volgens een der voorgaande conclusies, 20 met het kenmerk, dat de kabelbolder een in de bovenwaartse richting over maximaal ongeveer 25° breder wordende kabelgeleidingsgroef (3) bezit. 8 o 0 0 0 1 4 e * . ·\ *