NL8503517A - Zwenkring. - Google Patents

Description

N.0. 33.524· -1-

Zwenkring.

De uitvinding betreft een zwenkring omvattende twee binnen elkaar gelegen ringvormige elementen, waarbij het buitenste element bij de binnenkant en het binnenste element bij de buitenkant zijn voorzien van tenminste één zodanig gevormd loopvlak, dat telkens een loopvlak 5 van het buitenste element op een afstand tegenover een loopvlak van het binnenste element ligt, voor het tussen zich in opnemen van een rondlopende rij rollichamen.

Zwenkringen zijn algemeen bekend en dienen voor het draaibaar monteren van betrekkelijk zware onderdelen van een 10 inrichting. In het bijzonder worden zwenkringen toegepast bij hijskranen voor het, ten opzichte van een onderbouw roteerbaar om een verticale as monteren van het kraanarm-samenstel, waarbij de zwenkring grote krachten en momenten in wisselende richtingen moet kunnen opnemen.

15 Doordat de perfecte toestand van zo'n zwenkring van vitaal belang is en juist de zwenkring tijdens het bedrijf zwaar wordt belast, bestaan er voorschriften volgens welke de zwenkring regelmatig moet worden geïnspecteerd voor het tijdig ontdekken van materiaal-defecten in het bijzonder scheurvorming in de zwenkring.

20 Tot nu toe moest daarvoor de gehele hijsinrichting worden gedemonteerd, voor het goed kunnen inspecteren van de ringvormige elementen van de zwenkring, en daarna de inrichting weer in elkaar worden gezet, wat tijdrovende handelingen zijn, gedurende welke bovendien de hijsinrichting buiten bedrijf is. Bovendien is gebleken 25 dat zo'n inspectie vaak als resultaat had, dat de zwenkring zich nog steeds in perfecte toestand bevond zodat de inspectie in wezen niet nodig was geweest, terwijl aan de andere kant de inspectie eigenlijk te laat bleek te zijn uitgevoerd, omdat daarbij een reeds ingezette scheurvorming werd ontdekt.

30 Het doel van de uitvinding is een zwenkring van het genoemde type te verschaffen die kan worden geïnspecteerd zonder dat het daarbij noodzakelijk is, de gehele inrichting te demonteren waarin de zwenkring is opgenomen.

Dit doel wordt bereikt doordat volgens de uitvinding is 35 ingezien dat door middel van tenminste één, in een, in één van de 5553317 -2- ringvonnige elementen van de zwenkring gevormde opening, gelegen ultrasone sonde, de kritische gebieden van de zwenkring, dat wil zeggen die delen van de zwenkring waarin hoofdzakelijk als gevolg van de belastingen, materiaal-defecten tot uiting kunnen komen, kunnen worden 5 afgetast en eventuele materiaal-defecten worden bespeurd, waarbij de genoemde opening tevens zodanig is aangebracht dat daardoor de algemene sterkte van de zwenkring niet of nauwelijks wordt aangetast.

De opening voor het opnemen van een ultrasone sonde wordt bij voorkeur gevormd door een uitboring in één van de ringvormige 10 elementen van de zwenkring waarbij de hartlijn van deze uitboring is gericht op de binnenste eindrand van een loopvlak van het andere ringvormige element.

Bij een zwenkring waarbij de loopvlakken van de ringvormige elementen in vlakken loodrecht op de hartlijn van de zwenkring staan is 15 bij voorkeur de genoemde uitboring in het binnenste ringvormige element aangebracht en is de hartlijn van deze boring loodrecht op een afvlakking van de binnenste eindrand van het loopvlak van het buitenste ringvormige element gericht en daarbij over een geringe afstand naar buiten verplaatst ten opzichte van het midden van deze afvlakking.

20 Opgemerkt wordt dat het op zichzelf bekend is, bijvoorbeeld uit het Amerikaanse octrooischrift 3969926, een ultrasone sonde toe te passen voor het bespeuren van materiaal-defecten.

De uitvinding wordt nader uiteengezet aan de hand van de tekening, waarin als voorbeeld, in radiale doorsnede een zwenkring 25 volgens de uitvinding is getoond.

Zoals getoond in de tekening omvat de zwenkring een buitenste ringvormig element 1 met twee loopvlakken 2 en 3 bij de binnenkant van dit element, en een buitenste ringvormig element 4 bestaande uit twee delen 4' en 4", dat is voorzien van twee 30 loopvlakken 5 en 6 die tegenover de loopvlakken respectievelijk 2 en 3 van het buitenste element 1 zijn gelegen. Tussen de loopvlakken 2 en 5 is een rij rollichamen 7 gelegen, en tussen de loopvlakken 3 en 6 een rij rollichamen 8.

In het onderste kopvlak van het buitenste ringvormige 35 element 1 is een zich radiaal uitstrekkende gleuf 9 gevormd, die dient voor het bevestigen van het element 1 op, bijvoorbeeld het onderstel van een hijskraan.

-s ·- 7 “·* *3 *7 N# ü V 5s) ^ ’

Claims (3)

1. Zwenkring omvattende twee binnen elkaar gelegen ringvormige elementen, waarbij het buitenste element bij de binnenkant en het binnenste element bij de buitenkant zijn voorzien van tenminste één zodanig gevormd loopvlak, dat telkens een loopvlak van het 5 buitenste element op een afstand tegenover een loopvlak van het binnenste element ligt, voor het tussen zich in opnemen van een rondlopende rij róllichamen, met het kenmerk, dat in tenminste één van de ringvormige elementen (4,1) tenminste één opening (10, 15) is aangebracht waarin een ultrasone sonde is gelegen of kan worden 10 opgenomen, waarbij deze opening zodanig is aangebracht dat deze sonde, tijdens het roteren van één van de ringvormige elementen, kritische gebieden van de zwenkring kan aftasten voor het daarin bespeuren van materiaal-defecten.

2. Zwenkring volgens conclusies 1, met het kenmerk, dat de 15 opening (10, 15) wordt gevormd door een uitboring in één van de ringvormige elementen (4), waarvan de hartlijn (A) is gericht op de binnenste eindrand van een loopvlak (2, 3) van het andere ringvormige element (1).

3. Zwenkring volgens conclusie 2, waarbij de loopvlakken 20 van de ringvormige elementen in vlakken loodrecht op de hartlijn van de zwenkring staan, met het kenmerk, dat de genoemde uitboring (10, 15) in het binnenste ringvormige element (4) is aangebracht en de hartlijn (A) van deze boring loodrecht staat op een afvlakking (13,17) van de binnenste eindrand van een loopvlak (2, 3) van het buitenste 25 ringvormige element (1) en daarbij over een geringe afstand (a) naar buiten is verplaatst ten opzichte van het midden van de afvlakking (13, 17). 3 13 17 -3- - v In het deel 4' van het binnenste ringvormige element 4 is een uitboring 10 aangebracht bestaande uit een, van binnenschroefdraad voorzien buitenste deel 10' en een binnenste deel 10'' van kleinere diameter. In de schouder 11 die wordt gevormd bij de overgang van het 5 deel 10' met een grotere diameter naar het deel 10'' met een kleinere diameter, is een aantal blinde boringen 12 aangebracht. De hartlijn A van de uitboring 10 staat loodrecht op een afvlakking 13 bij de binnenste eindrand van het loopvlak 2, waarbij deze hartlijn A over een afstand a naar buiten is verplaatst ten opzichte van het midden van de 10 afvlakking 13. In de uitboring 10 kan een verder niet getoonde ultrasone sonde van overigens bekende uitvoering, worden vastgezet, waarbij richtmiddelen van de sonde in de blinde boringen 12 kunnen worden vastgelegd, door middel van welke sonde materiaal-defecten in de 15 kritische gebieden die worden gevormd door de afvlakking 13, het loopvlak 2 en de afronding 14 bij de binneneindrand van het loopvlak 2 kunnen worden afgetast en bespeurd. Op dezelfde wijze als de uitboring 10, is in het deel 4'1 een uitboring 15 aangebracht, die het, van binnenschroefdraad voorziene 20 deel 15' en het deel 15'1 van kleinere diameter omvat, waarbij weer een stel blinde boringen 16 aanwezig zijn. In de uitboring 15 kan ook een niet getoonde ultrasone sonde worden vastgezet die gericht is op de afvlakking 17 bij de eindrand van het loopvlak 3, en waarmee materiaal-defecten kunnen worden gespeurd bij de afvlakking 17 van het loopvlak 3 en de afronding 18. ? ’ 3. A 7 V '*· ' -J V J »