NL8503497A

NL8503497A - Inrichting voor het snijden van bandvormig materiaal.

Info

Publication number: NL8503497A
Application number: NL8503497A
Authority: NL
Original assignee: Philips Nv
Priority date: 1985-12-19
Filing date: 1985-12-19
Publication date: 1987-07-16

Description

t PHN 11.591 N.V. Philips’ Gloeilampenfabrieken te Eindhoven "Inrichting voor het snijden van bandvormig materiaal”

De uitvinding betreft een inrichting voor het in de lengte snijden van bandvormige materialen, in het bijzonder banen van dun amorf metaal, tot smallere banen, welke inrichting tenminste één paar parallel opgestelde roteerbare assen bevat die elk een aantal schijf-5 vormige messen dragen die met elkaar samenwerken, waarbij de schijfvormige messen op de eerste ae star zijn uitgevoerd.

Machines van de hiervoor aangeduide soort zijn algemeen bekend en worden bijvoorbeeld toegepast voor het snijden van kunststoffo-lie tot smalle banden. Bij deze bekende machines werkt elk van de mees- 10 tal flexibele messen op de ene as samen met één snijrand van één van de starre messen op de andere as. De flexibele messen liggen daarbij met een bepaalde voorspanning aan tegen de starre messen. Dit soort machines voldoen goed voor het snijden van kunststoffolie. Echter voor het snijden van dunne metaalband met een beperkte elastische rek zoals amorf metaal voldoen deze machines niet meer. Bij dit materiaal treedt vervorming van de randen op met daarbij optredende bramen en dwars-scheurtjes.

De uitvinding berust op het inzicht dat deze vervorming en beschadiging van de randen wordt veroorzaakt doordat het snijproces niet symmetrisch is.

De uitvinding beoogt een machine te verschaffen met een symmetrisch snijproces waardoor ook bij metaalbanden geen randvervorming en beschadiging optreedt.

De machine volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de 25 messen op de tweede as in axiale richting verend zijn bevestigd en in de asrichting gezien elk paar naburige messen op de tweede as samenwerken met een paar van elkaar afgekeerde zijden van één of twee respectievelijk een paar naar elkaar toegekeerde zijden van twee naburige „„ starre messen op de eerste as.

30

Op deze wijze wordt een symmetrische snijproces op de band uitgeoefend waardoor het materiaal tussen de messen niet wordt getordeerd en geen of nagenoeg geen vervorming en beschadiging van de randen 8333 43 7 ΡΗΝ 11.591 2 optreedt.

Bij een verdere gunstige uitvoeringsvorm heeft elk van de starre messen een breedte die overeenkomt met de gewenste breedte van de gesneden banden, waarbij de onderlinge afstand tussen die messen ge-5 lijk is aan hun breedte en iedere zijde van elk star mes samenwerkt met een mes op tweede as.

Elk van de messen op de tweede as ligt bij voorkeur met instelbare voorspanning aan tegen de daarmee samenwerkende zijde van een jg star mes. Door deze voorspanning blijft de snijspleet tijdens het snij-proces altijd zeer klein zodat buigspanningen in het materiaal worden voorkomen en het snijproces via afschuiving verloopt.

Aan de hand van de tekening waarin bij wijze van voorbeeld twee uitvoeringsvormen van bandsnijmachines zijn weergegeven zal de 15 uitvinding nader worden toegelicht.

Fig. 1 en 2 tonen schematisch in een axiale doorsnede en zijaanzicht een gedeelte van een bandsnijmachine, waarbij de starre messen een breedte hebben die overeenkomt met de breedte van de te snijden banen.

2Q Fig. 3 en 4 tonen schematisch gedeeltelijk in doorsnede en zijaanzicht een gedeelte van een bandsnijmachine met smallere starre messen.

In Fig. 1 is met het verwijzingscijfer 1 een eerste roteerbare as aangeduid waarop met behulp van afstandstukken 2 en een moer 3 2Q een tweetal starre messen 4 zijn bevestigd. De machine bevat verder een tweede roteerbare as 5 waarop met behulp van afstandstukken 6 en een moer 7 dragerschijven 8 zijn bevestigd. De afstandstukken 6 zijn voorzien van schroefdraad en op elk van de afstandstukken is een spanmoer 9 aanwezig.

3Q Elk van de spanmoeren 9 klemt via een elastisch drukstuk 10 en een klemring 11 een elastisch schijfvormig flexibel mes 12 tegen een dragerschijf 8. De flexibele messen 12 liggen met hun snijrand 13 onder een via elk van de spanmoeren 9 in te stellen voorspanning aan tegen de snijranden 14 van de starre messen 4.

22 Op deze wijze oefenen de messen 12 en 4 een zogenaamd symme trisch snijproces uit op de in banen te snijden materiaalbaan 15 (Fig. 2).Dat wil zeggen de gesneden banen 16 worden niet of nauwelijks vervormd maar alleen over de snijdiepte van de messen enigszins evenwijdig

isy ^ J

w Μ PHN 11.591 3 aan zichzelf verplaatst. Op deze wijze is gebleken dat nauwelijks beschadiging aan de randen van de banen 16 voorkomen. Dit is vooral van belang voor dunne banen van brosse metalen zoals amorf metaal of molyb- deenband.

5

Hoewel de messen 12 in dit voorbeeld als enigszins flexibele messen zijn uitgevoerd, kunnen deze messen ook wel star zijn uitgevoerd. In dit laatste geval liggen deze messen met hun snijrand onder voorspanning aan tegen de messen 4 en verder steunen zij ter plaatse 19 g tegen de dragerschijven 8. Hierbij zij nog opgemerkt dat de breedte van de dragerschijven 8 iets kleiner is dan de breedte van de messen 16.

Een andere machine voor het snijden van materiaal banen is schematisch weergegeven in Fig. 3· Het enige verschil met de machine van de voorgaande figuur is dat de starre messen 20 in dit geval veel dunner zijn uitgevoerd waarbij elk van deze messen 20 nu samenwerkt met ιο slechts één mes 12 op de as 5- Om toch een symmetrisch snijproces te behouden is het nu zo dat elk paar naburige messen 12 samenwerkt met hetzij naar elkaar gekeerde zijden van twee naburige starre messen 20 of met twee van elkaar afgekeerde zijden van twee naburige starre mes-2Q sen 20. Op deze wijze is weer bereikt dat de gesneden banen 16 tussen de messen alleen een kleine verplaatsing evenwijdig aan zichzelf ondergaan. Dus wederom worden de banen nauwelijks vervormd zodat geen beschadiging van de randen optreedt. De messen 12 worden bij dit uitvoe-ringsvoorbeeld door schroefveren 21 tegen de dragerschijf 8 resp. de 2j eindflens 22 aangedrukt.

In de tekening zijn slechts een bepaald aantal messen 12, 4 of 20 op de assen 1 en 5 aangebracht. Het zal duidelijk zijn dat dit aantal naar gelang het aantal te snijden banen naar wens kan worden aangepast. Tevens kan door afstandstukken 2 en 8 van de juiste maat en 30 de dikte van de messen 4 de gewenste breedte van de te snijden banen naar wens worden ingesteld.

In Fig. 4 is eenzelfde machinedeel als in Fig. 3 schematisch weergegeven. In dit geval zijn de aandrukveren van de meseen 12 uitgevoerd als schotelveren 23. Verder is op de as 1 een starre schijf 25 35 bevestigd die samenwerkt met twee starre schijven 26 en 27 op de as 5.

Op deze wijze is een zeer nauwkeurige vaste axiale positie van de assen 1 en 5 t.o.v. elkaar gewaarborgd.

B 5 - 3 4 i Ί

Claims

1. Inrichting voor het in de lengte snijden van bandvormig materiaal, in het bijzonder banden van dun amorf metaal, in smallere banen, welke inrichting tenminste één paar parallelle roteerbare assen bevat die elk een aantal schijfvormige messen dragen die met elkaar sa- 5 menwerken, waarbij de schijfvormige messen op de eerste as star zijn uitgevoerd, met het kenmerk, dat de messen op de tweede as in axiale richting verend beweegbaar zijn bevestigd en in de asrichting gezien elk paar naburige messen op de tweede as samenwerken met een paar van elkaar afgekeerde zijden van één of twee resp. een paar naar elkaar 10 toegekeerde zijden van twee naburige starre messen op de eerste as.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elk van de messen op de tweede as met voorspanning tegen de daarmee samenwerkende zijde van en star mes aanligt.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat 15 elk van de starre messen een breedte heeft die overeenkomt met de gewenste snijbreedte van de gesneden banen en de onderlinge afstand tussen die messen gelijk is aan hun breedte, waarbij iedere zijde van elk star mes samenwerkt met een mes op de tweede as. 20 25 30 35 3393 4 9 7