NL8503374A

NL8503374A - Material-handling pneumatic transporting device - has fluidising discharge bin having discharge and fluidising funnels to disintegrate material

Info

Publication number: NL8503374A
Application number: NL8503374A
Authority: NL
Original assignee: Naaktgeboren Maschf Rotterdam
Priority date: 1984-12-07
Filing date: 1985-12-06
Publication date: 1986-07-01
Also published as: NL8603287A; NL182788C; NL8603288A; NL182789C

Abstract

The transporting device comprising at least one tank, at least one material discharge conduit connected to a discharge funnel (70) and at least one fluidisation air conduit connected to the first conduit. At least one secondary air conduit is connected to the discharge funnel and fed by a blow air aggregate. A conical funnel-part of the fluidisation bin is provided with funnel shaped fluidisation air inlet. A central outlet debouches into a discharge bin in which a supply conduit of secondary air debouches through an influx nozzle opposite an entrance of the material discharge conduit. The funnel-part is provided with a downward-slanting, inward-projecting edge relative to the fluidisation bin.

Description

" · -* i — ·, M Kon/MF, 2a Naaktgeboren -1-"· - * i - ·, M Kon / MF, 2a Nude born -1-

Pneumatische transportinrichtingPneumatic conveying device

De uitvinding betreft een pneumatische transportinrichting volgens de aanhef van conclusie 1.The invention relates to a pneumatic conveying device according to the preamble of claim 1.

Een dergelijke pneumatische transportinrichting is bekend uit JP 58-95033.Such a pneumatic conveying device is known from JP 58-95033.

5 Het door de blower te creëren vacuüm is beperkt van wege de flinke temperatuursverhoging en daarmee verband houdende uitzetting van bloweronderdelen. Om dit probleem op te lossen, heeft men reeds blowers met achtvormige verdringers voorgesteld, bijvoorbeeld in JP 58-91390, waarbij lucht via 10 koelluchtinlaten wordt aangevoerd. De koellucht treedt door de vlakke zijwanden van het huis in axiale richting tot in de holle rumten van de verdringers, koelt de verdringers dan vooral intern af en verlaat dan de holle ruimten van de verdringers via koelluchtuitlaten, die toegang verschaffen tot 15 de luchtinlaatzijde van de blower. Deze toevoer van lucht aan de luchtinlaatzijde vermindert wezenlijk de capaciteit van de blower. Bovendien leidt vuilafzetting in de verdringers tot onbalans.5 The vacuum created by the blower is limited due to the significant increase in temperature and related expansion of blower parts. To solve this problem, blowers with octagonal displacers have already been proposed, for example in JP 58-91390, in which air is supplied via 10 cooling air inlets. The cooling air passes axially through the flat sidewalls of the housing into the cavities of the displacers, then primarily cools the displacers internally and then exits the cavities of the displacers through cooling air outlets, which provide access to the air inlet side of the blower. This supply of air on the air inlet side substantially reduces the blower's capacity. In addition, dirt deposits in the displacers lead to imbalance.

De uitvinding heeft ten doel de zuigkracht van de 20 pneumatische transportinrichting te versterken, opdat meerdere soorten materiaal, waaronder grint, ermee zijn te transporteren en/of de omvang van de filterinrichting is te verminderen. Daartoe is het kenmerk van conclusie 1 toegepast. Dankzij de toepassing van dit kenmerk worden door luchtcom-25 pressie verwarmde vlakken van zowel het huis als de verdringers goed gekoeld, waardoor onbepaalde uitzetting in zo sterke mate wordt tegengegaan, dat het huis en de verdringers zonder gevaar van vastlopen van de blower met nauwe onderlinge speling gedimensioneerd kunnen worden. Hierdoor is met 30 de blower een sterk vacuüm te realiseren, waardoor de pneumatische transportinrichting voor het transporteren van zelfs moeilijk opzuigbare zware materialen, zoals grint, effectief is te gebruiken.The object of the invention is to increase the suction power of the pneumatic conveying device, so that several types of material, including gravel, can be conveyed with it and / or the size of the filter device can be reduced. The feature of claim 1 has been applied for this purpose. Thanks to the application of this characteristic, air-compressed heated surfaces of both the housing and the displacers are well cooled, so that indefinite expansion is prevented to such an extent that the housing and the displacers without danger of jamming of the blower with close mutual play can be dimensioned. This makes it possible to realize a strong vacuum with the blower, so that the pneumatic conveying device can be used effectively for conveying even difficult-to-absorb heavy materials, such as gravel.

85 0 3 3 7 4 -2- 1 τ » >85 0 3 3 7 4 -2- 1 τ »>

Opgemerkt zij, dat uit 2314 Pumps, Pompes, Pumpen, no. 136 (januari 1978) pagina 26 en 27 een pneumatische transportinrichting bekend is, waarbij uit een blower tredende lucht door een koeler wordt gekoeld en dan weer ten dele 5 naar koelluchtingangen van de blower wordt teruggevoerd via koelluchtinlaten, die praktisch in het midden van de hoek-afstand tussen luchtinlaat en luchtuitlaat in de omtrekswand van het blowerhuis zijn opgesteld. De capaciteit van deze bekende blower is gering, in het bijzonder vanwege het feit 10 dat de verdringers niet meer de wezenlijke achtvormige vorm hebben elk met twee voornamelijk cilindervormige rotoreinden en een door één afrondingsboog begrensd versmald middenstuk, maar zeer brede rotoreinden, die aan elke zijde van de ermee samenwerkende verdringer twee in plaats van één insnoering 15 vergen, waardoor het middenstuk van de verdringers breed uitvalt en aldus de compressieruimte klein wordt. De stelling, dat de zuigkracht resp. de compressiekracht van deze blower gering is, wordt in de hier besproken literatuurplaats bevestigd door het in serie plaatsen van een aantal van deze 20 blowers ter verwezenlijking van het vereiste vacuüm.It should be noted that a pneumatic conveying device is known from 2314 Pumps, Pompes, Pumpen, no. 136 (January 1978) pages 26 and 27, in which air emerging from a blower is cooled by a cooler and then again partly to cooling air inputs of the blower is returned via cooling air inlets, which are arranged practically in the center of the angular distance between air inlet and air outlet in the circumferential wall of the blower housing. The capacity of this known blower is small, in particular due to the fact that the displacers no longer have the essential octagonal shape, each with two mainly cylindrical rotor ends and a narrow central section bounded by one rounding arc, but very wide rotor ends, which the co-displacer requires two constriction 15 instead of one, so that the center of the displacers is wide and thus the compression space becomes small. The theorem, that the suction power resp. the compression force of this blower is small, is confirmed in the literature discussed here by placing a number of these 20 blowers in series to achieve the required vacuum.

Een belangrijk voordeel van de pneumatische transportinrichting volgens de uitvinding is, dat zij compact en met een betrekkelijk kleine filterinrichting te construeren is, waardoor deze in het bijzonder geschikt is om als tank-25 wagen te worden uitgevoerd, waarbij vanwege de kleine filterinrichting veel ruimte voor een door het voertuigchassis te dragen grote tank overblijft.An important advantage of the pneumatic transporting device according to the invention is that it can be constructed compactly and with a relatively small filtering device, which makes it particularly suitable to be designed as a tank wagon, whereby due to the small filtering device there is a lot of space for a large tank to be carried by the vehicle chassis remains.

De efficiency van deze sterke blower wordt nog extra verbeterd, indien de filterinrichting voorzien is van filter-30 zakken, die elk aangesloten zijn op een pulsluchtbron. Een dergelijke filterinrichting is op zich bekend uit FR-A-2341505.The efficiency of this strong blower is further improved if the filter device is equipped with filter-30 bags, each of which is connected to a pulse air source. Such a filter device is known per se from FR-A-2341505.

De genoemde en andere kenmerken van de uitvinding en de voordelen ervan zullen in de hierna volgende beschrijving 35 aan de hand van een tekening worden uiteengezet.Said and other features of the invention and its advantages will be explained in the following description with reference to a drawing.

In de tekening stellen schematisch voor: 5* ·*7 mj ca* g $$ 3 3 o 3 7 4In the drawing schematically represent: 5 * * 7 mj ca * g $$ 3 3 o 3 7 4

* V* V

-3- v w-3- v w

Fig. 1 en 2 een gedeeltelijk weggebroken zij- respek-tievelijk bovenaanzicht van een als tankwagen uitgevoerde pneumatische transportinrichting volgens de uitvinding, fig. 3 en 4 een schema van de tankwagen van fig. 1 5 tijdens het opzuigen respektievelijk wegpersen van materiaal, fig. 5 een gedeeltelijk weggebroken perspektivisch aanzicht van detail V van fig. 3, en fig. 6 en 7 op grote schaal een doorsnede over lijn VI-VI resp. VII-VII van fig. 1 resp. 5.Fig. 1 and 2 show a partly broken away side and top view of a pneumatic transport device according to the invention designed as a tank truck, fig. 3 and 4 a schematic view of the tank truck of fig. 15 during suctioning and pressing off material, fig. 5 a partly broken away perspective view of detail V of fig. 3, and fig. 6 and 7 on a large scale, a cross-section along line VI-VI, respectively. VII-VII of fig. 1 resp. 5.

10 De tankwagen 1 volgens de uitvinding omvat een chassis 2 die een cilindrische tank 3 draagt. De tank 3 is met zijn achtereinde 7 kantelbaar om een horizontale aslijn 6 aan het chassis 2 bevestigd en is met zijn vooreinde 8 ophefbaar door middel van een hydraulische vijzel 9, zodat de tank 15 3 tot in de in fig. 1 met streeplijnen getekende kantelstand is te stellen. Het vooreinde 8 van de tank 4 begrenst een filterruimte 10 van een filterinrichting 4, die door middel van een schot 11 van een ruimte 12 voor opslag van materiaal is gescheiden. Het achtereinde 7 van de tank 4 is afgesloten 20 door middel van een klep 14 die om een horizontale aslijn 13 zwenkbaar aan de tank 3 is bevestigd, door middel van een niet-getekende afdichting is afgedicht en door middel van niet-getekende grendels in de gesloten stand is vergrendeld. Materiaal kan ter plaatse worden gestort door het bij geopen-25 de klep 14 en in opgeheven kantelstand van de tank 3 uit de tank 3 te laten stromen.The tanker 1 according to the invention comprises a chassis 2 which carries a cylindrical tank 3. The tank 3 is tilted with its rear end 7 about a horizontal axis 6 on the chassis 2 and can be lifted with its front end 8 by means of a hydraulic jack 9, so that the tank 15 3 is moved to the tilted position drawn in broken lines in Fig. 1. is to set. The front end 8 of the tank 4 defines a filter space 10 of a filter device 4, which is separated by means of a partition 11 from a space 12 for storage of material. The rear end 7 of the tank 4 is closed by means of a valve 14 which is pivotally attached to the tank 3 about a horizontal axis 13, which is sealed by means of a seal (not shown) and by means of bolts (not shown) in the closed position is locked. Material can be dumped on site by flowing it out of the tank 3 when the valve 14 is opened and in the tilted-up position of the tank 3.

De tank 3 heeft aan zijn bovenzijde twee luchtdicht afgedichte, verwijderbare deksels 15. In geval de tank 3 wordt gevuld vanuit een silo, kan het materiaal bij verwij-30 derde deksels 15 tot in de tank 3 worden gestort.The tank 3 has two airtightly sealed, removable lids 15 on its top side. In case the tank 3 is filled from a silo, the material can be poured into the tank 3 at removed lids 15.

Voor het opzuigen van het materiaal is een slang 16 via een afsluiter 17 op de tank 3 aansluitbaar en verder is er een zuigaggregaat 5 aanwezig om een vacuüm in de tank 3 te creëren, dat een blower 18 met achtvormige verdringers 19 om-35 vat. Dit is een zgn. Roots-compressor die al naar gelang het vermogen van de motor 54 1000 tot 7000 m3 per uur kan verplaatsen. De zuigzijde 20 van de blower 18 is via een leiding 8503374 1 i ’ .For suction of the material, a hose 16 can be connected to the tank 3 via a shut-off valve 17 and furthermore a suction unit 5 is present to create a vacuum in the tank 3, which comprises a blower 18 with octagonal displacers 19. This is a so-called Roots compressor that can move 1000 to 7000 m3 per hour, depending on the power of the engine. The suction side 20 of the blower 18 is via a line 8503374 1 i ".

-4- 21, een geluiddemper 22 en de filterinrichting 4 op de opslagruimte 12 aangesloten, terwijl de perszijde 24 ervan via een leiding 25 met een geluiddemper 26 en via een afsluiter 23 op de buitenlucht is aangesloten.21, a silencer 22 and the filter device 4 are connected to the storage space 12, while the discharge side 24 thereof is connected to the outside air via a pipe 25 with a silencer 26 and via a valve 23.

5 De leiding 25 vertakt zich door middel van een regel- verdeelafsluiter 45 in een van een regelafsluiter 27 voorziene fluïdisatieluchtleiding 29 en een blaasluchtleiding 31. Vóór de regelafsluiter 27 is de fluïdisatieluchtleiding 29 aangesloten op een van een regelafsluiter 30 voorziene 10 secundaire luchtleiding 28. De fluïdisatieluchtleiding 29 wordt bij grintlossen afgesloten, maar wordt bij fijn materiaal geopend. Aan de onderzijde is in het deksel 14 een lostrechter 32 aanwezig, waarvan een onderste trechterdeel 70 volgens fig. 6 aansluit op een lospot 33, zodanig dat een 15. rand 40 verder naar binnen reikt dan de wand 35 van de fluïdisatiepot 34, zodat materiaalwervelingen bij de rand 40 ontstaan. De opening 96 van de trechter 32 heeft een diameter £ van 70 cm, dat wil zeggen zo groot, dat hinderlijke brug-vorming van materiaal vermeden wordt. In de fluïdisatiepot 34 20 is een trechter 36 vastgelast, waaronder zich een een spleet 38 vrijlatende trechter 37 bevindt. De fluïdisatieleiding 29 is op de fluïdisatiepot 34 aangesloten onder de van openingen 39 voorziene trechter 37, zodat fluïdisatielucht vanuit de leiding 29 via openingen 39 en de spleet 38 bij het neer- 25 waarts stromende materiaal kan komen.The line 25 branches by means of a control distribution valve 45 into a fluidization air line 29 provided with a control valve 27 and a blowing air line 31. Before the control valve 27, the fluidization air line 29 is connected to a secondary air line 28 provided with a control valve 30. fluidizing air line 29 is closed on gravel discharge, but is opened on fine material. At the bottom side, in the lid 14, there is a discharge funnel 32, of which a lower funnel part 70 according to Fig. 6 connects to a discharge pot 33, such that an edge 40 extends further inwards than the wall 35 of the fluidization pot 34, so that material swirls at the edge 40. The opening 96 of the funnel 32 has a diameter van of 70 cm, that is, so large that annoying bridging of material is avoided. A funnel 36 is welded into the fluidization pot 34, under which there is a funnel 37 leaving a gap 38 free. The fluidization conduit 29 is connected to the fluidization pot 34 below the funnel 37 provided with apertures 39 so that fluidization air from conduit 29 through apertures 39 and the slit 38 can reach the downflowing material.

De trechter 37 steekt met een rand 41 verder naar binnen dan de wand 43 van de erop aansluitende mengpot 42. De leiding 28 voor secundaire lucht steekt met zijn uitstroom-mond 81 tot in de mengpot 42 vanaf de wand 43 een stuk in-30 waarts tot op een afstand van en in lijn met de ingang 71 van een losbuis 44, opdat het gefluïdiseerde materiaal dat dankzij de rand 41 extra wervels heeft, met secundaire lucht 57 gemengd de losbuis 44 in wordt gestuurd volgens pijl 46. De ingang 71 reikt ten opzichte van de wand 43 van de mengpot 42 35 een stuk binnenwaarts. De losbuis 44 is via een afsluiter 48 en een menger 47 aangesloten op een losslang 49. In de menger 47 wordt blaaslucht van de erop aangesloten blaasluchtleiding 8503374 9 * -5- 31 aan de materiaal-luchtstroom toegevoegd, voor zover dat nodig is om het materiaal tot op grote afstand en/of tot op grote hoogte te transporteren. Eventueel wordt de door een zuigaggregaat 18 geleverde lucht door middel van een regel-5 verdeelafsluiter 45 naar behoefte verdeeld tussen fluïdisa-tielucht en secundaire lucht die door leidingen 29 resp. 28 aan de lospot 33 wordt toegevoerd. Met de lospot 33 van fig.The funnel 37 protrudes with an edge 41 further inwards than the wall 43 of the adjoining mixing pot 42. The secondary air pipe 28 with its outflow nozzle 81 inserts into the mixing pot 42 a piece inward from the wall 43. at a distance from and in line with the inlet 71 of a discharge tube 44, so that the fluidized material which has additional vortices thanks to the edge 41, is mixed with secondary air 57 into the discharge tube 44 according to arrow 46. The inlet 71 extends with respect to the wall 43 of the mixing pot 42 35 inwardly. The discharge pipe 44 is connected via a shut-off valve 48 and a mixer 47 to a discharge hose 49. In the mixer 47, blowing air from the connected blowing air line 8503374 9 * -5- 31 is added to the material air flow, insofar as this is necessary to transport material to a great distance and / or to a great height. Optionally, the air supplied by a suction unit 18 is distributed as required between fluidized air and secondary air through lines 29 and 20, respectively, by means of a control valve 5. 28 is supplied to the unloading pot 33. With the release spot 33 of fig.

6 is zelfs grint met een korreldiameter van 10-60 mm op daken met een hoogte van bijvoorbeeld 40 meter te blazen. Ook tuin-10 aarde en ander materiaal is tot op verre, hoge en ontoegankelijke plaatsen te blazen.6, it is even possible to blow gravel with a grain diameter of 10-60 mm on roofs with a height of, for example, 40 meters. Garden soil and other materials can also be blown to far, high and inaccessible places.

Opgemerkt zij, dat in elk van de leidingen 21, 25 coaxiaal met de aslijn 6 een draaistuk 50 is ingebouwd en dat in het sluitvlak van het deksel 14 een losmaakbare buiskoppe-15 ling 51 in de leiding 25 is ingebouwd.It should be noted that in each of the lines 21, 25 a pivot 50 is built in coaxially with the axis 6 and that in the closing surface of the cover 14 a detachable pipe coupling 51 is built into the line 25.

De blower 18 wordt via een snaardrijfwerk 52, een cardanas 53 en een koppeling 55 aangedreven door een motor 54, die tevens gebruikt wordt voor de voortbeweging an de tankwagen 1. In geval materiaal vanuit de tank 3 wordt wegge-20 blazen, wordt de blower 18 via de leiding 21 en een afsluiter 56 op de buitenlucht aangesloten.The blower 18 is driven via a belt drive 52, a cardan shaft 53 and a coupling 55 by a motor 54, which is also used for the propulsion of the tank truck 1. In case material is blown away from the tank 3, the blower is 18 connected to the outside air via line 21 and a valve 56.

Wordt materiaal de tank 3 ingezogen, dan wordt er in de tank 3 een sterk vacuüm gecreëerd, bij voorkeur zonodig tot wel 98%, dat wil zeggen tot 200 mm waterkolom.When material is sucked into the tank 3, a strong vacuum is created in the tank 3, preferably if necessary up to 98%, that is to say up to 200 mm water column.

25 De onderruimte 72 van de filterruimte 10 is via een leiding 58 met een afsluiter 59 aangesloten op een afzuigka-mer 60, die via een van een terugslagklep 62 voorziene ingang 61 op hoog niveau aansluit op de opslagruimte 12. De onderzijde van de afzuigkamer 60 bestaat uit keerschotten 63. De 30 afzuigkamer 60 is boven in de opslagruimte 12 opgesteld, teneinde zo min mogelijk materiaal tot in de filterruimte 10 te zuigen. In de filterruimte 10 staan een veelvoud van platte zuigkorven 64 naast elkaar opgesteld, die uitwendig filter-zakken 65 hebben. De korven 64 zijn aan hun boveneinde gro-35 tendeels afgesloten door injectiebuizen 66, die elk via een afzonderlijke klep aangesloten zijn op een luchtdrukvat 68, dat een pulsluchtbron vormt. De zuigleiding 21 staat met de bovenruimte 69 van de filterruimte 10 in verbinding en staat a 5 2 '·· - ;·- v> V Ju.· .The bottom space 72 of the filter space 10 is connected via a line 58 with a shut-off valve 59 to an extraction chamber 60, which connects at a high level via an inlet 61 provided with a non-return valve 62 to the storage space 12. The underside of the extraction chamber 60 consists of baffles 63. The extraction chamber 60 is arranged at the top of the storage space 12, in order to draw as little material as possible into the filter space 10. In the filter space 10, a plurality of flat suction baskets 64 are arranged side by side, which have external filter bags 65. Baskets 64 are largely closed at their upper ends by injection tubes 66, each of which is connected via a separate valve to an air pressure vessel 68, which forms a pulse air source. The suction line 21 communicates with the top space 69 of the filter space 10 and is a 5 2 '·· -; · - v> V Ju.

* -6- aldus via spleten 70 ter weerszijden van de injectiebuizen 66 met het inwendige van de korven 64 in verbinding, zodat lucht door de filterzakken 65 heen vanuit de onderruimte 72 van de filterruimte 10 wordt gezogen, waarbij het eventueel in de 5 lucht aanwezige materiaal wordt tegengehouden. Teneinde de zuigwerking van de blower 18 efficiënt te houden, worden de filterzakken 65 van tijd tot tijd uitgeklopt door middel van een stuurorgaan 73, doordat de kleppen 67 om beurten even worden geopend voor het injecteren van een drukluchtpuls. Dan 10 worden de filterzakken 65 plotseling opgeblazen en ontstaat er een klopwerking die de filterzakken 65 doet reinigen.* -6- thus in communication with the interior of the baskets 64 via slits 70 on either side of the injection tubes 66, so that air is drawn through the filter bags 65 from the bottom space 72 of the filter space 10, any air present in the filter space 10. material is blocked. In order to keep the suction action of the blower 18 efficient, the filter bags 65 are occasionally knocked out by means of a controller 73, in that the valves 67 are alternately opened to inject a compressed air pulse. Then the filter bags 65 are suddenly inflated and a knocking action occurs which causes the filter bags 65 to be cleaned.

Dankzij het feit dat het vacuüm in de cilindrische tank 3 zeer sterk is, bijvoorbeeld sterker dan 1 m waterkolom en bij voorkeur in de ordegrootte van 200 mm waterkolom, is 15 de lucht die de filterzakken 65 passeert zeer ijl, zodat deze lucht gemakkelijk te filteren is. Hierdoor is de filterinrichting 4 klein te dimensioneren, zodat er een groot laadruim op de tankwagen 1 is te bouwen. Het drukluchtvat 68 dat tevens als remluchttank kan fungeren, wordt gevuld met druk-20 lucht vanaf een door de motor 54 aangedreven compressor 74.Due to the fact that the vacuum in the cylindrical tank 3 is very strong, for example stronger than 1 m water column and preferably in the order of 200 mm water column, the air passing through the filter bags 65 is very thin, so that this air is easy to filter is. As a result, the filter device 4 can be dimensioned small, so that a large cargo hold can be built on the tanker 1. The compressed air vessel 68, which can also function as a brake air tank, is filled with compressed air from a compressor 74 driven by the motor 54.

De verdringingsruimte 75 van de blower 18 is in zijn omtrekswand 92 aan weerszijden van de blaasluchtuitlaat 76 van een spieetvormige, zich in hoofdzaak in axiale richting 89 van de rotorassen 90 uitstrekkende koelluchtinlaat 77 25 voorzien, die via een tak 88 van een spruitstuk 80, een gemeenschappelijke koelluchttoevoer 87, een afsluiter 78 en een geluiddemper 79 op de buitenlucht zijn aangesloten.The displacement space 75 of the blower 18 is provided in its circumferential wall 92 on either side of the blowing air outlet 76 with a spatial cooling air inlet 77, extending substantially in the axial direction 89 of the rotor shafts 90, which via a branch 88 of a manifold 80, a common cooling air supply 87, a shut-off valve 78 and a muffler 79 are connected to the outside air.

Zoals fig. 7 toont, is elke koelluchtinlaat 77 over een hoekafstand jj_ van ongeveer 180“ vanaf de luchtinlaat 20 30 opgesteld, waardoor bewerkstelligd is, dat de door de omtrekswand 92 en de beide in hoofdzaak cilindrische koppen 93 van eenzelfde verdringer 19 ingesloten compressieruimte 94 door de onderste kop 93 afgesloten blijft van de koelluchtinlaat 77, zolang deze compressieruimte 94 met de luchtinlaat 35 in verbinding staat. In de in fig. 7 getoonde situatie is de compressieruimte 94 van de luchtinlaat 20 zowel als van de koelluchtinlaat 77 afgesloten door een nauwe spleet 97 81? A t 3 y Ó 0 / 4 -7- • .As shown in FIG. 7, each cooling air inlet 77 is disposed at an angular distance jj_ of approximately 180 "from the air inlet 20, thereby ensuring that the compression space 94 enclosed by the circumferential wall 92 and the two substantially cylindrical heads 93 of the same displacer 19 remains closed from the cooling air inlet 77 by the lower head 93, as long as this compression space 94 is in communication with the air inlet 35. In the situation shown in Fig. 7, the compression space 94 of the air inlet 20 as well as of the cooling air inlet 77 is closed by a narrow gap 97 81. A t 3 y Ó 0/4 -7- •.

# tussen koppen 93 enerzijds en omtrekswand 92 anderzijds. De koppen 93 van de verdringers 19 zijn bij de spleet 97 afgeplat met een radius r die groter is dan de radius 3 van de in hoofdzaak cilindrische verdringerkoppen 93. De 5 buitenlucht wordt in de situatie van fig. 3 dankzij het in de verdringingsruimte 75 heersende vacuüm naar binnen gezogen en koelt aldus op eenvoudige en doeltreffende wijze de blower 18 zodanig, dat deze nauwkeurig vervaardigd kan worden. Overmatige uitzetting van de verdringers 19, hetgeen tot 10 vastlopen daarvan zou leiden, wordt door de koeling ervan vermeden. De blower 18 kan dientengevolge met uiteenlopende en hoge toerentallen efficiënt werken.# between heads 93 on the one hand and circumferential wall 92 on the other. The heads 93 of the displacers 19 are flattened at the gap 97 with a radius r greater than the radius 3 of the substantially cylindrical displacement heads 93. The outside air is, in the situation of Fig. 3, prevailing in the displacement space 75 vacuum is drawn in and thus cools the blower 18 in a simple and effective manner such that it can be manufactured accurately. Excessive expansion of the displacers 19, which would lead to its seizure, is avoided by cooling it. The blower 18 can consequently operate efficiently at varying and high speeds.

Fig. 5 toont een spruitstuk 80 voor aansluiting van de geluiddemper 79 op de twee inlaten 77 aan weerszijden van 15 de blaasluchtuitlaat 76. Door het sterke vacuüm kunnen allerlei soorten materiaal, droge zowel als natte stoffen en zelfs grint, slib en stenen worden opgezogen. Het lossen van de opgezogen, en met de tankwagen 1 getransporteerde materialen kan behalve door kiepen, bij geopende klep 14 ook door weg-20 blazen geschieden, waarbij de tankwagen 3 dan eveneens veelal om aslijn 6 gekanteld wordt. De bovenzijde vein de verzaroel-ruimte 12 van de tank 3 hoeft niet van een luchttoevoer te zijn voorzien. Tijdens het lossen is de lucht- en materiaalstroom, zoals in fig. 4 met pijlen is aangeduid. Het mate-25 riaal, dat tijdens het opzuigen door de filterzakken 65 wordt tegengehouden, komt in de filteropslagruimte 84 van de fil-terinrichting 4 terecht en valt bij gekantelde tank 3 door een terugslagklep 85 tot in de opslagruimte 12.Fig. 5 shows a manifold 80 for connecting the muffler 79 to the two inlets 77 on either side of the blowing air outlet 76. Due to the strong vacuum, all kinds of material, both dry and wet materials and even gravel, sludge and stones can be sucked up. Unloading of the materials sucked up and transported with the tanker 1 can be effected by blowing away when the valve 14 is open, with the tanker 3 then also usually tilted about axis 6. The top side of the collection space 12 of the tank 3 need not be provided with an air supply. During discharge, the air and material flow is as indicated by arrows in Fig. 4. The material, which is retained by the filter bags 65 during suction, enters the filter storage space 84 of the filter device 4 and, at tilted tank 3, falls through a non-return valve 85 into the storage space 12.

De pneumatische transportinrichting volgens de 30 uitvinding is bijvoorbeeld ook toepasbaar als veegwagen, waarbij deze als stofzuiger met rolveger is uitgevoerd.The pneumatic transport device according to the invention can also be used, for example, as a sweeper, in which it is designed as a vacuum cleaner with a roller sweeper.

Verder is de pneumatische transportinrichting behalve in een tankwagen ook in te bouwen in een overslaginrichting, waarbij materiaal bijvoorbeeld uit een scheepsruimte wordt 35 opgezogen en tot in een vast opgestelde of rijdende tank wordt getransporteerd, waarbij de eventueel vast opgestelde tank wederom gelost kan worden door het materiaal tot in een ander scheepsruim of tot in een voertuig te transporteren.In addition to being fitted in a tanker, the pneumatic transport device can also be built into a transhipment device, whereby material is for instance sucked up from a ship's space and transported into a fixed or moving tank, whereby the possibly fixed tank can again be unloaded by transport material to another ship's hold or to a vehicle.

$ 35 ~ τ 7 Λ V U J .$ 35 ~ τ 7 Λ V U J.

*' > -8-* '> -8-

Opgemerkt zij, dat bij de tankwagen een slang van bijvoorbeeld 10 a 15 cm diameter bruikbaar is, die gemakkelijk tot grote lengte met een tankwagen 1 is mee te vervoeren. Deze klein slangdiameter is een gevolg van het 5 krachtige vacuüm resp. de hoge compressiedruk die met de blower 18 gerealiseerd wordt, waardoor onhandige en zware slangen met grote diameter zijn vermeden. In de smalle slang is toch nog voldoende transportsnelheid te realiseren.It should be noted that a hose of, for example, 10 to 15 cm in diameter can be used with the tank truck, which can easily be transported to a large length with a tank truck 1. This small hose diameter is a result of the powerful vacuum resp. the high compression pressure achieved with the blower 18, avoiding bulky and heavy large diameter hoses. Sufficient transport speed can still be realized in the narrow hose.

85033748503374

Claims

Pneumatic conveying device (1), comprising a frame (2), at least one tank (3) and at least one suction unit (5} connected to the tank (3) via a filter device (4), consisting of at least one blower ( 18) with 5 octagonal displacers (1 <9), which are rotatably mounted in a blower housing, which is at least one air inlet (20) extending in its axial direction from the rotary axes of the displacers (19) provided, characterized in that the displacement space (75) of the blower 10 (18) on either side of the air outlet (76) has a spit-shaped cooling air inlet (substantially axially extending) arranged in the circumferential wall of the blower housing ( 77) is provided and that each spinal cooling air inlet (77) is arranged at an angular distance (j) of approximately 180 * from the air inlet (20).

Pneumatic conveying device (1) according to claim 1, characterized in that it is designed as a tanker (1), comprising a vehicle chassis (2) carrying the tank (3) and the suction unit (5).

Pneumatic conveying device (1) according to claim 1 or 2, characterized in that the filter device (4) is provided with filter bags (65), each of which is connected to a pulse air source (68).

Pneumatic conveying device (1) according to claim 2 or 3, characterized in that the tank (3) is tiltable relative to the rear end of the chassis (2) and is at its rear end of a release valve (14). to provide.

Pneumatic conveying device (1) according to one of the preceding claims, characterized in that the compression side of the blower (18) is connected to at least one unloading funnel (32) of the tank (3), which unloading funnel (32 ) is connected to a material discharge pipe (44). -, e * *> 'rf L *. 1 «v v / ^ O '« f' _ ► -10-

Pneumatic conveying device (1) according to any one of the preceding claims, characterized in that the cooling air inlets (77) are connected via a manifold (80) to a common cooling air supply (87), the branches (8) of this manifold (80) have a volume at least of the order of one and a half times a compression chamber volume of the blower (18). '0 Ö 0 ύ / 4