NL8503374A - Pneumatische transportinrichting. - Google Patents

Pneumatische transportinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL8503374A
NL8503374A NL8503374A NL8503374A NL8503374A NL 8503374 A NL8503374 A NL 8503374A NL 8503374 A NL8503374 A NL 8503374A NL 8503374 A NL8503374 A NL 8503374A NL 8503374 A NL8503374 A NL 8503374A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tank
blower
discharge
air
conveying device
Prior art date
Application number
NL8503374A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Naaktgeboren Maschf Rotterdam
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=26645998&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=NL8503374(A) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Priority claimed from NL8403738A external-priority patent/NL180992C/nl
Application filed by Naaktgeboren Maschf Rotterdam filed Critical Naaktgeboren Maschf Rotterdam
Priority to NL8503374A priority Critical patent/NL8503374A/nl
Publication of NL8503374A publication Critical patent/NL8503374A/nl
Priority to NLAANVRAGE8603287,A priority patent/NL182788C/nl
Priority to NLAANVRAGE8603288,A priority patent/NL182789C/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F04POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
    • F04CROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; ROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT PUMPS
    • F04C29/00Component parts, details or accessories of pumps or pumping installations, not provided for in groups F04C18/00 - F04C28/00
    • F04C29/04Heating; Cooling; Heat insulation
    • F04C29/042Heating; Cooling; Heat insulation by injecting a fluid
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60PVEHICLES ADAPTED FOR LOAD TRANSPORTATION OR TO TRANSPORT, TO CARRY, OR TO COMPRISE SPECIAL LOADS OR OBJECTS
    • B60P1/00Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading
    • B60P1/60Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading using fluids, e.g. having direct contact between fluid and load
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60PVEHICLES ADAPTED FOR LOAD TRANSPORTATION OR TO TRANSPORT, TO CARRY, OR TO COMPRISE SPECIAL LOADS OR OBJECTS
    • B60P3/00Vehicles adapted to transport, to carry or to comprise special loads or objects
    • B60P3/22Tank vehicles
    • B60P3/224Tank vehicles comprising auxiliary devices, e.g. for unloading or level indicating

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Air Transport Of Granular Materials (AREA)

Description

" · -* i — ·, M Kon/MF, 2a Naaktgeboren -1-
Pneumatische transportinrichting
De uitvinding betreft een pneumatische transportinrichting volgens de aanhef van conclusie 1.
Een dergelijke pneumatische transportinrichting is bekend uit JP 58-95033.
5 Het door de blower te creëren vacuüm is beperkt van wege de flinke temperatuursverhoging en daarmee verband houdende uitzetting van bloweronderdelen. Om dit probleem op te lossen, heeft men reeds blowers met achtvormige verdringers voorgesteld, bijvoorbeeld in JP 58-91390, waarbij lucht via 10 koelluchtinlaten wordt aangevoerd. De koellucht treedt door de vlakke zijwanden van het huis in axiale richting tot in de holle rumten van de verdringers, koelt de verdringers dan vooral intern af en verlaat dan de holle ruimten van de verdringers via koelluchtuitlaten, die toegang verschaffen tot 15 de luchtinlaatzijde van de blower. Deze toevoer van lucht aan de luchtinlaatzijde vermindert wezenlijk de capaciteit van de blower. Bovendien leidt vuilafzetting in de verdringers tot onbalans.
De uitvinding heeft ten doel de zuigkracht van de 20 pneumatische transportinrichting te versterken, opdat meerdere soorten materiaal, waaronder grint, ermee zijn te transporteren en/of de omvang van de filterinrichting is te verminderen. Daartoe is het kenmerk van conclusie 1 toegepast. Dankzij de toepassing van dit kenmerk worden door luchtcom-25 pressie verwarmde vlakken van zowel het huis als de verdringers goed gekoeld, waardoor onbepaalde uitzetting in zo sterke mate wordt tegengegaan, dat het huis en de verdringers zonder gevaar van vastlopen van de blower met nauwe onderlinge speling gedimensioneerd kunnen worden. Hierdoor is met 30 de blower een sterk vacuüm te realiseren, waardoor de pneumatische transportinrichting voor het transporteren van zelfs moeilijk opzuigbare zware materialen, zoals grint, effectief is te gebruiken.
85 0 3 3 7 4 -2- 1 τ » >
Opgemerkt zij, dat uit 2314 Pumps, Pompes, Pumpen, no. 136 (januari 1978) pagina 26 en 27 een pneumatische transportinrichting bekend is, waarbij uit een blower tredende lucht door een koeler wordt gekoeld en dan weer ten dele 5 naar koelluchtingangen van de blower wordt teruggevoerd via koelluchtinlaten, die praktisch in het midden van de hoek-afstand tussen luchtinlaat en luchtuitlaat in de omtrekswand van het blowerhuis zijn opgesteld. De capaciteit van deze bekende blower is gering, in het bijzonder vanwege het feit 10 dat de verdringers niet meer de wezenlijke achtvormige vorm hebben elk met twee voornamelijk cilindervormige rotoreinden en een door één afrondingsboog begrensd versmald middenstuk, maar zeer brede rotoreinden, die aan elke zijde van de ermee samenwerkende verdringer twee in plaats van één insnoering 15 vergen, waardoor het middenstuk van de verdringers breed uitvalt en aldus de compressieruimte klein wordt. De stelling, dat de zuigkracht resp. de compressiekracht van deze blower gering is, wordt in de hier besproken literatuurplaats bevestigd door het in serie plaatsen van een aantal van deze 20 blowers ter verwezenlijking van het vereiste vacuüm.
Een belangrijk voordeel van de pneumatische transportinrichting volgens de uitvinding is, dat zij compact en met een betrekkelijk kleine filterinrichting te construeren is, waardoor deze in het bijzonder geschikt is om als tank-25 wagen te worden uitgevoerd, waarbij vanwege de kleine filterinrichting veel ruimte voor een door het voertuigchassis te dragen grote tank overblijft.
De efficiency van deze sterke blower wordt nog extra verbeterd, indien de filterinrichting voorzien is van filter-30 zakken, die elk aangesloten zijn op een pulsluchtbron. Een dergelijke filterinrichting is op zich bekend uit FR-A-2341505.
De genoemde en andere kenmerken van de uitvinding en de voordelen ervan zullen in de hierna volgende beschrijving 35 aan de hand van een tekening worden uiteengezet.
In de tekening stellen schematisch voor: 5* ·*7 mj ca* g $$ 3 3 o 3 7 4
* V
-3- v w
Fig. 1 en 2 een gedeeltelijk weggebroken zij- respek-tievelijk bovenaanzicht van een als tankwagen uitgevoerde pneumatische transportinrichting volgens de uitvinding, fig. 3 en 4 een schema van de tankwagen van fig. 1 5 tijdens het opzuigen respektievelijk wegpersen van materiaal, fig. 5 een gedeeltelijk weggebroken perspektivisch aanzicht van detail V van fig. 3, en fig. 6 en 7 op grote schaal een doorsnede over lijn VI-VI resp. VII-VII van fig. 1 resp. 5.
10 De tankwagen 1 volgens de uitvinding omvat een chassis 2 die een cilindrische tank 3 draagt. De tank 3 is met zijn achtereinde 7 kantelbaar om een horizontale aslijn 6 aan het chassis 2 bevestigd en is met zijn vooreinde 8 ophefbaar door middel van een hydraulische vijzel 9, zodat de tank 15 3 tot in de in fig. 1 met streeplijnen getekende kantelstand is te stellen. Het vooreinde 8 van de tank 4 begrenst een filterruimte 10 van een filterinrichting 4, die door middel van een schot 11 van een ruimte 12 voor opslag van materiaal is gescheiden. Het achtereinde 7 van de tank 4 is afgesloten 20 door middel van een klep 14 die om een horizontale aslijn 13 zwenkbaar aan de tank 3 is bevestigd, door middel van een niet-getekende afdichting is afgedicht en door middel van niet-getekende grendels in de gesloten stand is vergrendeld. Materiaal kan ter plaatse worden gestort door het bij geopen-25 de klep 14 en in opgeheven kantelstand van de tank 3 uit de tank 3 te laten stromen.
De tank 3 heeft aan zijn bovenzijde twee luchtdicht afgedichte, verwijderbare deksels 15. In geval de tank 3 wordt gevuld vanuit een silo, kan het materiaal bij verwij-30 derde deksels 15 tot in de tank 3 worden gestort.
Voor het opzuigen van het materiaal is een slang 16 via een afsluiter 17 op de tank 3 aansluitbaar en verder is er een zuigaggregaat 5 aanwezig om een vacuüm in de tank 3 te creëren, dat een blower 18 met achtvormige verdringers 19 om-35 vat. Dit is een zgn. Roots-compressor die al naar gelang het vermogen van de motor 54 1000 tot 7000 m3 per uur kan verplaatsen. De zuigzijde 20 van de blower 18 is via een leiding 8503374 1 i ’ .
-4- 21, een geluiddemper 22 en de filterinrichting 4 op de opslagruimte 12 aangesloten, terwijl de perszijde 24 ervan via een leiding 25 met een geluiddemper 26 en via een afsluiter 23 op de buitenlucht is aangesloten.
5 De leiding 25 vertakt zich door middel van een regel- verdeelafsluiter 45 in een van een regelafsluiter 27 voorziene fluïdisatieluchtleiding 29 en een blaasluchtleiding 31. Vóór de regelafsluiter 27 is de fluïdisatieluchtleiding 29 aangesloten op een van een regelafsluiter 30 voorziene 10 secundaire luchtleiding 28. De fluïdisatieluchtleiding 29 wordt bij grintlossen afgesloten, maar wordt bij fijn materiaal geopend. Aan de onderzijde is in het deksel 14 een lostrechter 32 aanwezig, waarvan een onderste trechterdeel 70 volgens fig. 6 aansluit op een lospot 33, zodanig dat een 15. rand 40 verder naar binnen reikt dan de wand 35 van de fluïdisatiepot 34, zodat materiaalwervelingen bij de rand 40 ontstaan. De opening 96 van de trechter 32 heeft een diameter £ van 70 cm, dat wil zeggen zo groot, dat hinderlijke brug-vorming van materiaal vermeden wordt. In de fluïdisatiepot 34 20 is een trechter 36 vastgelast, waaronder zich een een spleet 38 vrijlatende trechter 37 bevindt. De fluïdisatieleiding 29 is op de fluïdisatiepot 34 aangesloten onder de van openingen 39 voorziene trechter 37, zodat fluïdisatielucht vanuit de leiding 29 via openingen 39 en de spleet 38 bij het neer- 25 waarts stromende materiaal kan komen.
De trechter 37 steekt met een rand 41 verder naar binnen dan de wand 43 van de erop aansluitende mengpot 42. De leiding 28 voor secundaire lucht steekt met zijn uitstroom-mond 81 tot in de mengpot 42 vanaf de wand 43 een stuk in-30 waarts tot op een afstand van en in lijn met de ingang 71 van een losbuis 44, opdat het gefluïdiseerde materiaal dat dankzij de rand 41 extra wervels heeft, met secundaire lucht 57 gemengd de losbuis 44 in wordt gestuurd volgens pijl 46. De ingang 71 reikt ten opzichte van de wand 43 van de mengpot 42 35 een stuk binnenwaarts. De losbuis 44 is via een afsluiter 48 en een menger 47 aangesloten op een losslang 49. In de menger 47 wordt blaaslucht van de erop aangesloten blaasluchtleiding 8503374 9 * -5- 31 aan de materiaal-luchtstroom toegevoegd, voor zover dat nodig is om het materiaal tot op grote afstand en/of tot op grote hoogte te transporteren. Eventueel wordt de door een zuigaggregaat 18 geleverde lucht door middel van een regel-5 verdeelafsluiter 45 naar behoefte verdeeld tussen fluïdisa-tielucht en secundaire lucht die door leidingen 29 resp. 28 aan de lospot 33 wordt toegevoerd. Met de lospot 33 van fig.
6 is zelfs grint met een korreldiameter van 10-60 mm op daken met een hoogte van bijvoorbeeld 40 meter te blazen. Ook tuin-10 aarde en ander materiaal is tot op verre, hoge en ontoegankelijke plaatsen te blazen.
Opgemerkt zij, dat in elk van de leidingen 21, 25 coaxiaal met de aslijn 6 een draaistuk 50 is ingebouwd en dat in het sluitvlak van het deksel 14 een losmaakbare buiskoppe-15 ling 51 in de leiding 25 is ingebouwd.
De blower 18 wordt via een snaardrijfwerk 52, een cardanas 53 en een koppeling 55 aangedreven door een motor 54, die tevens gebruikt wordt voor de voortbeweging an de tankwagen 1. In geval materiaal vanuit de tank 3 wordt wegge-20 blazen, wordt de blower 18 via de leiding 21 en een afsluiter 56 op de buitenlucht aangesloten.
Wordt materiaal de tank 3 ingezogen, dan wordt er in de tank 3 een sterk vacuüm gecreëerd, bij voorkeur zonodig tot wel 98%, dat wil zeggen tot 200 mm waterkolom.
25 De onderruimte 72 van de filterruimte 10 is via een leiding 58 met een afsluiter 59 aangesloten op een afzuigka-mer 60, die via een van een terugslagklep 62 voorziene ingang 61 op hoog niveau aansluit op de opslagruimte 12. De onderzijde van de afzuigkamer 60 bestaat uit keerschotten 63. De 30 afzuigkamer 60 is boven in de opslagruimte 12 opgesteld, teneinde zo min mogelijk materiaal tot in de filterruimte 10 te zuigen. In de filterruimte 10 staan een veelvoud van platte zuigkorven 64 naast elkaar opgesteld, die uitwendig filter-zakken 65 hebben. De korven 64 zijn aan hun boveneinde gro-35 tendeels afgesloten door injectiebuizen 66, die elk via een afzonderlijke klep aangesloten zijn op een luchtdrukvat 68, dat een pulsluchtbron vormt. De zuigleiding 21 staat met de bovenruimte 69 van de filterruimte 10 in verbinding en staat a 5 2 '·· - ;·- v> V Ju.· .
* -6- aldus via spleten 70 ter weerszijden van de injectiebuizen 66 met het inwendige van de korven 64 in verbinding, zodat lucht door de filterzakken 65 heen vanuit de onderruimte 72 van de filterruimte 10 wordt gezogen, waarbij het eventueel in de 5 lucht aanwezige materiaal wordt tegengehouden. Teneinde de zuigwerking van de blower 18 efficiënt te houden, worden de filterzakken 65 van tijd tot tijd uitgeklopt door middel van een stuurorgaan 73, doordat de kleppen 67 om beurten even worden geopend voor het injecteren van een drukluchtpuls. Dan 10 worden de filterzakken 65 plotseling opgeblazen en ontstaat er een klopwerking die de filterzakken 65 doet reinigen.
Dankzij het feit dat het vacuüm in de cilindrische tank 3 zeer sterk is, bijvoorbeeld sterker dan 1 m waterkolom en bij voorkeur in de ordegrootte van 200 mm waterkolom, is 15 de lucht die de filterzakken 65 passeert zeer ijl, zodat deze lucht gemakkelijk te filteren is. Hierdoor is de filterinrichting 4 klein te dimensioneren, zodat er een groot laadruim op de tankwagen 1 is te bouwen. Het drukluchtvat 68 dat tevens als remluchttank kan fungeren, wordt gevuld met druk-20 lucht vanaf een door de motor 54 aangedreven compressor 74.
De verdringingsruimte 75 van de blower 18 is in zijn omtrekswand 92 aan weerszijden van de blaasluchtuitlaat 76 van een spieetvormige, zich in hoofdzaak in axiale richting 89 van de rotorassen 90 uitstrekkende koelluchtinlaat 77 25 voorzien, die via een tak 88 van een spruitstuk 80, een gemeenschappelijke koelluchttoevoer 87, een afsluiter 78 en een geluiddemper 79 op de buitenlucht zijn aangesloten.
Zoals fig. 7 toont, is elke koelluchtinlaat 77 over een hoekafstand jj_ van ongeveer 180“ vanaf de luchtinlaat 20 30 opgesteld, waardoor bewerkstelligd is, dat de door de omtrekswand 92 en de beide in hoofdzaak cilindrische koppen 93 van eenzelfde verdringer 19 ingesloten compressieruimte 94 door de onderste kop 93 afgesloten blijft van de koelluchtinlaat 77, zolang deze compressieruimte 94 met de luchtinlaat 35 in verbinding staat. In de in fig. 7 getoonde situatie is de compressieruimte 94 van de luchtinlaat 20 zowel als van de koelluchtinlaat 77 afgesloten door een nauwe spleet 97 81? A t 3 y Ó 0 / 4 -7- • .
# tussen koppen 93 enerzijds en omtrekswand 92 anderzijds. De koppen 93 van de verdringers 19 zijn bij de spleet 97 afgeplat met een radius r die groter is dan de radius 3 van de in hoofdzaak cilindrische verdringerkoppen 93. De 5 buitenlucht wordt in de situatie van fig. 3 dankzij het in de verdringingsruimte 75 heersende vacuüm naar binnen gezogen en koelt aldus op eenvoudige en doeltreffende wijze de blower 18 zodanig, dat deze nauwkeurig vervaardigd kan worden. Overmatige uitzetting van de verdringers 19, hetgeen tot 10 vastlopen daarvan zou leiden, wordt door de koeling ervan vermeden. De blower 18 kan dientengevolge met uiteenlopende en hoge toerentallen efficiënt werken.
Fig. 5 toont een spruitstuk 80 voor aansluiting van de geluiddemper 79 op de twee inlaten 77 aan weerszijden van 15 de blaasluchtuitlaat 76. Door het sterke vacuüm kunnen allerlei soorten materiaal, droge zowel als natte stoffen en zelfs grint, slib en stenen worden opgezogen. Het lossen van de opgezogen, en met de tankwagen 1 getransporteerde materialen kan behalve door kiepen, bij geopende klep 14 ook door weg-20 blazen geschieden, waarbij de tankwagen 3 dan eveneens veelal om aslijn 6 gekanteld wordt. De bovenzijde vein de verzaroel-ruimte 12 van de tank 3 hoeft niet van een luchttoevoer te zijn voorzien. Tijdens het lossen is de lucht- en materiaalstroom, zoals in fig. 4 met pijlen is aangeduid. Het mate-25 riaal, dat tijdens het opzuigen door de filterzakken 65 wordt tegengehouden, komt in de filteropslagruimte 84 van de fil-terinrichting 4 terecht en valt bij gekantelde tank 3 door een terugslagklep 85 tot in de opslagruimte 12.
De pneumatische transportinrichting volgens de 30 uitvinding is bijvoorbeeld ook toepasbaar als veegwagen, waarbij deze als stofzuiger met rolveger is uitgevoerd.
Verder is de pneumatische transportinrichting behalve in een tankwagen ook in te bouwen in een overslaginrichting, waarbij materiaal bijvoorbeeld uit een scheepsruimte wordt 35 opgezogen en tot in een vast opgestelde of rijdende tank wordt getransporteerd, waarbij de eventueel vast opgestelde tank wederom gelost kan worden door het materiaal tot in een ander scheepsruim of tot in een voertuig te transporteren.
$ 35 ~ τ 7 Λ V U J .
*' > -8-
Opgemerkt zij, dat bij de tankwagen een slang van bijvoorbeeld 10 a 15 cm diameter bruikbaar is, die gemakkelijk tot grote lengte met een tankwagen 1 is mee te vervoeren. Deze klein slangdiameter is een gevolg van het 5 krachtige vacuüm resp. de hoge compressiedruk die met de blower 18 gerealiseerd wordt, waardoor onhandige en zware slangen met grote diameter zijn vermeden. In de smalle slang is toch nog voldoende transportsnelheid te realiseren.
8503374

Claims (6)

1. Pneumatische transportinrichting (1), omvattende een freem (2), tenminste één tank (3) en tenminste één via een filterinrichting (4) op de tank (3) aangesloten zuig-aggregaat (5}, bestaande uit tenminste één blower (18) met 5 achtvormige verdringers (1<9), die roteerbaar zijn gelegerd in een blowerhuis, dat in zijn zich in axiale richting van de rotatie-aslijnen van de verdringers (19) uitstrekkende ora-trekswand tenminste van één luchtinlaat (20) is voorzien, met het kenmerk, dat de verdringingsruimte (75) van de blower 10 (18) aan weerszijden van de luchtuitlaat (76) van een spieetvormige, zich in hoofdzaak in axiale richting uitstrekkende, in de omtrekswand van het blowerhuis aangebrachte koellucht-inlaat (77) is voorzien en dat elke spieetvormige koellucht-inlaat (77) op een hoekafstand (j) van ongeveer 180* vanaf de 15 luchtinlaat (20) is opgesteld.
2. Pneumatische transportinrichting (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze als tankwagen (1) is uitgevoerd, omvattende,een voertuigchassis (2) dat de tank (3) alsmede het zuigaggregaat (5) draagt.
3. Pneumatische transportinrichting (1) volgens con clusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de filterinrichting (4) voorzien is van filterzakken (65) die elk aangesloten zijn op een pulsluchtbron (68).
4. Pneumatische transportinrichting (1) volgens con-25 clusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de tank (3) ten opzichte van het achtereinde van het chassis (2) kantelbaar is en aan zijn achtereinde van een losklep (14) is voorzien.
5. Pneumatische transportinrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de com- 30 pressiezijde van de blower (18) op tenminste één lostrechter (32) van de tank (3) is aangesloten, welke lostrechter (32) op een materiaalafvoerleiding (44) is aangesloten. -,e* *> 'r· f L*. 1 «v v/ ^ O' «f ’ _ ► -10-
6. Pneumatische transportinrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de koelluchtinlaten (77) via een spruitstuk (80) zijn aangesloten op een gemeenschapplijke koelluchttoevoer (87), 5 waarbij de takken (8) van dit spruitstuk (80) een volume hebben, dat tenminste van de ordegrootte is van anderhalf maal een compressiekamerinhoud van de blower (18). '0 Ö 0 ύ / 4
NL8503374A 1984-12-07 1985-12-06 Pneumatische transportinrichting. NL8503374A (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8503374A NL8503374A (nl) 1984-12-07 1985-12-06 Pneumatische transportinrichting.
NLAANVRAGE8603287,A NL182788C (nl) 1984-12-07 1986-12-23 Tankwagen voorzien van een zuigaggregaat en een filterinrichting.
NLAANVRAGE8603288,A NL182789C (nl) 1984-12-07 1986-12-23 Tankwagen voorzien van een zuigaggregaat en een filterinrichting.

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8403738 1984-12-07
NL8403738A NL180992C (nl) 1984-12-07 1984-12-07 Tankwagen.
NL8503374A NL8503374A (nl) 1984-12-07 1985-12-06 Pneumatische transportinrichting.
NL8503374 1985-12-06

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8503374A true NL8503374A (nl) 1986-07-01

Family

ID=26645998

Family Applications (3)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8503374A NL8503374A (nl) 1984-12-07 1985-12-06 Pneumatische transportinrichting.
NLAANVRAGE8603287,A NL182788C (nl) 1984-12-07 1986-12-23 Tankwagen voorzien van een zuigaggregaat en een filterinrichting.
NLAANVRAGE8603288,A NL182789C (nl) 1984-12-07 1986-12-23 Tankwagen voorzien van een zuigaggregaat en een filterinrichting.

Family Applications After (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE8603287,A NL182788C (nl) 1984-12-07 1986-12-23 Tankwagen voorzien van een zuigaggregaat en een filterinrichting.
NLAANVRAGE8603288,A NL182789C (nl) 1984-12-07 1986-12-23 Tankwagen voorzien van een zuigaggregaat en een filterinrichting.

Country Status (1)

Country Link
NL (3) NL8503374A (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH552133A (de) * 1972-05-31 1974-07-31 Sulzer Ag Brennstoffeinspritzvorrichtung an einer umsteuerbaren dieselbrennkraftmaschine fuer schiffsantrieb.
CN114476710B (zh) * 2020-10-27 2023-12-19 南通中集特种运输设备制造有限公司 一种用于粉粒料散货的卸料系统

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL272306A (nl) *
GB625490A (en) * 1946-07-11 1949-06-29 Roots Connersville Blower Corp Improvements in or relating to pumps of the rotary displacement type
FR1255426A (fr) * 1960-01-26 1961-03-10 Appareillage de reprise, de transport et de distribution de matières pulvérulentes ou granuleuses en vrac
DE2027272C2 (de) * 1970-06-03 1983-11-03 Aerzener Maschinenfabrik Gmbh, 3251 Aerzen Rotationskolbenverdichter
DE2108714B2 (de) * 1971-02-24 1973-05-30 Gebr Wmkelstrater GmbH, 5600 Wuppertal Barmen Parallel- und aussenachsige rotationskolbenmaschine
DE2161934A1 (de) * 1971-12-14 1973-06-20 Christoph Dipl Ing Hubrich Rootsgeblaese mit innerer kuehlung mit zwei gegenlaeufig rotierenden arbeitskolben von lemniskatenaehnlichem querschnitt und mit voreinstroemschlitzen
FR2341505A1 (fr) * 1976-02-23 1977-09-16 Rayneri Paul Installation pour le transport pneumatique de produits pulverulents ou similaires
NL8100135A (nl) * 1981-01-13 1982-08-02 Eijk Rotterdam B V V D Tankwagen.
JPS5891390A (ja) * 1981-11-24 1983-05-31 Tokuji Kariya バキユ−ム機械
JPS5895033A (ja) * 1981-11-25 1983-06-06 Shin Meiwa Ind Co Ltd 吸引圧送装置

Also Published As

Publication number Publication date
NL8603287A (nl) 1987-04-01
NL182788C (nl) 1988-05-16
NL8603288A (nl) 1987-04-01
NL182789C (nl) 1988-05-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5030259A (en) Portable vacuum cleaning system
US5596788A (en) Vacuum sweeper vehicle with lightweight hopper
US5163786A (en) Cyclone separator with filter assembly for pneumatic conveyor
US5409344A (en) Portable grain cart auger system
US6317919B1 (en) Railcar cleaning apparatus
US3541631A (en) Industrial vacuum loader and cleaner
US4111670A (en) Truck mounted separator apparatus
US4016994A (en) Mobile vacuum and pneumatic unit
US4913597A (en) Silencer for pneumatic grain conveyor
US20030079310A1 (en) Air sweeping apparatus
US5125771A (en) Apparatus for introducing bulk materials into pneumatic conveying line
US6398829B1 (en) Filter system for mobile debris collection machine
US4823989A (en) Compartmentalized pneumatic vessel filtering and unloading system
US2418302A (en) Conveying apparatus
US5035543A (en) Material transfer apparatus
US20060002774A1 (en) Apparatus for dispensing particulate material into a pneumatic conveying line
NL8403738A (nl) Tankwagen.
US4344723A (en) Vacuum grain moving apparatus
NL8503374A (nl) Pneumatische transportinrichting.
US3311269A (en) All-purpose commodity pneumatic trailer
US4227997A (en) Mobile non-polluting cleaning and processing apparatus and method
US5087155A (en) Apparatus for introducing bulk materials into pneumatic conveying line
US5221302A (en) Mobile separation unit
US4846605A (en) Pneumatic grain conveyor with universal frame
CA1319651C (en) Cyclone separator with accelerator plate for pneumatic conveyor

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BI The patent application has been withdrawn