NL8502873A - Uitwendige inrichting voor het stomp tegen elkaar plaatsen van twee te lassen buisvormige elementen. - Google Patents
Uitwendige inrichting voor het stomp tegen elkaar plaatsen van twee te lassen buisvormige elementen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8502873A NL8502873A NL8502873A NL8502873A NL8502873A NL 8502873 A NL8502873 A NL 8502873A NL 8502873 A NL8502873 A NL 8502873A NL 8502873 A NL8502873 A NL 8502873A NL 8502873 A NL8502873 A NL 8502873A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- claw
- holders
- frame
- ring
- members
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B23—MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B23K—SOLDERING OR UNSOLDERING; WELDING; CLADDING OR PLATING BY SOLDERING OR WELDING; CUTTING BY APPLYING HEAT LOCALLY, e.g. FLAME CUTTING; WORKING BY LASER BEAM
- B23K15/00—Electron-beam welding or cutting
- B23K15/04—Electron-beam welding or cutting for welding annular seams
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B23—MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B23K—SOLDERING OR UNSOLDERING; WELDING; CLADDING OR PLATING BY SOLDERING OR WELDING; CUTTING BY APPLYING HEAT LOCALLY, e.g. FLAME CUTTING; WORKING BY LASER BEAM
- B23K37/00—Auxiliary devices or processes, not specially adapted to a procedure covered by only one of the preceding main groups
- B23K37/04—Auxiliary devices or processes, not specially adapted to a procedure covered by only one of the preceding main groups for holding or positioning work
- B23K37/053—Auxiliary devices or processes, not specially adapted to a procedure covered by only one of the preceding main groups for holding or positioning work aligning cylindrical work; Clamping devices therefor
- B23K37/0533—Auxiliary devices or processes, not specially adapted to a procedure covered by only one of the preceding main groups for holding or positioning work aligning cylindrical work; Clamping devices therefor external pipe alignment clamps
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Optics & Photonics (AREA)
- Butt Welding And Welding Of Specific Article (AREA)
- Welding Or Cutting Using Electron Beams (AREA)
- Non-Disconnectible Joints And Screw-Threaded Joints (AREA)
- Arc Welding In General (AREA)
- Earth Drilling (AREA)
- Lining Or Joining Of Plastics Or The Like (AREA)
Description
, # > Ί * -1- 25053/CV/wg
Korte aanduiding: Uitwendige inrichting voor het stomp tegen elkaar plaatsen van twee te lassen buisvormige elementen.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrichting die bui-5 ten twee buisvormige elementen moet worden geplaatst om de naburige einden van de elementen tegenover elkaar te brengen voorafgaand aan het aan elkaar lassen van de uiteinden van deze buisvormige elementen.
Het is bekend dat twee buisvormige elementen dicht bij elkaar 10 kunnen worden gebracht door ze respectievelijk te grijpen door twee op elkaar door verstelcilinders verbonden bedden, zoals bijvoorbeeld beschreven in het Franse octrooi 2.443.008.
Dit systeem is vrij gecompliceerd en vereist in aanvulling de installatie van een afzonderlijk centreersysteem. Verder is het, indien 15 een electronenstraallasmachine wordt gebruikt, welke binnen de buisvormige elementen wordt opgesteld, noodzakelijk, buiten de buisvormige elementen en tussen de de elementen grijpende bedden autonome ontmantel-bare middelen aan te brengen welke een lekdichte omsluiting vormen rondom en op de buitenzijde van de buisvormige elementen bij de verbinding ge- ; 20 vormd door de einden van de buisvormige elementen indien zij in aanlig-ging zijn gebracht.
Volgens de uitvinding is er voorzien in een uitwendige inrichting voor het tegen elkaar plaatsen van twee buisvormige elementen die door lassen met elkaar moeten worden verbonden, voorzien van twee gestellen, 25 die ieder zijn uitgerust met middelen voor het uitwendig grijpen van een van de buisvormige elementen en die met elkaar zijn verbonden door scharnierende verstelcilinders om de elementen bij elkaar te brengen, waarbij de twee gestellen ook met elkaar zijn verbonden door paren organen die met elkaar in ingrijping te brengen zijn met de tussenplaatsing van een veer-30 krachtig orgaan terwijl de grijpmiddelen een aantal radiale klauwen omvatten.
De klauwen maken het mogelijk dat de buisvormige elementen worden gegrepen met een sterke klemwerking, en de paren in elkaar grijpende organen bewerkstelligen centrering, terwijl een kleine relative helling van 35 de twee gestellen toestaand ten gevolge van de tussenplaatsing van de veerkrachtige middelen. De helling is de maximale helling welke kan bestaan tussen twee vlakke eindvlakken die aan elkaar moeten worden gelast \an twee op dezelfde hartlijn geplaatste elementen. De maximale helling is * - • _ L-- i» ^ 1 *’ fefy".·. ~ _1 * -2- 25053/CV/wg ï» .» algemeen minder dan 1 °.
De met ieder gestel samenhangende radiale klauwen zijn bij voorkeur opgesteld in een steunring, in welke iedere klauw radiaal verschuifbaar is en wordt vastgehouden door middel van een wig welke axiaal schuif-5 baar is en door radiale sleufverbindingen met de ring en met de klauw is verbonden.
Om een grotere beweging van de klauwen toe te staan kan de steunring zijn verdeeld in drie klauwhouders die ieder de vorm hebben van een cirkelvormig segment. De eerste van de klauwhouders heeft zijn einden 10 scharnierend verbonden met de desbetreffende naburige einden van de twee andere klauwhouders voor scharnierende beweging om desbetreffende schar-nierpennen, die ieder schuifbaar zijn in een langgestrekte opening aangebracht in het gestel en zich evenwijdig uitstrekt aan de middenstraai van het cirkelvormige segment van de eerste klauwhouder. De naburige 15 einden van de andere twee klauwhouders zijn ieder verlengd door althans een arm door welke deze klauwhouders zijn verbonden met elkaar door een sluitverstelcilinder die aan ieder van zijn langseinden scharnierend is verbonden met de desbetreffende armen en aan het ene einde van althans een verbindingsstang die met zijn andere einde scharnierend is verbonden 20 met het gestel op een punt zodanig gekozen dat de beweging van de armen naar of afgekeerd van elkaar door in werking stellen van de sluitverstelcilinder de andere twee klauwhouders naar elkaar toe of van elkaar af verzwenkt, en de eerste klauwhouder naar of wegbeweegt door translatie langs de openingen. De andere einden van ieder van genoemde twee klauw-25 houders hebben ieder een boring waarin een grendelvinger aangebracht op het gestel kan indringen indien de drie klauwhouders in de gesloten stand zijn.
De verplaatsing van de drie klauwhouders tussen hun open en gesloten standen kan dus op een zeer eenvoudige wijze worden bewerkstelligd 30 met behulp van een enkele verstelcilinder. Een drie klauwhouders omvattende steunring is bovendien compacter dan een ring voorzien van twee klauwhouders.
Waar de steunring is verdeeld in drie klauwhouders kunnen de wiggen opgesteld in een en dezelfde klauwhouder allen zijn verbonden met 35 een tussengelegen orgaan in de vorm van een gedeelte van een ring. Het gestel kan zijn uitgerust met een systeem van verstelcilinders die axiaal beweegbare stangen hebben, die zijn verbonden met een verbindingsring, die is uitgerust met aangrijpingsmiddelen, met welke genoemde tussen ge- ... «· « 7 -s
sW ·«.- t.' 4- Ö / O
* ‘' f * -3- 25053/CV/wg legen organen in ingrijping te brengen zijn teneinde axiaal te worden bewogen met genoemde verbindingsring indien de klauwhouders in de gesloten stand zijn.
In het geval, dat de lashandeling vereist, dat een onderdruk wordt 5 opgewekt in het gebied van de las, Ion een ringvormige omsluitingsmantel zijn aangebracht voor aanbrenging tegen de twee buisvormige elementen, waarbij de mantel een U-vormige doorsnede heeft waarin de benen van de ü radiaal naar binnen zijn gericht en bij hun vrije einden ringvormige afdichtingen dragen aangepast om te worden aangebracht een tegen ieder 10 van de buisvormige elementen. De mantel kan zijn verdeeld in drie opeenvolgende ringvormige gedeelten die ieder zijn bevestigd aan een verschillende van de drie klauwhouders van een van de twee gestellen door een mechanische verbinding aan klauwen van de desbetreffende klauwhouder.
Elastische instelmiddelen kunnen in deze mechanische verbinding 15 zijn aangebracht.
Een uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding zal nu slechts bij wijze van voorbeeld worden beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen.
Figuur 1 toont een axiale doorsnede van de inrichting samenhangend 20 met twee buisvormige elementen die door lassen met elkaar moeten worden verbonden.
Figuur 2 is een doorsnede op de lijn 2-2 in figuur 1.
Figuur 3 is een aanzicht op een sluitverstelcilinder van de in figuur 1 afgebeelde inrichting.
25 Figuur 4 is een doorsnede door een paar organen voor verbinding tussen gestellen van de inrichting van figuur 1.
Figuren 5 en 6 zijn schematische weergaven van de klauwhouders van de steunring, in de open respectievelijk gesloten stand.
Figuur 7 is een schematische weergave in perspectief van de aan-30 brenging van een klauw.
Figuur 8 is een gedeeltelijke dwarsdoorsnede genomen in het gebied van de aansluiting van twee ringgedeelten van een ringvormige mantel aangebracht voor het vormen van een vacuüm omsluiting.
Figuur 9 is een gedeeltelijke doorsnede op de lijn 9-9 in figuur 35 1.
Figuur 10 is een gedeeltelijke doorsnede op de lijn 10-10 in figuur 1.
Het hierna beschreven uitvoeringsvoorbeeld kan in het bijzonder /273 -A- 25053/CV/wg * ΐ Λ zijn ontworpen voor de verbinding van buisvormige elementen op een drijvend platform met het oog op het leggen van een pijpleiding onder water onder toepassing van de werkwijze bekend als "S-leggen". Het kan echter ook onder andere omstandigheden worden gebruikt.
5 In figuur 1 zijn twee buisvormige elementen 1 en 2, die stomp aan elkaar moeten worden gelast, weergegeven. De elementen 1 en 2 zijn, behalve in een zone dicht bij de naburige einden van elementen 1 en 2, bedekt met een betonnen mantel 3, 4, met de tussenplaatsing van asfalt bitumen. Een inrichting 7 voor het tegen stomp tegen 10 elkaar plaatsen van de uiteinden van de buisvormige elementen 1 en 2 is rondom de buisvormige elementen opgesteld teneinde de elementen in de niet met beton bedekte zone te grijpen.
De inrichting 7 omvat twee gestellen 8, 9 in de vorm van dozen, die nagenoeg symmetrisch tot elkaar zijn. Ieder van de gestellen 8, 9 15 ondersteunt middelen voor het grijpen van een van de buisvormige elementen en de gestellen 8,9 zijn aangepast om dicht bij elkaar te worden gebracht door fluïdum onder druk toe te voeren aan twee axiaal werkende aandruk-cilinders 10 en 11, die in figuren 2 en 3 zichtbaar zijn. De einden van de verstelcilinders zijn uitgerust met scharnieroren 12, 13. De verstel-20 cilinders 10 en 11 zijn opgesteld in een diametraal vlak van de pijpele-menten, welke hier een horizontaal vlak is.
De gestellen 8 en 9 zijn verder met elkaar verbonden door zes paren verbindings en uitlijnmiddelen 14, 15, 16, 17, 18, 19 voorzien van een mannetjesorgaan 20 (figuur 4) en een vrouwtjesorgaan 21, gedragen 25 door de gestellen 8 respectievelijk 9. De organen 20 en 21 grijpen in elkaar met de tussenplaatsing van een veerkrachtig orgaan 22 voor het vormen van verbindingen van het "silent bloc" type. Deze verbindingen hebben hun werkzame delen opgesteld op iedere zijkant van een en hetzelfde dwarsvlak gaande tussen de twee gestellen 8 en 9. Zij staan relatieve 30 centrering van de gestellen 8 en 9 toe onder het toestaan van een relatieve helling van 1 °.
Figuren 1 en 2 tonen in detail de onderdelen van het gestel 8, waarbij het duidelijk zal zijn dat soortgelijke onderdelen zijn aangebracht in het gestel 9 en dat de hieronder volgende op het gestel 8 be-35 trekking hebbende beschrijving ook van toepassing is voor het gestel 9.
Een steunring is aangebracht in het gestel 8 en voorzien van drie klauwhouders 23, 24, 25 (figuur 2, 5, 6), waarbij klauwhouder 23 bij zijn S3 02 8 7 3 * *
A
-5- 25053/CV/wg omtrekseinden 26, 27 scharnierend is verbonden met de naburige omtreks-einden 28, 29 van de klauwhouder 24 respectievelijk van de klauwhouder 25. De vrije einden 30, 31 van de klauwhouders 24 en 25 zijn uitgerust met boringen 32 respectievelijk 33 in welke een grendelvinger 34 indringt 5 indien de steunring in gesloten stand is (de stand in welke de drie klauwhouders dicht bij elkaar zijn gebracht). De grendelvinger wordt in werking gesteld door een grendelverstelcilinder 35, die wordt gedragen door het gestel 8, en tegelijkertijd dringt het in in een boring 36, die is aangebracht in een op het gestel 8 bevestigde schouder 37.
10 De einden 26 en 28 van klauwhouders 23, 24 zijn scharnierend om een scharnierpen 38, welke wordt geleid in een verticale opening 39, die is aangebracht in een aan het gestel 8 bevestigde plaat 40. Op soortgelijke wijze zijn de einden 27 en 29 van klauwhouder 23 en 25 verzwenk-baar om een scharnierpunt 41, welke is geleid in een verticale opening i 15 42, die is aangebracht in een aan het gestel 8 bevestigde plaat 43. De j klauwhouder 23 kan dus omhoog of omlaag worden bewogen, dat wil zeggen een rechtlijnige beweging maken evenwijdig aan zijn middenstraal op hetzelfde tijdstip als de klauwhouders 24 en 25 verzwenken om alle klauwhouders en daardoor de steunring in de geopende of gesloten stand te 20 brengen.
Deze verplaatsing wordt voortgebracht door middel van een sluit- verstelcilinder 44. Het langseinde 45 van de verstelcilinder 44 is ver-zwenkbaar op een pen 47 bij de vrije einden van twee armen 48,die zijn bevestigd aan de klauwhouder 24, en bij een einde van ieder van twee ver-25 bindingsstangen 49, waarvan de andere einden bij 50 verzwenkbaar zijn op de plaat 40. Het andere einde 46 van de verstelcilinder is op soortgelijke wijze verzwenkbaar op een pen 51 bij de vrije einden van twee armen 52 die zijn bevestigd aan de klauwhouder 25 en bij een einde van ieder van twee verbin-dingsstangen 53 wiens andere einden bij 54 verzwenkbaar zijn op de plaat 30 43.
Iedere klauwhouder 23, 24, 25 draagt een aantal klauwen. Zoals weergegeven worden vier klauwen 55, 56, 57, 58 gedragen, door de klauwhouder 23, en drie klauwen 59, 60, 61 respectievelijk 62, 63, 64 worden gedragen door ieder van de klauwhouders 24 en 25 (figuur 2).
35 De klauwen zijn aangepast om radiaal te schuiven in de klauwhou ders tussen platen, zoals de platen 65 en 66>aangebrachte bussen vastgehouden door bouten,die kunnen worden gezien in figuur 1.
: / j * ï -6- 25053/CV/wg
Wiggen 67 tot 76 zijn radiaal ingestoken tussen iedere klauwhou-der en iedere daardoor gedragen klauw. Deze wiggen zijn aangepast om axiaal te schuiven in T-sleuf systemen 77 en 78, die respectievelijk zijn aangebracht in de klauwhouders en in de klauwen, zoals duidelijk kan wor-5 den gezien in figuur 7» Deze wiggen houden de klauwen in een radiale stand. Daar zij een contactoppervlak hebben dat hellend is in verhouding tot de hartlijn van de inrichting 7 resulteert een axiale verplaatsing van de wiggen in een radiale verplaatsing van de klauwen.
Al de in een van de klauwhouders 23, 24, 25 opgestelde wiggen zijn 10 door bouten 79 bevestigd aan een en hetzelfde tussengelegen orgaan 80 dat is in de vorm van een gedeelte van een ring met een U-vormige doorsnede waarbij de benen van de U radiaal zijn en naar binnen gericht (figuur 1).0p het gestel 8 zijn zes axiaal gerichte klemklauwverstelcilinders geïnstalleerd, zoals de verstelcilinder 81 afgeheeld in figuur 1, wiens bedien-15 stangen door moeren 82 zijn verbonden met een verbindingsring 83 welke een ringvormige sleuf 84 heeft die radiaal naar buiten open is en een been van de U van ieder tussengelegen orgaan 80 grijpt indien de klauwhouders 23, 24,25 in hun ingesloten stand zijn. De stangen van de verstelci-linders 81 en de wiggen 67 tot 76 zijn dus met elkaar verbonden voor axi-20 ale verplaatsing, terwijl de opening toestaand van de steunring gevormd door de klauwhouders 23, 24, 25. De verstelcilinders 81 leveren de radiale klemkracht die noodzakelijk is voor de klauwen 54 tot 63.
In aanvulling op het bovenstaande is een manteldoos bevestigd aan de klauwen van het gestel 9 en is verdeeld in drie delen in de vorm van 25 gedeelten van een ring, de een de ander volgend in omtreksrichting en overeenkomend met de drie klauwhouders 23, 24, 25, waarbij ieder van de delen wordt gedragen door klauwen van de corresponderende klauwhouder.
De doos heeft een U-vormige doorsnede, met de benen van de U radiaal naar binnen gericht. Bij hun vrije einden dragen de benen gedeelten van opblaas-30 bare ringvormige afdichtingen 85, 86 (figuur 1). Figuur 8 toont de stand aangenomen door twee naburige delen 87, 88 van de manteldoos indien de klauwen zijn vastgezet, waarbij de doos drie delen 87, 88, 89 heeft (figuur 9). De twee naburige delen 87,88 eindigen in platte vlakken uitgerust met vlakke afdichtingen 90, 91 die metalen eindvlakken 92, 93 van 35 de delen bedekken, en de einden van de gedeelten van opblaasbare afdichtingen 85 of 86. De aanbrenging van deze vlakke afdichtingen 90, 91 tegen elkaar waarborgt lekdichtheid in de zone tussen twee naburige delen -·· - f· V J * 0 ' · · ’ -7- 25053/CV/wg 87, 88 en op overeenkomstige wijze tussen de andere naburige delen.
Een stalen brandscherm, ook verdeeld in drie delen 94, 95, 96, is ingestoken in de omsloten ruimte begrensd door de manteldoosdelen 87, 88, 89 V5or samenwerking met een inwendige electronenstraallasmachine (niet 5 weergegeven), die is ingebracht in het inwendige van de buisvormige elementen 1 en 2.
In figuur 9 kan worden gezien, dat de aanbrenging van een radiale kracht op de drie delen 87, 88, 89 van de manteldoos voor ieder van de delen wordt bewerkstelligd door middel van een verbinding met een enkele 10 klauw. Zoals afgebeeld in figuur 1 draagt een klauw 97 een axiaal gerichte pen 98 welke zich uitstrekt door twee ogen 99 en 100 gedragen door het deel, zoals 87, van de manteldoos en draagt tegen het manteldoosdeel door middel van bogen 101 en steunvingers 102, 103 veerkrachtig aangebracht tegen het deel 87 door veren 104, 105 (figuur 9) teneinde te 15 compenseren voor eventuele instelfouten.
De delen 87, 88 en 89 worden ook ieder vastgehouden door een tweeklauwverbinding uit symmetrie overwegingen. Ten gevolge van de variatie van diameter van de plaats van het verbindingsorgaan is een verbindingsdeel 106 (figuur 10)tussengeplaatst, welke is uitgerust met langgestrekte 20 gaten 107 waarin met de klauwen verbonden oren 108 kunnen schuiven. In figuur 10 aan de linkerzijde is een verbindingsorgaan 106 weergegeven in het geval waarin de klauwen niet zijn geklemd, terwijl aan de rechterzijde het verbindingsstuk 106 is getoond in het geval waar de klauwen zijn vastgeklemd.
25 Een wijze van gebruik van de beschreven inrichting zal nu worden omschreven. Het kan worden onderverdeeld in kringlopen van twaalf fasen, zoals de volgende: - visueel plaatsen van de inrichting in verhouding tot de buisvormige elementen: 30 - sluiten en vergrendelen van de steunring van het gestel 8; - klemmen van de klauwen van het gestel 8; - sluiten en vergrendelen van de steunring van het gestel 9; - klemmen van de klauwen van het gestel 9; - tegen elkaar aan plaatsen van het twee buisvormige elementen door het 35 aanbrengen van druk op de drukvijzels 10, 11; - opblazen van de ringvormige afdichtingen 85, 86 en voortbrengen van een onderdruk in de omsluiting gevormd door de doosdelen 87, 88, 89; - lasbewerking; ' ~ *7 *4 '3 o -8- 25053/CV/wg - verbinding met de atmosfeer van de omsluiting gevormd door de doosdelen 87, 88, 89, leeg laten lopen van de afdichtingen 85, 86 en gedeeltelijk opheffen van de druk in de aandrukverstelcilinders 10, 11; - gelijktijdig opheffen van de klemming van de klauwen van de twee gestel-5 len 8 en 9; - ontgrendelen en openen van de steunringen van de twee gestellen 8, 9; - volledig opheffen van druk in de aandrukverstelcilinders 10, 11.
Het zal duidelijk zijn, dat talrijke aanvullingen en/of wijzigingen kunnen worden aangebracht op het hierboven gegeven uitvoerings-10 voorbeeld.
Er is dus voorzien in een inrichting voor het tegen elkaar aandrukken van twee buisvormige elementen, welke op een en hetzelfde tijdstip het bij elkaar brengen van de elementen bewerkstelligt met de aanbrenging van een zeer grote kracht, evenals het centreren en zelfs het 15 elimeneren van iedere ovale vervorming van de einden. Indien gewenst, en als afgebeeld, kan een lekdichte mantel zijn aangebracht om automatisch te worden geplaatst rondom de buisvormige elementen bij de verbinding.
$ y -Λ λ Ί %
Claims (6)
1. Uitwendige inrichting voor het tegen elkaar aan plaatsen van twee door lassen met elkaar te verbinden buisvormige elementen, voorzien van 5 twee gestellen, die ieder zijn uitgerust met middelen voor het uitwendig grijpen van een desbetreffend buisvormig element en die met elkaar zijn verbonden door zwenkbare verstelcilinders om de elementen bij elkaar te brengen, waarin de twee gestellen ook met elkaar zijn verbonden door paren met elkaar in ingri jping te brengen organen met tussenplaatsing van 10 een veerkrachtig orgaan, en de genoemde grijporganen verder een aantal radiale klauwen bezitten.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de radiale klauwen in ieder gestel worden gedragen door een steunring waarin iedere klauw radiaal verschuifbaar is en wordt vastgehouden door een wig, die 15 axiaal verschuifbaar is en radiaal met de ring en met de klauw is verbonden. I . i
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat iedere steunring drie klauwhouders omvat ieder in de vorm van een segment van een cirkel, waarbij een eerste van genoemde klauwhouders met zijn einden 20 scharnierend is verbonden aan de naburige einden van de genoemde andere twee klauwhouders voor verzwenkbare beweging om desbetreffende scharnier-pennen waarbij ieder van genoemde scharnierpennen schuift in althans een opening vastgezet ten opzichte van het gestel en zich evenwijdig uitstrekkend aan de middenstraal van het segment van de genoemde eerste 25 klauwhouder, terwijl naburige einden van de andere twee klauwhouders ieder zijn verlengd door ten minste een arm en de armen genoemde andere twee klauwhouders verbinden door middel van een sluitverstelcilinder die aan ieder van zijn einden scharnierend is verbonden met genoemde armen en aan een einde van een verbindingsstang die aan zijn andere einde 30 scharnierend op het gestel is aangebracht in een punt zodanig gekozen dat beweging van genoemde armen naar of afgekeerd van elkaar door het in werking stellen van genoemde sluitverstelcilinder genoemde andere twee klauwhouders naar elkaar toe of van elkaar af zullen verzwenken en ook genoemde eerste klauwhouder naar of weg zal bewegen door translatie 35 langs genoemde openingen en de andere einden van genoemde andere twee klauwhouders ieder een boring dragen waarin een op het gestel aangebrachte grendelvinger kan indringen indien genoemde drie klauwhouders in de gesloten stand zijn. Λ Λ. -v *7 *2 ΐ* * '* ν’: s •w 1/ .· * -10- 25053/CV/wg
4·. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat genoemde wiggen opgesteld in een en dezelfde klauwhouder allen zijn verbonden met een tussengelegen orgaan dat is in de vorm van een gedeelte van een ring, en ieder gestel een systeem van klemklauwen draagt, die axiaal beweegbare 5 stangen hebben, die zijn verbonden met een verbindingsring, die is uitgerust met aangrijpingsmiddelen die in ingrijping te brengen zijn met genoemde corresponderende tussengelegen organen voor hdt axiaal bewegen van de tussengelegen organen indien genoemde klauwhouders in de gesloten stand zijn.
4 V
5. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de inrich ting is voorzien van een ringvormige opsluitende mantel met een U-vormi-ge doorsnede waarbij de benen van genoemde U radiaal naar binnen zijn gericht en aan hun vrije einden ringvormige afdichtingen dragen voor aanbrenging tegen de twee buisvormige elementen, terwijl de mantel is 15 verdeeld in drie opeenvolgende gedeeltes van een ring die ieder zijn bevestigd aan een ander van de drie klauwhouders van een van genoemde gestellen, terwijl ieder mantelgedeelte met behulp van een mechanische verbinding is verbonden aan een genoemde klauw van de desbetreffende be-vestigingsklauwhouder.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat iedere me chanische verbinding is uitgerust met veerkrachtige instelmiddelen. j': 17 :i
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
FR8416111 | 1984-10-22 | ||
FR8416111A FR2571996B1 (fr) | 1984-10-22 | 1984-10-22 | Dispositif exterieur d'aboutage de deux elements tubulaires en vue de leur assemblage par soudage |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8502873A true NL8502873A (nl) | 1986-05-16 |
Family
ID=9308862
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8502873A NL8502873A (nl) | 1984-10-22 | 1985-10-22 | Uitwendige inrichting voor het stomp tegen elkaar plaatsen van twee te lassen buisvormige elementen. |
Country Status (11)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4638984A (nl) |
JP (1) | JPS61180683A (nl) |
AU (1) | AU4829785A (nl) |
BR (1) | BR8505225A (nl) |
DE (1) | DE3537555A1 (nl) |
ES (1) | ES8801496A1 (nl) |
FR (1) | FR2571996B1 (nl) |
GB (1) | GB2165787B (nl) |
IT (1) | IT8522577A0 (nl) |
NL (1) | NL8502873A (nl) |
NO (1) | NO854184L (nl) |
Families Citing this family (24)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL8800890A (nl) * | 1988-04-07 | 1989-11-01 | Boer & Zn B V P | Inrichting voor het klemmen van een pijp of buis. |
FR2634186A1 (fr) * | 1988-07-12 | 1990-01-19 | Collin Jean Claude | Appareil de manutention par roulage d'objets planes, lourds ou fragiles de grandes dimensions |
US5344256A (en) * | 1988-11-14 | 1994-09-06 | Garford Pty Ltd | Rock anchor and method of manufacture |
CA2002806C (en) * | 1988-11-14 | 1995-08-08 | Garford Pty Ltd | ROCK ANCHOR AND RELATED MANUFACTURING METHOD |
JP2901009B2 (ja) * | 1990-04-20 | 1999-06-02 | ペガサスミシン製造株式会社 | ミシンの糸張力調整装置 |
JP2956036B2 (ja) * | 1991-06-28 | 1999-10-04 | ペガサスミシン製造株式会社 | 環縫いミシンの糸供給方法及びその装置 |
EP1226895A3 (en) * | 1996-04-23 | 2002-08-14 | Daido Tokushuko Kabushiki Kaisha | Clamping mechanism in a diffusion bonding apparatus |
US7959664B2 (en) * | 1996-12-26 | 2011-06-14 | Medinol, Ltd. | Flat process of drug coating for stents |
US5906759A (en) | 1996-12-26 | 1999-05-25 | Medinol Ltd. | Stent forming apparatus with stent deforming blades |
US6250619B1 (en) * | 1998-02-03 | 2001-06-26 | Cna Manufacturing Systems, Inc. | Clamp suitable for use at high temperatures in a flexible tooling apparatus |
EP1638730B1 (en) * | 2003-06-20 | 2008-11-12 | Par Systems, Inc. | Flexible fixture |
US8828077B2 (en) * | 2006-03-15 | 2014-09-09 | Medinol Ltd. | Flat process of preparing drug eluting stents |
US8944423B2 (en) * | 2009-08-06 | 2015-02-03 | Par Systems, Inc. | Support assemblies for a flexible fixture |
US10589371B2 (en) | 2013-05-23 | 2020-03-17 | Crc-Evans Pipeline International, Inc. | Rotating welding system and methods |
US10480862B2 (en) | 2013-05-23 | 2019-11-19 | Crc-Evans Pipeline International, Inc. | Systems and methods for use in welding pipe segments of a pipeline |
US10040141B2 (en) | 2013-05-23 | 2018-08-07 | Crc-Evans Pipeline International, Inc. | Laser controlled internal welding machine for a pipeline |
US10695876B2 (en) | 2013-05-23 | 2020-06-30 | Crc-Evans Pipeline International, Inc. | Self-powered welding systems and methods |
US11767934B2 (en) | 2013-05-23 | 2023-09-26 | Crc-Evans Pipeline International, Inc. | Internally welded pipes |
CA2956318C (en) | 2014-08-29 | 2022-11-29 | Shankar Rajagopalan | Method and system for welding |
US11458571B2 (en) | 2016-07-01 | 2022-10-04 | Crc-Evans Pipeline International, Inc. | Systems and methods for use in welding pipe segments of a pipeline |
RU2750760C2 (ru) * | 2017-06-23 | 2021-07-02 | СиАрСи-ЭВАНС ПАЙПЛАЙН ИНТЕРНЭШНЛ ИНК. | Системы и способы, используемые при сварке отрезков трубы в трубопроводе |
US11022953B2 (en) | 2019-05-07 | 2021-06-01 | Cna Manufacturing Systems, Inc. | Flexible tooling system |
CN112658535A (zh) * | 2020-12-04 | 2021-04-16 | 沪东中华造船(集团)有限公司 | 一种船舶管子平对接焊对中固定方法 |
CN114474751A (zh) * | 2022-01-15 | 2022-05-13 | 曾丽娉 | 一种水利工程用pe管道连接设备 |
Family Cites Families (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2187878A (en) * | 1937-02-27 | 1940-01-23 | Stanolind Pipe Line Company | Collar welding jig |
US3571908A (en) * | 1969-02-19 | 1971-03-23 | Union Carbide Corp | Pipeline welding |
US3566505A (en) * | 1969-06-09 | 1971-03-02 | Hydrotech Services | Apparatus for aligning two sections of pipe |
US4221039A (en) * | 1978-05-08 | 1980-09-09 | Smith Harman S | Gasket holder clip |
FR2443008A1 (fr) * | 1978-11-29 | 1980-06-27 | Petroles Cie Francaise | Procede d'accostage d'un element tubulaire additionnel sur une structure tubulaire, ainsi que dispositif de mise en oeuvre |
US4492015A (en) * | 1982-06-24 | 1985-01-08 | Dearman Timothy Charles | Apparatus for use in welding |
-
1984
- 1984-10-22 FR FR8416111A patent/FR2571996B1/fr not_active Expired
-
1985
- 1985-10-02 GB GB08524262A patent/GB2165787B/en not_active Expired
- 1985-10-04 AU AU48297/85A patent/AU4829785A/en not_active Abandoned
- 1985-10-09 US US06/785,648 patent/US4638984A/en not_active Expired - Fee Related
- 1985-10-18 BR BR8505225A patent/BR8505225A/pt unknown
- 1985-10-21 ES ES548058A patent/ES8801496A1/es not_active Expired
- 1985-10-21 NO NO854184A patent/NO854184L/no unknown
- 1985-10-22 JP JP60236233A patent/JPS61180683A/ja active Pending
- 1985-10-22 IT IT8522577A patent/IT8522577A0/it unknown
- 1985-10-22 NL NL8502873A patent/NL8502873A/nl not_active Application Discontinuation
- 1985-10-22 DE DE19853537555 patent/DE3537555A1/de not_active Withdrawn
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NO854184L (no) | 1986-04-23 |
DE3537555A1 (de) | 1986-08-21 |
ES8801496A1 (es) | 1986-11-16 |
JPS61180683A (ja) | 1986-08-13 |
AU4829785A (en) | 1986-05-01 |
GB8524262D0 (en) | 1985-11-06 |
US4638984A (en) | 1987-01-27 |
GB2165787B (en) | 1988-02-10 |
FR2571996B1 (fr) | 1986-12-26 |
IT8522577A0 (it) | 1985-10-22 |
FR2571996A1 (fr) | 1986-04-25 |
BR8505225A (pt) | 1986-10-21 |
ES548058A0 (es) | 1986-11-16 |
GB2165787A (en) | 1986-04-23 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8502873A (nl) | Uitwendige inrichting voor het stomp tegen elkaar plaatsen van twee te lassen buisvormige elementen. | |
CA1161668A (en) | Apparatus and methods for welding | |
US4345137A (en) | Method of welding several optical fibers end to end in layers and a device for welding in accordance with said method | |
CA2074221C (en) | Apparatus and method for axially aligning straight or curved conduits | |
US5356067A (en) | Internal line up clamp | |
EP0628378A2 (en) | Internal line up clamp | |
EP2944941B1 (en) | Material testing machine | |
CA1235158A (en) | Pipe clamps | |
US4542276A (en) | Device for welding tubes | |
CA1177229A (en) | Crimping machine | |
CA1266792A (en) | Suspended rail welder | |
US5568893A (en) | Internal welding fixture | |
CN108026706A (zh) | 缆索锚固系统 | |
CA1134454A (en) | Pipe resistance butt welding apparatus | |
NO921651L (no) | Helikopterbaaret gondol og fremgangsmaate til utskifting aven muffe paa en luftkabel | |
CA1312453C (en) | Clamp apparatus for tubular members | |
US4384515A (en) | Apparatus for positioning and holding truss members | |
JPS6047402B2 (ja) | 連結すべき2つのレ−ル端部の継目間隔調整装置及びこれを取扱うための車輌 | |
JPS60144637A (ja) | 碍子引張試験機における碍子の把持部掴持装置 | |
SU1126397A1 (ru) | Внутренний центратор | |
GB2293397A (en) | Guide groove on sections of a portable bridge and process for repairing same | |
SU789187A1 (ru) | Устройство дл сближени гофров сильфонов | |
SU1555084A1 (ru) | Машина дл контактной стыковой сварки труб | |
CA1162765A (en) | Pipe seam welding apparatus | |
JPH0441239B2 (nl) |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |