NL8502482A

NL8502482A - Heelkundig instrument.

Info

Publication number: NL8502482A
Application number: NL8502482A
Authority: NL
Original assignee: Vnii Ispytatel Med Tech
Priority date: 1985-09-10
Filing date: 1985-09-11
Publication date: 1987-04-01
Also published as: GB2180187B; FR2586553B1; NL187785B; FR2586553A1; DE3533137A1; SE457228B; GB8522394D0; GB2180187A; NL187785C; AU4760585A; CH670753A5; SE8504010D0; DE3533137C2; SE8504010L; US4684051A; AU581462B2

Description

é ' -1- 24966/CV/tj

Korte aanduiding: Heelkundig instrument.

De huidige uitvinding heeft betrekking op medische uitrusting en heeft in het bijzonder betrekking op heelkundige instrumenten.

5 De uitvinding kan toepassing vinden voor het aanbrengen van li- niaire kramhechtingen bij het hechten van verschillende organen, in het bijzonder voor het hechten van de ingewanden bij operatie van pasgeboren zuigelingen en baby's, voor operatie bij moeilijk toegankelijke plaatsen, bijv. voor het hechten van de organen die diep in het kleine bekken liggen, en 10 ook voor hechting van bloedvaten bij vaatoperaties.

Bekend in de techniek zijn heelkundige hechtinstrumenten (ook wel genoemd krammachines), voor het plaatsen van liniaire hechtingen, voorzien van een lichaam met een haak welke een matrijs draagt met een aantal uitsparingen, een kramkop met een krammagazijn en een kramuitstoter, een 15 weefseltegenhoudorgaan en bedieningsmiddelen voor de kramkop en de uitstater; zie bijv. Amerikaanse octrooi nr. 3.494.533.

Het vrije einde van de haak waarop de matrijs wordt vastgehouden, is op een vrij uitstekende wijze opgesteld. De constructie van het hecht-gedeelte van het instrument is dus op ongeschikte wijze stijf in drie on-20 derüng haaks op elkaar staande richtingen, d.w.z. in de richting van hechting en in een vlak haaks daarop. Aangezien het hechtmechanisme van het instrument zware belastingen opneemt tijdens het hechtproces, resulterende uit samendrukking van de wanden van te hechten organen en eveneens door vervorming (buigen) van een groot aantal krammen, kan een een hoge kwaliteit 25 bezittende hechting niet worden verkregen tenzij een stabiele onderlinge opstelling van de matrijsuitsparingen en de magazijnkramsleuven is bewerkstelligd. De vereiste stijfheid van de constructie welke voldoet aan deze belangrijke eis wordt bij genoemde instrumenten verkregen ten gevolge van een aanzienlijk vergrote dwarsdoorsnede-afmeting van de elementen van de 30 haak, het lichaamsgestel en enige andere onderdelen van het hechtmechanisme. Verhoudingsgewijs grote afmetingen van het hechtgedeelte beïnvloeden de manoeuvreerbaarheid van het instrument nadelig en maakt het niet toepasbaar in nauwe lichaamsholten.

Bovendien vereist een verhoudingsgewijs grote breedte van de 35 matrijs en krammagazijn resp. meer ruimte voor het instrument om te plaatsen in de hechtstand en leidt tot een verhoudingsgewijs grote afstand van de kramhechting tot de snijlijn in de weefsels die langs het magazijn en de matrijsrand worden gevoerd en dientengevolge tot het verkrijgen van een *5 02 48 2 -2- 24966/CV/tj #· 4

V

grove hechting. Indien anderzijds de dwarsdoorsnedeafmeting van de haak en andere onderdelen van het hechtmechanisme wordt verminderd kan dit resulteren in een aanzienlijke vervorming van de onderdelen van het mechanisme gedurende het hechtproces, en ontoelaatbare toename in de hecht-5 spleet of vervorming van de juiste vorm van aangebrachte hechtingen.

De bovengenoemde nadelen worden geëlimineerd in heelkundige instrumenten voor het aanbrengen van lineaire hechtingen voorzien van een lichaam met een gesloten frame.

Een verder bekend heelkundig instrument voor het aanbrengen van 10 liniaire hechtingen omvat een lichaam met een gesloten rechthoekig frame, een matrijs uitgerust met een aantal uitsparingen en bevestigd aan een zijde van het frame, en een in het frame tegenover de matrijs opgestelde kramkop, die beweegbaar ten opzichte van de matrijs is aangebracht. Een losmaakbaar krammagazijn is vast in de kramkop bevestigd evenals een kram-15 uitwerper daarin is geplaatst, welke zo is opgesteld als overeen te komen met de kramsleuven in het magazijn. De stapelkop heeft een bedieningsor-gaan, dat is opgenomen in het lichaam van het instrument en het bedienings-orgaan voor de kramuitwerper is in het lichaam van de kramkop geplaatst; zie bijv. Amerikaanse octrooi nr. 4.378.901.

20 Een bijzonder stijve constructie van het lichaam met een geslo ten rechthoekig frame maakt het mogelijk, met de belasting op het hechtmechanisme onbeinvloed blijvend tijdens de aanbrenging van de hechting met meer krammen, de vervorming van de onderdelen van het instrument aanzienlijk te verminderen en voorziet in een stabiele onderlinge opstelling 25 van de kramsleuven van het magazijn en de uitsparingen van de matrijs waardoor het besproken instrument zich onderscheidt van soortgelijke instrumenten. Het instrument is in staat om hechtsteken van hoge kwaliteit te vormen en bereikt een betere dichtheid van de hechting en dientengevolge is de aard van de hechting aanzienlijk beter. Hogere stijfheid van de 30 constructie maakt het mogelijk om de dwarsdoorsnedeafmetingen van het hechtmechanisme van het instrument te verminderen en het instrument zodoende beter manoeuvreerbaar te maken in de operatiewond, terwijl tevens de afstand van de hechting tot de snijlijn van de desbetreffende weefsel kan worden verminderd en een fijnere hechting kan worden verkregen.

35 Bovendien zijn de uiterste kramsleuven van het magazijn en de desbetreffende uiterste uitsparingen van de matrijs een weinig op afstand geplaatst van de zijkant van het frame. Aangezien de instrumenten van de hierbeschouwde aard zijn ontworpen om dubbele rij hechtingen aan 85 02 48 2 * -3- 24966/CV/tj te brengen met een van de rijen ten opzichte van de andere versprongen (de zogenaamde versprongen steekhechtingen) wordt verder de afstand tussen de uiterste gepaarde magazijnsleuven en matrijsuitsparingen van een rij en de desbetreffende sleuven en uitsparingen van de andere rij gebruike-5 lijk aangepast om de halve steek van steken in iedere rij te zijn. De hechting geplaatst op een aanzienlijke verlenging van de zijdelingse zijde van het frame is dientengevolge in feite een enkele rijige.

De bovenbesproken bijzonderheden van de constructie van het besproken instrument resulteren erin dat indien het instrument wordt gebruikt 10 voor het hechten van een orgaan waarvan de halve omtrek op de plaats van aanbrenging van de hechting overeenkomt met de afstand tussen de zijdelingse zijkanten van het frame, de begrenzingsgedeeltaivan het orgaan niet zullen worden gestikt met krammen of over enige lengte wordt gestikt met een enkele rij hechting. Dientengevolge kan noch hermetische dichtheid noch 15 hemostase van de hechting geplaatst op de uiterste gedeelten van het gehechte orgaan worden bereikt nadat het magazijn en de matrijs op afstand zijn gebracht en het instrument uit de operatiewond is teruggetrokken.

In de praktische heelkunde kan de semi-omtrek van een samengedrukt orgaan veelvuldig groter zijn dan de afstand tussen de zijdelingse 20 zijkanten van het frame van een aangebracht instrument, aangezien met het oog de afmeting en semi-omtrek van een hol orgaan, indien saoengedrukt, moeilijk te schatten is en zijn afmeting te vergelijken met de afstand tussen de zijdelingse zijkanten, in het bijzonder indien diep in de wond manipulerend en de waarneembaarheid van het operatiegebied bemoeilijkt is. In 25 een dergelijke situatie treedt het bovengenoemde nadeel nog sterker naar voren, daar de randweefsels van het geopereerde orgaan in lengterichting van de geplaatste hechtingslijn worden 3amengedrukt en vrij zijn om uiteen te spreiden zodra het instrument uit de operatiewond wordt teruggetrokken, waardoor de lengte van het niet-gehechte gedeelte nog wordt vergroot.

30 Indien goede observatie van het operatiegebied is gegeven en een geschikte doelmatige toegang tot de hechting is verkregen, zijn gebreken van een lichaamshechting zeer duidelijk en is de chirurg in een positie om met de hand vervaardigde hulphechtingen aan te brengen op de uiterste gedeelten van de operatiewond om een hermetische dichtheid en 35 goede hemostase van de hechting te verkrijgen. Het instrument blijkt echter niet toepasselijk te zijn in het geval van chirurgie onder moeilijke toe-gangsomstandigheden diep in een smal operatiegebied waar visuele controle van de hechting moeilijk is, of indien het praktisch onmogelijk is om aan- 6502482 ¥ ♦ -4- 24966/CV/tj vullende hechtingen aan te brengen op de buitenste wondgedeeltaiten gevolge van moeilijkheden in het doorvoeren van een met een draad uitgeruste naald en het uitvoeren van handelingen voor het met de hand aanbrengen van een hechting. Het instrument is ook niet toepasbaar in gevallen waar 5 een korte stomp van het gehechte orgaan afglijdt nadat een mechanische hechting is aangebracht en uit het oog raakt door de omgevende weefsels en organen, of indien enigsverder nadelige beïnvloeding optreedt met een naald en draad bij kwetsbare, gemakkelijk te beschadigen weefsels, bijv. die van zuigelingen. Niet-gehechte buitenste gedeelten van de gehechte 10 organen kunnen overvloedige bloedingen na de operatie, verstoorde, niet-septische omstandigheden of andere complicaties, die fataal kunnen blijken voor een patient, veroorzaken.

Het is een eerste en wezenlijk oogmerk van de uitvinding een heelkundig instrument te verkrijgen, dat in staat zal zijn om een betrouw-15 bare liniaire kramhechting aan te brengen diep in een smalle operatiewond en in moeilijk toegankelijke plaatsen ten gevolge van positieve aanbrenging van hechtingsteken op de randgedeelten van de te hechten organen en een mogelijkheid voor het inbrengen van het instrument diep in een smalle operatiewond en het toegang verkrijgen tot de plaats voor het aanbrengen van 20 de hechting onder moeilijk toegankelijke omstandigheden en een begrensde ruimte voor het in de hechtstand te plaatsen instrument.

De oogmerken van de uitvinding worden bewerkstelligd ten gevolge van het feit dat in een heelkudig instrument voor het plaatsen van liniaire kramhechtingen, voorzien van een lichaam met een gesloten rechthoekig frame, 25 een matrijs uitgerust met een aantal uitsparingen en bevestigd aan een zijde van het gesloten rechthoekige frame waaraan twee zijdelingse zijkanten van genoemd frame naburig zijn, een kramkop geplaatst in het frame tegenover de matrijs en beweegbaar ten opzichte daarvan aangebracht, een losmaakbaar krammagazijn aangepast om te worden geplaatst in de kramkop stationair 30 ten opzichte daarvan en een aantal kramsleuven bezittend, een kramuitwer-per beweegbaar aangebracht in de kramkop en zo opgesteld als overeen te komen met de kramsleuven van het magazijn, en desbetreffende bedieningsor-ganen van de kramkop en de uitwerper, waarbij de bedieningsorganen in het instrument lichaam zijn opgenomen, volgens de uitvinding, ieder van de zij-35 delingse zijkanten van het frame een sleuf heeft gemaakt op het binnen-oppervlak daarvan in de onmiddellijke nabijheid van de matrijs, de as van genoemde sleuf evenwijdig zijnde aan de desbetreffende zijdelingse zijkant van het gesloten rechthoekige frame, terwijl een desbetreffend gedeelte 9 SS Π 9 A Q 9 * ·*) fe; “j O b m '-j%' -5- 24966/CV/tj van de matrijs buitenste uitsparingen omvat en een desbetreffend gedeelte van het krammagazijn is voorzien van buitenste kramsleuven zijn opgenomen binnen de sleuf van de zijdelingse zijkant van het frame, met het magazijn in de stand voor hechten.

5 Het is doelmatig dat die gedeelten van het losmaakbare kram- raagazijn, die zijn opgenomen binnen de sleuven van de zijdelingse zijkanten van het frame van dezelfde breedte zijn als genoemde sleuven.

Indien het losmaakbare magazijn geleidingsuitsteeksels heeft voor zijn plaatsing in de kramkop, is het doelmatig dat genoemde gelei-10 dingsuitsteeksels zijn aangebracht op een gedeelte begrensd door de afstand tussen de uitsteeksels op de zijdelingse zijkanten van het frame, indien in de stand voor het hechten.

Het is ook doelmatig dat die gedeelten van het losmaakbare magazijn, die overeenkomen met de zijgroeven begrensd door de geleidings-15 uitsteeksels, en de magazijngedeelten aangebracht binnen de sleuven op de zijdelingse zijkanten van het frame, van dezelfde breedte zijn.

Het losmaakbare krammagazijn kan een aanslag hebben gevormd als een uitsteeksel voor het magazijn om voorafgaand vast te zetten ten opzichte van de kramkop en de sleuven van de zijdelingse zijkanten van het 20 frame.

Ieder van de zijdelingse zijkanten van het frame heeft een opening in verbinding staande met de sleuf en geplaatst op het gedeelte nabij de matrijs.

Het is eveneens doelmatig dat een nabij de matrijs gelegen uit-25 steeksel zal zijn aangebracht op deel van iedere zijdelingse zijkant van het frame aan het binnenoppervlak daarvan, en dat een sleuf uitsteeksel is en open is aan de tegenover de matrijs liggende zijde.

Genoemde oogmerken worden ook bewerkstelligd ten gevolge van het feit dat in een heelkundig instrument voor het aanbrengen van liniaire 30 kramhechtingen, voorzien van een lichaam met een gesloten rechthoekig frame, waarin een uitsteeksel is gemaakt op deel van ieder van zijn zijdelingse zijkanten, op het binnenoppervlak daarvan, een matrijs uitgerust met een aantal uitsparingen en bevestigd op een van de zijkanten van het gesloten rechthoekige frame, genoemde zijde opgesteld zijnde tussen de zijdelingse 35 zijkanten van het frame, een kramkop aangebracht in het frame tegenover de matrijs en ten opzichte daarvan beweegbaar, een losmaakbaar krammagazijn aangepast om te worden geplaatst in de kramkop stationair ten opzichte daarvan en voorzien zijnde van een aantal kramsleuven, een kramuitwerper

;·> Ά t* ,/ λ a C

J ic* Q

* % -6- 24966/CV/tj beweegbaar aangebracht in de kramkop en zo opgesteld als overeen te komen met de kramsleuven van het magazijn, een bedieningsorgaan van de kramkop en een bedieningsorgaan van de kramuitwerper, beide bedieningsorganen opgenomen zijnde in het lichaam, volgens de uitvinding, de uiterste gedeel-5 ten van de matrijs met het desbetreffende uitsteeksels op de zijdelingse zijkant van het frame omgeven en het losmaakbare krammagazijn een sleuf heeft in ieder van zijn vlakken, welke overeenkomt met het uitsteeksel op de zijdelingse zijkant van het frame, en buitenste kramsleuven gelegen op de gedeelten die genoemde sleuf vormen en .overeenkomend met de desbetreffen-10 de uiterste uitsparingen van de matrijs.

Aanbrengen van de zijdelingse(ten opzichte van de matrijs) zijkanten van het frame met langssleuven op hun binnenoppervlak in de onmiddellijke nabijheid van de matrijs en aanbrenging van de matrijsgedeelten voorzien van uiterste uitsparingen en de magazijngedeelten voorzien van .15 uiterste kramsleuven, in deze langssleuven, maken het mogelijk hoge stijfheid van de constructie van het gesloten frame te waarborgen en verhoudingsgewijs kleine dwarsdoorsnedeafmetingen van de constructie-elementen van het hechtmechanisme, evenals aanbrenging te waarborgen van de hechtsteken op de randgedeelten van de organen samengedrukt tussen het magazijn en de 20 matrijs en betrouwbaar begrensd door de zijdelingse zijkanten van het frame. De lengte van het te hechten orgaan, dat is geplaatst tussen de zijdelingse zijkanten van het frame en is samengedrukt tussen het magazijn en de matrijs, is korter dan de lengte van de hechting die wordt aangebracht, zelfs ofschoon de lengte van de dwarsdoorsnede semi-omtrek van het orgaan, 25 indien in een vrije toestand, de afstand tussen de zijdelingse zijkanten van het frame sterk overschrijdt. Dit maakt het gebruik van het instrument aanzienlijk betrouwbaarder, vergroot zijn functionele mogelijkheden ten gevolge van goede manoeuvreerbaarheid van het instrument in de operatie-wond en waarborgt hermetische dichtheid en hemostase van de aangebrachte 30 mechanische hechting. Het is ten gevolge van de bovengenoemde constructie-kenmerken, dat het instrument toepasbaar is voor chirurgie in moeilijk toegankelijke en begrensde plaatsen, evenals voor het hechten van organen, die kwetsbare en dunwandige weefsels hebben, bijv. bij operatie van weefsels of bij vaatchirurgie, waarbij verbeterde kwaliteit van aangebrachte 35 hechtingen wordt verkregen.

Aanbrenging van een doorgaande opening- in ieder van de zijdelingse zijkanten van het frame op zijn gedeelte nabij de matrijs maakt vorming mogelijk van het betrouwbaar en stabiel vormen van steken op de 85 0 2 4 8 2 -7- 24966/CV/tj buitenste gedeelten van de hechting bij verlengde aanbrenging van het instrument bij chirurgische praktijk, dit een gevolg zijnde van het feit dat genoemde opening in grote mate een mogelijkheid vermindert van de uiterste uitsparingen van de matrijs en de gedeelten van de langssleuven 5 in de zijdelingse zijkanten van het frame welke nabij de matrijs zijn te bevuilen, terwijl visiueel contact wordt verbeterd en wassen en reinigen van dit gedeelte van het instrument van bloed na gebruik wordt vergemakkelijkt. Dit kenmerk is van groot belang,daar,indien verontreinigd de buitenste uitsparingen van de matrijs en de nabij gelegen gedeelten van de 10 langssleuven in gebreke zullen blijven om een vereiste kwaliteit en stabiliteit van het proces van de vorming van de hechting te bewerkstelligen, in het bijzonder in het geval van een verhoudingsgewijs kleiner kramafme-ting, d.w.z. met een kramdraaddiameter minder dan 0,2 mm, hetgeen het geval is bij het stikken van een kleine afmeting bezittende organen, zoals 15 bijv. bij het opereren van zuigelingen.

De bovengenoemde constructiekenmerken van de instrumenten maken de grotere functionele mogelijkheden mogelijk en verbeteren de kwaliteit, stabiliteit en betrouwbaarheid van mechanische hechtingaanbrenging vergezeld gaande met een verlengde levensduur van het instrument. Samenvattend 20 maakt dit alles het mogelijk het aantal na de operatie optredende complicaties te verminderen, terwijl het werk voor de chirurg wordt vereenvoudigd.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van enige mogelijke uitvoeringsvoorbeelden van de constructie volgens de uitvinding, welke uitvoeringsvoorbeelden slechts ter illustratie zijn 25 weergegeven.

Fig. 1 toont een algemeen aanzicht van een heelkundig instrument volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont een doorsnede over het instrument, gezien volgens de lijn II-II in fig. 1.

30 Fig. 3 toont een doorsnede over het instrument,gezien volgens de lijn III-III in fig. 2.

Fig. 4 toont een doorsnede over het instrument, gezien volgens de lijn IV-IV in fig. 3.

Fig. 5 toont een doorsnede over het instrument,gezien volgens 35 de lijn 7-7 in fig. 3.

Fig. 6 toont een doorsnede over het instrument,gezien volgens de lijn 71-71 in fig. 2.

Fig. 7 toont een deel, gedeeltelijk in doorsnede van hetzelfde s s π 9 k o 2 * ·* -8- 24966/CV/tj instrument voorzien van een massief lichaamsframe volgens de uitvinding.

Fig. 8 toont een deel van hetzelfde instrument gedeeltelijk in doorsnede waarbij de kramkop in de werkstand is weergegeven.

Fig. 9 toont een doorsnede over fig. 3, gezien volgens de lijn 5 IX-IX in fig. 3.

Fig. 10 toont een doorsnede over het instrument, gezien volgens de lijn X-X in fig. 8.

Fig. 11 toont een doorsnede over het instrument,gezien volgens de lijn XI-XI in fig. 3.

10 Fig. 12 toont een liniaire kramhechting aangebracht op een tus sen de zijdelingse zijkanten van het frame geplaatst orgaan.

Fig. 13 toont een ander uitvoeringsvoorbeeld van het heelkundig instrument volgens de uitvinding, waarbij een doorsnede is weergegeven van het frame en de kramkop, gezien volgens de hartlijn van het instrument.

15 Fig. 14 toont een doorsnede over het instrument,gezien volgens de lijn XIV-XIV in fig. 13.

Fig. 15 toont een doorsnede over het instrument, gezien volgens de lijn XV-XV in fig. 14.

Fig. 16 toont een doorsnede over het instrument, jezien volgens 20 de lijn XVI-XVI in fig. 14.

Fig. 17 toont een doorsnede over het instrument, gezien volgens de lijn XVII-XVII in fig. 14.

Fig. 18 toont een liniaire kramhechting aangebracht op een orgaan geplaatst tussen de zijdelingse zijkanten van het frame.

25 Fig. 19 toont een verder uitvoeringsvoorbeeld van het heelkun dige instrument volgens de uitvinding, waarbij een doorsnede is weergegeven van het frame en de kramkop daarvan, genomen volgens het axiale vlak van het frame.

Fig. 20 toont een doorsnede over het instrument, gezien volgens 30 de lijn XX-XX in fig. 19.

Fig. 21 toont een doorsnede over het instrument, genomen volgens de lijn XXI-XXI in fig. 19.

Fig. 22 toont nog een verder uitvoeringsvoorbeeld van het heelkundig instrument volgens de uitvinding, waarbij een doorsnede is weerge-35 geven over het frame en de kramkop, genomen volgens het axiale vlak van het frame.

Het heelkundige instrument voor het aanbrengen van liniaire kramhechtingen van de hierin besproken constructie kan bijzonder gunstig ' : ·: 4 8 2 j ' ...£'' -9- 24966/CV/tj gebruikt worden indien benut voor het aanbrengen van kramhechtingen in moeilijk toegankelijke of diep in een nauwe operatiewond gelegen plaatsen.

Het instrument omvat een lichaam 1 (fign.1, 2) met een gesloten rechthoekig frame 2, dat een matrijs 4 draagt, welke is bevestigd op een zijkant 3 van 5 genoemd frame. Een kramkop 5 is verbonden met het frame 2 en gelegen tegenover de matrijs 4, een en ander zodanig, dat de kramkop 5 naar en afgekeerd van de matrijs 4 kan bewegen.

De kramkop 5 heeft een stang 6 (fign. 1, 3) opgenomen in een sleuf 7 van het lichaam 1, en een lichaam 8 (f ig. 4). Het lichaam 8 neemt 10 een losmaakbaar krammagazijn 9 op, dat stationair daarin is bevestigd en is voorzien van een huis 9’ dat is gevormd als een rechthoekig parallellepipedum, terwijl het magazijn verder is voorzien van een aantal kramsleu-ven 10 (fig. 3) en een verplaatsbare kramuitwerper 11, die zodanig is opgesteld, dat zijn kanten 12 overeenkomen met de kramsleuven 10 van het 15 magazijn 9.

Het huis 9’ van het magazijn 9 heeft twee zijgroeven 13 (fig.4) welke zijn aangepast om, indien het magazijn 9 is aangebracht in de kramkop 5, aan te grijpen op uitsteeksels 14, die zijn aangebracht op de bin-nenoppervlakken van het lichaam 8 van de kramkop 5. Om het magazijn 9 op 20 zijn plaats te vergrendelen in de kramkop 5 heeft het magazijn een aanslag 15 (fig. 5), dat is uitgevoerd als een uitsteeksel en rust tegen een vlak 16 van een opening 17 in de kramkop 5.

De kramuitwerper 11 (fig. 2) heeft een stang 18 (fig. 16) die is opgenomen in de sleuf 7 (fig. 2) van het lichaam 1 onder de stang 6 25 van de kramkop. Een opening 19 (fig. 3) is aangebracht in de kramkop voor de kramuitwerper 11 om daarin te bewegen.

De stang 6 (fig. 2) van de kramkop is uitgerust met een hol staartstuk 20 dat is voorzien van uitwendige draad 21 en inwendige draad 22. Een moer is in ingrijping met de uitwendige draad 21, waarbij de moer 30 in feite een bedieningsorgaan van de kramkop 5 is.De moer 23 is vergrendeld in het lichaam 1 met behulp van een ringvormige groef 24, die is aangepast om samen te werken met een oor 25 op het lichaam 1.

Een bout 26 is in ingrijping met de inwendige draad 22 van het staartstuk 20, waarbij de bout in feite een bedieningsorgaan is voor de 35 kramuitwerper 11. De bout 26 heeft een groef 27 waarmede de stang 18 van de kramuitwerper is aangepast om samen te werken via een oor 28 (fig. 6) aangebracht bij het einde van de stang 18, De bout 26 is uitgerust met een verwijderbare handgreep 29 (fig. 1).

35 02 4 32 -ν'. ' -10- 24966/CV/tj

Zijkanten 30 en 31 van het frame 2, zijdelings ten opzichte van de matrijs 4, hangen samen met de zijkant 3 en een tegenover liggende zijde 32 van het frame 2, zo hoge stijfheid aan laatsgenoemde verlenend. Het frame 2 kan hetzij massief (fig. 7) zijn of een van zijn zijdelingse 5 zijkanten, bijv. de zijkant 30, kan zijn vervaardigd als een steel 33 (fig. 1) en losmaakbaar zijn aangebracht. Het laatste het geval zijnde is het frame 2 vervaardigd als een U-vormig orgaan 34 (fign. 3, 8) en vrije einden 35, 36 van de framezijkanten 3 en 32 worden omgeven door aanslagen 27, 38 (fig. 9) van de verwijderbare steel. Voor dit doel heeft de steel 10 33 een opening 39 waarin het vrije einde 35 van de framezijkant 3 is op genomen en is uitgerust met twee zijsleuven 40, 41 gelegen op de plaats waar het vrije einde 36 in ingrijping is met de tegenover liggende zijde 32 van het frame 2, waarbij de sleuven worden omgeven door een vork 42 bij het vrije einde 36 van de framezijkant 32. Tegenhoudorganen 43 en 44 15 zijn aangebracht bij de vrije einden 35, 36 van het frame (fign.3, 8) om de steel 33 in positie te vergrendelen. De steel 33 kan worden losgemaakt ten gevolge van het feit dat het U-vormige orgaan van het frame 2 veerkrachtig is gemaakt ten gevolge van veerkrachtige spanning van de zijdelingse zijkant 31 die vast is verbonden met de zijkanten 3. en 32 van het 20 frame 2.

Indien men op het vrije einde 35 van de zijkant 3 en op de steel 33 drukt van onderen opwaarts tegen het einde 36 van de zijkant 32 wordt de aanslag 38 (fign. 8, 9) van de steel 33 uit ingrijping geworpen met het tegenhoudorgaan 44, dus de steel 33 vrijmakend van zijn ingrij-25 ping met de zijkanten 3 en 32. De zijdelingse zijkanten 30, 31 (fig. 10) van het frame zijn omgeven door het lichaam 8 van de kramkop 5 indien in de gebruiksstand, en dienen als de geleidingen voor de kramkop om van de uitgangsstand te bewegen naar de werkstand.

Het is ten gevolge van grote constructieve stijfheid van het 30 gesloten rechthoekige frame 2 van het lichaam 1 (fig. 3), dat een stabiele onderlinge opstelling van de uitsparingen 4* in de matrijs 4 en de kramsleuven 10 in het magazijn wordt bereikt indien aanzienlijke belastingen worden aangebracht op het hechtmechanisme, resulterende uit samen-drukking van de organen, die worden geopereerd en een enkel traps buig-35 vervorming van een groot aantal krammen tijdens het hechten. Minimaal gemaakte dwarsdoorsnedeafmetingen van de zijkant 3 met de matrijs 4, de zijdelingse zijkanten 30, 31 van het frame 2 en het gehele hechtmechanisme worden dienovereenkomstig bereikt. Dit voorziet op zijn beurt in een 8502 432 i -11- 24966/CV/tj goede manoeuvreerbaarheid van het instrument in de operatiewond en een mogelijkheid om kwetsbare elastische hechtingen aan te brengen in het geval van een klein weefselgedeelte.

De zijdelingse zijkanten 30, 31 van het frame hebben desbetref-5 fende iangssleuven op het binnenoppervlak daarvan, gelegen in de onmiddellijke nabijheid van de matrijs 4. De hartlijn van ieder van de sleuven 45, 46 is evenwijdig aan de desbetreffende zijdelingse zijkant van het frame 2 (fig. 4). Gedeelten 47, 48 (fig. 11) van de matrijs 4, die zijn voorzien van uiterste uitsparingen 49, 50, zijn opgenomen binnen de Iangssleuven 45 10 en 46. Gedeelten 51, 52 (fig. 10) van het magazijn 9, die uiterste kram-sleuven 53, 54 omvatten, zijn eveneens opgenomen in de Iangssleuven 45 en 46 op de zijdelingse zijkanten van het frame 2 (fign. 7, 8), indien de kramkop 5 in werkstand is overeenkomend met een vereiste te hechten spleet.

Een dergelijke constructieve opstelling van het gesloten recht-15 hoekige frame 2 van het lichaam 1 en van de kramkop 5 met het magazijn 9 maakt het mogelijk om diep in een nauwe operatiewond of in moeilijk toegankelijke plaatsen gelegen organen te hechten, terwijl aanbrenging van kramhechtingen 55 (fig. 12) op de randgedeelten van de wanden van tussen het magazijn en de matrijs samengedrukte organen 56 wordt gewaarborgd,zo-20 als in die gevallen waar de lengte van de semi-omtrek van de dwarsdoorsnede-afmetingen van het orgaan 56, indien in een vrije toestand, de afstand overschrijdt tussen de zijdelingse zijkanten 30, 31 van het frame 2. Dit maakt aanbrenging van het instrument onder moeilijk toegankelijke omstandigheden betrouwbaarder.

25 De gedeelten 51, 52 van het losmaakbare magazijn 9 (fig. 2), voorzien van de uiterste kramsleuven 53, 54 opgenomen binnen de sleuven 45, 46 op de zijdelingse zijkanten 30, 31 van het frame 2, hebben een breedte nagenoeg gelijk aan de breedte van genoemde sleuven 45, 46, terwijl de gedeelten van het magazijn 9, die overeenkomen met de zijgroeven 13 en 30 met de uiterste gedeelten 51, 52 daarvan gelijk in breedte zijn. De zijdelingse wanden van het magazijn 9 van genoemde gedeelten zijn daardoor co-planair (fign. 8, 10).

De zijgroeven 13 (fign. 4, 5) in het magazijn 9 worden begrensd door geleidingsuitsteeksels 57, 58 die zijn aangebracht op een gedeelte 35 omsloten door de afstand van de zijdelingse zijkanten 30, 31 (fig. 8) van het frame indien in de hechtstand. De aanslag 15 (fig. 5) van het magazijn 9 is gelegen op genoemd uitsteeksel 57 teneinde in contact te komen met het vlak 16 van het lichaam 8 van de kramkop 5 en te voorzien in een eerste 35 0249? -12- 24966/CV/tj bevestiging van het magazijn ten opzichte van de kramkop 5 en de sleuven 45, 46 (fig. 3) op de zijdelingse zijkanten van het frame 2. Een dergelijke constructieve opstelling van het magazijn maakt doelmatige vervanging hogelijk van een leeg magazijn met een met krammen beladen magazijn, hetgeen 5 bijv. nodig kan zijn indien een aantal mechanische kramhechtingen diep in de operatiewond moeten aangebracht zonder terugtrekken van het frame 2 van het lichaam 1 daarvan, d.w.z. indien twee liniaire hechtingen moeten worden geplaatst onder moeilijk toegankelijke omstandigheden en de weefsels van het orgaan dat moet worden gehecht moet worden gescheiden tussen de 10 aangebrachte hechtingen. Dit het geval zijnde, wordt de aanbrenging van de eerste hechting gevolgd door vervanging van het lege magazijn in de kramkop 5 lcsgemaakt van het frame 2 van het lichaam 1 en teruggetrokken uit de operatiewond, terwijl het frame 2 van het lichaam 1 het gehechte orgaan met de eerste hechting omvat en diep in de operatiewond blijft. Indien een-15 maal het met krammen beladen magazijn 9 weer is aangebracht in de kramkop 5, vergrendelt de aanslag 15 het magazijn 9 betrouwbaar ten opzichte van de kramkop en de sleuven 45, 46 op de zijdelingse zijkanten van het frame 2 zodra de stapelkop wordt ingebracht in de wond en in ingrijping gebracht met het frame 2 van het lichaam 1.

20 De zijdelingse zijkanten 30, 31 (fig. 3) van het frame 2 hebben desbetreffende openingen 59, 60 in de gedeelten nabij de matrijs 4, waarbij de openingen zijn gericht naar de langssleuven 45 en 46. De openingen 59 en 60 voorzien in doelmatige toegang tot de uiterste uitsparingen 49, 50 (fig. 11) van de in de langssleuven 45 en 46 op de zijdelingse zijkan-25 ten van het frame gelegen matrijs 4, een kenmerk dat praktisch ieder gevaar van verontreiniging van de uiterste gedeelten 47, 48 van de matrijs 4 gelegen in de langssleuven 45, 46 op de zijdelingse zijkanten 30, 31 van het frame 2 en de sleuven 45, 46 zelf uitsluit en de was- en reinigingsmoge-lijkheden van laatstgenoemde verbetert. Dit vergemakkelijkt ook visiuele 30 controle over de toestand van de oppervlakken van genoemde onderdelen van het instrument binnen de voor zijn werking meest kritische zone. Dientengevolge wordt voorzien in een storingsvrije werking van het instrument gedurende een lange levensduur van zijn klinisch gebruikt.

Een desbetreffend uitsteeksel 61, 62 nabij de matrijs 4 is aan-35 gebracht op deel van iedere zijdelingse zijkant 30, 31 (fig. 1) van het frame 2 op het binnenoppervlak daarvan en de desbetreffende langssleuf 45, 46 (fig. 3) is aangebracht in ieder van de uitsteeksels 61, 62. Met de stapelkop 5 (fig. 3) in de aanvangsstand zijn de gedeelten 51 en 52 van 8502482 ' 3f -13- 24966/CV/tj het magazijn 9, voorzien van de buitenste kramsleuven 53, 54, gelegen buiten de langssleuven 45, 46. Voor de uiterste gedeelten 51, 52 van het magazijn 9 die ingrijpen in de langssleuven 45, 46 van de uitsteeksels 61, 62 op de zijdelingse zijkanten 30, 31 van het gesloten frame 2 indien de kramkop 5 van de aanvangsstand naar de werkstand beweegt, zijn de sleu-5 ven 45, 46 aan de zijden tegenover de matrijs 4 open gemaakt.

Oren 63 zijn aangebracht op de stang 6 (fig. 1) van de kram-kcp 5 en in ingrijping te brengen met sleuven op de zijdelingse vlakken van de sleuf 7 in het lichaam 1 voor de stang 6 om onscheidbaar met het lichaam 1 aan te sluiten.

10 In een van de uitvoeringsvoorbeelden van het instrument heeft ieder van de zijdelingse zijkanten 65, 66 (fign. 13, 14) van het gesloten rechthoekige frame 2 een desbetreffend uitsteeksel 67, 68. Ieder van de uitsteeksels 67, 68 is geplaatst op een deel van de desbetreffende zijdelingse zijkant 65, 66 nabij een matrijs 69. De de matrijs 69 ondersteunen-15 de zijkant 3 en de zijkant'32 van het U-vormige orgaan van het frame 2 hebben bij hun vrije einde een vork 70 (fig. 15) resp. een vork 71. De lo3-maakbare zijkant van het frame 2 heeft zijdelingse sleuven 72, 73 omgeven door de vork 70, en sleuven 74, 75 omgeven door de vork 71.

De matrijs 69 (fig. 16) is zo opgesteld, dat zijn uiterste ge-20 deelten 76, 77 voorzien van uiterste uitsparingen 78, 79 de desbetreffende uitsteeksels op de desbetreffende zijdelingse zijkanten 65, 66 van de frame 2 orageven.

Een losmaakbaar krammagazijn 80 (fig. 17) heeft een desbetreffende sleuf 31, 82 in ieder van zijn eindvlakken, overeenkomend met het uit-25 steeksel 67, 68 op de desbetreffende zijdelingse zijkant 65, 66 van het frame 2. Uiterste kramsleuven 83, 84 zijn gelegen op gedeelten 85, 86 van het magazijn 80, welke de eindsleuven 81, 82 vormen en overeenkomend met de uiterste uitsparingen 78, 79 (fig. 16) van de matrijs 69.

Het is ten gevolge van een dergelijke constructieve opstelling, 30 evenals het uitvoeringsvoorbeeld weergegeven in fign. 1, 2, 10, 11, dat de lengte van een krarahechting 87 (fig. 18) aangebracht op een orgaan 88, de afstand tussen de zijdelingse zijkanten 65, 66 van het frame 2 overschrijdt. Dit waarborgt aanbrenging van kramhechtingen op de randgedeel-ten van de tussen het magazijn en de matrijs samengedrukte orgaanweefsels 35 tijdens het hechtproces, maakt hechting van organen onder moeilijk toegankelijke omstandigheden met hoge kwaliteit mogelijk en bewerkstelligt dat de toepassing van het instrument betrouwbaarder is.

• „j2 482 -14- 24966/CV/tj

Hierboven zijn uitvoeringsvoorbeelden beschreven van het heelkundige instrument voorzien van de sleuf 7 (fig. 1) van het lichaam 1 open zijnde naar een richting loodrecht met het vlak van net frame 2.

De onderscheidende kenmerken van het instrument volgens de hui-5 dige uitvinding maakt het echter ook mogelijk de bovenbesproken aanzienlijke voordelen ook te verkrijgen in het geval waar een sleuf 89 (fig. 9) van het lichaam 1 open is naar een richting samenvallend met het vlak van het frame 2. In een dergelijk geval heeft het vrije einde 36 van de zijde 32 van het frame 2 een opening 90 wiens vlakken 91, 92 (fig. 20) samenval- 10 len met de zijdelingse vlakken 93, 94 van de sleuf 89 in het lichaam 1.

Om meer stijfheid te verkrijgen van de onderlinge opstelling van de vlakken 91, 92 van de langgestrekte opening 90 omvat de losmaakbare steel 33, (fig. 21) 95, 96 om de dunne vlakken 91, 92 te verhinderen tegen verplaatsing in een richting haaks op het vlak van het frame 2. De langssleuven 45, 15 46 op de zijdelingse zijkanten 30, 31 van het frame 2, welke de uiterste gedeelten van zowel de matrijs 4 en het magazijn 9 opneemt, zijn aangebracht in de uitsteeksels 61, 62 van de zijdelingse bijkanten 30, 31 zoals in het uitvoeringsvoorbeeld van het instrument weergegeven in fig. 3.

Een instrument voorzien van het lichaam 1 met de sleuf 89 (fig.9) 20 open zijnde naar een richting samenvallend met het vlak van het frame 2 kan ook zijn vervaardigd (niet weergegeven in de tekeningen) zoals afgebeeld in fig. 14. In dergelijk geval hebben de zijkanten 65, 66 van het frame 2 de desbetreffende uitsteeksels 67, 68 die worden omgeven door de uiterste gedeelten 76, 77 (fig. 16) van de matrijs 69, die is voorzien van de uiter-25 ste uitsparingen 78, 79 en door de uiterste gedeelten 85, 86 (fig. 17) van het magazijn 80 welke is voorzien van de uiterste kramsleuven 83, 84, met het magazijn 80 in zijn verkstand.

Al de hierboven beschreven uitvoeringsvoorbeelden van het in fign. 1-21 weergegeven instrument zijn allesbehalve alle mogelijkheden van 30 het verder realiseren van een instrument volgens de uitvinding. Zo toont bijv. fig. 22 een uitvoeringsvoorbeeld van het instrument waarin zijdelingse zijkanten 97, 98 van het frame 2 van het lichaam 1 langssleuven 99, 100 bezitten , die lopen over de lengte van de zijdelingse zijkanten 97, 98.

Een alternatief uitvoeringsvoorbeeld van het instrument volgens de uitvin-35 ding kan worden verkregen (niet afgebeeld in de tekeningen), waarin de uitsteeksels 67, 68 (fig. 14) op de zijdelingse zijkanten van het frame 2 van het lichaam 1 omgeven door de uiterste gedeelten van de matrijs 69 (fig. 16) voorzien van de uiterste uitsparingen 78, 79 en door de uiterste 35 Ö2 4 82 * * ·** -15- 24966/CV/tj gedeelte van het magazijn 3 O (fig. 17) voorzien van de uiterste kramsleu-ven, zijn aangebracht over de gehele lengte van de zijdelingse zijkant van het frame 2.

Het losmaakbare krammagazijn kan in alle uitvoeringsvoorbeelden 5 van de constructieve opstelling van het instrument hetzij een wegwerpma-gazijn zijn (vervaardigd uit kunststof) of een opnieuw te gebruiken maga-zij, dat bijv. uit metaal of andere geschikte materialen is vervaardigd.

Het instrument volgens de uitvinding werkt als volgt.

Voor toepassing van het instrument worden de kramkop 5 en de 10 uitwerper 11 in de aanvangsstand (figη, 1, 2) geplaatst en wordt de losmaakbare steel 33 losgemaakt van het U-vormige orgaan van het frame 2. Dan wordt het magazijn 9 geplaatst in de kramkop 5, waarbij de sleuven 10 van genoemd magazijn voordien zijn geplaatst met krammen (weggelaten in de, tekening).

15 Nadat een routine-hersnijding voorbereidingsbehandeling van het orgaan 56, bijv. diep in een klein bekken gelegen ingewanden,is uitgevoerd, wordt de zijkant 3 van het frame 2 onder het te hechten orgaan gebracht en het orgaan wordt omgeven door de matrijs 4 en het magazijn 9. Vervolgens wordt de losmaakbare steel 33 aangebracht op de vrije einden 35, 36 van 20 de zijkanten 3 en 32 van het U-vormige orgaan 34 van het frame 2, zo laatstgenoemde sluitend en het orgaan 56 opsluitend tussen de zijdelingse zijkanten 30, 31 van het frame 2. Verhoudingsgewijs kleine afmeting van de zijkant 3, welke de matrijs 4 draagt, van de zijdelingse zijkanten 30, 31 van het frame 2 en van de dwarsdoorsnede van het gehele hechtmechanisme 25 maakt het mogelijk, dat het instrument doelmatig wordt gebracht op de plaats waar de hechting moet worden aangebracht. Dan wordt de moer 23 gedraaid om het magazijn 9 dichter bij de matrijs 4 te brengen totdat de mate van hechtingsspleet (fig. 9) is verkregen overeenkomend met de wanddikte van het te hechten orgaan 56. De randgedeelten van de wanden van het 30 orgaan 56 die zijn samengedrukt zijn opgesloten binnen de zijdelingse zijkanten 30, 31 (fig. 12) van het frame 2 zelfs in gevallen waar de lengte van de semi-omtrek van het orgaan 56, indien in een vrije toestand, de afstand overschrijdt tussen de zijdelings zijkanten 30, 31 van het frame 2. Daarop wordt de handgreep 29 (fign. 1, 2) van het bedieningsorgaan van 35 de uitwerper 11 gedraaid om de krammen (weggelaten in de tekening) uit het magazijn 9 te drijven, welke krammen, bij het ontmoeten van de matrijs 4, worden gebogen om de wanden van het orgaan 56 te hechten. Dit gedaan zijnde wordt het doorsneden gedeelte van het gehechte orgaan 56 afgescheiden 85 0 2 4*2

« V

-16- 24966/CV/tj langs het zijdelingse oppervlak van de matrijs 4 en het magazijn 9, wordt het magazijn 9 van de matrijs 4 wegbewogen door de moer 23 te draaien en wordt het instrument uit de operatiewond teruggetrokken. Dankzij het feit dat met de kramkop 5 in de werkstand de uiterste uitsparingen 49, 50 (fig.11) 5 van de matrijs 4 en de uiterste kramsleuven 53, 54 (fig. 10) van het magazijn 9 zijn opgenomen in de langssleuven 45 en 46 van de zijdelingse zijkanten 30 en 31 van het gesloten frame 2 sluit de mechanische kramhechting 55 (fig. 12) het lumen van het gehechte orgaan 56 volledig.

Indien de chirurgische procedure aanbrenging omvat van twee li-10 niaire kramhechtingen 55 gevolgd door het afscheiden van het weefsel tussen de aangebrachte hechtingen, hetgeen het geval is indien bijv. twee uiteinden van ingewanden worden gehecht wordt aanbrenging van de eerste hechting gevolgd door terugtrekken van de kramkop 5 tesamen met het magazijn 9 naar de aanvangsstand door verdraaiing van de moer 23. Dan wordt de stapel-15 kop 5 tesamen met het magazijn 9, de uitwerper 11 en de aandrijforganen van de stapelkop 5 en de uitwerper 11 uitgetrokken uit het frame 2 van het lichaam 1 en verwijderd uit de operatiewond. Het frame 2 van het lichaam 1 wordt diep in de operatiewond achtergelaten zodat het te hechten orgaan 56 met de eerste hechting door het frame 2 is omsloten. Dan wordt het lege 20 magazijn vervangen door een buiten de operatiewond geladen magazijn, waarop het geladen magazijn 9 (fig. 5) wordt geplaatst in het lichaam 3 van de van het frame 2 en zijn zijdelingse zijkant 30 vrijgemaakte kramkop 5, totdat de aanslag 15 rust tegen het vlak 16 van de opening 17 in de kramkop 5. Daarop wordt de kramkop 5 ingebracht in de operatiewond en naar beneden bewo-25 gen in de inwendige ruimte van het frame 2 van het lichaam 1, waarop het frame 2 ten opzichte van de eerste kramhechting zodanig wordt verplaatst, dat de op zijkant 3 van het frame 2 bevestigde matrijs zal worden geplaatst onder het orgaan 56 dat moet worden gehecht en wel 3 tot 5 mm verwijderd van de lijn van de voordien aangebrachte hechting. Nadat het magazijn 9 30 tesamen met de matrijs 4 dicht bij elkaar zijn gebracht overeenkomend met de grootte van de hechtspleet wordt een tweede liniaire kramhechting aangebracht evenwijdig aan de eerste hechting op dezelfde wijze zoals hierboven is beschreven. Dan worden de wanden van het orgaan 56 onder het gebruik maken van een scalpel afgesneden door het te bewegen langs het zij-35 delingse oppervlak van het magazijn 9 en de matrijs 4, waarna de moer 23 weer wordt gedraaid om het magazijn 9 op afstand van de matrijs 4 te brengen en vervolgens het instrument uit de operatiewond wordt teruggetrokken.

Bevestiging van het losmaakbare magazijn 9 in de stapelkop 5 8502 432 « -*· -17- 24966/CV/tj door middel van de aanslag 15 van het magazijn 9 maakt een betrouwbare en veilige inbrenging van de kramkop 5 tesamen met het magazijn 9 in de inwendige ruimte van het frame 2 mogelijk terwijl men diep in de operatie-wond manipuleert, ook onder moeilijk toegankelijke omstandigheden. Dit 5 constructiekenmerk van het instrument maakt het mogelijk twee evenwijdige hechtingen aan te brengen onder de bovengenoemde moeilijk toegankelijke omstandigheden zonder de zijkant 3 van het gestel 2 met de matrijs 4 onder het orgaan 56, waarin de eerste hechting reeds is aangebracht, uit te trekken met het oog op het vervangen van het lege magazijn 9 door een van kram-10 men voorzien magazijn en zonder herhaaldelijk inbrengen van de zijkant 3 met de matrijs 4 onder het gehechte orgaan 56 voor het aanbrengen van een tweede hechting. Daardoor wordt het gevaar van het aanbrengen van een beschadiging op het gehechte orgaan en de omgevende weefsels verminderd, terwijl het gebied van toepassingstechnieken van het instrument volgens 15 de uitvinding wordt vergroot, hetgeen voor de praktische chirurgie van groot belang is.

Indien gebruik wordt gemaakt van een instrument dat het niet-scheidbare gesloten rechthoekige frame 2 (fig. 7) heeft wordt het orgaan dat moet worden gehecht, bijv. het ooraanhangsel van het hart, ingébracht 20 in de ruimte opgesloten tussen de matrijs 4, het magazijn 9 en de zijdelingse zijkanten 30, 31 van het frame 2 in een richting haaks op het vlak van het frame 2. Indien het afgesneden gedeelte van het orgaan dat moet worden gehecht in feite een vast conglomeraat is dat niet kan worden geplaatst tussen de matrijs 4 en het magazijn 9,dit het geval zijnde met 25 het hechten van de pharynx voor laryngocarcinoma, moet het lichaam 1 worden vrijgemaakt van de rest van het instrument voor zijn aanbrenging. Als gevolg wordt de Inwendige opening van het gesloten frame 2 van het lichaam 1 vrijgemaakt van de kramkop 5 tesamen met het magazijn 9 en de kramuit-werper 11. Terwijl het conglomeraat van de tumor die moet worden afgesne-30 den door de brede inwendige opening van het frame 2 wordt gevoerd brengt men de zijkant 3 van het frame 2 op de plaats waar de hechting moet worden aangebracht gelegen tussen de daarboven omhoog lopende kLn en de thorax, waarop de kramkop 5 in samenbouw met de rest van de onderdelen van het instrument in ingrijping wordt gebracht met het lichaam 1. Alle andere stap-35 pen van de procedure voor het aanbrengen van het instrument met een instrument voorzien van het niet-scheidbare gesloten frame 2 van het lichaam 1 zijn nagenoeg hetzelfde als in het geval van een instrument voorzien van het frame 2 met een losmaakbare zijdelingse zijkant. De smallere zijdelingse 85 0 2 4 82 * » -18- 24966/CV/tj zijkanten 30, 31 van het frame 2, zijn zijkant 3 en het magazijn 9 voorzien in een doelmatig plaatsen van het instrument in de hechtstand zonder een gevaar van veroorzaking van wondbesohadiging op de organen 56 die moeten worden gehecht of aan de omgevende weefsels, evenals het aanbrengen 5 van een fijne hechting met een laag weefsel torus, terwijl de onderscheidende kenmerken van de constructie van het hechtmechanisme ieder mogelijkheid van in gebreke blijven van de aangebrachte hechting op de randgedeel-ten van het gehechte orgaan uitsluiten en een goed hemostatisch effect waarborgen.

10 Onder gebruik' ·making van de bovenbeschreven techniek kan er ook een instrument worden toegepast met een gesloten rechthoekig frame 2 (fign. 3, 8) zonder een verwijderbare zijdelingse zijkant 30 in de vorm van de losmaakbare steel 33. De constructie van het instrument maakt het mogelijk het magazijn in de kramkop 5 te vervangen met het frame 2 geslo-15 ten en in ingrijping blijvend met de kramkop 5 en met alle andere onderdelen van het instrument. Met dit doel in oog zal men de kramkop 5 naar de aanvangsstand toe terugtrekken, het een weinig boven het frame 2 opheffen door de kop 5 te drukken in een richting haaks op het vlak van het frame en het zover uit de inwendige opening van het frame 2 te brengen 20 dat wordt bereikt dat de zijdelingse zijkant 30 van het frame 2 niet in conflict zal komen met de verwijdering van het magazijn 9 uit zijn zitting in de kramkop 5.

De stang 18 (fig. 2) van de uitwerper 11 en de stang 6 van de kramkop 5 blijven opgenomen in de sleuf 7 van het lichaam 1. Indien een-25 maal het met krammen geladen magazijn 9 in het lichaam 8 van de kramkop 5 is geplaatst zal men laatstgenoemde naar beneden laten in de inwendige opening van het frame 2 tesamen met het magazijn 9; indien dit is uitgevoerd is het instrument gereed voor gebruik.

Werking van de uitvoering van het instrument zoals weergegeven 30 in de fign. 13 tot 17 verschilt praktisch in niets van zijn uitvoeringsvoor-beeld weergegeven in fign. 1, 2, 10, 11, waarbij het enige verschil ligt in de onderlinge opstelling van' de uiterste gedeelten van het magazijn, dat is voorzien van de uiterste kramsleuven, en de matrijs welke is voorzien van de uiterste uitsparingen en dientengevolge in de onderlinge opstelling 35 van de uiterste krammen van de mechanische hechting die is geplaatst (fign. 12 en 18) ten opzichte van de zijdelingse zijkanten van het frame.

Werking van de uitvoeringsvoorbeelden weergegeven in fign. 19 en 20, voorzien van de sleuf 89 (fig. 19) in het lichaam 1, welke uitmondt 3502 482 -19- 24966/CV/tj in een richting samenvallend met het vlak van het frame, verschilt praktisch niet van de werking van het hierboven beschreven uitvoeringsvoorbeeld. Sr moet slechts worden opgemerkt dat vervanging van de magazijnen in deze uitvoeringsvormen van het instrument niet kunnen worden uitgevoerd totdat 5 de steel 33 uit het U-vormige orgaan 31^ van het frame 2 is verwijderd.

De constructieve kenmerken van het instrument volgens de uitvinding voorzien dus in een combinatie van hoge stijfheid van het hecht-mechanisme en van het instrument, in kleine dwarsdoorsnede-afmetingen van het frame,dat de zij en de zijdelingse zijkanten daarvan ondersteunt,en van 10 het gehele hechtmechanisme met een mogelijkheid om kramhechtingen aan te brengen waarvan de lengte de de lengte van de semi-cmtrek van voor hechten samengedrukte organen overschrijdt.Het is ten gevolge van het bovengenoemde feit dat een chirurgische hechting aangebracht met het instrument een grote betrouwbaarheid en stabiliteit heeft, evenals een hermetische dichtheid en goede hemo-15 statische eigenschappen indien de lengte van de semi-omtrek van het orgaan dat wordt gehecht korter is dan de afstand tussen de zijdelingse zijkanten van het frame, en dat aanbrenging van een een hoge kwaliteit bezittende hechting ook wordt gewaarborgd in gevallen waar de lengte van de halve omtrek van het orgaan dat moet worden gehecht in de vrije toestand 20 hetzij gelijk is aan of groter dan de afstand tussen de zijdelingse zijkanten van het frame.De randgedeelten van het orgaan dat moet worden gehecht blijken ten alle tijde goed gehecht te zijn, hetgeen ook is vastgesteld door proeven gedurende welke hechtingsprocedures zijn uitgevoerd op doelbewust gekozen gedeelten van de verschillende organen, zoals de 25 longen, ingewanden, het hartooraanhangsel, enz., waarin de lengte van een volledige semi-omtrek de afstand tussen de zijdelingse zijkanten van het frame overschrijdt. Deze voordelen van het hierboven beschreven instrument maken het instrument toepasbaar in een nauwe en diepe operatiewond; in moeilijk toegankelijke plaatsen waarin er bijzonder weinig plaats is 30 voor manipuleren met het instrument of met andere chirurgische instrumenten om aanvullende met de hand aangebrachte hechtingen aan te brengen na het hechten van het orgaan met een mechanische hechtinriohting. Steed3 wanneer toepassing van aanvullende met de hand aangebracht hechtingen ongewenst is, bijv. in gevallen van het hechten van fijne kwetsbare weef-35 seis die gemakkelijk te doordringen zijn door naald en draad, of bij het hechten van organen die voordien zijn blootgesteld aan stralingstherapie, in gevallen waar de stomp van het gehechte orgaan "ontsnapt" of wegglijdt juistna aanbrenging van een mechanische hechting, afsnijding van het 3502 482 • * -20- 24966/CV/tj opnieuw geopende gedeelte van het orgaan en het brengen van het magazijn en de matrijs op afstand van elkaar zodat de stomp moeilijk te identificeren is tussen de omgevende weefsel voor aanvullende behandeling, of indien een in gebreke blijven van een mechanische hechting kan resulteren 5 in ernstige bloedingen, is toepassing van de inrichting volgens de uitvinding bijzonder gunstig.

Vervaardiging van het instrument volgens de onderhavige uitvinding verbetert de kwaliteit van de aangebrachte hechtingen, vergroot de functionele mogelijkheden van instrumenten voor het hechten van organen en 10-- maakt de toepassing van dergelijke instrumenten in verschillende gebieden van de chirurgie betrouwbaarder.

8302482

Claims

1. Heelkundig instrument voor het aanbrengen van liniaire kram- hechtingen voorzien van een lichaam (1) met een gesloten rechthoekig frame 5 (2) een matrijs (4) uitgerust met uitsparingen (4') en bevestigd aan een zijkant (3) van het gesloten rechthoekige frame (2) waaraan twee zijdelingse zijkanten (30, 31) naburig zijn, een kramkop (5) gelegen in het frame (2) tegenover de matrijs (4) en ten opzichte van de matrijs beweegbaar opgesteld, een losmaakbaar krammagazijn (9) aangepast om stationair 10 ten opzichte van de kramkop in de kramkop (5) te worden geplaatst en voorzien van een aantal kramsleuven (10), een kramuitwerper (11) beweegbaar aangebracht in de kramkop (5) en zo opgesteld om overeen te komen met de kramsleuven (10) in het magazijn (9), en desbetreffende bedieninge-organen (23, 26) van de kramkop (5) en van de kramuitwerper (11) opgenomen 15 in het lichaam (1), met het kenmerk, dat ieder van de zijdelingse zijkanten (30, 3D van het frame (2) een desbetreffende sleuf (45, 46) heeft gemaakt op het binnenoppervlak daarvan in de onmiddellijke nabijheid van de matrijs (4), waarbij de hartlijn van genoemde sleuf evenwijdig is aan de desbetreffende zijdelingse zijkant (30, 3D van het frame (2), en een des-20 betreffend gedeelte (4) van de matrijs voorzien van uiterste kramuitspa-ringen (49, 50) en een desbetreffend gedeelte van het krammagazijn (9) voorzien van uiterste kramsleuven (53, 54) zijn opgenomen binnen ieder van de sleuven (45, 46) op de desbetreffende zijdelingse zijkanten (30, 31) van het frame (2), met het krammagazijn (9) in de hechtstand.

2. Instrument volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de gedeel ten van het losmaakbare krammagazijn (9) die zijn geplaatst binnen de sleuven (45, 46) van de zijdelingse zijkanten (30, 3D van het frame (2) in een stand overeenkomend met de hechtprocedure, in breedte gelijk zijn met genoemde sleuven (45, 46).

3. Instrument volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het losmaakbare krammagazijn (9) geleidingsuitsteeksels (57, 58) heeft voor het magazijn om te passen in de kramkop (5), waarbij genoemde uitsteeksels zijn gelegen op dat gedeelte van dat magazijn dat wordt beperkt tot de afstand tussen de zijdelingse zijkanten (30, 3D van het frame (2) in-35 dien in de hechtstand.

4. Instrument volgens een der voorgaande conclusies, met het ken merk, dat de gedeelten van het losmaakbare krammagazijn (9) die overeen komen met de zijgroeven (13) gevormd door de geleidingsuitsteeksels (57,58) 3c- 0 2 4 8 2 m » -22- 24966/CV/tj en de gedeelten van genoemd magazijn die zijn geplaatst binnen de sleuven (45, 46) op de zijdelingse zijkanten (30, 31) van het frame (2) gelijk in breedte zijn.

5. Instrument volgens een der voorgaande conclusies, met het ken-5 merk, dat een desbetreffende opening (59, 60) is gemaakt in ieder van de zijdelingse zijkanten (30, 3D van het frame (2) op zijn gedeelten nabij de matrijs (4), terwijl genoemde opening in verbinding staat met de desbetreffende sleuven (45, 46).

6. Instrument volgens een der voorgaande conclusies, met het ken-10 merk, dat een desbetreffende uitsteeksel 61, 62) is aangebracht op een deel van het binnenoppervlak van ieder van de zijdelingse zijkanten (30, 31. van genoemd uitsteeksel nabij de matrijs (4), terwijl de desbetreffende sleuf (45, 46) in genoemd desbetreffend uitsteeksel (61, 62) is vervaardigd en open is aan de zijde tegenover de matrijs (4).

7. Heelkundig instrument voor het aanbrengen van liniaire kram- hechtingen voorzien van een lichaam (1) met een gesloten rechthoekig frame (2) dat is uitgerust met een desbetreffend gedeelte (67, 68) gelegen op het binnenoppervlak van ieder van zijn zijdelingse zijkanten (65, 66), een matrijs (69) uitgerust met uitsparingen (78, 79) en bevestigd 20 aan een zijkant (3) van het gesloten rechthoekige frame (2), waarbij genoemde zijkant (3) is opgesteld tussen de zijdelingse zijkanten (65, 66) van het frame (2), een kramkop (5) aangebracht in het frame (2) tegenover de matrijs (69) en ten opzichte daarvan verplaatsbaar, een losmaakbaar krammagazijn (80) aangepast om te worden geplaatst in de kramkop (5) 25 stationair ten opzichte van deze kramkop en voorzien van een aantal kram-sleuven (10), een kramuitwerper (11), die beweegbaar in de kramkop (5) is opgesteld en zodanig uitgevoerd dat deze overeenkomt met de kramsleu-ven (10) en het magazijn (80), en desbetreffende bedieningsorganen (23, 26. voor de kramkop (5) en de kramuitwerper (11) gelegen in het lichaam 30 (1), met het kenmerk, dat het losmaakbare krammagazijn (80) een desbe treffende sleuf (81, 82) in ieder van zijn eindvlakken heeft, welke overeenkomt met het desbetreffende uitsteeksel (67, 68) op de desbetreffende zijdelingse zijkant (65,66) van het frame (2) en uiterste krarasleuven (83, 84) van het magazijn (80) zijn gelegen op de de sleuf (81,82) vormen-35 de gedeeltenen de uiterste kramuitsparingen (78, 79) van de matrijs (69) overeenkomend met de kramsleuven (83, 84), terwijl de uiterste gedeelten van de matrijs (69), die de uiterste uitsparingen (78, 79) bezitten het desbetreffende uitsteeksel (67, 68) op de desbetreffende zijdelingse 85 0 2 482 % -23- 24966/CV/tj zijkant (55, 66) van het frame (2) omgeven.

3. Instrument volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat ieder van de uitsteeksels (67, 68) is gelegen op dat gedeelte van de desbetreffende zijdelingse zijkant (65, 66) welke nabij de matrijs (69) is.

9. Instrument volgens een dervoorgaande conclusies, met het ken merk, dat het losmaakbare krammagazijn (9) een aanslag (15) heeft gevormd als een uitsteeksel en aangepast om het magazijn eerst vast te zetten ten opzichte van de kramkop (5) en/of ten opzichte van de sleuven (45, 46) of ten opzichte van de uitsteeksels (61, 62) op de zijdelingse zijkanten 10 (30, 31) van het frame (2). 8502 482