NL8500743A - Combinatie van een enkele/dubbele orthodontische beugel met de rand naar voren. - Google Patents

Description

% N.0. 33.083 1

Combinatie van een enkele/dubbele orthodontische beugel met de rand · naar voren.

De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op orthodontische beugels die worden gebruikt door orthodontisten om een juiste beweging en plaatsing van de tanden van een patiënt te verkrijgen. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op het verschaffen van een 5 specifiek orthodontisch beugelsysteem en therapeutische techniek, die bepaalde voordelen verkregen door enkele orthodontische beugels van het koppelingstype met vleugels met de rand naar voren combineert met de voordelen verkregen door orthodontische beugels met de rand naar voren met dubbele koppelingvleugels.

10 Hoewel een aantal verschillende orthodontische technieken bekend zijn gebruikt het grootste deel van de orthodontisten in de praktijk in de Verenigde Staten op dit ogenblik één van de twee basistechnieken voor orthodontistische therapie bij een behandeling van patiënten. Deze basistechnieken zijn de "lichte draad"-techniek en de techniek met de 15 rand naar voren. Toepassingen met lichte draad werden eerst uitgevoerd en in deze techniek voorgesteld door een Australische orthodontist, R.P. Begg, die het idee van regeling met verschillende kracht introduceerde. Omdat bepaalde typen tandbewegingen meer weefselweerstand veroorzaken dan andere, en bepaalde bewegingen sneller plaats hebben dan 20 andere, redeneerde Begg dat de selectieve keuze, de vereiste bewegingen en het op de juiste wijze in verband brengen van de wederzijdse reacties, de tandbeweging op een geschikte wijze kan worden verkregen. De techniek met de licht draad volgens Begg verschaft een aantal belang^ rijke kenmerken. Beugels worden bevestigd op alle tanden van de patiënt 25 voorafgaand aan en omvattende de eerste molairen. Boogdraden zijn rond in dwarsdoorsnede en verschaffen het tot een boog vormen en het stellen van de tanden. Boogdraden zijn los bevestigd op de beugel en zijn niet gekoppeld. De beugels volgens Begg verschaffen een enkel puntsaanraking met de boogdraad om wrijving te verlagen en het mogelijk te maken dat 30 de tanden glijden, roteren, kantelen en vrij draaien. Kantelen, draaien en rotatie worden veroorzaakt door hulporganen niet door de passing tussen de boogdraad en de beugel zoals bij de werkwijze met de rand naar voren. Extra orale verankering wordt niet toegepast. Wederzijdse verankering wordt verschaft door het naar keuze toepassen van tanden 35 volgend op extractieplaatsen om de tanden voor de extractie plaatsen terug te trekken met intra en inter elastisch kraakbeen. De lichte draadtoepassingen zijn verschillende en variëren ten opzichte van de 8500743 * % v 2 oorspronkelijke uitvoering, hoewel bij alle ingewikkelde begrippen wat betreft theorie van tandbeweging en regeling van de verankering worden toegepast. Standaardtherapie met lichte draad benut geen extra-orale trekkracht, die vaak extractie met zich brengt van tanden en past in 5 het bijzonder meer hulpmiddelen toe dan gebruikelijke therapie met rand naar voren.

De meest verbreid toegepaste orthodontische therapietechniek in dit land en de techniek waarop de uitvinding berust, is de techniek met de rand naar voren, die op de markt is gebracht door Dr. Edward H.

10 Angle. Het zal echter duidelijk zijn dat de uitvinding ook kan worden toegepast bij andere orthodontische technieken zoals de multifase- en dubbele draadstechnieken met de rand naar voren, bijvoorbeeld. Bij de beginstappen van de therapie met de rand naar voren, worden boogdraden met cirkelvormige dwarsdoorsnede toegepast. De grotere flexibiliteit 15 van de ronde draad laat een groter gebied van beweging toe van slecht geplaatste tanden met minder kracht op de tanden. Voor de secundaire en afwerkingtherapie omvat de techniek met de rand naar voren typisch een nauwkeurig orgaan met een aantal banden bestaande uit een labiale boog-draad met rechthoekige dwarsdoorsnede die gewoonlijk een grotere afme-20 ting heeft van de zijden dan de randen ervan. De boogdraad wordt aangebracht en gekoppeld met metalen koppeldraad, of elastische draad of elke andere geschikte vorm van mechanisch vasthouden, in nauwkeurig passende horizontale sleuven voor gebogen draad die zijn gevormd in de beugels op alle permanente tanden omvattende de eerste molairen en vaak 25 de tweede molairen. De bovendraad eindigt in wang- of mondbuizen die elk een rechthoekig kanaal bezitten waardoor de einden van de rechthoekige boogdraad zich uitstrekken. De boogdraad die kan zijn samengesteld uit roestvrij staal of edele legering, is in het bijzonder geplaatst met zijn smalle afmeting of kant liggende tegen de labiale en buccale 30 oppervlakken van de tanden. Dit kenmerk verschaft aan de techniek zijn naam "met de rand naar voren". De techniek met de rand naar voren maakt regeling mogelijk in alle richtingen en elke afzonderlijke tand kan tegelijkertijd in drie richtingen worden bewogen; bijvoorbeeld kan een snijtand linguaal of distaai worden bewogen en worden geroteerd om zijn 35 lange hartlijn bij één instelling van de boogdraad. De rechthoekige dwarsdoorsnede van de boogdraad maakt het mogelijk dat hij tot een gewenste mate wordt gedraaid en, omdat hij van veerkrachtige aard is, wordt, de draaikracht uitgeoefend via de gebogen draad op de tanden, waarbij een draaibeweging van de tanden wordt geïnduceerd als de boog-40 draad terugdraait als gevolg van de verende werking en naar zijn norma- 85 0 0 7 43 4 '«'» 3 le niet gedraaide vorm terugkeert. De beugels zijn nauwkeurig vervaardigd tot een rechthoekige vorm zodat de orthodontist nauwkeurig bewerkte boogdraden kan kiezen om deze zo nauwkeurig als gewenst te laten passen. Kantelen, draaien en rotatie worden verkregen door de passing 5 tussen de gebogen draad en de beugel. Extra-orale verankering kan indien gewenst wel of niet worden toegepast. Onderlinge verankering kan worden verschaft door extraktie van tanden en het naar keuze gebruiken van de tanden volgend op de plaatsen waar extraktie heeft op de tanden liggende voor de extraktieplaats terug te trekken met intra en inter 10 kraakbeenelasticiteit en/of sluitende lusboogdraden. Deze techniek is in het bijzonder gericht op de techniek met de rand naar voren en heeft in het bijzonder betrekking op een orthodontisch toepassingssysteem dat speciale voordelen integreert, die worden verschaft door toepassingen met de rand naar voren met de mogelijkheid van enkele en dubbele koppels ling.

Enkelvoudige beugels met bevestigingsvleugel voor de met de kant naar voren techniek omvat een basisconstructie die een nauwkeurige actieve boogdraadgroef bezit die een rechthoekige boogdraad opneemt. Een paar koppelingvleugels spreidt zich uit vanaf de beugelbasis of tegen-20 over elkaar liggende zijden van de nauwkeurige boogdraadsleuf. Deze vleugels zijn in het bijzonder gecentreerd ten opzichte van de beugel-constructie en zijn daarom bedoeld om te worden geplaatst in in hoofdzaak gecentreerde mesio-distaal verband met het faciale oppervlak van de tand waarop de beugel is bevestigd. Een koppelingsdraad of elastisch 25 orgaan is met een lus geplaatst over elk van de vleugels en is geleid over de boogdraad aan elk einde van de sleuf, waardoor aldus de boogdraad strak wordt bevestigd in zijn nauwkeurige sleuf.

Enkele beugels verschaffen een maximaal nuttig effekt bij toepassing van kantelen en draaien van de tanden maar zijn minimaal efficiënt 30 voor het regelen van de rotatie. Aanvankelijk werd de rotatieregeling verkregen door het solderen of lassen van ogen op het uiterste mesiale of distale einde van de band bevestigd op de tand. De orthodontist kan het oog koppelen met de boogdraad, door dat oppervlak dichter bij de boogdraad te trekken en ervoor zorg te dragen dat de tand roteert om de 35 centraal geplaatste beugel. Dit is een ingewikkelde en niet efficiënte werkwijze voor het regelen van de rotatie.

Vervolgens werden vaste of flexibele rotatiehefbomen, die zich me-siaal en distaai uitstrekken, toegevoegd aan de centraal geplaatste enkele beugel. Aldus steekt een geroteerde tand met de rotatievleugel 40 meer faciaal dan de beugel uit. De gebogen draad raakt de rotatiebeugel 8500743 4 en, omdat de draad is gekoppeld in de vleugel, heeft dit tot gevolg dat de tand roteert om de beugel. De rotatiehefboom is instelbaar zodat hij zich in meerdere of mindere mate als gewenst uitstrekt in faciale richting. Dit maakt het voor de orthodontist mogelijk de gewenste mate van 5 rotatie te kiezen door het instellen van de rotatiehefboom in plaats van het instellen van de gebogen draad.

Het nadeel van het benaderen van de rotatiehefboom van de tandbe-weging is duidelijk in de aanvankelijke trappen van de behandeling. De gebogen draad raakt de rotatiehefboom niet als een tand wordt gekanteld 10 en sterk wordt geroteerd en voorkomt dat een aktie optreedt behalve als de gebogen draad is ingesteld om de rotatiehefboom indien gekoppeld te raken. Het aanvankelijke inbrengen van de rotatiedraad kan dus inefficiënt zijn en meer ervaring vereisen om te koppelen.

Dubbele beugels zijn voorgesteld om het effekt van de niet effi-15 ciënte rotatie van de enkele beugel te verlichten. In plaats van één centraal geplaatste beugel zijn twee beugels geplaatst op het mesiale en distale deel van de tand. Als dus elke beugel is verankerd op de gebogen draad, richt het faciale oppervlak van de tand zich naar de gebogen draad, waarin de tand wordt geroteerd.

20 Een van de rotatieprincipes bij orthodontisten is overcorrectie van het oorspronkelijke probleem om de neiging van terugspringen of terugvallen te compenseren. Dit is in het bijzonder aangegeven voor geroteerde tanden. Dubbele beugels hebben geen vermogen voor overrotatie. Voor overrotatie met dubbele beugel moet de gebogen draad worden gebo-25 gen of een hulpmiddel moet worden toegevoegd om het mesiale of distale deel van de beugel van de gebogen draad af te drukken. Verder ontbreekt bij de enkele beugels met de rand naar voren zonder rotatiehefbomen ook het vermogen tot overrotatieregeling, wat hierna meer in detail zal worden besproken.

30 Eén van de meer belangrijke voordelen van de enkele beugels is dat dit wordt verkregen door de actieve lengte van de gebogen draad die aanwezig is tussen de verbindingspunten met naast liggende beugels. Dit is bekend als "breedte tussen de beugel”. Omdat het verbindingspunt tussen naast elkaar liggende enkele beugels wordt verkregen op in 35 hoofdzaak het midden van de naast liggende tand, strekt de gebogen draadlengte en aldus de breedte tussen de beugel zich uit naar punten nabij de middens van de naast liggende tanden. De langwerpige overspanning van de gebogen draad die aanwezig is tussen enkele beugels maakt het mogelijk dat krachten met lagere grootte worden uitgeoefend op de 40 tanden gedurende langere tijdsperioden vergeleken met de omstandigheden 8500745 ê t 5 waarbij de breedte tussen de beugels beperkt is en de gebogen draad-overspanning kort is, zoals het geval is als gebruikelijk dubbele beugels worden toegepast. De lange overspanning van de gebogen draad kan veel verder worden gedraaid zonder de elasticiteitsgrens te overschrij-5 den van het materiaal van de gebogen draad waardoor een permanent meegeven of deformeren van de gebogen draad wordt veroorzaakt. Als de gebogen draad tussen de beugels van beperkte lengte is, wat typisch het geval is waarbij dubbele beugels worden gebruikt bij de techniek met de rand naar voren kan het uitoefenen van hoge krachten op de tanden 10 plaats hebben met slechts minimaal draaien of buigen van de gebogen draad. Dus nadat een beperkte beweging van de tanden optreedt verdwijnen de krachten geïnduceerd door de korte breedte van de gebogen draad tussen de beugels snel, waardoor vaak instellen is vereist opdat de optimale uitoefening van kracht wordt gehandhaafd voor een efficiënte be-15 weging van de tanden. Natuurlijk zal het duidelijk zijn dat het veelvuldig instellen van orthodontische middelen het vaak op het spreekuur komen van de patiënt noodzakelijk maakt voor het instellen van het orthodontische hulpmiddel en dit is van nadeel voor de patiënt. Een dergelijke veelvuldige instelling vereist ook een belangrijke mate van be-20 zetting van de spreekkamer van de orthodontist, waardoor hetzij de be-handelingskosten voor de patiënt toenemen, hetzij het commerciële voordeel van orthodontische behandeling van de dokter wordt geminimaliseerd. Het is daarom gewenst een systeem te verschaffen voor orthodontische behandeling waarbij de visites van de patiënt zo gering mogelijk 25 worden en de bezetting van de spreekkamer ook zo gering mogelijk wordt, ten voordele van zowel de patiënt als de dokter.

Dubbele beugels voor de techniek met de rand naar voren zijn toegepast gedurende een lange tijdsperiode. Dubbele beugels omvatten in het bijzonder een paar op afstand van elkaar liggende uitsteeksels, die 30 zich uitstrekken vanaf of zijn gevormd door de basis van de beugel, waarbij elk uitsteeksel is gevormd voor het bepalen van een nauwkeurig segment met actieve sluiting van de gebogen draad. De op afstand van elkaar liggende actieve draadboogsleufsegmenten werken samen voor het bepalen van een nauwkeurige gebogen draadsleuf wat het effekt heeft van 35 het verlengen van de gehele lengte van de basis. Elk van de uitsteeksels is voorzien van bovenste en onderste vleugels waardoor een beugel-constructie wordt verschaft met vier vleugels, welke vleugels en de ef-fektieve gebogen draadsleuf eindigt aan tegenover elkaar liggende zijdelen van de basisconstructie. Met de basisconstructie gecentreerd ten 40 opzichte van de tanden, die moeten worden bewogen, worden de vleugels 8500743 6 in paren geplaatst op tegenover elkaar liggende zijden van de tanden, waardoor een beugelconstructie wordt bepaald met efficiënte regeling van de rotatie. De orthodontist kan verankeringsdraad of elastische organen toepassen tussen bepaalde vleugels en de gebogen draad voor het 5 ontwikkelen van krachtmoment, die noodzakelijk is voor het efficiënte regeling van de rotatie.

Eén van de typische nadelen van het gebruik van dubbele beugels is het minimaliseren van de onderlinge beugelbreedte die ontstaat als resultaat van het plaatsen van de vleugels aan tegenover elkaar liggende 10 zijdelen van de beugelconstructie. Gewoonlijk, als boven aangegeven, leidt het minimaliseren van de breedte tussen de beugels samen met de met de rand naar voren orthodontische techniek tot het nadeel van het vereisen van vele bezoeken van de patiënt en toename van de bezetting van de spreekkamer als gevolg van de noodzakelijkheid van het frequent 15 instellen van het orgaan om krachtniveau's te handhaven binnen de optimale reeks voor een efficiënte beweging van de tanden.

Een ander belangrijk nadeel van dubbele beugels is dat de ruimten die typisch beschikbaar zijn tussen de vleugels van naast elkaar liggende beugels onvoldoende ruimte laten tussen de tanden voor de sluit-20 lussen en de bindlussen. Het is daarom gewenst een orthodontische beugelconstructie te verschaffen die voordelen heeft verschaft door dubbele beugels en toch weinig ruimte verschaft tussen bepaalde vleugels van naast elkaar liggende beugels om het efficiënt gebruik van sluitlussen en bindlussen te vergemakkelijken samen met de orthodontische therapie 25 met de rand naar voren.

Een eerste doel van de uitvinding is het verschaffen van een nieuw enkel/dubbel orthodontisch beugelsysteem dat het mogelijk maakt overro-tatie-regelkrachten op de tanden uit te oefenen.

Het is ook een doel van de uitvinding een nieuw orthodontisch beu-30 gelsysteem te verschaffen onder gebruikmaking van dubbele vleugels voor effektieve rotatieregeling en ook de lengte te verschaffen van de breedte tussen de beugels die gewoonlijk wordt verschaft door enkele beugels om een maximale draadbooglengte te handhaven tussen naast elkaar liggende beugels.

35 Een verder kenmerk van de uitvinding is het verschaffen van een nieuw orthodontisch beugelsysteem waarbij dubbele vleugels worden toegepast voor optimale regeling van de rotatie maar ook het centraal georiënteerd beugeldeel toepast dat een nauwkeurig bewerkte actieve sleuf voor de gebogen draad vormt die het gecontroleerd kantelen en roteren 40 van de tanden bevordert, wat in het bijzonder wordt bereikt door toe- 8500743 7 passing van beugels van het type met enkele vleugel in overeenstemming met de gebruikelijke therapie met de rand naar voren.

Van de vele doeleinden van de uitvinding wordt het verschaffen beoogt van een nieuw orthodontische beugelsysteem waarbij dubbele vleu-5 gels worden toegepast waarbij toch voldoende ruimte wordt verschaft tussen bepaalde naast elkaar liggende beugels voor het op effici'énte wijze toepassen van lussen en sluitlussen.

Het is ook een kenmerk van de uitvinding een nieuw enkel/dubbel orthodontisch beugelsysteem te verschaffen met betere rotatieregeling 10 en overrotatievermogen vergeleken met gebruikelijke dubbele beugels.

Een verder kenmerk van de uitvinding is het verschaffen van een nieuwe uitvoering van de orthodontische beugel waarmede het voor een orthodontist mogelijk is naar keuze verschillende combinaties te gebruiken van rotatie- en overrotatieregeling, draaiing en kanteling een-15 voudigweg door keuze van verschillende dubbele beugels die elk een gecentraliseerd enkel beugeldeel bezitten dat ten minste één nauwkeurige actieve sleuf voor de gebogen draad vormt in overeenstemming met het principe van de uitvinding.

Een ander kenmerk van de uitvinding is het verschaffen van een 20 nieuwe orthodontische beugelconstructie die het uitoefenen van efficiënte krachtvectoren mogelijk maakt van het koppelorgaan naar de gebogen draad met de rand naar voren.

Een ander kenmerk van de uitvinding is het verschaffen van een en-kele/dubbele orthodontische beugel die eenvoudig van aard is, verge-25 lijkbaar is met andere orthodontische beugels gezien vanuit het standpunt van het gemak van aanbrengen en gebruiken en niet leidend aan nadelen vergeleken met andere overeenkomstige orthodontische beugelsyste-men.

In het kort omvat de combinatie enkele/dubbele orthodontische beu-30 gels volgens de uitvinding een basis of lichaam dat onbeweegbaar ten opzichte van de tanden kan worden bevestigd. De basis kan zijn bevestigd op banden, die om de tanden zijn geplaats en op hun plaats zijn gehecht, of de basis kan zijn aangepast voor het direkt hechten van de tandconstructie. Bij één uitvoering van de uitvinding bepaalt de basis 35 een paar zich naar buiten uitstrekkende op afstand van elkaar liggende uitsteeksels, waarvan elk bovenste en onderste vleugels bepaalt voor het verankeren, waarbij een orthodontische beugelconstructie wordt verkregen met de algemene vorm van een dubbel beugelsysteem. Tussen de op afstand van elkaar liggende vleugeluitsteeksels is een tussen-actief 40 deel voor de gebogen draad gevormd, dat indien gewenst los kan zijn ten 8500743 * * 8 opzichte van de vleugeluitsteeksels, of als alternatief een integraal deel kan zijn van een enkel uitsteeksel dat op afstand van elkaar lig” gende vleugeldelen bepaalt en het actieve tussendeel voor de gebogen draad. Het tussenliggende deel van de orthodontische beugel is bewerkt 5 voor het verschaffen van een nauwkeurige actieve sleuf voor de gebogen draad vervaardigd in overeenstemming met de therapie met de rand naar voren. De op afstand van elkaar liggende vleugeluitsteeksels van de orthodontische beugelconstructie zijn elk gevormd voor het bepalen van reliëfgroeven van de gebogen draad waardoor de gebogen draad zich uit-10 strekt. Deze groeven zijn onderling niet actief met de gebogen draad maar bepalen een reliëf van de gebogen draad dat door de gebogen draad een geregelde tandbeweging mogelijk maakt die wordt verkregen door door de gebogen draad overgebrachte kracht die slechts actief is vanaf het tussenliggende deel van de beugel. De niet actieve groeven van de gebo-15 gen draad in het uitstekende vleugeldeel van de beugelconstructie kan worden gevormd voor het bepalen van oppervlakken die divergeren zowel in breedte- als in diepterichting vanaf de meest centraal liggende delen ervan naar buiten naar de betreffende einden van de beugel. Omdat de oppervlakken van de gebogen draadgroeven naar buiten divergeren zo-20 wel in occlusale-gingivale breedte en buccale-linguale diepte verschaffen de groeven van de gebogen draad voldoende struktureel reliëf dat de vleugeldelen van de beugelconstructie de gebogen draad niet hinderen en daardoor een nauwkeurige actieve sleuf mogelijk maken van het tussendeel van de beugelconstructie voor. het verschaffen van een door de ge-25 bogen draad geleid kantelen en draaien van de tanden. Verder wordt door de beugel te voorzien van een tussenliggend deel en door het voorkomen van interferentie van de gebogen draad op de dubbele vleugeldelen van de beugelconstructie, een maximale breedte tussen de beugel bepaald tussen naast elkaar liggende orthodontische beugels. Dit kenmerk ver-30 schaft een maximale regelactiviteit van de gebogen draad, alsof de constructie van de beugel slechts even breed is als het smalle tussenliggende deel van de beugel.

Bij een andere uitvoering van de uitvinding kan een orthodontische beugelconstructie actieve gebogen draadsleuven omvatten in beide dubbe-35 le koppelvleugeldelen van de beugelconstructie. In dit geval wordt de sleuf van de gebogen draad gevormd voor het bepalen van een reliëf van de gebogen draad slechts in diepterichting vanaf het tussenliggende deel. Dienovereenkomstig wordt de breedte tussen de beugels bepaald door het reliëf tussen de scharnierdelen van de orthodontische beugels 40 van naast elkaar liggende tanden in de eerste plaats verschaft voor het 8500743 9 veroorzaken van de rotatie en overrotatie.

Onder bepaalde omstandigheden waarbij het dubbele koppelvermogen gewenst is en gesloten lussen en bindlussen ook gewenst zijn, kan de combinatie enkele/dubbele orthodontische beugelconstructie de vorm heb-5 ben van een "T" waarbij een paar op afstand van elkaar liggende koppe-lingsvleugels op de bovenste en onderste delen ervan aanwezig zijn en een centraal geori'ênteerde verankeringsvleugel op het tegenover liggende deel ervan. De beugelconstructie kan zo zijn dat hij een nauwkeurige actieve sleuf voor de gebogen draad tussen de uiteinden ervan bepaalt 10 en met andere delen van de beugelconstructie ontlast, voor het opnemen van de gebogen randdraad in een niet hinderende samenhang.

Andere en verdere doeleinden, voordelen en kenmerken van de uitvinding zullen blijken voor een deskundige bij het beschouwen van de gehele inhoud. De vorm van de uitvinding die nu in detail wordt be-15 schreven illustreert de algemene principes van de uitvinding, maar het zal duidelijk zijn dat deze gedetailleerde beschrijving niet moet worden beschouwd als een begrenzing van het kader van de uitvinding. Het is mogelijk dat de uitvinding vele geschikte vormen kan bezitten buiten die die in het bijzonder worden beschreven, zonder het kader van de 20 uitvinding te verlaten.

In de tekening toont: fig. 1 een aanzicht in perspectief van een orthodontische beugel die is vervaardigd in overeenstemming met de uitvinding en die een centraal geplaatst actief deel voor de gebogen draad omvat, die is ge-25 plaatst tussen en afzonderlijk is van een paar dubbel koppelende vleu-geluitsteeksels; fig. 2 een bovenaanzicht van de orthodontische beugelconstructie volgens fig. 1; fig. 3 een eindaanzicht va de orthodontische beugel volgens de 30 fig. 1 en 2 over de lijn III-III in fig. 1; fig. 4 een doorsnede van de orthodontische beugelconstructie volgens de fig. 1 en 2 waarbij de doorsnede is genomen over lijn IV-IV in fig.2; fig. 5 een aanzicht in perspectief van een orthodontische beugel, 35 die is geconstrueerd in overeenstemming met de uitvinding en een andere uitvoering vormt; fig. 6 een bovenaanzicht van de orthodontische beugelconstructie volgens fig. 5;

fig. 7 een doorsnede over de orthodontische beugel weergegeven in 40 de fig* 5 en 6, waarbij de doorsnede is genomen langs de lijn VII-VII

8500743 * * 10

In fig. 6; fig. 8 een gedeeltelijk aanzicht met de tanden van een pati’ént voorzien van een orthodontische inrichting met beugels met de vorm weergegeven in de fig. 5-7 en volgens het principe van de uitvinding; 5 Fig. 9 een bovenaanzicht van een orthodontische beugel geconstru eerd in overeenstemming met de uitvinding en geeft een verdere alternatieve uitvoering daarvan; fig. 10 een doorsnede over de lijn X-X in fig. 9; fig. 11 een bovenaanzicht van een orthodontische beugel volgens 10 een verdere andere uitvoering van de uitvinding waarbij een orthodontische beugel omvattende een dubbele koppeling met vleugel ook is voorzien van de mogelijkheid van het toelaten van enige ruimte tussen de beugelconstructies opdat de sluitlussen en de teruglussen kunnen worden gebruikt tussen de beugels; 15 fig. 12 een eindaanzicht is van de orthodontische beugel volgens fig. 11, welk aanzicht is genomen vanaf de lijn XII-XII in fig. 11; fig. 13 een bovenaanzicht van een vereenvoudigde orthodontische beugel omvattende de principes volgens de uitvinding en geeft een enkele/ dubbele orthodontische beugelconstructie weer met een tussenliggend 20 actief deel voor de gebogen draad aangebracht tussen de dubbele vleugels; fig. 14 een doorsnede over de lijn XIV-XIV in fig. 13; fig. 15 een doorsnede van een andere uitvoering van de uitvinding met een variatie van de uitvoering volgens de fig. 13 en 14 waarbij het 25 tussenliggende actieve deel van de gebogen draad wordt bepaald door een in het algemeen rechthoekig uitsteeksel; fig. 16 een aanzicht van een andere uitvoering van de uitvinding waarbij een variatie van de beugelstruktuur volgens de fig. 6 en 7 wordt gegeven waarbij de ontlastgroef voor de gebogen draad in het al-30 gemeen rechthoekig is; fig. 17 een doorsnede over de lijn XVTI-XVII in fig. 16; fig. 18 is een eindaanzicht van een enkele/dubbele orthodontische beugel volgens een verdere uitvoering van de uitvinding waarbij een elastisch koppelorgaan een met de rand naar voren gebogen draad beves-35 tigd in de gebogen draadsleuf van de beugel, en waarbij de sleuf voor de gebogen draad en de gebogen draad zijn weergegeven in sterk gebogen stand zoals voor linguale toepassing; fig. 19 een vooraanzicht van een enkel/dubbel orthodontische beu-gelconstructie overeenkomstig die van fig. 18, en met de gebogen draad-40 sleuf onder een kleinere hoek vergeleken met fig. 18; 8500743 11 fig. 20 een eindaanzicht van een enkele/dubbele orthodontische beugel overeenkomstig fig. 18 met de rand naar voren; fig. 21 in perspectief de orthodontische beugel volgens fig. 18 bij afwezigheid van de gebogen draad en het elastische koppelorgaan.

5 In de tekening en in de eerste plaats in de fig. 1-4 is een ortho dontische beugel weergegeven omvattende de verschillende kenmerken van de uitvinding, in het algemeen aangegeven met 10, en omvat een basis of beugellichaam 12 dat vast kan worden bevestigd ten opzichte van een enkele tand van een patiënt die een orthodontische therapie ondergaat. De 10 basis 12 kan zijn bevestigd op een metalen band die de tand omgeeft zoals door puntlassen, indien gewenst of als alternatief kan de basisconstructie zijn uitgevoerd voor het direkt hechten ervan op het tandgla-zuuroppervlak van de tand. Het basisdeel van de orthodontische beugel is bij voorkeur gevormd uit een metaal zoals roestvrij staal of edelmer· 15 taal, maar als alternatief kunnen de basis en de andere componenten van de orthodontische beugelconstructie zijn samengesteld uit elk geschikt materiaal dat kan worden gebruikt voor het verkrijgen van orthodontische therapie met de rand naar buiten. De basisconstructie kan zijn bevestigd op banden of op de tanden van de patiënt op zodanige wijze dat 20 de gebogen draad zich uitstrekt nabij het labiale en buccale oppervlak van de tanden van de patiënt.

Een paar beugelbasisuitsteeksels 14 en 16 strekken zich naar buiten uit vanaf één zijde van de basisconstructie 12 en kunnen worden bevestigd op de basisconstructie door middel van lassen, of bij een ande-25 re uitvoering kunnen zij zijn gevormd als één geheel met de basisconstructie. De beugelbasisuitsteeksels zijn geplaatst op of nabij de tegenover elkaar liggende mesiale en distale randen 18 en 20 van de basis 2 waardoor het mogelijk is dat krachten geïnduceerd door de beugeluit-steeksels worden opgenomen op de randdelen van de betrokken tand en 30 daardoor de mogelijkheid verschaffen van het efficiënt inbrengen van rotatiekrachten op de tand. Elk van de beugeluitsteeksels 14 en 16 omvat bovenste en onderste verbindingsvleugels zoals weergegeven bij 22, 24, 26 en 28. Op afstand van elkaar liggende vleugels zoals 22 en 26 bepalen een speciale vleugellengte van de beugel. Omdat de basisuit-35 steeksels 14 en 16 zijn geplaatst op betreffende zijdelen van de basisconstructie 12 zijn de bovenste en onderste paren verbindingvleugels ook geplaatst buiten het midden van de tand die de behandeling ondergaat. Als een verbindingsdraad of elastische band wordt geplaatst om bovenste en onderste bindvleugels en geleid over de gebogen draad, 40 wordt een kracht met een rotatiemoment geïnduceerd door het betreffende 8500743 12 vleugeluitsteeksel op de basis constructie 12 en dan naar de tand, waarbij een rotatiebeweging wordt geïnduceerd naar de tand binnen de alveolaire boog. Het vermogen tot rotatie van de orthodontische beugel-constructie 10 wordt meer gedetailleerd hierna beschreven, in het bij-5 zonder in verband met het induceren van boven-rotationele krachten op de tanden van de patiënt.

De orthodontische beugel omvat een tussen-actief deel 30 voor de gebogen draad, die is bevestigd op of als één geheel is gevormd met de basisconstructie 12 en die tussen de twee basisuitsteeksels 14 en 16 is 10 geplaatst. Het tussendeel 30 is bewerkt of op andere wijze gevormd voor het bepalen van een nauwkeurige actieve gebogen draadsleuf 32 met in het algemeen vlakke op afstand van elkaar liggende zijwanden 34 en 36, die nauwkeurig evenwijdig zijn en in staat zijn een gebogen draad met de rand naar voren op te nemen van rechthoekige dwarsdoorsnede in de 15 nauwkeurige passing daartussen. Hoewel de gebogen draadsleuven van de verschillende beugels hier zijn weergegeven als in hoofdzaak loodrecht op de basis staand gezien in dwarsdoorsnede, zal het duidelijk zijn dat de verschillende hellende sleuven voor gebogen draad ook kunnen worden gebruikt binnen het kader van de uitvinding. Gedurende de aanvankelijke 20 beweging van de tand is de gebogen draad typisch van cirkelvormige dwarsdoorsnede voor het verhogen van de flexibiliteit om daardoor slechte occlusie op te nemen. Gedurende de laatste trappen van de therapie met de rand naar voren is de gebogen draad van rechthoekige dwarsdoorsnede en de de tanden bewegende krachten worden overgebracht 25 vanaf de gebogen draad naar de beugel als gevolg van de nauwkeurige onderlinge passing van de rechthoekige gebogen draad in de rechthoekige draadsleuf. De gebogen draadsleuf 32 wordt ook bepaald door een vlakke bodem van de wand 38, die op afstand evenwijdig loopt met het bovenoppervlak 40 van het tussendeel, waarbij de onderlinge afstand zodanig is 30 dat het bovenoppervlak van de rechthoekige gebogen draad in in hoofdzaak coëxtensieve relatie is geplaatst met het bovenoppervlak. Het zal echter duidelijk zijn dat het bovendeel van de gebogen draad boven of beneden het bovenoppervlak 40 van het scharnierdeel kan worden geplaatst binnen het kader van de uitvinding.

35 Als boven beschreven is het gewenst een orthodontische beugelcon- structie te verschaffen met dubbele bindcapaciteit zonder dat beperking optreedt van de rotatieregeling die typisch is bij gebruikelijke dubbele orthodontische beugels. In overeenstemming met de uitvinding wordt beweging van de tanden als gevolg van het gebruik van de bijzondere 40 therapie met de rand naar voren bereikt door het tussenliggende actieve 9^ 0 743 > 13 deel van de gebogen draad van de orthodontlsche beugel 10. Omdat het tussenliggende deel 32 in hoofdzaak is gecentreerd ten opzichte van de basisconstructie 12 en de nauwkeurige sleuf 32 voor de gebogen draad van minimale lengte is, zoals typisch aanwezig bij enkele orthodon-5 tische beugels, strekt de effektieve ruimte tussen de beugels tussen naast elkaar liggende beugels zich uit van de betreffende einddelen van de gebogen draadsleuf in slechts het tussen-actieve deel van de draad-boog. De op afstand van elkaar liggende uitsteeksels 14 en 16 hebben geen actief reactievermogen voor de gebogen draad en hebben daardoor 10 geen effekt op de regeling van het draaien en kantelen van de tanden.

Elk van de uitsteeksels 14 en 16 is gevormd voor het bepalen van vrijgeven van de gebogen draad wat de vorm kan hebben van een groef voor gebogen draad, zoals respectievelijk weergegeven bij 42 en 44. De betreffende groeven van de gebogen draad van de dubbele uitsteeksels zijn 15 zodanig gevormd dat de oppervlakken ervan divergeren of uitwaaieren zowel occlusaal als gingivaal omdat de groeven het basisdeel doorlopen (mesiaal en distaai). Als in het bijzonder weergegeven in de fig. 1 en 2 is het dubbele uitsteeksel 14 gevormd voor het bepalen van divergerende groefoppervlakken 46 en 48, die als weergegeven van in hoofdzaak 20 vlakke vorm zijn. Opgemerkt wordt dat de bijzondere vorm van de oppervlakken 46 en 48 en de vorm van de groef voor de gebogen draad niet regelend zijn wat betreft het doel van de uitvinding, is het slechts noodzakelijk dat de groeven 42 en 44 van voldoende ontlaste vorm zijn om het mogelijk te maken dat de gebogen draad kan worden gebogen en/of 25 gedraaid vanaf de sleuf 32 van de gebogen draad naar buiten bij voorkeur zonder aanraking van de wandoppervlakken van de betreffende groef van de gebogen draad. Opgemerkt wordt dat in de aanvankelijke stappen van de orthodontische therapie, in het bijzonder in het geval van sterke slechte occlusie de gebogen draad een voldoende buiging en/of twist 30 kan vereisen opdat hij in aanraking komt met een buitenrand bepaald door de ontlastgroef van de gebogen draad. Het is logisch dat de breedte tussen de beugeltand beperkt is. Zodra de tand met slechte occlusie begint te bewegen als gevolg van de therapie, beweegt de buitenrand van de beugel buiten aanraking met de gebogen draad. Zodra dit optreedt, 35 wordt de maximale breedte tussen de beugel vastgesteld. De divergerende oppervlakken 46 en 48 verschaffen voldoende vrijheid van de gebogen draad dat een sterk buigen en twisten van de gebogen draad tussen de tussenliggende secties van naast elkaar liggende orthodontische beugels en daardoor het aanbrengen van draaiing mogelijk is door de beugelcon-40 structie naar de tanden in overeenstemming met de gebruikelijke thera- 8500743 14 pie met rand naar voren. De groef 42 voor de gebogen draad wordt ook bepaald door een taps toelopend oppervlak 50, dat de aard heeft van een naar binnen divergerend oppervlak dat taps naar binnen toeloopt vanaf het bodemoppervlak 38 van de gebogen draadgroef 32. Het inwendige taps 5 toelopende oppervlak 50 verzekert dat het basisuitsteeksel 14 het rota-tievermogen van de orthodontische beugel niet hindert en, in feite, de naar binnen taps toelopende oppervlakken van elk van de basisuitsteeksels samenwerken voor het verschaffen van de beugelconstructie met een overrotatieregelvermogen. Het tegenover liggende vleugeluitsteeksel 16 10 bepaalt ook een divergerende groef 52 voor de gebogen draad onder vorming van divergerende bovenste en onderste oppervlakken 54 en 56 en een naar binnen gericht taps toelopend oppervlak 58. De grote hoek van de divergerende groeven voor gebogen draad van elk van de basisuitsteeksels maakt een extensieve deformatie mogelijk van de gebogen draad het-15 zij bij buigen of draaien over de betrekkelijk lange lengte of breedte tussen de beugels die aanwezig is tussen naast elkaar liggende tussenliggende secties van beugels bij ndast elkaar liggende tanden. Binddraden, uitwendige veren, elastische organen en dergelijke kunnen daarom worden gebruikt voor het verschaffen van geregelde rotatiekrachten 20 waardoor een efficiënte rotatiebeweging van de tanden wordt geïnduceerd tijdens de orthodontische therapie, zoals typisch slechts doorlaatbaar is door het gebruik van enkele beugels met de rand naar voren. Bovendien verschaffen deze sterk divergerende groeven van de beugel op ef-fektieve wijze de constructie van de beugel met een overrationeel ver-25 mogen waardoor het mogelijk is dat de tanden van de patiënt snel moeten worden bewogen totdat zij de eindstanden bereiken in de alveolaire boog.

De orthodontische beugel 10 verschaft de orthodontist het vermogen van het bereiken van tandbeweging onder gebruikmaking van een combina-30 tie van kenmerken die effektief zijn gebleken bij zowel enkele beugels als dubbele beugels. Enkele beugels werken efficiënt als gevolg van hun lange effektieve breedte tussen de beugels en omdat zij het vermogen bezitten van het introduceren van efficiënte kantel- en draaimomenten op de tanden. Hoewel de beugelconstructie volgens de uitvinding van een 35 lengte is van een dubbele beugel bezit hij een tussen-actief deel van de draadboog met enkele beugelbreedte, samen met ontlastgroeven voor de gebogen draad in de op afstand van elkaar liggende dubbele vleugeluit-steeksels ervan, waarbij de beugelconstructie de mogelijkheid verkrijgt van zowel een enkele als een dubbele beugel. De beugel verschaft de 40 kantel- en draaimomenten van enkele beugels en maken de rotatie- en de 8500743 15 overrotatieregeling mogelijk die gewoonlijk slechts wordt bereikt bij dubbele beugels. Het kenmerk dat gewoonlijk niet aanwezig is of niet effectief is bij enkele orthodontische beugels, dat wil zeggen rotatie-regeling, wordt op effektieve wijze verschaft bij de beugelconstructie 5 volgens de fig. 1-4.

In de fig. 5, 6 en 7 is een enkele/dubbele orthodontische beugelconstructie weergegeven, in het algemeen bij 60, welke beugel van een andere uitvoering is onder toepassing van dezelfde algemene principes als aanwezig bij de orthodontische beugelconstructie 10 volgens de fig. 10 1-4. De orthodontische beugel 60 kan als gevolg van zijn eenvoud van uitvoering en constructie een voorkeursuitvoering zijn gezien vanuit het standpunt van vervaardiging en gebruik. Als weergegeven omvat de orthodontische beugel 60 een basisconstructie 62 die kan worden bevestigd op de tandconstructie van een pati’ént op dezelfde wijze als het 15 basisdeel 12 volgens de fig. 1-4. Een basisuitsteeksel 64 strekt zich uit vanaf het basisdeel 62 en kan als gewenst worden bevestigd op of als één geheel worden gevormd met de basisconstructie. Het basisuitsteeksel 64 is gevormd voor het bepalen van een tussendeel 66 met een actieve sleuf 68 voor de gebogen draad die daarin is gevormd, en kan 20 een gebogen draad met de kant naar voren opnemen in nauwkeurig sluitend verband volgens het principe van de orthodontische therapie met de rand naar voren. Het zal uit de fig. 6 en 7 duidelijk zijn dat de sleuf 68 voor de gebogen draad wordt bepaald door evenwijdige oppervlakken 70 en 72 en een vlak bodemoppervlak 74. Als de gebogen draad in aanraking is 25 met het bodemoppervlak 74 is het faciale oppervlak van de gebogen draad geplaatst in hoofdzaak op één lijn met het faciale oppervlak 76 van het tussenliggende actieve deel van de gebogen draad. Het zal duidelijk zijn dat de lengte van de sleuf 68 voor de gebogen draad equivalent is met de lengte van een sleuf voor de gebogen draad bij een gebruikelijke 30 enkele beugel.

Het uitsteeksel 64 omvat einddelen of secties die kunnen worden aangegeven met vleugelsecties 78 en 80. De vleugelsectie 78 bepaalt een paar bindvleugels 82 en 84, die zich uitstrekken vanaf het bovenste deel van het uitsteeksel en ondersneden sleuven verschaffen voor het 35 opnemen van binddraden, elastische banden en andere bevestigingsmiddelen, die de gebogen draad daarmede samenhoudt. Het vleugeldeel 78 is ook zo gevormd dat een paar divergerende oppervlakken 86 en 88 wordt bepaald die samenwerken met een naar binnen hellend oppervlak 90 voor het vormen van een groef voor de gebogen draad of het lossen ervan, die 40 is georiënteerd in doorgaande relatie met een sleuf 68 van de gebogen 8500743 16 draad. Aan het tegenover liggende einde van de beugelconstructie is het vleugeldeel 80 gevormd voor het bepalen van bindvleugels 92 en 94 die overeenkomen met de vleugels 82 en 84. Het vleugeldeel 80 bepaalt ook een paar divergerende oppervlakken 96 en 98, die samenwerken met een 5 naar binnen hellend bodemoppervlak 100 voor het bepalen van een een gebogen draad opnemende groef of lossing die ook is georiënteerd in doorgaande relatie met de sleuf 68 voor de gebogen draad.

De orthodontische beugelconstructie 60 weergegeven in de fig. 5t7 werkt op identieke wijze vergeleken met de orthodontische beugel 10 10 weergegeven in de fig. 1-4. De centraal georiënteerde sleuf 68 voor de gebogen draad van het tussenliggende actieve deel van de gebogen draad van de beugelconstructie is van beperkte lengte en werkt in hoofdzaak op dezelfde wijze als de gebogen draadsleuf van een enkele orthodontische beugel gezien vanuit het standpunt van het regelen van het kante-15 len en de maximale actieve lengte van de gebogen draad tussen de beugels. Het lossen van de gebogen draad bepaald door het divergeren van de groeven voor de gebogen draad in de vleugeldelen 78 en 80 van de orthodontische beugelconstructie verschaft effektieve draairegeling en verschaft efficiënt overrationaal vermogen aan de beugelconstructie. De 20 beugelconstructie verschaft daardoor de eigenschappen zowel van de dubbele als de enkele beugelsystemen gebruikt in overeenstemming met de orthodontische therapie met de rand naar voren. In fig. 8 zijn de tanden van de patiënt weergegeven met de orthodontische hulpmiddelen volgens de hierbij behorende uitvinding. Als een binddraad zowel de dubbe-25 le bindvleugels als bij A omvat, wordt geen rotatie medegedeeld aan de tanden. Als een binddraad wordt gebruikt zoals bij B en C wordt rotatie medegedeeld als weergegeven met de richtingspijlen.

Onder omstandigheden waarin de orthodontist de gebruikelijke dubbele beugeltherapie wenst toe te passen waaraan de orthodontist thans 30 gewoon is maar ook een scharnieractiviteit wenst toe te passen voor extra rotatieregeling en overrotatievermogen kan de beugel bij voorkeur de vorm hebben als weergegeven in de fig. 9 en 10. De beugelconstructie die in het algemeen bij 102 is weergegeven omvat een basisdeel 104 vanwaar zich een basisuitsteeksel 106 uitstrekt bij voorkeur als éên ge-35 heel daarmee gevormd. Het uitsteeksel 106 bepaalt een paar op afstand van elkaar liggende vleugeldelen 108 en 110, dat respectievelijk bovenste en onderste bindvleugels 112, 114, 116 en 118 bepaalt. Het bovendeel van het uitsteeksel 106 is gevormd voor het bepalen van een langwerpige sleuf 120 voor de gebogen draad, die zich uitstrekt over de ge-40 hele lengte van het uitsteeksel en daarom actief is ten opzichte van de 8500743 17 gebogen, draad over zijn gehele lengte. De sleuf 120 voor de gebogen draad wordt gedeeltelijk bepaald door bovenste en onderste evenwijdige oppervlakken 122 en 124 die nauwkeurig samenwerken met vlakke oppervlakken van de rechthoekige gebogen draad langs de gehele lengte van 5 het uitsteeksel 106. De beugelconstructie 102 bepaalt een centraal georiënteerd roterend scharnierdeel 126, waarvan de lengte wordt bepaald door een vlak bodemoppervlak 128 van de sleuf van de gebogen draad. Aan elke zijde van het oppervlak 128 met vlakke bodem is de sleuf voor de gebogen draad gevormd om naar binnen te hellen om de diepte te verhogen 10 voor het verschaffen van mesiaal en distaai lossen vanaf het oppervlak 128 naar de randen van de beugel als gevolg van naar binnen taps toelopende oppervlakken 130 en 132. Als de gebogen draad is opgenomen in de sleuf 120 voor de gebogen draad raakt het binnenoppervlak van de gebogen draad het scharnierdeel van de beugel, bepaald door het bodemopper— 15 vlak 128. De naar binnen taps toelopende oppervlakken 130 en 132 zijn gelost vanaf het distale oppervlakdeel van de gebogen draad en staan daarom buigen toe van de gebogen draad binnen deze delen van de sleuf voor de gebogen draad, die zich uitstrekt buiten de uiteinden van het bodemoppervlak 128. Dit kenmerk bevordert op effektieve wijze de rota-20 tieregeling en het overrotatievermogen van de beugelconstructie zelfs als de beugel is voorzien van een actieve groef voor de bovendraad, die zich uitstrekt over de gehele lengte van het uitstekende deel van de beugel. Dit is een kenmerk dat gewoonlijk ligt buiten het vermogen van conventionele enkele en dubbele beugels. De beugels volgens de fig. 1-7 25 verschaffen ook een scharnierbeweging op dezelfde wijze als de uitvoering volgens de fig. 9 en 10.

Onder bepaalde omstandigheden, waarbij gebruikelijk dubbele beu-♦ gels worden gebruikt in overeenstemming met de orthodontische techniek met rand naar voren, beperken de dubbele bindvleugels behalve de andere 30 nadelen, die zijn aangegeven hierboven, de ruimte tussen de bindvleugels van naast elkaar liggende beugels zodat weinig of geen ruimte aanwezig is voor sluitlussen, bindlussen en dergelijke. Onder omstandigheden waaronder het gewenst is bindlussen en sluitlussen te gebruiken, kan een orthodontische beugel, geconstrueerd in overeenstemming volgens 35 het principe van de uitvinding, op geschikte wijze de vorm hebben als in het algemeen weergegeven bij 134 in de fig. 11 en 12. De beugelconstructie 134, die in het algemeen kan worden aangegeven met "T-beugel" omvat een basisconstructie 136, die overeenkomt met de basisconstructies 12 en 62 van de bovenbeschreven orthodontische beugels 10 en 60.

40 Een eendelig uitsteeksel 138 strekt zich uit vanaf de basisconstructie 8500743 18 136 van de beugel en wordt met het bovendeel ervan gevormd voor het bepalen van op afstand van elkaar liggende bindvleugels 140 en 142 aan elk van de boven- of onderzijden van de beugelconstructie. Een tussenliggende vleugel 143 is geplaatst tussen de bindvleugels 140 en 142 5 hoewel zijn gebruik en aanwezigheid naar wens is. De vleugels 140 en 142 bepalen in het algemeen de betreffende bindvleugeleinddelen van de beugelconstructie en zijn verbonden voor rotatieregeling. Aan de tegenover liggende zijde van de eendelige uitstekende constructie 138 is een centraal georiënteerde vleugel 144 verschaft die zich uitstrekt vanaf 10 een tussenscharnierdeel van de orthodontische beugel. Het uitsteeksel bepaalt geloste delen 146 en 148 aan elke zijde van de centraal georiënteerde bindvleugel 144. De geloste delen van de beugelconstructie maken het mogelijk dat de centraal georiënteerde bindvleugel een betrekkelijk grote ruimte bepaalt vanaf de naast liggende bindvleugel van de 15 orthodontische beugel van de naast liggende dubbele bindvleugel. Deze ruimte ïs voldoende voor plaatsen van de lussen en het sluiten van de lussen die in het bijzonder worden gebruikt bij orthodontische therapie met rand naar voren. Aan het bovendeel van het eendelige uitsteeksel 138 is een actieve sleuf 150 voor de gebogen draad gevormd die wordt 20 bepaald door tegenover elkaar liggende evenwijdige oppervlakken 152 en 154 samen met een vlak bodemoppervlak 156. Aan elke zijde van de sleuf 150 voor de gebogen draad is het uitstekende deel van de beugelconstructie gevormd voor het bepalen van hellende vlakken 158 en 160, die een lossing verschaffen tussen de bindvleugeldelen van de beugelcon-25 structie en de gebogen draad die zich uitstrekt door de sleuf voor de gebogen draad. Deze lossing van de gebogen draad maakt het mogelijk dat de gebogen draad een maximale tussenbeugellengte bezit die een belangrijke mate van buig- en draaivermogen mogelijk maakt tussen de actieve sleuven voor de gebogen draad van naast elkaar liggende orthodontische 30 beugels. Verder zijn de losdelen 146 en 148 van de beugelconstructie naar binnen hellend vanaf de einddelen van de sleuf 150 voor de gebogen draad naar de betreffende einddelen van het eendelige uitsteeksel 138. De centrale plaatsing van de sleuf 150 met gebogen draad en de lossing van de gebogen draad die wordt verschaft door de taps toelopende losop-35 pervlakken verschaft de beugelconstructie 134 een in hoofdzaak zelfde mate van verlengde actieve breedte tussen de beugels zoals verschaft bij de orthodontische beugels 10 en 60, die boven zijn beschreven. De enkele centraal georiënteerde vleugel 144 kan behalve het verschaffen van sluitlussen en bindlussen ook worden gebruikt samen met de bind-40 vleugels 140 en 142 voor het opnemen van binddraden, elastische elemen- 8500743 .¾.

19 ten of dergelijke om de gebogen draad in de actieve sleuf 150 van de gebogen draad te bevestigen. De tussenliggende bindvleugel kan zijn gekoppeld met de enkele bindvleugel 144 als regeling van de rotatie niet □oodzakelijk is. De ruimte tussen de tussenliggende vleugels en de 5 vleugels 140 en 142 is zodanig dat de koppeldraden tussen de bindvleu-gels kunnen worden geplaatst.

De uitvinding kan de vorm aannemen van een andere uitvoering als weergegeven in de fig. 13 en 14. Een orthodontische beugel, in het algemeen aangegeven bij 160, kan een basisconstructie 162 omvatten die is 10 gevormd voor het bepalen van een paar dubbele koppelbindvleugels 164 en 166 aan één uiteinde ervan en een paar vleugels 168 en 170 aan het tegenover liggende einde. De bindvleugeldelen van de beugelconstructie bepalen elk een nauwkeurige sleuf voor de gebogen draad, als weergegeven bij 172 en 174 waarin een gebogen draad met de rand naar voren is 15 opgenomen. Tussen de vleugeldelen van de beugelconstructie, bepaalt het basisdeel 162 een scharnier 176 dat hetzij een scherp bepaalde rand kan zijn, als weergegeven, of als alternatief de vorm kan hebben van een andere geschikte uitstekende vorm. Als de gebogen draad op de juiste wijze is geplaatst in de betreffende groeven 172 en 174 voor de gebogen 20 draad van de bindvleugeldelen, is het llnguale oppervlak van de gebogen draad in aanraking met het scharnier 176. Het bovenste deel van de gebogen draad kan in hoofdzaak coëxtensief zijn met de bovenvlakdelen van de vleugels. De beugelconstructie bepaalt hellende oppervlakken 178 en 180, die zich uitstrekken vanaf het scharnier 176 naar tegenover lig-25 gende uiteinden van de beugelconstructie. De hellende oppervlakken 178 en 180 bepalen de bodemdelen van de betreffende sleuven 172 en 174. Als door middel van gebroken lijnen weergegeven in fig. 14, is een gebogen draad 182 geplaatst in op de juiste wijze geplaatste relatie binnen de sleuven van de gebogen draad. De hellende oppervlakken 178 en 180 di-30 vergeren vanaf het linguale oppervlakdeel van de gebogen draad 182 en daardoor verschaffen zij een struktureel lossen bij het roteren. De gebogen draad kan daarom in belangrijke mate worden gedeformeerd voor het verschaffen van overrationaal vermogen zonder hinder van de gebogen draad door de hellende oppervlakken. Omdat het scharnier 176 de vorm 35 heeft van een scherpe rand strekt de breedte tussen de beugels voor ro-tatiebeweging zich daarom uit vanaf het meest gecentreerde deel van elk van de nabij liggende orthodontische beugels.

Het zal duidelijk zijn dat de dubbele beugelstruktuur weergegeven in de fig. 13 en 14 dubbele vleugels bepaalt die van gebruikelijk type 40 zijn waardoor het mogelijk is dat de orthodontist de beugel gebruikt op 8500743 20 de gebruikelijke wijze waarvan hij op de hoogte is. De orthodontist kiest de mesiale en distale geloste beugelconstructie volgens de fig.

13 en 14 onder omstandigheden waarbij de orthodontist ook een beugel wenst te gebruiken die extra rotationeel vermogen bezit en een vermogen 5 tot overrotatie. De gebogen draad kan gekoppeld zijn op dezelfde algemene wijze als bij gebruikelijke dubbele beugels en daarom is de orthodontist niet gedwongen belangrijke wijzigingen aan te brengen in de gebruikelijke beugeltherapie waarvan hij op de hoogte is. Als verdere ro-tatieregeling of overrotatievermogen gewenst is behoeft de orthodontist 10 slechts de juiste mesiale of distale vleugel te verankeren om de rotatie te induceren van de beugel en de tand ten opzichte van de gebogen draad.

8500743 * > 21

Hoewel de beugelconstructie volgens de fig. 13 en 14 is weergegeven voor het bepalen van een scharnier in de vorm van een scherpe rand gevormd door onderling snijden van taps toelopende oppervlakken 178 en 180, zal het duidelijk zijn dat andere scharniervormen ook kunnen wor-5 den toegepast. Bijvoorbeeld omvat de uitvoering volgens fig. 15, die in dwarsdoorsnede is weergegeven overeenkomstig fig. 14, een tussenschar-nierdeel in de vorm van een uitsteeksel met in hoofdzaak rechthoekige vorm. Als weergegeven in fig. 15 is de beugel in het algemeen bij 184 aangegeven en omvat een basisconstructie 186, die kan worden bevestigd 10 op niet beweegbare wijze op een tand op de wijze als boven beschreven bij de verschillende uitvoeringen volgens de fig. 1-14. Het bovenste deel van de basis 186 bepaalt delen van bindvleugels 188 en 190 met een vorm overeenkomend met die van fig. 13, waarbij de vleugels zijn georiënteerd voor het bepalen van nauwkeurige sleuven van de gebogen draad 15 daartussen. Een gebogen draad 192 is met stippellijnen aangegeven om de juiste stand binnen de nauwkeurige sleuven voor de gebogen draad.

Tussen de paren vleugels 188 en 190 bepaalt het basis deel 186 een tussendeel 194 met in het algemeen rechthoekige vorm. Het tussendeel 194 scharniert ten opzichte van de gebogen draad 192 binnen de grenzen 20 bepaald door de mesiale-distale lossing veroorzaakt door de diepte van de sleuven voor de gebogen draad aan elke zijde van het betrekkelijk brede tussendeel. Het vlakke oppervlak 194, dat een grotere breedte heeft dan de scherpe raxjd 176 volgens fig. 13 beperkt de breedte tussen de beugels tot enkele duizenden van een inch. Voor een effektief rota-25 tievermogen moet een dubbele beugel worden voorzien van een hefboomarm met voldoende lengte vanaf het scharniergebied van de beugel naar de nabij liggende bindvleugels, die mesiaal of distaai verankeren ontwikkelt met een juiste mate van deformatie van de gebogen draad. De gebogen reageert met het scharniergebied van de beugel voor het ontwikkelen 30 van een rotatiekracht op de tanden welke kracht afneemt als de tand wordt geroteerd en de gebogen draad terugkeert naar zijn normale gebogen vorm. Onder omstandigheden waarbij de beugel een voldoende lengte bezit kan een brede scharnieroppervlakprojektie worden toegepast zonder op nadelige wijze de lengte van de hefboomarm te minimaliseren. Voor 35 beugels met beperkte lengte kan echter een betrekkelijk smal of scherp gerand scharniervlak vereist zijn om aan de hefboomarm de geschikte lengte te geven voor het effektief roteren. Het zal duidelijk zijn dat het rechthoekige uitsteeksel 194 veel makkelijker en minder kostbaar is om te worden bewerkt of gegoten en kan dit de voorkeur hebben gezien 40 uit commercieel standpunt.

8500743 22

In de fig. 1-7 omvat elk van de beugelvormen losgroeven voor de gebogen draad met divergerende vorm. Als boven aangegeven kunnen de losgroeven voor de gebogen draad elke geschikte vorm aannemen binnen het kader van de uitvinding. In de fig. 16 en 17 is een orthodontische 5 beugel in het algemeen aangegeven met 200 en werkt samen met een basisconstructie 202 die op afstand van elkaar liggende vleugelsecties 204 en 206 vormen. Elk van de vleugeldelen bepaalt een paar bindvleugels, die verankeringsorganen kunnen opnemen of hulpmiddelen op de wijze als hierboven aangegeven. Het tussenliggende actieve deel van de draadboog 10 van de basisconstructie 202 bepaalt een nauwkeurige actieve draadboog-sleuf 210 in het algemene op dezelfde wijze als beschreven aan de hand van de fig. 1-7. De beugelbasis 202 is ook gevormd voor het bepalen van in het algemeen rechthoekige de draadboog opnemende groeven 212 en 214, die op één lijn liggen met betreffende einddelen van de draadboogsleuf 15 210. De draadbooggroeven 212 en 214 zijn van voldoende occlusale-gingi- vale breedte en mesiale-distale diepte in vergelijking met de gebogen draadsleuf 210 zodat een grote mate van lossing van de draadboog wordt verschaft op elk van de uiteinden van de sleuf voor de draadboog. De draadbooglossing bepaald door deze rechthoekige draadbooggroeven is de-20 zelfde als de draadbooglossing die wordt verschaft door de divergerende uitwaaierende draadbooggroeven volgens de fig. 1-7.

Als draadbogen worden gekoppeld op orthodontische beugels door middel van elastische koppelorganen, is het noodzakelijk dat de koppel-organen krachtmomenten uitoefenen op de gebogen draad wat tot gevolg 25 heeft dat zij stevig worden vastgehouden in de groef voor de gebogen jiraad van de beugel. In gevallen waarin de gebogen draadgroef sterk hoekig is ten opzichte van de beugelconstructie voor het aanbrengen van draaikrachten, oefenen elastische koppelorganen vaak niet voldoende krachtmomenten uit tegen de gebogen draad waarbij dergelijke momenten 30 ook op één lijn liggen met de richting van de hoek van de sleuf van de gebogen draad. In dit geval wordt de gebogen draad vastgehouden in de groef voor de gebogen draad door onvoldoende krachtmomenten van het elastische koppelorgaan en op bepaalde tijdstippen raken zij ongewenst gescheiden van de sleuf voor de gebogen draad. Als dit optreedt gaat 35 natuurlijk de draadkrachtactiviteit die normaal wordt geïnduceerd door de rechthoekige gebogen draad met de rand naar voren verloren en wordt niet hersteld behalve als de gebogen draad weer wordt gedrukt in zijn gebogen sleuf.

De fig, 18 en 19 tonen een orthodontische beugelconstructie van 40 het dubbele/enkele type volgens de uitvinding, waarbij de beugelcon- 8500743 23 structie op efficiënte wijze is uitgevoerd voor het verschaffen van gerichte georiënteerde krachtvectoren door het elastische koppelorgaan, dat *op* efficiënte wijze de gebogen draad vasthoudt in de sleuf voor de gebogen draad. De beugelconstructie, in het algemeen aangegeven bij 5 220, is voorzien van een hechtbasis 222 zodat de beugel direkt kan hechten op het emailoppervlak van de tanden van de patiënt. Natuurlijk kan de beugel ook worden bevestigd op een metalen band voor het vasthouden met de band van de tanden van de patiënt in het geval dit gewenst is. De beugel omvat een lichaamsconstructie 224, die tegenover 10 elkaar liggende paren vleugels 226 en 228 bepaalt die ondersneden schouders respectievelijk 230 en 232 bepaalt, die zorgen voor het vasthouden van een elastisch koppelorgaan 236 op de wijze als weergegeven in de fig. 18 en 19.

De constructie van het lichaam van de beugel is ook zo gevormd dat 15 een tussengebogen sleuf met de rand naar voren 238 met rechthoekige dwarsdoorsnede wordt bepaald die een lengte bezit die die van een typische orthodontische beugel van het enkelvoudige type benadert. Aan elke zijde van de gebogen sleuf 238 zijn losoppervlakken 240 en 242 voor de gebogen draad gevormd, die zich uitstrekken vanaf de betreffende einden 20 van de sleuf voor de gebogen draad naar de proximale randen van de beugel. Deze losoppervlakken voor de gebogen draad maken het buigen van de gebogen draad 244 mogelijk vanaf de betreffende randen van de sleuf voor de gebogen draad op de wijze als boven beschreven. De totale lengte van de beugelconstructie 220 benadert die van gebruikelijke ortho-25 dontische beugels van het dubbele type, waardoor de orthodontist gecombineerde kenmerken krijgt van zowel het dubbele als het enkele type orthodontische beugels.

Voor het verschaffen van een efficiënte zitting van de gebogen draad 244 in de sleuf 238 voor de gebogen draad en om op efficiënte 30 wijze de krachtvectoren te bevorderen naar de gebogen draad om hem stevig vast te houden in de sleuf 238 van de gebogen draad, is de beugelconstructie gevormd voor het bepalen van verankeringssleuven zoals weergegeven bij 246 en 248 in fig. 18 en 274 en 276 in de fig. 20 en 21. Als weergegeven in fig. 18 snijden de sleuven 246 en 248 het losop-35 pervlak 240 aan êên einde van de beugelconstructie. Met een elastisch verankeringsorgaan aangebracht op de tegenover elkaar liggende bind-vleugels en bij opname in de koppelsleuven wordt op de vorm weergegeven in de fig. 18 en 19 gedrukt. Het elastische koppelingselement oefent daarbij krachtvectoren uit in hoofdzaak als weergegeven met de krachtr-40 pijlen in fig. 18, waarbij ervoor wordt gezorgd dat de rechthoekige ge- 8500743 24 bogen draad 244 wordt gedrukt in een richting die op éên lijn ligt met de sleuf voor de gebogen draad 238.

Het probleem van het plaatsen van de gebogen draad wordt groter onder omstandigheden waarbij de sleuf voor de gebogen draad sterk hoer· 5 kig is ten opzichte van de andere componenten van de beugelconstructie zoals in het geval van het plaatsen van bepaalde tanden voor linguale orthodontische toepassing. Als bijvoorbeeld weergegeven in de fig. 20 en 21 is een· enkel/dubbel-type orthodontische beugel in overeenstemming met de techniek met de rand naar voren verschaft, waarin de gebogen 10 draadsleuf met de richting naar voren sterk hoekig is, dat wil zeggen in de orde van 45°, om daardoor het plaatsen toe te laten op het linguale oppervlak van bepaalde tanden. De beugelconstructie volgens de fig. 20 en 21 is in het algemeen aangegeven met 250 en omvat een lichaamsconstructie 252, waarop een hechtbasis 254 kan worden aangebracht. De 15 lichaamsconstructie bepaalt tegenover elkaar liggende op afstand van elkaar liggende paren vleugels 256 en 258, die elk zijn ondersneden voor het vormen van koppelvasthoudschouders 260 en 262.

Tussen de paren vleugels van de lichaamsconstructie wordt ook een tussenliggend deel van het lichaam 264 bepaald die een hoekige sleuf 20 266 voor de gebogen draad vormt om een gebogen draad 268 met de rand naar voren vast te houden, die een rechthoekige dwarsdoorsnede heeft op de hoekige wijze als weergegeven in fig. 20. Aan elke zijde van de sleuf 266 voor de gebogen draad bepaalt de lichaamsconstructie losoppervlakken 270 en 272 voor de gebogen draad, die op effektieve wijze 25 een strukturele speling verschaffen om de gebogen draad aan de andere zijde van de uiteinden van de sleuf 266 van de gebogen sleuf. De sleuf voor de gebogen draad is van ongeveer dezelfde lengte als de sleuf van de gebogen draad van een gebruikelijke enkele orthodontische beugel met de rand naar voren waardoor ongeveer dezelfde breedte tussen de beugels 30 wordt verschaft tussen de sleuven voor de gebogen draad van nabij liggende beugels zoals het geval is bij beugels met een enkele bindvleu-gel. De beugelconstructie volgens fig. 21 is weergegeven waarbij een elastisch koppelingsorgaan niet is aangegeven om de constructie van de beugel gemakkelijker begrijpelijk te maken. De sleuf 266 van de gebogen 35 draad heeft evenwijdige zijoppervlakken, als weergegeven, voor een kracht overbrengende constructie met de rechthoekige gebogen draad 268 volgens de techniek met de rand naar voren.

In het bijzonder in het geval van sterk hoekige sleuven voor de gebogen draad, zoals weergegeven in de fig. 20 en 21, is het gewenst 40 dat koppelingsorganen, in het bijzonder koppelingsorganen van het elas- 8500743 I · 25 tische type de juiste krachtvectoren veroorzaken tussen de beugel en de gebogen draad om de gebogen draad stevig vast te houden in de sleuf voor de gebogen draad. In het geval van typische orthodontische beugels met dubbele bindvleugels zijn de krachtvectoren uitgeoefend door de 5 koppelingsorganen op de gebogen draad niet zo georiënteerd dat zij een juiste zitting vormen van de gebogen draad binnen de sleuf voor de ger-bogen draad. Dienovereenkomstig is de beugelconstructie volgens de fig. 20 en 21 zo gevormd dat dwarskoppelgroeven worden bepaald, zoals getoond bij 274 en 276. Een elastisch koppelorgaan, zoals weergegeven bij 10 278 in fig. 20 strekt zich uit onder de ondersneden bindvleugelschou- ders 260 en 262 en loopt dan door de dwarsverankeringssleuven 274 en 276 aan elk uiteinde van de beugel. Het koppelorgaan strekt zich dan uit door het losoppervlak van de beugelconstructie en over de gebogen draad 268, geplaatst in de sleuf voor de gebogen draad. Zelfs als de 15 gebogen draad sterk van hoeken is voorzien, als weergegeven in de fig.

20 en 21, ontwikkelt het elastische koppelingsorgaan krachtvectoren als aangegeven met de krachtpijlen in fig. 20, die ongeveer op éên lijn liggen met de hellende zijoppervlakken van de gebogen draad. Deze krachtvectoren werken samen om de van hoeken voorziene gebogen draad 20 268 sterk op te sluiten in de sleuf 266 voor de gebogen draad. De bo venconstructies van de fig. 18 tot en met 21 verschaffen daardoor het efficiënt vasthouden van de gebogen draad en verminderen de mogelijkheid dat de gebogen draad los komt van de zitting uit de sleuf in de gebogen draad.

25 Met het oog op het bovenstaande zal het duidelijk dat een combina tie van een enkel/dubbel orthodontisch beugelsysteem op effektieve wijze de voordelige mogelijkheden omvat zowel van het enkele als van het dubbele type orthodontische beugels· Dit orthodontisch beugelsysteem verschaft op effektieve wijze een onderlinge afstand van maximale leng-30 te, die normaal niet beschikbaar is bij dubbele orthodontische beugels. De orthodontische techniek van het werken met de rand naar voren wordt op efficiënte wijze toegepast op zodanige wijze dat een efficiënte katt-telregeling wordt verschaft en verder een efficiënt rotatie- en overro-tatievermogen verschaft; gecombineerde kenmerken, die gewoonlijk niet 35 beschikbaar zijn bij de enkele orthodontische beugelsystemen respectievelijk dubbele orthodontische beugelsystemen. De uitvinding verschaft een orthodontische beugelconstructie volgens de werkwijze met de rand naar voren, die kan worden gebruikt voor het verschaffen van een effek-tief vermogen voor rotatie en overrotatie alsmede de gebruikelijke kan-40 tel- en draagvermogens die effektief zijn bij een beugelsysteem van het 8500743 26 enkele bindvleugeltype. Het centraal georiënteerde actieve deel van de beugelconstructie met gebogen draad bepaalt een gebogen draadsleuf van actieve nauwkeurigheid die het beugelsysteem effektief houdt in overeenstemming met de orthodontische therapie met de rand naar voren. Bo-5 vendien zijn de losgroeven voor de gebogen draad op de buitendelen van de beugelconstructie uitwaaierend in de breedte om de flexibiliteit te verhogen van de gebogen draad door het verhogen van de breedte tussen de beugels en lopen in diepte uit voor het bevorderen van het rotatio-nele en overrotationele regelvermogen van de beugel. De enkele/dubbele 10 beugelconstructie met de rand naar voren die hierin is beschreven verschaft ook de ontwikkeling van efficiënte krachtvectoren tussen de kop-pelorganen en de gebogen draad om een goede zitting van de gebogen draad te verzekeren zelfs als de sleuven voor de gebogen draad sterk hoekig zijn. Met het oog op het voorgaande zal het dus duidelijk zijn 15 dat de uitvinding geschikt is voor het bereiken van alle doeleinden en kenmerken, die hierboven zijn genoemd, samen met andere kenmerken die inherent zijn bij de beschrijving van de inrichting zelf.

8500743

Claims (26)

1. Combinatie van een dubbele/enkele orthodontische beugel voor orthodontische therapie met de rand naar voren, welke orthodontische beugel omvat: 5 (a) basisorganen die op onbeweegbare wijze kunnen worden aange bracht op een tand; (b) eerste koppelbindvleugelorganen die zich uitstrekken vanaf êên zijde van genoemde basisorganen; (c) tweede bindvleugelorganen die zich uitstrekken vanaf de tegen-10 over liggende zijde van genoemde basisorganen, welke eerste en tweede bindvleugelmiddelen een bepaalde bindvleugellengte bepalen; (d) een tussenliggend beugeldeel gevormd tussen genoemde eerste en genoemde tweede vleugelorganen, welk tussenliggende beugeldeel op afstand van elkaar liggende evenwijdige planaire samenwerkende oppervlak- 15 ken voor de gebogen draad bepalen in overeenstemming met de orthodontische therapie met de rand naar voren, die een nauwkeurige sleuf voor de gebogen draad met de rand naar voren vormen die een gebogen draad met de rand naar voren kan opnemen met rechthoekige vorm in nauwkeurig onderling passende relatie, zodat kantel-, draai- en rotatiekrachten wor-20 den verschaft door genoemde gebogen draad aan genoemde op afstand van elkaar liggende evenwijdige vlakke oppervlakken in overeenstemming met de orthodontische therapie met de rand naar voren; en (e) genoemde eerste en tweede vleugelorganen elk een lossing bepalen voor de gebogen draad zowel occluso-gingivaal en bucco-linguaal aan 25 elk einde van genoemde sleuf voor de gebogen draad van het tussenliggende deel, welke lossing voor de gebogen draad zich uitstrekt vanaf de betreffende einden van de sleuf voor de gebogen draad naar de zijden van genoemde basisorganen·

2. Combinatie van een enkele/dubbele orthodontische beugel volgens 30 conclusie 1, met het kenmerk, dat genoemde groef voor de gebogen draad een losorgaan bepaalt voor de gebogen draad in occlusale-gingivale breedte vanaf genoemde sleuf voor de gebogen draad naar elke zijde van genoemde basisorganen.

3. Combinatie van een enkele/dubbele orthodontische beugel volgens 35 conclusie 1, met het kenmerk, dat genoemde groef voor de gebogen draad een lossing bepaalt voor de gebogen draad in buccale-linguale diepte vanaf de sleuf voor de gebogen draad naar elke zijde van genoemde basisorganen.

4. Combinatie van een enkele/dubbele orthodontische beugel volgens 40 conclusie 1, met het kenmerk, dat genoemde groef voor de gebogen draad 8500743 een. lossing bepaalt voor de gebogen draad zowel in buccale-linguale diepte als occlusale-gingivale breedte vanaf genoemde sleuf voor de ger-bogen draad naar elke zijde van genoemde basisorganen.

5. Combinatie van een enkele/dubbele orthodontische beugel volgens 5 conclusie 1, met het kenmerk, dat genoemde koppelvleugelorganen omvatten: (a) een paar op afstand van elkaar liggende bindvleugels die zijn geplaatst op ten minste een van de occlusale en gingivale delen van genoemde basisorganen; en 10 (b) genoemde sleuf voor de gebogen draad van genoemd tussenbeugel- deel ten minste gedeeltelijk is geplaatst tussen de op afstand van elkaar liggende bindvleugels.

6. Combinatie van een enkele/dubbele orthodontische beugel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat genoemde koppelvleugelorganen omvat- 15 ten: (a) een paar koppelende bindvleugels die zijn geplaatst op afstand aan ten minste één van de occlusale en gingivale delen van genoemde basisorganen; (b) ten minste één koppelvleugel bezit die is geplaatst op de an- 20 dere van genoemde occlusale en gingivale delen van de basisorganen; en (c) genoemd tussenbeugeldeel ten minste gedeeltelijk is geplaatst tussen genoemd paar op afstand van elkaar liggende bindvleugels en ook is geplaatst tussen genoemd paar op afstand van elkaar liggende bindvleugels en genoemd ten minste ene koppelbindvleugel.

7. Combinatie enkele/dubbele orthodontische beugel volgens conclu sie 1, met het kenmerk, dat het koppelvleugeldeel omvat: (a) occlusale en gingivale paren koppelbindvleugels die zich uitstrekken vanaf genoemde basisorganen, waarbij elk van genoemde paren koppelbindvleugels op afstand van elkaar zijn geplaatst; 30 (b) genoemde basisorganen losgroeven voor de gebogen draad ver schaffen tussen occlusale en gingivale paren van genoemd paar bindvleugels, waarbij de losgroeven voor de gebogen draad genoemde met de rand naar buiten aanwezige gebogen draad opneemt in niet actieve geloste wijze; en 35 (c) genoemd tussenliggende beugeldeel ten minste gedeeltelijk is geplaatst tussen elk van genoemde occlusale en gingivale paren koppe-lingsbindorganen, welke tussenliggende beugeldelen van naast elkaar liggende overeenkomstige orthodontische beugels de grenzen bepalen van actieve lengte van de gebogen draad tussen de beugels.

8. Combinatie enkele/dubbele orthodontische beugel volgens conclu- 8500743 sie 7, met het kenmerk, dat genoemde losgroeven van de draadboog elk een draadbooglossing zowel in occlusale-gingivale breedte als buccale-linguale diepte verschaffen en op éên lijn liggen met genoemde sleuf voor de gebogen draad.

9. Combinatie enkele/dubbele orthodontische beugel volgens conclu sie 1, met het kenmerk, dat (a) genoemde sleuf voor de gebogen draad zich uitstrekt over ten minste een deel van genoemde bepaalde bindvleugellengte en geloste der-len omvat in mesiale en distale diepte aan elk uiteinde daarvan; en 10 (b) een scharnierconstructie aanwezig is tussen de geloste delen van genoemde groef van de gebogen draad.

10. Combinatie enkele/dubbele orthodontische beugel voor orthodontische therapie met de rand naar voren, welke orthodontische beugel is gekenmerkt door: 15 (a) basisorganen die op op beweegbare wijze op een tand kunnen worden aangebracht; (b) een paar op afstand van elkaar liggende koppelingsbindvleugel-delen die zich uitstrekken vanaf ten minste ién van de occlusale en gingivale delen van genoemde basisdelen en een bepaalde bindvleugel- 20 lengte begrenzen; (c) ten minste éên bindvleugel zich uitstrekt vanaf de tegenover liggende van genoemde occlusale en gingivale delen van de basisorganen; (d) een tussenliggend beugeldeel is gevormd ten minste gedeelte- 25 lijk tussen genoemd paar bindvleugelorganen en een kleinere lengte bezitten vergeleken met genoemde bindvleugellengte, welk tussenliggende beugeldeel op afstand van elkaar liggende evenwijdige planaire met de gebogen draad samenwerkende draadboog die oppervlakken raken in overeenstemming met de orthodontische therapie met de rand naar voren, wel- 30 ke evenwijdige planaire oppervlakken een nauwkeurige actieve sleuf voor de binddraden bepalen met kleinere lengte dan vergeleken met genoemde bindvleugellengte, welke sleuf voor de gebogen draad een gebogen draad met de rand naar voren kan opnemen met rechthoekige dwarsdoorsnede in actieve kracht overbrengende relatie daarin met tegenover elkaar lig- 35 gende planaire oppervlakken van genoemde gebogen draad met de rand naar voren in samenwerkende kracht overbrengende relatie met genoemde evenwijdige planaire met de gebogen draad samenwerkende oppervlakken volgens de orthodontische therapie met de rand naar voren; en (e) genoemde basisorganen occlusale-gingivale en buccale-linguale 40 lossing van de gebogen draad aan elke zijde van genoemde sleuf voor de 8500743 gebogen draad van genoemde tussenliggende beugeldeel bepaalt, welke lossing van de gebogen draad het mogelijk maakt dat de tussen de beugels aanwezige gebogen draadlengte zich uitstrekt vanaf genoemde sleuf voor de gebogen draad van genoemd tussenliggend beugeldeel naar de 5 sleuf voor de gebogen draad van naast liggende overeenkomstige beugel.

11. Orthodontische beugel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat genoemde ten minste ene bindvleugel zich uitstrekt vanaf het tussenliggende deel van het basisorgaan en samenwerkt met genoemde basisorganen voor het bepalen van genoemd tussenliggend beugeldeel en ge- 10 noemde sleuf voor de gebogen draad.

12. Orthodontische beugel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat genoemde koppelbindvleugelorganen naar buiten gerichte divergerend uitwaaierende losgroefmiddelen voor de gebogen draad bepaalt die op één lijn liggen met genoemde sleuf voor de gebogen draad van genoemd tus- 15 senliggend beugeldeel, welke losgroef voor de gebogen draad genoemde lossing van de genoemde draad bepaalt en zich uitstrekt naar betreffende zijden van genoemde basismiddelen.

13. Orthodontische beugel volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat genoemde naar buiten divergerende uitwaaierende groeven uitwaaieren 20 zowel in occlusale-gingivale breedte als buccale, linguale diepte.

14. Orthodontische beugel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat genoemde verankeringsvleugelmiddelen op ten minste één van genoemde occlusale en gingivale delen van genoemde basisdelen samenwerkend ten minste een deel vormen van genoemde losmiddelen voor de gebogen draad.

15. Orthodontische beugel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat: (a) genoemde ten minste ene bindvleugel een enkele vleugel is geplaatst centraal van genoemde basismiddelen en zich uitstrekkend vanaf genoemd tussenliggend beugeldeel; en 30 (b) een tussenbindvleugel is geplaatst tussen genoemd paar op af stand van elkaar liggende bindvleugels en werkt in tegengestelde veranker ings samenwerking met genoemde ten minste ene bindvleugel.

16. Combinatie dubbele/enkele orthodontische beugel voor toepassing bij orthodontische therapie met de rand naar voren, welke beugel 35 is gekenmerkt door: (a) basisorganen die onbeweegbaar ten opzichte van een tand kunnen worden bevestigd; en (b) ten minste één uitsteeksel zich uitstrekt vanaf genoemde basisorganen, welk uitsteeksel vormt: 40 (1) een tussenbeugeldeel van enkele beugellengte geplaatst 8500743 » tussen de uiteinden van genoemde uitstekende organen, welk tussenliggende beugeldeel op afstand van elkaar liggende evenwijdige vlakken met de gebogen draad samenwerkende oppervlakken bepaalt volgens de ortho-dontische therapie met de kant naar voren, welke evenwijdige vlakke op-5 pervlakken een actieve sleuf vormen voor de gebogen draad met eerste en tweede uiteinden, welke sleuf voor de gebogen draad een gebogen draad met de kant naar voren kan opnemen van rechthoekige dwarsdoorsnede zodat tegenover elkaar liggende vlakke oppervlakken ervan in kracht overbrengende relatie zijn met genoemde evenwijdige vlakke oppervlakken van 10 genoemd tussenliggend beugeldeel; (2) genoemde uitstekende middelen losmiddelen bepalen voor de gebogen draad die zich uitstrekken vanaf genoemde eerste en tweede uiteinden van de sleuf voor de gebogen draad en eindigen op respectieve einden van genoemde uitstekende middelen, welke losmiddelen voor de ge- 15 bogen draad coëxtensief zijn met genoemde sleuf voor de gebogen draad; (3) een paar occlusale verankeringsbindvleugels is geplaatst op één zijde van genoemde sleuf van de gebogen draad en losmiddelen voor de gebogen draad; en (4) een paar gingivale koppelbindvleugels zijn geplaatst op de 20 tegenoverliggende zijde van genoemde sleuf voor de gebogen draad en losmiddelen voor de gebogen draad, welk tussenliggend beugeldeel centraal is geplaatst met genoemde occlusale en gingivale koppelingsbind-vleugels.

17. Combinatie enkele/dubbele orthodontische beugel volgens con-25 clusie 16, gekenmerkt door: (a) genoemde nauwkeurige actieve sleuf voor de gebogen draad en de losmiddelen voor de gebogen draad samenwerkend genoemde gebogen draad opnemen; en (b) genoemde occlusale en gingivale paren bindvleugels samenwerken 30 voor het bepalen van de genoemde losmiddelen voor de gebogen draad.

18. Orthodontische beugel volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat: genoemde uitstekende middelen een paar losgroeven voor de gebogen uitstekende middelen een paar losgroeven voor de gebogen draad vormen 35 geplaatst op tegenover elkaar liggende einden van de sleuf voor de gebogen draad, waarbij elke groef doorloopt met genoemde sleuf voor de gebogen draad en elk het lossen van de gebogen draad bepalen in zowel occlusale-gingivale breedte en buccale-linguale diepte vanaf genoemde sleuf voor de gebogen draad naar de buitenranden van genoemde uitste-40 kende middelen. 8500743

19. Combinatie enkele/dubbele orthodontische beugel voor orthodontische 'therapie met de rand naar voren, welke orthodontische beugel is gekenmerkt door: (a) basismiddelen die op onbeweegbare wijze kunnen worden verbon-5 den met een tand; (b) een tussendeel wordt bepaald door genoemde basisorganen en geplaatst tussen de zijden van genoemde basisorganen, welke uitstekende middelen een gebogen draad met de rand naar voren opnemen in aanrakende relatie daarmede; 10 (c) occlusale en gingivale paren bindvleugels zich uitstrekken vanaf genoemde genoemde basisorganen en zijn geplaatst op tegenover elkaar liggende zijden van genoemd uitsteeksel; en (d) genoemde occlusale en gingivale bindvleugels nauwkeurige actieve sleuforganen voor de gebogen draad bepalen op tegenover elkaar 15 liggende zijden van genoemde tussenuitsteeksels, waarbij elk van genoemde sleuforganen voor de gebogen draad wordt bepaald door op afstand van elkaar liggende evenwijdige vlakke oppervlakken, die een gebogen draad met de rand naar voren kunnen opnemen van rechthoekige dwarsdoorsnede zodanig dat evenwijdige vlakke oppervlakken van genoemde gebogen 20 draad met de kant naar voren aanwezig zijn in samenwerkende kracht overbrengende relatie met genoemde evenwijdige vlakke vlakken van genoemde sleuforganen van de gebogen draad volgens de orthodontische therapie met de rand naar voren, welke sleuf voor de gebogen draad bucca-le-linguale lossing toelatende beugel- en tandrotatie om genoemd tus-25 senliggend uitsteeksel bepalen.

20. Combinatie enkele/dubbele orthodontische beugel volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat genoemde basismiddelen een paar hellende in hoofdzaak vlakke oppervlakken bepaalt die elkaar snijden op het centrale deel van genoemde tussenliggende uitsteeksel van de genoemde 30 basismiddelen en scharnierorganen bepalen voor samenwerking met genoemde gebogen draad.

21. Combinatie dubbele/enkele orthodontische beugel voor orthodontische therapie met de rand naar voren, welke orthodontische beugel is gekenmerkt door 35 (a) basisorganen die kunnen worden bevestigd in onbeweeglijke re latie met een tand; (b) een paar op afstand van elkaar liggende verankerende vleugel-organen die zich uitstrekken vanaf ten minste één van de occlusale en gingivale delen van genoemde basismiddelen en een bepaalde dubbele beu-40 gel vleugellengte bepalen; 8500743 ’ . (c) een enkele vleugel die zich uitstrekt vanaf het centrale deel van dé tégenover liggende van genoemde occlusale en gingivale delen van genoemde basisorganen; (d) een tussenliggend uitsteeksel is gevormd tussen genoemd paar 5 vleugelorganen en van minder lengte zijn vergeleken met genoemde dubber le beugel bindvleugellengte, welke enkele bindvleugel en genoemd tussenliggende uitsteeksel samenwerken voor het bepalen van een nauwkeurige actieve sleuf voor de gebogen draad met een kleinere lengte vergeleken met genoemde dubbele beugel bindvleugellengte, welke gebogen sleuf 10 is gevormd door op afstand van elkaar liggende evenwijdige planaire oppervlakken van genoemde scharniermiddelen die geschikt zijn voor het opnemen van een gebogen draad met de rand naar voren daarin met rechthoekige dwarsdoorsnede zodat evenwijdige vlakke oppervlakken van ger-noemde gebogen draad in kracht overbrengende samenwerking zijn gebracht 15 met genoemde evenwijdige vlakke oppervlakken van genoemd tussenuit-steeksel; en (e) genoemde basisorganen die occluso-gingivale en bucco-linguale lossing van de gebogen draad bepalen die zich uitstrekt vanaf genoemde actieve sleuf voor de gebogen draad en de betreffende zijden van ge- 20 noemde basismiddelen.

22. Combinatie dubbele/enkele orthodontische beugel voor orthodon-tische therapie met de rand naar voren, welke orthodontische beugel is gekenmerkt door: (a) basismiddelen die in onbeweegbare relatie op een tand zijn 25 aangebracht; (b) dubbele paren van op afstand van elkaar liggende koppelings-vleugels die zich uitstrekken vanaf genoemde basis en een paar op afstand van elkaar liggende nauwkeurige actieve sleuven voor de gebogen draad bepalen, waarbij elk van genoemde sleuven voor de gebogen draad 30 wordt bepaald door op afstand van elkaar liggende evenwijdige planaire oppervlakken van genoemde bindvleugels, die een gebogen draad met de rand naar voren kunnen opnemen daarin van rechthoekige dwarsdoorsnede met op afstand van elkaar liggende nauwkeurige actieve sleuven voor de gebogen draad, waarbij elke sleuf van de gebogen draad wordt bepaald 35 door op afstand van elkaar liggende evenwijdige vlakke oppervlakken van genoemde bindvleugels die een gebogen draad daarin kunnen opnemen met rechthoekige dwarsdoorsnede zodat de evenwijdige vlakke oppervlakken van genoemde gebogen draad zijn geplaatst in kracht overbrengende samenwerking met genoemde evenwijdige planaire oppervlakken van de bind-40 vleugel volgens de orthodontische therapie met de rand naar voren; en 8500743 ' * (c) scharnieroppervlakorganexi worden gevormd tussen genoemde paren op afstand van elkaar liggende bindvleugeldelen en tussen genoemde nauwkeurige actieve sleuven voor de gebogen draad, welke scharnierop-pervlakorganen in samenwerking zijn met genoemde gebogen draad zodanig 5 dat beugel- en tandrotatie optreedt om genoemde scharniermiddelen.

23. Orthodontische beugel voor orthodontische therapie met de rand naar voren, gekenmerkt door: (a) delen van het lichaam voor het bevestigen van de tand van een patiënt en het bepalen van de verlengde sleuforganen van de gebogen 10 draad met rechthoekige dwarsdoorsnede welk lichaam verder distale en proximale uiteinden bepaalt; (b) bindvleugelorganen die zich gingivaal en occlusaal uitstrekken vanaf genoemd lichaam en ondersneden verankeringsschouders vormen; en (c) genoemd lichaam een verankeringsgroef bepaalt aan de proximale 15 en distale uiteinden ervan, welke verankeringsgroef zich dwars uitstrekt op de sleuforganen van de gebogen draad en ten minste gedeeltelijk ligt naast genoemde bindvleugelorganen en een verankeringsorgaan opnemen dat gaat over een gebogen draad met de rand naar buiten in genoemde sleuf en zich uitstrekt onder genoemde vleugeldelen op zodanige 20 wijze dat krachtvectoren uitgeoefend door genoemde verankeringsorgaan op de gebogen draad nauwkeurig zijn gericht met de evenwijdige zijoppervlakken van de gebogen draad met de rand naar buiten.

24. Orthodontische beugel volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat: 25 (a) het lichaam de vorm heeft van een dubbele beugel waarbij de bindvleugeldelen gingivale en occlusale paren op afstand van elkaar liggende bindvleugels omvatten; en (b) genoemd lichaam een tussenbeugeldeel bepaalt geplaatst ten minste gedeeltelijk tussen genoemde paren bindvleugels, welk tussenlig- 30 gend beugeldeel een sleuf voor een gebogen draad met de kant naar buiten bepaalt met rechthoekige dwarsdoorsnede en van dezelfde lengte is als de lengte van de sleuf voor de gebogen draad in enkele beugels, met de kant naar buiten.

25. Orthodontische beugel volgens conclusie 24, met het kenmerk, 35 dat: (a) genoemd lichaam verder losoppervlakken voor de gebogen draad verschaft op tegenover elkaar liggende zijden van genoemd tussenbeugeldeel en op één lijn met de einden van de sleuf voor de gebogen draad; en 40 (b) genoemde dwarsverankeringsgroefmiddelen worden bepaald door 85 0 0 7 43 4 * 35 groefdelen op êên lijn met genoemde losoppervlakken voor de gebogen draad, waarbij het verankeringsorgaan aan elke zijde van het lichaam zich uitstrekt door genoemde verankeringsgroefdelen door genoemde losoppervlakken voor de gebogen draad en over de gebogen draad.

26. Orthodontische beugel volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat het losoppervlak voor de gebogen draad occiusaal, gingivaal, mesi-aal en distaai wordt gelost waarbij de actieve breedte tussen de beugel van de gebogen draad van de naast liggende overeenkomstige beugel zich uitstrekt vanaf de einden van de sleuven voor de gebogen draad met de 10 kant naar buiten, gevormd daarin. ******** 8500743