NL8500444A - Verbeteringen van houders voor het invriezen van aan bederf onderhevige produkten. - Google Patents

Description

_* ψ ·» D HO/JS/Godayol-1

Verbeteringen van houders voor het invriezen van aan bederf onderhevige produkten.

De uitvinding betreft verbeteringen van houders voor het invriezen van aan bederf onderhevige produkten door middel waarvan het zwakste punt van een koude opslagplaats wordt verbeterd.

5 Het is een bekend feit dat invriezen plaats moet vinden direct na het vangen en/of slachten van -dieren of het oogsten van groenten. In vele gevallen moet het produkt worden geïsoleerd en beschermd in een houder welke het mogelijk maakt de consument onbeschadigd te bereiken. Dit is echter 10 niet altijd het geval en het produkt wordt beschadigd of raakt bedorven voordat de verkoopplaats wordt bereikt, terwijl er zelfs op de verkoopplaats schade kan optreden aangezien het produkt een effectieve bescherming mist, omdat de houder niet voldoet aan de eisen die daaraan gesteld moeten worden.

15 Momenteel worden stijve, buigzame samengestelde houders gebruikt. Het meest gebruikt wordt de flexibele houder omvattende een zak van kunststof materiaal, waarin het produkt wordt ondergebracht en dat in principe gebruikt wordt voor ingevroren groenten. De stijve houder bestaat meestal uit een 20 kartonnen doos voorzien van een thermo gegoten bak die dikwijls niet aanwezig is, waarop het produkt wordt gegroepeerd en die meestal wordt gebruikt voor vis, schaaldieren, zee-voedsel en dergelijke. De samengestelde houder omvat een bak van geëxpandeerd materiaal met een terugtrekbare wikkel, die 25 dikwijls wordt gebruikt voor ingevroren vlees of gekoelde produkten in het algemeen.

In· de meerderheid van deze gevallen wordt het produkt ingevroren in een niet verpakte toestand, waarbij het produkt blootgesteld wordt aan een koude wind van beneden -30 30 of -40°C, waarvoor het produkt ontwatert waardoor het gewicht ervan tot 2,5 - 3,5% wordt gereduceerd, met daaraan verbonden "‘WVb 4 4 4 -2- een economisch verlies. Bovendien vindt het invriezen niet uniform plaats aangezien de werking van de koude lucht niet uniform is aangezien het product geplaatst is op willekeurige wijze, waardoor dikwijls verlies aan proteïne en vitamine 5 ontstaat tengevolge van de onvermijdelijke vorming van ijskristallen.

Indien het produkt in zakken wordt ingevroren, wordt het ontwateren voorkomen maar niet de vorming van ijskristallen tengevolge van de condensatie van de lucht in de zak en door 10 het stapelen van de inhoud (in het geval van groenten bijvoorbeeld) .

Indien het produkt ingevroren wordt op bakken van geëxpandeerd materiaal, wordt de thermo-isolerende werking van het materiaal manifest en vindt het invriezen op onregelmatige 15 wijze plaats.

In elke van de bovengenoemde gevallen geschiedt het invriezen langzaam en gaat gepaard met moeilijkheden. Deze trage gang vereist meer tijd en een hoger energiegebruik maar het voorkomt niet het verschijnsel van oxidatie, gewichtsver-20 mindering en het vormen van kristallen, welke de consument ontmoedigen en nuttige delen van het voedsel vernietigen.

Alhoewel dus de koude opslaginstallatie 'goed georganiseerd is op de plaats waar het produkt dat ingevroren moet worden, wordt geoogst, verwerkt en gesneden wordt totaan de 25 verkooppunten en zelfs thuis bij de consument, bestaat er in deze keten nog steeds een zwak punt: de houder. Er zijn geen middelen bekend voor het overwinnen van het probleem dat kleeft aan de houder voor ingevroren produkten.

Andere sectoren van de voedselindustrie hebben 30 nieuwe samengestelde materialen ontdekt, zoals de meerlaag-houders die worden gebruikt voor het verpakken van melk, wijn of andere vloeistoffen, maar bij de koude opslag afdeling zijn geen voorstellen bekend voor verbetering.

De uitvinding betreft verbeteringen resulterend uit 35 een systematische studie van een noodzaak tot het invriezen, koelen en bewaren van voedsel in het algemeen, omvattende een houdersysteem dat het vocht in het produkt houdt, de oxidatie BAD©ffl®NMLork°mt'' vorming van ijskristallen niet mogelijk q * η η λ l a -3- maakt en een snelle koeling bevordert.

De verbetering maakt het voorts mogelijk de pro-dukten voor het invriezen, transporteren en opslaan snel te verpakken en te verwerken, waarbij het produkt niet bescha-5 digd wordt tot het gekookt wordt thuis bij de consument.

In overeenstemming met het voorgaande, heeft het verpakkingssysteem volgens de onderhavige uitvinding een modulaire opbouw, waarbij minimum capaciteiten mogelijk zijn voor individuele porties en maximum capaciteiten mogelijk zijn 10 die altijd passen in een koelkast voor consumptiedoeleinden, zodat de inhoud steeds beschermd wordt door de houder waarin hij is geplaatst.

De modulaire opbouw tezamen met een zelfstapelend systeem maakt de vorming van gepalletiseerde lading mogelijk, 15 welke het hanteren, het transport en de opslag door mechanische middelen vergemakkelijkt, waarbij bedrijfskosten lager worden en de produkt-höuder verhouding wordt geoptimaliseerd.

Aangezien het stapelen inhoudt het toevoegen van de eigen lading bij die van andere houders, zijn de houders zor 20 <3anig geconstrueerd dat de noodzakelijke weerstand verkregen wordt, waartoe, afhankelijk van het materiaal dat gebruikt wordt tengevolge van de invriestemperatuur waaraan de houder · wordt onderworpen, de grootte en de stijfheid van het materiaal van groot belang zijn. Een andere factor die in beschouwing 25 moet worden genomen, is die van het beperken van het tramsport- en opslagvolume wanneer de houder leeg is. Dit wordt bereikt door een a-symmetrisch ontwerp hetwelk het mogelijk maakt de houders in elkaar te plaatsen waardoor de ingenomen hoogte tot het uiterste wordt beperkt.

30 Al deze kenmerken vormen de verbeteringen welke een houder opleveren met een uitstekend gebruik tegen redelijke kosten.

Volgens de uitvinding is het niet mogelijk dat de verkoper het‘produkt uit de houder verwijdert tijdens het 35 tijdstip van verkoop in het geval de houder moet worden geretourneerd teneinde het· statiegeld terug te krijgen, aangezien het de bedoeling is een houder voor het eenmalig gebruik te verschaffen vanwege logistieke en hygiënische redenen.

BAD 4 4 4 -4- . !

De houder kan dus daarna gebruikt worden door de consument op praktische wijze. Er zijn derhalve twee mogelijkheden overdacht ::de houder kan omgezet worden in een afgedichte houder voor volgend gebruik door middel van een deksel en de mecha-5 nische karakteristieken kunnen worden gebruikt om de houder door middel van complementaire frames om te zetten in rekken .·· of intern toegankelijke houderstructuren waarin voedselproduk-ten, die gemakkelijk kunnen worden geplaatst en gemakkelijk bereikbaar zijn, kunnen worden opgeslagen.

10 Deze mogelijkheden voor het gebruik van de houder absorberen op uitstekende wijze de kosten van het verbruikte materiaal en voorkomen ongewenste neigingen de houder te retourneren.

Alle beschreven mogelijkheden en de beschreven 15 karakteristieken zijn alleen complementair aan andere eigenschappen die de verbeteringen volgens de onderhavige uitvinding omvatten, aangezien het duidelijk zal zijn dat alhoewel het doel van de houder in hoofdzaak bestaat uit het beschermen van een produkt, de houder tevens het goedkoop 20 invriezen van het produkt en het vergemakkelijken van het hanteren ervan omvat.

De uitvinding bestaat in het vormen tussen de bodem van één houder en de opening van een tweede, daarin opgenomen houder, wanneer beide houders een produkt bevatten, van een 25 vrije koude stroomtunnel, welke een homogene isothermische werking levert voor de gehele houder, met inbegrip van het deksel of de afdichting van de opening, waarbij de houders een modulair systeem vormen waarin de eenheid in langsrichting een meervoud is van subeenheden en waarin de wandhoogte een 30 meervoud-is van de wandhoogte van de subeenheden, en waarbij een sectie van de vrije koude stroomtunnel evenredig met het volume in de houder is.

Aan de bodem van elk van de eenheden of subeenheden zijn er afstandhoudende bodems in een werkzame positie van de 35 eenheid of de subeenheid, welke rusten op zelfcentrerende zittingen in een steunvleugel die uitsteekt van de opening van de houder, waarbij tussen elk stapelniveau een koude stroom-BAD 9evoritw^ ^ie ^ één vlak ligt met de andere koude stroomtunnels van andere gestapelde stelsels.

> * -5-

De uitvinding zal worden beschreven aan de hand van een uitvoeringsvorm volgens bijgaande tekeningen.

In de tekeningen toont: figuur 1 een bovenaanzicht van een houder, 5 figuur 2 een zijaanzicht van de houder, figuren 3 en 4 respectievelijk een boven- en een zijaanzicht van het stelsel van vier subeenheden, die zodanig kunnen worden geplaatst dat de inhoud gebroken kan worden zonder de beschermende laag te verwijderen, 10 figuur 5. een stapel houders, waarbij de penetratie- lijnen de vriesstroom aangeven en één van de mogelijkheden representeren van het vormen van een stabiele stapel, figuren 6 en 7 schematisch weergeven hoe een stapel verkregen wordt voor de opslag en/of transport van lege 15 houders, waarbij één houder gedeeltelijk in een andere houder past, figuren 8 en 9 schematisch twee vormen voor het verkrijgen van een stapel representeren, waarbij de houder een produkt bevat en de opening wordt afgedicht, 20 figuren 10,11 en 12 verschillende wijzen tonen voor het arrangeren van verschillende stapels in een vriezer of een vrieskamer, / figuur 13 de opstelling toont van een deksel op een opnieuw gebruikte houder, waarbij de stapelmogelijkheid nog 25 steeds bestaat, figuur 14 een stapel houders toont met behulp van separatoren, welke een conventionele houder voor thuisgebruik toont, figuur 15 een perspectivisch aanzicht toont van een 30 stelsel van de houders volgens de figuren 6 en 7 teneinde een beperking in opslag en/of transportvolume te verkrijgen in afr wachting van het vullen ervan.

De verbeteringen volgens de uitvinding in het uitvoer ingsvoorbeeld volgens de tekeningen bestaan in het vormen 35 tussen de bodem 1 van de houder en de opening 2 van de tweede houder *die daarin is opgenomen, wanneer beide houders een produkt bevatten, van een vrij koude stroomtunnel.3, welke de homogene isothermische werking vormt rond de gehele houder, badoW04 4 4 -6- dat wil zeggen de zijkanten en de voorzijde 4, met inbegrip van het deksel 5 of de afdekking van de opening.

De houders vormen, zoals blijkt uit de figuren 5 en 8-12, een modulair systeem waarin de eenheid in langsrichtirig 5 (figuren 3 en 4) een véelvoud van de subeenheden is. De wand-hoogte van één eenheid (figuren 1 en 2) is een veelvoud van de wandhoogte van de subeenheden, teneinde de sectie van de vrije koude stroomtunnels 3 en 4 evenredig te houden met het volume in de houder.

10 Hiertoe zijn op de bodem van elke eenheid of sub- eenheid scheidingsvoetstukken 6 aanwezig, die in een werkzame stand van de eenheid of de subeenheid rusten op zelf-centrerende zittingen gelegen in een steunvleugel 7, welke uitsteekt vanuit de opening van de houder, waarbij tussen elk 15 stapelniveau de koude stroomtunnels 4 worden gevormd, die in één vlak liggen met de koude stroomtunnel van andere stapel-stelsels zodat, zoals figuur 5 aangeeft, de gestapelde houders een batterij vormen waardoorheen, evenals een radiatorpaneel, de koude lucht loopt, zodat de temperatuur van de houders 20 en de inhoud ervan wordt verlaagd.

De zelfcentrerende zitting voor de scheidingsvoetstukken 6 bestaat uit uitstekende wanden 8, die vanuit de vleugel 7 van de houders uitsteken en een eenheid of subeen-heidmoduul vormen.

25 Onder de uitstekende wanden 8 bevinden zich ver- sterkingsribben 9 die de belasting verdelen over de gehele constructie en deze versterken.

De deksels 5 vergemakkelijken het alternatieve tweede gebruik van de houder nadat de inhoud eruit is verwijderd en 30 zijn voorzien van openingen 10 welke de doorgang van de wanden 8 mogelijk maken.

De deksels passen op de omtrek van de houder waartoe zij een lip 11‘omvatten waardoor de afdichting tot stand komt. De mogelijkheid de houders met dit deksel vanaf het begin uit 35 te rusten, is· eveneens overdacht zodat een vleugel 12 is aangebracht waarvan de rand 13 is omgevouwen voor het vormen van een randgedeelte 14 dat het mogelijk maakt de inhoud af te BADdQRKHèiAJL

8500444 -7-

Zoals in het voorgaande is genoemd, is het deksel afgedicht met behulp van een lip 11 bestaande uit een flexibele wand die uitgaande van het deksel 5 past in de houder die, zoals de tekeningen tonen, haar de opening divergerende wanden 5 heeft, terwijl de flexibele wand van het deksel convergeert.

Het andere alternatieve gebruik van de houder wordt ontleend aan de separatoren 15, die de houders van elkaar scheiden en een inlaat boven de hoogte van de houderwand bepalen.

10 De separatoren 15 bestaan uit een frame met zij- en achterwanden die verlengd zijn door middel van grijpklemmen op de vleugel van een basiseenheid of twee'subeenheden. Het frame is soortgelijk voorzien van behuizingen 17 waarin de scheidende bodems 6 passen.

15 Alhoewel de figuren 3 en 4 vier subeenheden tonen die één eenheid tonen, zijn subeenheden die een halve eenheid vormen, eveneens mogelijk. De lengte van de eenheid is dus het dubbele van de breedte, zodat bij het aanhouden van deze breedte de lengte van elke subeenheid evenredig is met het 20 meervoud van subeenheden en waarbij wanneer dit als de lengte van de houder wordt gebruikt, deze éénachtste van die van een eenheid zal zijn. De totale hoogtan zijn variabel in drie dimensies tussen elkander. 1

Om veiligheidsredenen, zijn met oog op de lage 25 temperaturen de houder en het deksel gemaakt van een polyethyleen met hoge dichtheid en is het afdichtvel, wanneer het deksel is verwijderd, gemaakt van een tweelagen materiaal, waarvan het eerste polyethyleen is, welke het lassen vergemakkelijkt, terwijl het tweede is van een polyamine voor het 30 vormen van een antischeurdeksel.

8500444

BAD ORIGINAL

Claims (4)

1. Houder voor het invriezen, van aan bederf onderhevige produkten, waarbij het invriezen gebeurt ten tijde van het slachten vein dieren of het oogsten van groenten, welke houders kunnen worden gestapeld afhankelijk van het gebruik of 5 de opslag ervan, gekenmerkt door het vormen tussen de bodem van één houder en de opening van de andere die daarin wordt opgenomen, wanneer beide houders een produkt bevatten, van een vrije koude stroomtunnel wélke de homogene isothermische werking vormt tussen de gehele houder met inbegrip van het 10 deksel of de afdekking van de opening, waarbij de houders een modulair systeem vormen waarin de eenheid in langsrich-ting een meervoud is van subeenheden en waarin de wandhoogte een veelvoud is van een wandhoogte van de subeenheid, waarbij de doorsnede van de vrije koude stroomtunnel evenredig wordt 15 gehouden met het volume in de houder.

2. Houder voor het invriezen van aan bederf onderhevige produkten volgens conclusie 1, met het kerimerk, dat de bodem van elke van de eenheden of de subeenheden voorzien is van scheidingsvoetstukken die, wanneer de eenheid of subeen- 20 heid in gebruik is, rusten op zelfcentrerende zittingen op een steunvleugel die uitsteekt van de opening van de houder, waarbij tussen elk stapelniveau een koude stroomtunnel wordt gevormd, welke in één vlak ligt met de koude stroomtunnel van de andere stapelstelsels. 25

- 3. Houder voor het invriezen van aan bederf onder hevige produkten volgens de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zelfcentrerende zitting voor de scheidings-voetstukken bestaat uit uitstekende wanden die uitsteken van de rand van de houdervleugel en die vrijkomen door openin-30 gen in de deksels die passen op de omtrek van de houders en die door middel van een vleugel waarvan de rand vouwt of een kraaggedeelte, zijn gezeten en vastgehouden worden in de BAD öSfëlfififcL van hou^er/ waarbij de afdichting van het deksel 8500444 -9- • wordt gevormd door middel van een buigzame omtrekswand die uitgaande van het deksel past in de houder, welke divergerende wanden heeft terwijl de flexibele wand convergerende wanden heeft. 5

4. Houder volgens de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een extra element is ingebracht voor eenheden en subeenheden voor een complementair gebruik, omvattende een scheiding tussen de houders welke hen op afstand van elkaar houden eh een.inlaat bepalen boven de hoogte van de houderwand 10 en die een frame omvatten met verlengde zijdelingse- en achterwanden, die worden gefixeerd door middel van grijpklemmen op de vleugel van een basiseenheid of twee basissubeenheden, welk frame is voorzien van behuizingen waarin de scheidings-voetstukken van één eenheid of twee bovenste subeenheden wor-1 5 den geblokkeerd. / 85 04) 4 4 4 BAD ORIGINAL