NL8500307A - Bevestigingsinrichting. - Google Patents

Description

* χ.

VO 7002 ** -1-

Bevestigingsinrichting.

Het doel van deze uitvinding is het verschaffen van een inrichting voor het vasthouden en opslaan van artikelen, waarbij de inrichting een verdere ontwikkeling is van die welke het onderwerp vormt van de door Aanvrager dezes reeds ingediende octrooiaanvrage. De verbeterde 5 constructie vergemakkelijkt het monteren en demonteren van de inrichting en maakt tevens het instellen van de inrichting ten opzichte van de artikelen die daarin moeten worden vastgehouden gemakkelijker.

Korte samenvatting van de beschrijving.

De nieuwe inrichting omvat een lang, lineaalvormig orgasm dat is 10 voorzien van een gleuf die zich in langsrichting van het lineaalvormig orgaan uitstrekt, waarbij één of meer paren veerkrachtige vingers zijn . verschaft - terwijl de twee vingers van een paar apart zijn geplaatst en niet aan elkaar zijn verbonden - waarbij het ene einde van elke vinger onder een in wezen rechte hoek is omgebogen vanaf het hoofdge-15 deelte van de vinger, terwijl tenminste twee van die vingers aan het lineaalvormige orgaan zijn bevestigd door middel van met elkaar samenwerkende intredende en opnemende schroeforganen en waarbij het intredende schroeforgaan zich uitstrekt door het omgebogen eindgedeelte van een vinger en de langsgleuf.

20 In een bij voorkeur toegepaste en praktische uitvoeringsvorm zijn de vingers vervaardigd van een plat inherent veerkrachtig materiaal, zoals bijvoorbeeld stalen stroken en zijn gegolfd of golvend gebogen. Een andere mogelijheid is dat de vingers kunnen worden gemaakt van ronde of anderszins geprofileerde stukken materiaal.

25 In nog eeii andere bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm is het opnemende schroeforgaan een plaatvormige moer waarvan de twee elkaar kruisende assen van verschillende lengte zijn en het lange lineaalvormige orgaan aan de achterzijde ervan is voorzien van twee tegenover elkaar geplaatste flenzen over de volle lengte van het lange lineaal-E$D OV&mm. orgaan.

Volgens een ander bij voorkeur toegepast kenmerk bezitten de veerkrachtige vingers, die zijn vervaardigd van stalen stroken, in -2- dwarsdoorsnede een gebogen profiel.

De uitvinding zal thans worden beschreven onder verwijzing naar de tekening, waarin:

Fig. 1 een vooraanzicht is van een gedeelte van de nieuwe inrichting; fig. la is een dwarsdoorsnede volgens lijn a-a in fig. 1; fig. lb is een afbeelding van het opnemende schroeforgaan dat bij de nieuwe inrichting wordt gebruikt; fig. 2 is een vooraanzicht van een gedeelte van een andere uitvoeringsvorm van de nieuwe inrichting; fig. 2a is een dwarsdoorsnede volgens lijn a-a in fig. 2; fig. 3 is een vooraanzicht van een gedeelte van nog een andere uitvoeringsvorm van de nieuwe inrichting; fig. 3a is een dwarsdoorsnede volgens lijn a-a in fig. 3; fig. 4 is een aanzicht in perspectief van één van de veerkrachtige vingers die worden gebruikt bij de nieuwe inrichting; fig. 5 is een dwarsdoorsnede volgens lijn V-V in fig. 4; en fig. 6 is een zijaanzicht van een andere uitvoeringsvorm van de veerkrachtige vingers.

In fig. 1 en la is afgebeeld een lange lineaalvormige rail 1 welke de basis vormt waarop veerkrachtige vingers 2 zijn gemonteerd.

Deze zijn geplaatst in een in het voorvlak van rail 1 aangebrachte uitsparing 3. Zoals is te zien in fig. 1 en la is de uitsparing 3 uitgevoerd met getrapte langszijwanden, zodat in het bredere, buitenste gedeelte, bredere vingers 2 die zijn voorzien van bredere omgebogen gedeelten 2' kunnen worden opgenomen, terwijl in het binnenste, smallere gedeelte van de uitsparing smallere vingers kunnen worden geplaatst.

De vingers 2 zijn gerangschikt in paren, waarbij elk paar dient als vasthoudorgaan voor het een of ander artikel of handelsprodukt.

Deze vingers 2 kunnen allemaal van dezelfde grootte zijn, maar al naar gelang de behoeften kunnen paren vingers 2 van verschillende grootten en mogelijk van verschillende vorm worden verschaft.

De vingers 2 worden zodanig aan de basis bevestigd dat ze gemakkelijk aan de basis kunnen worden gemonteerd of gedemonteerd en dat de afstand tussen twee vingers van een paar al even gemakkelijk en snel ^n9este-*-^· De vingers 2 omvatten een omgebogen gedeelte 2' aan het ene einde (zie ook fig. 4) waarin een gat 2" is aangebracht.

8500307 -3-

Een schroefbout 4 wordt in gat 2" gestoken waarna een plaatvormige moer 5 op het einde van schroefbout 4 wordt geschroefd. De moer is van een nieuwe vorm en bestaat uit een langwerpige plaat 5 die in langsrichting een grotere afmeting heeft dan in dwarsrichting. In de basis 1 is aan 5 de onderkant van uitsparing 3 een zich in langsrichting uitstrekkende gleuf 6 verschaft waar de moer 5 doorheen kan worden aangebracht indien deze in zodanige stand ten opzichte van de gleuf 6 wordt gehouden dat de hoofdas ervan zich in dezelfde richting uitstrekt als de langsrichting van de gleuf 6. De zijkanten van de uitsparing 3 voorkomen dat de 10 vingers 2 gaan draaien om de bout 4. Aan de achterzijde is de basis 1 voorzien van twee flenzen 7 die zich uitstrekken langs beide langsranden van basis 1. Nadat de moer 5 door de gleuf 6 is gebracht wordt deze geplaatst in de ruimte tussen de twee flenzen 7,waarbij de hoofdafmeting van moer 5 groter is dam de afstand tussen de twee flenzen 7. Wan-15 neer dus de schroefbout 4 wordt gedraaid wordt de moer eerst meegenomen totdat de twee einden ervan (aan de einden van de hoofdas ervan) aansluiten tegen de flenzen 7, waardoor verdere draaibeweging van de moer wordt gestopt. Als gevolg hiervan kan de schroefbout 4 verder worden ingedraaid totdat de moer 5 tegen de binnenzijde van basis 1 aanligt.

20 Op deze manier wordt de betreffende vinger 2 stevig aan de basis 1 bevestigd. Teneinde de afstand tussen de twee vingers in te stellen wordt de schroefbout 4 een weinig losgedraaid waardoor de vinger in beide richtingen in de gleuf vrij kan worden verschoven. Wanneer de vinger moet worden verwijderd wordt de moer gedraaid totdat de hoofdas ervan 25 zich in dezelfde richting als gleuf 6 uitstrekt en dan eruit getrokken.

Het type rail dat de in fig. 1 en la afgebeelde basis 1 vormt zal voornamelijk - maar niet uitsluitend - zijn vervaardigd van metaalplaat door conventionele stamp- en ponsbewerkingen. Bij dit type rail worden het "bovenste" en het "onderste" part daarvan bij elkaar gehou-30 den door eindgedeelten die zich dwars aan de uiteinden van gleuf 6 uitstrekken .

In tegenstelling tot hetgeen hierboven is beschreven bestaat de rail 10 volgens fig. 2 uit een metalen of kunststof-profiel, op conventionele wijze vervaardigd door persprocessen. Hier worden het "bo-35 venste" en het "onderste" part bij elkaar gehouden door een gesloten, BAD OFflOWAtr^ig gedeelte 7' aan de achterzijde van rail 10, waarbij de zijwanden van de doos een constructie vormen die gelijkwaardig is aan de 8500307 -4- hierboven vermelde flenzen 7.

De veerkrachtige vingers 2 en de manier waarop deze aan de basis worden bevestigd zijn identiek aan hetgeen reeds is beschreven. De moer 5 wordt in dit geval in het doosvormige gedeelte 7' aangebracht en wordt 5 vastgehouden op de manier die is beschreven. Zoals is te zien in fig. 2a is er een uitsparing 3' met getrapte zijwanden verschaft, zoals reeds is beschreven. Het omgebogen gedeelte 2' van de vingers 2 is geplaatst in één gedeelte van de uitsparing 3' aan de voorzijde van de basis 1.

Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 3 is het achterste deel van 10 rail 100 voorzien van een verlengstuk 101 waarop - bijvoorbeeld - identi-ficatielabels kunnen worden geplakt.

De veerkrachtige vingers 2 - zoals afgebeeld in fig. 4 - worden vervaardigd van hard, inherent veerkrachtig materiaal (zoals staal) en zijn bij voorkeur gegolfd, zoals is aangegeven in fig. 4. De golving 15 van de vingers verleent daaraan maximale flexibiliteit teneinde het aanbrengen van stukken gereedschap op elk ander voorwerp tussen twee vingers te vergemakkelijken en ter vermijding van spanning in de vingers.

Op conventionele wijze en bij voorkeur kunnen de vingers, teneinde daaraan een grotere sterkte te geven, in dwarsdoorsnedevorm gebogen . 20 zijn, zoals is te zien in fig. 5, waardoor de randen van de vinger in aanraking zijn met het daartussen geplaatste voorwerp, hetgeen een betere klemming mogelijk maakt en het wegglijden van het daartussen vastgehouden voorwerp verhindert. Tenslotte is het, zoals is te zien in fig. 6, niet altijd noodzakelijk gebruik te maken van een paar vingers, bij welk paar 25 de twee vingers van identieke vorm zijn, terwijl de twee van een paar symmetrisch op de basis zijn geplaatst. In feite zijn er gevallen - bijvoorbeeld wanneer de artikelen die moeten worden vastgehouden en opgeslagen een slanke vorm hebben, zoals moersleutels of dergelijke - waarin een paar vingers wordt gebruikt zoals bij wijze van voorbeeld is afge-30 beeld in fig. 6. Hierbij is de vinger 20 in wezen hetzelfde als reeds is beschreven, maar het complementaire orgaan 21 is met een recht gedeelte naar de vinger 20 toegekeerd, waardoor dus de ruimte die wordt ingesloten tussen vinger 20 en orgaan 21 tamelijk smal is en de ingang naar die ruimte bij 22 zelfs nog smaller. De doorgang aan de ingang 22 maakt het 35 inbrengen van de schacht van een moersleutel of een dergelijk betrekke- BAiètiiywiAteel mogelijk, wat daarna wordt opgenomen in de ruimte tussen 20 en 21, waarbij de ingang 22 is open gedrukt bij het inbrengen van het betreffende artikel en weer is'dicht geklikt na dit inbrengen.

O C η Λ -7 Λ -τ -5-

Er wordt verwezen naar beschrijvingsdocument Serie No. 495.427, ingediend op 17 mei 1983 door Aanvrager dezes en dit octrooischrift hoort bij het onderhavige doordat ernaar wordt verwezen.

BAD ORIGINAL

8500307

Claims (9)

1. Inrichting voor het vasthouden en opslaan van artikelen, zoals gereedschappen en verkoopartikelen die voor de verkoop worden tentoongesteld, gekenmerkt door een lang, lineaalvormig orgaan dat is voorzien van een gleuf die zich in langsrichting in het lineaalvormig orgaan uit- 5 strekt, waarbij één of meer paren veerkrachtige vingers zijn aangebracht - terwijl de twee vingers van een paar apart zijn geplaatst en niet aan elkaar zijn verbonden - waarbij het ene einde van elke vinger is omgebogen onder een in wezen rechte hoek vanaf het hoofdgedeelte van de vinger, terwijl tenminste twee van die vingers aan het lineaalvormig 10 orgaan zijn bevestigd door middel van met elkaar samenwerkende intredende en opnemende schroeforganen en waarbij het intredende schroeforgaan zich uitstrekt door het omgebogen eindgedeelte van een vinger en de langsgleuf.

2. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de vingers 15 zijn vervaardigd van plat, inherent veerkrachtig materiaal, zoals bijvoorbeeld stalen stroken,en gegolfd of golvend zijn gebogen.

3. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de vingers zijn vervaardigd van ronde of anderszins geprofileerde stukken materiaal.

4. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de twee vin-20 gers van een paar van identieke vorm zijn.

5. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat het paar veerkrachtige organen bestaat uit een vinger van plat inherent veerkrachtig materiaal en een complementair orgaan omvattende een recht gedeelte dat naar de veerkrachtige vinger is toegekeerd.

6. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat het opnemende schroeforgaan bestaat uit een plaatvormige moer waarvan de twee elkaar kruisende assen van verschillende lengte zijn en waarbij het lange lineaalvormige orgaan aan de achterzijde ervan is voorzien van twee tegenover elkaar gelegen flenzen die zich over de volle lengte van het 30 lange lineaalvormige orgaan uitstrekken.

7. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat het lange, BADORIG4NA$leuf voorziene orgaan door een stampbewerking is vervaardigd vein metaalplaat. ar η o 3 n 7 -7-

8. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat het lange, vain een gleuf voorziene orgaan bestaat uit een geperst profiel.

9. Inrichting volgens conclusie 7 of conclusie 8, gekenmerkt doordat lange uitsparingen zijn verschaft aan de voor- en achterzijde van het 5 lange orgaan. BAD ORIGINAL 8500307