NL8500090A - Inrichting voor het melken van dieren, zoals koeien. - Google Patents

Inrichting voor het melken van dieren, zoals koeien. Download PDF

Info

Publication number
NL8500090A
NL8500090A NL8500090A NL8500090A NL8500090A NL 8500090 A NL8500090 A NL 8500090A NL 8500090 A NL8500090 A NL 8500090A NL 8500090 A NL8500090 A NL 8500090A NL 8500090 A NL8500090 A NL 8500090A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
animal
milking
signal
loudspeaker
sound
Prior art date
Application number
NL8500090A
Other languages
English (en)
Other versions
NL192812C (nl
NL192812B (nl
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to NL8500090A priority Critical patent/NL192812C/nl
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to DE3650399T priority patent/DE3650399T3/de
Priority to AT89107976T priority patent/ATE120928T1/de
Priority to AT89107977T priority patent/ATE99115T1/de
Priority to DE3650410T priority patent/DE3650410T3/de
Priority to EP94202066A priority patent/EP0630560A1/en
Priority to AT89107975T priority patent/ATE128322T1/de
Priority to EP94202761A priority patent/EP0630566B1/en
Priority to DE3689481T priority patent/DE3689481T3/de
Priority to EP94202065A priority patent/EP0630559A1/en
Priority to DE3650748T priority patent/DE3650748T2/de
Priority to EP86200064A priority patent/EP0189954B1/en
Priority to DE3650298T priority patent/DE3650298T3/de
Priority to EP89107974A priority patent/EP0332229B2/en
Priority to EP94202762A priority patent/EP0630567A2/en
Priority to EP94202465A priority patent/EP0630563A2/en
Priority to DE3650755T priority patent/DE3650755T2/de
Priority to EP89107977A priority patent/EP0332232B2/en
Priority to EP89107975A priority patent/EP0332230B2/en
Priority to AT89107974T priority patent/ATE128001T1/de
Priority to DE8686200064T priority patent/DE3684619D1/de
Priority to AT86200064T priority patent/ATE74254T1/de
Priority to DE3650742T priority patent/DE3650742T2/de
Priority to EP94202464A priority patent/EP0630562B1/en
Priority to EP94202067A priority patent/EP0630561B2/en
Priority to EP89107976A priority patent/EP0332231B2/en
Publication of NL8500090A publication Critical patent/NL8500090A/nl
Publication of NL192812B publication Critical patent/NL192812B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL192812C publication Critical patent/NL192812C/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K15/00Devices for taming animals, e.g. nose-rings or hobbles; Devices for overturning animals in general; Training or exercising equipment; Covering boxes
    • A01K15/02Training or exercising equipment, e.g. mazes or labyrinths for animals ; Electric shock devices ; Toys specially adapted for animals
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01JMANUFACTURE OF DAIRY PRODUCTS
    • A01J7/00Accessories for milking machines or devices
    • A01J7/04Accessories for milking machines or devices for treatment of udders or teats, e.g. for cleaning
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/12Milking stations
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/12Milking stations
    • A01K1/123Mobile milking parlours
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K15/00Devices for taming animals, e.g. nose-rings or hobbles; Devices for overturning animals in general; Training or exercising equipment; Covering boxes
    • A01K15/02Training or exercising equipment, e.g. mazes or labyrinths for animals ; Electric shock devices ; Toys specially adapted for animals
    • A01K15/028Cow trainers

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Physical Education & Sports Medicine (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • Feeding And Watering For Cattle Raising And Animal Husbandry (AREA)
  • Management, Administration, Business Operations System, And Electronic Commerce (AREA)
  • Housing For Livestock And Birds (AREA)

Description

è .......... λ C. van der Lely N.V. , Weverskade 10, Maasland.
"Inrichting voor het melken van dieren, zoals koeien"
De inrichting heeft betrekking op een inrichting voor het melken van dieren, zoals koeien, met ten minste één melkplaats, ten minste één melkmachine en ten minste één computer.
5 De melkplaats bestaat in het algemeen uit een ruimte waar het dier rustig kan staan en waar de nodige hygiëne in acht wordt genomen.
Het melken geschiedt door middel van een melkmachine, die is voorzien van één of meer melkstellen, waar-10 van de melkbekers kunnen worden aangesloten op de spenen van de uier, waarna de melkmachine in de bekers een vacuum tot stand brengt, waardoor de melk uit de uier wordt gezogen, al dan niet pulserend.
Tijdens het melken kunnen een aantal metingen 15 worden verricht, zoals een debiet-meting van de afgegeven melk, een temperatuur-meting en andere opnemers voor het registreren van van belang zijnde parameters.
Voorts kan tijdens het melken het dier gevoerd worden, bijvoorbeeld met krachtvoer, waarbij de hoeveelheid 20 toegevoerd voer kan worden afgestemd op de omstandigheden en op het betreffende dier. Daartoe kan het dier voorzien zijn van herkenningsmiddelen, zodat geregistreerd wordt welk dier op de melkplaats aanwezig is. Met behulp van in de computer opgeslagen gegevens van het betreffende dier 25 kan dan de vereiste hoeveelheid voer worden bepaald en worden toegediend.
Bij een dergelijke inrichting zullen de dieren naar de melkplaats gebracht moeten worden, hetgeen het dier uit eigen beweging kan doen, daartoe gelokt door de aan-30 wezigheid van krachtvoer. Het is daarbij echter moeilijk om selectief bepaalde dieren op een bepaald moment op de melkplaats te krijgen.
35 85 0 0 0 90 - 2 - * * ï
De uitvinding beoogt een inrichting voor het melken van dieren, zoals koeien, waarbij de dieren selectief naar de melkplaats kunnen worden geleid, waarbij handelingen door bedienend personeel tot een minimum zijn terugge-5 bracht.
Hiertoe kan volgens een kenmerk van de uitvinding de inrichting zijn voorzien van signaal-middelen voor het afgeven van voor een dier waarneembare signalen. Volgens een kenmerk van de uitvinding kan het signaal bestaan uit 10 geluid, of een radiografisch signaal zijn voor het activeren van een op het dier aangebrachte ontvanger. Daarbij kan volgens de uitvinding nabij de oren van het dier een luidspreker zijn aangebracht voor het opwekken van een geluid, afhankelijk van het signaal.
15 Volgens een nader kenmerk van de uitvinding kunnen middelen aanwezig zijn voor het afgeven van signalen aan dieren die zich nabij de inrichting ophouden en daar ongewenst zijn, welk signaal volgens een kenmerk van de uitvinding een fluittoon kan zijn. Ook kan volgens een nader ken-20 merk van de uitvinding, het signaal zodanig geprogrammeerd zijn, dat de niet-gewenste dieren via een nabij hun oren aangebrachte luidspreker een onaangenaam geluid, bijvoorbeeld een fluittoon horen. De luidqpieker kan, volgens een nader kenmerk van de uitvinding, aan de halsband van het 25 dier zijn aangebracht, welke halsband tevens kan zijn voorzien van identificatiemiddelen van het dier, terwijl de inrichting is voorzien van sensor-middelen voor het herkennen van het dier. Volgens een kenmerk van de uitvinding kan de afgifte van het signaal door de computer worden 30 bestuurd en/of kan het afgegeven signaal slechts op beperkte afstand van de inrichting werkzaam zijn.
De inrichting voor het melken van dieren, zoals koeien, met ten minste één melkplaats, ten minste één melkmachine en ten minste één computer, kan verder volgens de 35 uitvinding zijn gekenmerkt door middelen voor het produceren 8500090 4 % - 3 - van aangepaste geluiden, bijvoorbeeld muziek ten behoeve van het op de melkplaats aanwezige dier. Volgens nadere kenmerken van de uitvinding kunnen de middelen bestaan uit één of meer luidsprekers, kan de luidspreker zijn aange-5 bracht in een zijwand van de melkplaats, kunnen de luidsprekers zijn aangebracht nabij de oren van het dier en kunnen naburige melkplaatsen door een tussenwand zijn afgesloten van elkaar, zodat dieren op naburige melkplaatsen niet gestoord worden door het geluid dat op de andere 10 melkplaats wordt afgegeven.
Voorts kan volgens de uitvinding het afgegeven geluid door de computer worden aangepast aan de melkafgifte.
Daarbij kan, volgens de uitvinding, het geluid bestaan uit muziek, die bij het begin van de melkperiode langzaam is.
15 Verder kan volgens de uitvinding gedurende volle melkgift een dynamisch geluid of dynamische muziek worden opgewekt, terwijl bovendien, volgens een nader kenmerk van de uitvinding, een voor het dier onaangenaam geluid kan worden opgewekt wanneer het dier de melkplaats moet verlaten.
20 Bij de inrichting voor het melken van dieren, zoals koeien, met ten minste één melkplaats, ten minste één melkmachine en ten minste één computer, kan volgens een ander kenmerk van de uitvinding het dier dat de inrichting moet verlaten een daartoe geëigend signaal ontvangen, 25 welk signaal volgens de uitvinding door een luidspreker kan worden afgegeven. Volgens een kenmerk van de uitvinding kan de luidspreker zijn aangebracht aan de zijwand van de melkplaats en/of kan de luidspreker zijn aangebracht nabij de oren van het dier. Volgens een kenmerk van de uitvinding 30 kan het signaal voor het dier onaangename tonen bevatten.
i
Bij een inrichting voor het melken van dieren, i zoals koeien, met ten minste één melkplaats, ten één melkmachine, en ten minste één computer, kan volgens een ken- 1 merk van de uitvinding het dier voorzien zijn van een hals-35 band, waaraan een identificatie-orgaan en een luidspreker,
85 0 o 0 SO
« 1 » - 4 - , waarmee voor het dier herkenbare tonen kunnen worden opgewekt, zijn aangebracht. Volgens nadere kenmerken van de uitvinding kan de luidspreker nabij de oren van het dier zijn aangebracht, kan het voor het dier onaangename geluid bestaan 5 uit schrille tonen, kan de luidspreker zijn gekoppeld met het identificatieorgaan en/of kan de luidspreker zijn gekoppeld aan de computer, die het af te geven geluid genereert.
Volgens een kenmerk van de uitvinding kan het voor het dier onaangename geluid worden opgewekt als het 10 dier in beweging moet komen. Volgens een ander kenmerk van de uitvinding kan het signaal een bepaald gebied bestrijken, waardoor het bijvoorbeeld slechts wordt doorgegeven aan de dieren die zich in de buurt van de melkplaats bevinden.
Volgens verdere kenmerken van de uitvinding kan 15 de inrichting voor het melken van dieren verplaatsbaar zijn, kan de melkplaats voorzien zijn van deuren en bedie-ningsmiddelen voor het openen en sluiten ervan, kan het bewegen van delen van de inrichting door de computer worden bestuurd, kunnen drie of meer melkplaatsen aanwezig zijn 20 en/of kan de inrichting zijn ingebouwd in een open stal.
Voorts kan, volgens een verder kenmerk van de uitvinding, de inrichting zijn voorzien van een melkautomaat en/of een wasautomaat en/of een droog-inrichting.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een werk-25 wijze voor het melken van dieren, zoals koeien, waarbij volgens de uitvinding het dier een signaal ontvangt dat door het dier herkenbaar is als oproep om zich naar de melkplaats te begeven, waarbij een wand van de melkplaats automatisch wordt geopend wanneer het dier nabij de melkplaats 30 is en waarbij, wanneer het dier zich op de melkplaats bevindt, van terzijde het melkstel van de melkmachine aan de uier van het dier wordt toegevoerd. Daarbij kan genoemde wand zowel bestaan uit een dichte wand als uit één of meer stangen of uit een stangenstelsel. Volgens een nader ken-35 merk van de uitvinding kan de uier automatisch worden gewassen 8500090 i · -5 - voordat het melkstel wordt aangekoppeld. Na het wassen kan, volgens een ander kenmerk van de uitvinding, de uier automatisch worden gedroogd. Voorts kunnen volgens de uitvinding tijdens het melken voor het dier aangename geluiden, zoals 5 muziek, worden opgewekt. Na afloop van het melken kunnen volgens de uitvinding, onaangename signalen worden opgewekt.
Volgens een verder kenmerk van de uitvinding kan tijdens het melken een dosering krachtvoer worden toege-10 voerd. Volgens de uitvinding kunnen de successievelijke handelingen door een computer worden bestuurd, zodat in beginsel geen bedienend personeel aanwezig behoeft te zijn bij het melken.
15 - Ter verduidelijking - 8500090
• V
- 6 -
Ter verduidelijking van de uitvinding zal, onder verwijzing naar de tekening, een uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting voor het melken van dieren worden beschreven.
Figuur 1 is een schematische doorsnede van een 5 inrichting voor het melken van dieren.
Figuur 2 is een schematische doorsnede volgens de lijn II - II van fig. 1.
Figuur 3 is een schematische weergave van een automatisch aan de uier van het dier aankoppelbare inrich-10 ting voor het reinigen van de uier.
Figuur 4 is een schematische weergave van een automatisch aan de uier van het dier aankoppelbare inrichting voor het melken.
Figuur 5 toont schematisch een aanzicht volgens 15 de lijn V - V van fig. 4.
Figuur 6 toont schematisch een opgestelde inrichting voor het melken van dieren, en
Figuur 7 toont schematisch een service-wagen voor de inrichting van fig. 6.
20
In de verschillende figuren zijn overeenkomstige onderdelen met gelijke verwijzingscijfers aangegeven.
Fig. 1 toont een inrichting voorzien van een com-25 partiment 1 voor het dier 2, welk compartiment 1 is voorzien van een deur 3 voor het afsluiten van een opening waardoorheen het dier 2 het compartiment kan binnentreden en van een deur 4 voor het afsluiten van een opening waardoorheen het dier 2 het compartiment 1 kan verlaten. Beide deuren 30 3,4 zijn zodanig met de inrichting verbonden dat hun stand tijdens het openen en sluiten in hoofdzaak gelijk blijft. Daartoe is een parallelconstructie aanwezig, die geleidings-stangen 5 omvat, welke aan het ene einde 6 scharnierbaar aan het frame van de inrichting zijn verbonden en aan het 35 andere" uiteinde 7 scharnierbaar aan de deur aangebrachte steunen 8. In fig. 1 zijn beide deuren 3, 4 in de gesloten stand weergegeven, terwijl met streeplijnen de geopende stand is getekend. Een voordeel van het toepassen van een parallel- 8500090 J · - 7 - constructie voor het bedienen van de deuren 3, 4 is de beperkte ruimte die vereist is ten opzichte van zwenkende deuren. Beide deuren zijn bedienbaar door middel van niet weergegeven bedieningsorganen, zoals hydraulische of pneu-5 matische cylinders, die op overigens bekende wijze kunnen zijn aangebracht en kunnen worden bediend. Zoals in fig. 1 is weergegeven is aan de deur 4 een voederbak 9 verbonden, waaruit het dier 2 tijdens de aanwezigheid in het compartiment 1, krachtvoer of ander voer kan nuttigen. Omdat bij het 10 openen van de deur 4 eveneens de voederbak 9 wordt verwijderd zal het dier eerder geneigd zijn op dat moment het compartiment 1 te verlaten.
Boven het compartiment 1 voor het dier 2 zijn drie voorraadhouders 10, 11, 12 weergegeven. Voorraadhouder 10 15 is bestemd voor het bevatten van voer, bijvoorbeeld krachtvoer, dat door het dier genuttigd kan worden tijdens het verblijf in het compartiment 1. De voorraadhouder 10 is voorzien van een vulopening 13 en een doserende afvoerinrichting 14, die afhankelijk van een commando-signaal een bepaalde 20 hoeveelheid voer aan de voederbak 9 toevoert. De voorraadhouder 10 kan zodanig zijn uitgevoerd dat, zoals uit fig.
1 blijkt, het voer zonder verdere additionele transportmiddelen naar de voederbak kan stromen.
Voorraadhouder 11 is bestemd voor het opslaan van 25 melk, en kan daartoe zijn voorzien van middelen voor het koelen van de in die voorraadhouder aanwezige melk. Voorraadhouder 12 is bestemd voor het in voorraad houden van reinigings-vloeistof, bijvoorbeeld water, dat kan dienen voor het reinigen, ontsmetten of spoelen van de delen die met de melk in 30 aanraking komen, zoals melkleidingen, het melkstel, de uier, of andere delen die voor reiniging of spoelen in aanmerking komen.
In fig. 1 is voorts een inrichting 15 weergegeven, die aankoppelbaar is aan de uier van het dier 2. Inrichting 35 15 is voorzien van een komvormige schaal 16 die enigszins aansluit rond de uier van de koe en die in het midden ondersteund is door middel van een aan de vloer bevestigde ondersteuning 17, die nog nader zal worden beschreven onder ver- 8500030 « * - 8 - wijzing naar fig. 3.
Voorts is een inrichting 18 aanwezig voor het transport van de melk naar de voorraadhouder 11. Inrichting 19 dient voor het verwarmen van lucht en het toevoeren van 5 die verwarmde lucht naar de aan de uier aankoppelbare inrichting 15, zoals nog zal worden beschreven. Door middel | van inrichting 20 kan de reinigingslvoeistof uit voorraadhou der 12 naar de aan de uier aankoppelbare inrichting 15 gepompt worden. De nodige transportleidingen 21 zijn schematisch 10 weergegeven.
Om de hals van het dier is een halsband 22 aangebracht waaraan middelen 23 zijn bevestigd waardoor het dier herkend kan worden. Deze middelen 23 kunnen bestaan uit een electronische of magnetische informatiedrager of een zender 15 die een signaal afgeeft dat specifiek is voor het bepaalde dier 2. Voorts is de inrichting voorzien van een computer 24, die de verschillende functies van de inrichting bestuurt. Daartoe is computer 24 met verschillende delen van de inrichting verbonden, hetgeen in fig. 1 is aangegeven door middel 20 van lijnen.
De inrichting is voorts voorzien van een luidspreker 25 voor het produceren van geluid of muziek teneinde aan het dier gewenste signalen door te geven.
Fig. 2 toont schematisch drie naast elkaar aange-25 brachte melkplaatsen ofwel compartimenten 1, welke onderling gescheiden zijn door middel van tussenwanden 26. Voorts zijn geleidingen 27, bijvoorbeeld bestaande uit stangen, aangebracht teneinde het dier een slechts beperkte bewegingsvrijheid te geven. In fig. 2 zijn twee soorten aan de uier van 30 het dier aankoppelbare inrichtingen weergegeven, namelijk een reinigingsinrichting 28 en een melkinrichting 29. Deze inrichtingen 28, 29 kunnen zich in een niet-werkzame stand bevinden buiten het door de geleidingen 27 begrensde gebied waarin het dier aanwezig kan zijn. Wanneer een dier in het 35 compartiment 1 aanwezig is kan inrichting 28 vanaf de ene zijde onder het dier worden gebracht, terwijl inrichting 29 vanuit de andere zijde onder het dier kan worden gebracht.
Beide inrichtingen zijn voorzien van een ondersteuning met 8500090 ' .
- 9 - twee in hoofdzaak verticaal gerichte scharnierassen 30, 31, waarbij de ondersteuning ter plaatse van scharnieras 30 aan de vloer is bevestigd, zodat de inrichting 28, 29, binnen een bepaald gebied verplaatsbaar is. Voorts zijn middelen 5 aanwezig teneinde de inrichtingen 28, 29 in hoogterichting te verplaatsen zoals nog nader zal worden uiteengezet.
Inrichting 28 is voorzien van een komvormige schaal 16 (fig. 3), die in hoofdzaak aansluit rond de uier van het dier en die is voorzien van een aantal sproeimondstukken 32 10 voor het spuiten van reinigingsvloeistof tegen de uier van het dier, en van een centrale opening 33 voor het af voeren van verbruikte reinigingsvloeistof en tevens voor het toevoeren van lucht, die desgewenst kan zijn verwarmd, teneinde de uier te drogen na het reinigen.
15 Inrichting 29 is voorzien van een op de spenen van de uier aansluitbaar melkstel 34 en van een afschermplaat 35, zoals nog nader zal worden uiteengezet.
De eerder beschreven voorraadhouders 10, 11 en 12, die boven de compartimenten 1 zijn aangebracht, kunnen zich 20 over meerdere compartimenten uitstrekken, terwijl het eventueel ook mogelijk is een of meerdere voorraadhouders per compartiment op te delen.
De beschreven inrichting voor het melken van dieren kan worden uitgevoerd als een verplaatsbare eenheid, die in 25 zijn geheel op een gewenste plaats kan worden neergezet. Eventueel kan daartoe de inrichting zijn voorzien van wielen 36 (fig. 2), of andere middelen die van nut kunnen zijn bij het verplaatsen. Teneinde de inrichting buiten te kunnen plaatsen, kan deze voorzien zijn van een zich over de gehele inrich-30 ting uitstrekkend dak 37 (fig. 1).
Fig. 3 toont in meer detail de reeds in fig. 2 weergegeven inrichting 28. De inrichting is voorzien van een komvormige schaal 16 die door middel van ondersteuning 17 onder en rond de uier van het dier kan worden aangebracht. Onder-35 steuning 17 kan zwenken om scharnieras 30, ter plaatse van welke scharnieras de ondersteuning aan de vloer is bevestigd. De ondersteuning is voorzien van een eerste electromotor 38 voor het in hoogterichting bewegen van inrichting 38, bij- 8500000 - 10 - voorbeeld door middel van een spindel concentrisch met as 30. Voorts is een tweede electromotor 39 aanwezig, waarmede het zwenken om as 30 van de ondersteuning tot stand wordt gebracht. De ondersteuning is voorts voorzien van een tweede 5 in hoofdzaak verticale scharnieras 31 waardoor verbindingselementen 40 en 41 van de ondersteuning ten opzichte van elkaar kunnen zwenken. Het verbindingselement 41 draagt aan zijn uiteinde de komvormige schaal 16, die voorzien is van sproei-mondstukken 32 en een centrale opening 33. De centraal in 10 de komvormige schaal 16 aangebrachte opening 33 is aangebracht op de plaats waar het verbindingselement 41 met de schaal 16 is verbonden.
Via toevoerleiding 42 kan door middel van inrichting 20 (fig. 1) reinigingsvloeistof, bijvoorbeeld warm water, 15 worden toegevoerd naar de sproeimondstukken 32. De verbruikte reinigingsvloeistof kan via opening 33 worden afgevoerd via leiding 43 naar een willekeurige plaats buiten de inrichting. Teneinde na het reinigen van de uiers deze te kunnen drogen kan door inrichting 19 (fig. 1) via toevoerleiding 20 44 eventueel verwarmde lucht worden toegevoerd, welke even eens via opening 33 naar de uier wordt geleid.
Opdat de via leiding 44 toegevoerde lucht en de via leiding 43 afgevoerdh vloeistof elkaar onderling niet zullen beïnvloeden is in het in fig. 3 weergegeven uitvoe-25 ringsvoorbeeld in leiding 44 een terugslagklep 45 aangebracht, die de toegevoerde luchtstroom doorlaat, doch een blokkering vormt voor eventueel vloeistof uit de andere richting. Voorts is in'leiding 43 een S-bocht aangebracht, zodat een vloeistof-slot wordt gevormd, opdat de door. leiding 44 toegevoerde 30 lucht niet via leiding 43 kan wegstromen.
De inrichting volgens fig. 3 wordt zodanig gestuurd door een computer dat de komvormige schaal 16 eerst in een in hoofdzaak horizontaal vlak een juiste positie inneemt, waarna de kom omhoog wordt bewogen, zodat die zich rondom 35 de uier van het dier bevindt. Teneinde dit aanbrengen te vergemakkelijken is langs de rand van de schaal een strook 46 van flexibel materiaal aangebracht. De leidingen 42, 43 en 44 dienen voldoende flexibel te zijn om de bewegingen van 8500090 - 11 -
De komvormige schaal 16 te kunnen volgen. Voor het bewegen van de schaal is, zoals reeds beschreven, een eerste electromotor 38 aanwezig, die de inrichting in hoogterichting kan verstellen, is een tweede electromotor 39 aanwezig voor het 5 zwenken om as 30 en is een derde electromotor 47 aanwezig voor het onderling verzwenken om as 31 van de verbindingselementen 40 en 41. De computer is daartoe met elk van de genoemde electromotoren verbonden door middel van electrische leidingen 48.
10 In fig. 4 is inrichting 29 (fig. 2) weergegeven.
De inrichting is voorzien van een melkstel dat vier melkbekers 52 omvat. Deze melkbekers 52 kunnen de gebruikelijke uitvoering hebben, doch zij· kunnen ook meer trechtervormig worden uitgevoerd teneinde gemakkelijker automatisch op de 15 spenen aangebracht te kunnen worden. De in fig. 4 weergegeven ondersteuning is van dezelfde soort als weergegeven in en beschreven aan de hand van fig. 3. Door middel van door de computer bestuurde electromotoren 38, 39 en 47 kan het melkstel op elke gewenste plaats worden gebracht teneinde te kun-20 nen aansluiten op de uier. Bij de ondersteuning is schematisch de spindel 49 weergegeven voor verstelbaarheid in hoogterichting van de inrichting.
Aan één zijde van het melkstel is de inrichting volgens fig. 4 voorzien van een plaat 35 met aan de boven-25 zijde een omgebogen rand 51. De plaat 35 dient ervoor een afscherming tot stand te brengen tussen de achterpoten van het dier en het melkstel, met name ter voorkoming van bevuiling van het melkstel.
In fig. 5 is een aanzicht volgens de lijn V - V 30 van fig. 4 weergegeven, waarin verdere details van het melkstel zijn aangegeven. Volgens fig. 5 is elke melkbeker 52 via een scharnierpunt 53 scharnierend met een centrale ondersteuning 54 verbonden, zodat elke melkbeker 52 ten opzichte van de centrale ondersteuning 54 in een bepaald gebied ver-35 plaatsbaar is. Door middel van kleine electromotoren 55 en 56 kan elke melkbeker ten opzichte van de centrale ondersteuning 54 door middel van de computer worden ingesteld, zodat de vier melkbekers 52, die gezamenlijk het melkstel 8500090 - 12 - vormen, tezamen in een aan het betreffende dier aangepaste configuratie zijn aangebracht.
In fig. 6 is schematisch een verrijdbare melkinrichting aangegeven, bestaande uit drie melkplaatsen, die 5 bijvoorbeeld in een weiland is geplaatst, zodat rondom de dieren 2, zoals koeien, rondlopen.
Fig. 7 toont een achter een trekker geplaatste aanhangwagen, die voorzien is van verschillende voorraad-houders 57, 59 en 60, voor bijvoorbeeld respectievelijk reini-10 gingsvloeistof, melk en voer. Voorts is de aanhangwagen voorzien van een transporteur 58 en eventueel andere middelen voor het overbrengen van voer, melk, reinigingsvloeistof, etc.
Met de in fig. 7 weergegeven wagen kan naar de in-15 richting van fig. 6 worden gereden teneinde melk af te halen en voer en reinigingsvloeistof te brengen.
Hoewel de inrichting voor het melken van dieren ook in elk soort stal kan worden ingebouwd, zal hierna als voorbeeld een situatie worden beschreven waarbij de inrich-20 ting in een weiland is geplaatst, zoals weergegeven in fig.6.
De dieren lopen vrij rond rondom de inrichting voor het automatisch melken. Het is de bedoeling dat alle dieren min of meer regelmatig op een melkplaats van de melkinrichting verschijnen, teneinde gemolken te worden. De die-25 ren kunnen daartoe naar de melkplaats gelokt worden door de aanwezigheid van krachtvoer, het is echter ook mogelijk om de dieren door middel van geluidssignalen op te roepen. Daartoe is elk dier voorzien van een halsband met daaraan bevestigd een ontvanger, die verbonden is met een luidspreker die zich 30 in de buurt van de oren van het dier bevindt. In de melkinrichting is een door de computer gestuurde zender aanwezig, zodat de computer via de luidspreker van de betreffende koe een oproepingssignaal kan doorgeven. Op deze wijze kan elk gewenst dier door middel van bijvoorbeeld aangename geluiden 35 worden opgeroepen zich naar de meïkplaats te begeven, omdat het dier dan weet dat daar bijvoorbeeld krachtvoer aanwezig is. Tegelijkertijd kunnen de dieren die niet in de buurt van de melkplaats gewenst zijn een onaangenaam signaal toegediend krijgen zolang zij zich te dicht bij de melkplaats bevinden.
85 o o o <> o - 13 -
In plaats van met radiosignalen kan ook gewerkt worden met geluidssignalen die door middel van een in fig. 1 met 61 aangegeven luidspreker worden opgewekt. Omdat aan de halsband van de koe ook herkenningsmiddelen zijn bevestigd, bijvoor-5 beeld een zender die bepaalde signalen uitzendt, zullen sen-sormiddelen van de melkinrichting de aanwezigheid van een gewenst dier signaleren, waarna deur 3 (fig. 1) door de computer wordt geopend teneinde het betreffende dier binnen te laten op de melkplaats. Afhankelijk van het betreffende dier 10 wordt door de computer een.bepaalde afgepaste hoeveelheid krachtvoer in de voederbak aangevoerd en wordt een inrichting voor het reinigen van de uiers aan de uiers aangekoppeld. Doordat het dier het aangevoerde voer opeet staat hij in een bepaalde positie en kan de computer de aan de uier aan te 15 koppelen inrichtingen zodanig besturen dat deze op de juiste wijze wordt aangekoppeld. Na een wasbehandeling kan een droog-behandeling volgen, waarna de aangekoppelde inrichting zich terugbeweegt naar de uitgangspositie en vanaf de andere zijde het melkstel onder het beest wordt gebracht en wordt aan-20 gekoppeld, eveneens gestuurd door de computer, waarbij vooraf de onderlinge posities van de melkbekers aan de uier van het betreffende dier zijn aangepast. Nadat de melkcyclus is beëindigd komt het melkstel terug in zijn uitgangspositie waarna deur 4 wordt geopend en zowel de deur als de voederbak 25 verplaatst worden, zodat het dier de melkplaats kan verlaten. Teneinde de inrichtingen op de juiste wijze aan de uier aan te koppelen beschikt de computer over de nodige gegevens van elk dier, op grond van welke gegevens de inrichtingen 28, 29 gestuurd worden.
30 In verband met een optimale melkproductie is het van groot belang dat het dier zich in alle situaties op zijn gemak voelt of zelfs positief wordt beïnvloed. Dit beïnvloeden kan gebeuren door middel van geluiden die worden voortgebracht door een in de wand van de melkplaats aangebrachte 35 luidspreker 25 (fig. 1). Deze luidspreker kan allereerst gebruikt worden voor het binnenlokken van het dier door het voortbrengen van een voor het dier aangenaam geluid, bijvoorbeeld een bepaalde muziek. Tijdens het melken kan deze muziek 8500090 - 14 - zodanig gevariëerd worden dat dit de melkproductie bevordert, bijvoorbeeld door langzaam te beginnen en geleidelijk in een dynamischer vorm over te gaan. Dezelfde luidspreker 25 kan gebruikt worden om het dier aan te moedigen de melkplaats 5 te verlaten, doordat bijvoorbeeld onaangename geluiden worden voortgebracht. Dit kunnen bijvoorbeeld schrille geluiden zijn.
Het zal duidelijk zijn dat het dier ook op elke geschikte andere wijze naar de melkplaats gelokt kan worden. Ook kan het voordelig zijn om het dier zelf te laten beslissen 10 om te worden gemolken, waartoe de sensormiddelen de aanwezigheid van het betreffende dier waarnemen waarna dat dier op de melkplaats wordt toegelaten. Op deze wijze is het mogelijk al naar gelang de eigen behoefte van het dier het melken tot zeer veel keren per dag op te voeren, hetgeen gunstig kan 15 zijn voor de melkproductie.
Uiteraard kan de melkinrichting ook worden ingebouwd in een open stal of elke andere soort stal.
* -Conclusies- « 8500090

Claims (46)

1. Inrichting voor het melken van dieren, zoals koeien, met ten minste één melkplaats, ten minste één melkmachine en ten minste één computer, gekenmerkt door signaal-middelen voor het afgeven van voor een dier waarneembare 5 signalen.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het signaal bestaat uit geluid.
3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het signaal een radiografisch signaal is voor het acti- 10 veren van een op een dier aangebrachte ontvanger.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat nabij de oren van het dier een luidspreker is aangebracht voor het opwekken van een geluid afhankelijk van het signaal.
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt door middelen voor het afgeven van signalen aan dieren die zich nabij de inrichting ophouden en daar ongewenst zijn.
6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, 20 met het kenmerk, dat het signaal een fluittoon is.
7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat het signaal zodanig geprogrammeerd is dat de niet gewenste dieren via een nabij hun oren aangebrachte luidspreker de fluittoon horen.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de luidspreker aan de halsband van het dier is aangebracht.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de halsband tevens voorzien is van identificatiemiddelen 30 van het dier, terwijl de inrichting is voorzien van sensor- middelen voor het herkennen van het dier. j
10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afgifte van het signaal door de j computer wordt bestuurd. !
11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een afgegeven signaal slechts op beperkte afstand van de inrichting werkzaam is. . ! 8500090 ' { - 16 -
12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat middelen aanwezig zijn voor het produ-‘ ceren van aangepaste geluiden, bijvoorbeeld muziek, ten behoeve van het op de melkplaats aanwezige dier.
13. Inrichting volgens 'conclusie 12, met het kenmerk, dat de middelen bestaan uit één of meer luidsprekers.
14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de luidspreker is aangebracht in een zijwand van de melkplaats.
15. Inrichting volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk, dat de luidsprekers zijn aangebracht nabij de oren van het dier.
16. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat naburige melkplaatsen door een tussen- 15 wand zijn afgesloten van elkaar.
17. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het afgegeven geluid door middel van de computer wordt aangepast aan de melkafgifte.
18. Inrichting volgens conclusie 17, met het kenmerk, 20 dat het geluid bestaat uit muziek, die bij het begin van de melkproductie langzaam is.
19. Inrichting volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat gedurende volle melkgift een dynamisch geluid of dynamische muziek wordt opgewekt.
20. Inrichting volgens een der conclusies 17 - 19, met het kenmerk, dat een voor het dier onaangenaam geluid wordt opgewekt wanneer het dier de melkplaats moet verlaten.
21. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een dier dat de inrichting moet verla- 30 ten een daartoe geëigend signaal ontvangt.
22. Inrichting volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat het signaal door een luidspreker wordt afgegeven.
23. Inrichting volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de luidspreker is aangebracht aan de zijwand van de 35 melkplaats.
24. Inrichting volgens conclusie 22 of 23, met het kenmerk, dat de luidspreker nabij de oren van het dier is aangebracht. 85 0 0 0 90 - 17 -
25. Inrichting volgens een der conclusies 21 - 24, met het kenmerk, dat het signaal voor het dier onaangename tonen bevat.
26. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, 5 gekenmerkt door een halsband voor een dier, waaraan een identificatie-orgaan en een luidspreker waarmee voor het dier herkenbare tonen kunnen worden opgewekt, zijn aangebracht .
27. Inrichting volgens conclusie 26, met het kenmerk, 10 dat de luidspreker nabij de oren van het dier is aangebracht.
28. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het voor het dier onaangename geluid bestaat uit schrille tonen.
29. Inrichting volgens een der conclusies 26 - 28, 15 met het kenmerk, dat de luidspreker is gekoppeld met het identificatie-orgaan.
30. Inrichting volgens een der conclusies 26 - 29, met het kenmerk, dat de luidspreker is gekoppeld aan de computer.
31. Inrichting volgens een der conclusies 26 - 30, met het kenmerk, dat de voor het dier onaangename geluiden worden opgewekt als het dier in beweging moet komen.
32. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het signaal een bepaald gebied bestrijkt.
33. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting verplaatsbaar is.
34. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de melkplaats voorzien is van deuren en bedieningsmiddelen voor het openen en sluiten daarvan.
35. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat bewegingen van delen van de inrichting door de computer worden bestuurd.
36. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste drie melkplaatsen aanwezig 35 zijn.
37. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de melkplaats in een open stal is ingebouwd . ! 8500090 t - 18 -
38. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt door een melkautomaat en/of een wasautomaat en/of een drooginrichting.
39. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, 5 met het kenmerk, dat één of meer maatregelen van een andere conclusie aanwezig zijn.
40. Werkwijze voor het melken van dieren, zoals koeien, met het kenmerk, dat het dier een signaal ontvangt dat door het dier herkenbaar is als oproep om zich naar de melkplaats 10 te begeven, dat een wand van de melkplaats automatisch wordt geopend wanneer het dier nabij de melkplaats is, en dat, wanneer het dier zich op de melkplaats bevindt, van terzijde het melkstel van de melkmachine aan de uier van het dier toegevoerd wordt.
41. Werkwijze volgens conclusie 40, met het kenmerk, dat vóór het aankoppelen van het melkstel de uier automatisch wordt gewassen.
42. Werkwijze volgens conclusie 41, met het kenmerk, dat na het wassen de uier automatisch wordt gedroogd.
43. Werkwijze volgens een der conclusies 40 -42, met het kenmerk, dat tijdens het melken voor het dier aangename geluiden zoals muziek, worden opgewekt.
44. Werkwijze volgens een der conclusies 40 - 43, met het kenmerk, dat na afloop van het melken onaangename 25 signalen worden opgewekt.
45. Werkwijze volgens een der conclusies 40 - 44, met het kenmerk, dat tijdens het melken een dosering krachtvoer wordt toegevoerd.
46. Werkwijze volgens een der conclusies 40 - 45, 30 met het kenmerk, dat de successievelijke handelingen door een computer worden bestuurd. -o-o-o-o-o- 8500090
NL8500090A 1985-01-16 1985-01-16 Werkwijze voor het op een melkplaats melken van dieren, zoals koeien, van een loslopende kudde. NL192812C (nl)

Priority Applications (26)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8500090A NL192812C (nl) 1985-01-16 1985-01-16 Werkwijze voor het op een melkplaats melken van dieren, zoals koeien, van een loslopende kudde.
DE3650755T DE3650755T2 (de) 1985-01-16 1986-01-15 Vorrichtung zum automatischen Melken von Tieren
EP94202465A EP0630563A2 (en) 1985-01-16 1986-01-15 Device for automatically milking animals
DE3650410T DE3650410T3 (de) 1985-01-16 1986-01-15 Gerät zum Melken von Tieren, z.B. Kühen.
AT89107976T ATE120928T1 (de) 1985-01-16 1986-01-15 Gerät zum melken von tieren, z.b. kühen.
AT89107975T ATE128322T1 (de) 1985-01-16 1986-01-15 Gerät zum melken von tieren, z.b. kühen.
EP94202761A EP0630566B1 (en) 1985-01-16 1986-01-15 A device for automatically milking animals
DE3689481T DE3689481T3 (de) 1985-01-16 1986-01-15 Gerät zum Melken von Tieren, z.B. Kühen.
EP94202065A EP0630559A1 (en) 1985-01-16 1986-01-15 A device for automatically milking animals
DE3650748T DE3650748T2 (de) 1985-01-16 1986-01-15 Vorrichtung zum automatischen Melken von Tieren
EP86200064A EP0189954B1 (en) 1985-01-16 1986-01-15 Implement and method for milking animals, such as cows
EP89107977A EP0332232B2 (en) 1985-01-16 1986-01-15 Device for milking animals, such as cows
DE3650399T DE3650399T3 (de) 1985-01-16 1986-01-15 Gerät zum Melken von Tieren, z.B. Kühen.
EP94202762A EP0630567A2 (en) 1985-01-16 1986-01-15 An implement for automatically milking animals
AT89107977T ATE99115T1 (de) 1985-01-16 1986-01-15 Geraet zum melken von tieren, z.b. kuehen.
EP94202066A EP0630560A1 (en) 1985-01-16 1986-01-15 A device for automatically milking animals
DE3650298T DE3650298T3 (de) 1985-01-16 1986-01-15 Gerät zum Melken von Tieren, z.B. Kühen.
EP89107975A EP0332230B2 (en) 1985-01-16 1986-01-15 Device for milking animals, such as cows
AT89107974T ATE128001T1 (de) 1985-01-16 1986-01-15 Gerät zum melken von tieren, z.b. kühen.
DE8686200064T DE3684619D1 (de) 1985-01-16 1986-01-15 Geraet und verfahren zum melken von tieren, wie z.b kuehen.
AT86200064T ATE74254T1 (de) 1985-01-16 1986-01-15 Geraet und verfahren zum melken von tieren, wie z.b kuehen.
DE3650742T DE3650742T2 (de) 1985-01-16 1986-01-15 Vorrichtung zum automatischen Melken von Tieren
EP94202464A EP0630562B1 (en) 1985-01-16 1986-01-15 Device for automatically milking animals
EP94202067A EP0630561B2 (en) 1985-01-16 1986-01-15 A device for automatically milking animals
EP89107976A EP0332231B2 (en) 1985-01-16 1986-01-15 Device for milking animals, such as cows
EP89107974A EP0332229B2 (en) 1985-01-16 1986-01-15 Device for milking animals, such as cows

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8500090 1985-01-16
NL8500090A NL192812C (nl) 1985-01-16 1985-01-16 Werkwijze voor het op een melkplaats melken van dieren, zoals koeien, van een loslopende kudde.

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8500090A true NL8500090A (nl) 1986-08-18
NL192812B NL192812B (nl) 1997-11-03
NL192812C NL192812C (nl) 2002-05-17

Family

ID=19845368

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8500090A NL192812C (nl) 1985-01-16 1985-01-16 Werkwijze voor het op een melkplaats melken van dieren, zoals koeien, van een loslopende kudde.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL192812C (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1172033A2 (en) 1994-12-28 2002-01-16 Alfa Laval Agri Ab An apparatus for and a method of managing animals
CZ303026B6 (cs) * 2010-09-03 2012-02-29 Výzkumný ústav zemedelské techniky, v.v.i. Audiostimulátor

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3137271A (en) * 1963-02-06 1964-06-16 Robert W Etter Means and method for tending domestic animals
US3980051A (en) * 1975-05-16 1976-09-14 Lawrence Peska Associates, Inc. Range triggered animal training system
US4010714A (en) * 1974-03-08 1977-03-08 Director, National Institute Of Animal Industry System for managing milking-cows in stanchion stool
FR2424700A1 (fr) * 1978-05-03 1979-11-30 Abrahamson John Procede et appareil de traite du lait
FR2523809A1 (fr) * 1982-03-23 1983-09-30 Kubler Andre Appareil pour rappeler a distance un animal domestique
EP0091892B1 (en) * 1982-04-08 1988-11-02 Alfa-Laval Ab A milking method and an apparatus therefor

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3137271A (en) * 1963-02-06 1964-06-16 Robert W Etter Means and method for tending domestic animals
US4010714A (en) * 1974-03-08 1977-03-08 Director, National Institute Of Animal Industry System for managing milking-cows in stanchion stool
US3980051A (en) * 1975-05-16 1976-09-14 Lawrence Peska Associates, Inc. Range triggered animal training system
FR2424700A1 (fr) * 1978-05-03 1979-11-30 Abrahamson John Procede et appareil de traite du lait
FR2523809A1 (fr) * 1982-03-23 1983-09-30 Kubler Andre Appareil pour rappeler a distance un animal domestique
EP0091892B1 (en) * 1982-04-08 1988-11-02 Alfa-Laval Ab A milking method and an apparatus therefor

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1172033A2 (en) 1994-12-28 2002-01-16 Alfa Laval Agri Ab An apparatus for and a method of managing animals
EP1172033B2 (en) 1994-12-28 2012-11-14 DeLaval Holding AB An apparatus for and a method of managing animals
CZ303026B6 (cs) * 2010-09-03 2012-02-29 Výzkumný ústav zemedelské techniky, v.v.i. Audiostimulátor

Also Published As

Publication number Publication date
NL192812C (nl) 2002-05-17
NL192812B (nl) 1997-11-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0189954B1 (en) Implement and method for milking animals, such as cows
EP0332229B1 (en) Device for milking animals, such as cows
JP3773529B2 (ja) 家畜管理用装置および管理方法
EP0634097B1 (en) A construction for automatically milking animals
EP0323444A2 (en) A device for milking animals, such as cows
NL8500090A (nl) Inrichting voor het melken van dieren, zoals koeien.
NL8900415A (nl) Verblijfplaats voor een aantal dieren, in het bijzonder melkdieren.
EP0638231B2 (en) A construction for automatically milking animals
NL8500089A (nl) Inrichting voor het melken van dieren, zoals koeien.
NL8900416A (nl) Inrichting voor het schoonhouden van melkdieren.
NL8500091A (nl) Inrichting voor het melken van dieren, zoals koeien.
EP0634095B1 (en) A construction for automatically milking animals
NL8500222A (nl) Inrichting voor het melken van dieren, zoals koeien.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
R1B Notice of opposition during period of laying open

Free format text: PROLION B.V. TE 2140 AA VIJFHUIZEN.

NP1G Not automatically granted patents, but text of patent specification modified with respect to the text of examined patent application
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20040801