NL8403800A - Bevestigingsplug. - Google Patents

Description

-- V.O.6576

Titel: Bevestigingsplug

De uitvinding heeft betrekking op een bevestigingsplug uit harde elastische kunststof, bestaande uit een ankerbout met een vasthouddeel ’ voor het opneaen van een kracht in het achterste gedeelte van de bout en een naar het insteekeinde van de bout toe oplopende wigbedding, even-5 als uit een langs de wigbedding verschuifbare spreidwig, welke met de ankerbout in ongespreide toestand een cirkelvormige dwarsdoorsnede vormt.

Bevestigingspluggen van hét in de aanhef genoemde type worden gebruikt om bouwelementen, zoals bijvoorbeeld betimmeringen, buizen,, kabel-leidingen, of dergelijke op wanden te verankeren of om tussen plafonds 10 op te hangen. Hierbij komt het er op aan, dat deze bevestigingspluggen snel en.eenvoudig in de voorgeboorde wand- of plafondgaten geplaatst kunnen worden en dan na het indrijven van de spreidwig een be trouwbare bevestiging bieden. In het bijzonder is het belangrijk, dat de spreidwig onder· belasting steeds vast tegen de gatwand wordt gedrukt, 15 zodat de vasthoudkracht bij groter wordende belasting, steeds groter wordt. -

Bij bekende bevestigingspluggen van dit type is de spreidwig van een, in het vasthouddeel geleide verlenging voorzien, die na het plaatsen van de ankerbout in de wandboring uit de wand steekt, zodat dit ein-20 de bijvoorbeeld met een hamer kan worden ingedreven, totdat de wig met de ankerbout vast in de boring zit (G.M. 79.16007).

Bij deze pluggen wordt de voor het. indrijven noodzakelijke lengte van de spreidwig als een nadeel ervaren, terwijl het hiervoor verbruikte kunststofinateriaal de vervaardigingsprijs noodgedwongen verhoogt. Boven-25 dien is het vrijwel onmogelijk om de wiglengte dusdanige afmetingen te geven, dat na het indrijven van de wig zijn achterwaartse einde juist op het vasthouddeel van de ankerbout aansluit.

Doel van de uitvinding is, een bevestigingsplug van het in de aanhef genoemde type te verschaffen, waarbij de wig tot die lengte be-30 perkt is, die noodzakelijk is voor het opwekken van de spreiddruk.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat de spreidwig aan het dunne einde door middel van een elastische mag als rechte verlenging van de ankerbout aan het einde daarvan is gevormd en onder overwinning van de buigweerstand van de rug in de wigbedding zwenkbaar is.

« ' - .

8403800 -2- - car'"

Sfc*··-.

* -

Door de rugverbinding tussen ankerbout en wig wordt de laatste bij het plaatsen van de bevestigingsplug moeiteloos in het boorgat getrokken tot de wigbuitenwand tegen de gatbinnenwand aanligt. Omdat bij de vervaardiging van de bevestigingsplug de wig vanwege het lossen van het 5 produkt uit een matrijs op doelmatige wijze als rechte verlenging van het -anker lean worden gevormd, wordt bij het omklappen van de wig en het aandrukken tegen de wegbedding bij overeenkomstige dimensionering van de rug een zekere trek in de richting van het insteekeinde van de ankerbout. uitgeoefend,, zodat een indrijven van de wig achterwege kan blijven. De 10 bevestigingsplug heeft na het drukken tot in iedere dieptepositie een vaste greep, die door. het optreden van trekkrachten eerder nog vergroot zal worden. Bovendien is deze bevestigingsplug wegens de materiaalbespa-ring en de vervaardiging uit één stuk ook nog goedkoper dan de bekende tweedelige uitvoering..

15 Voor een betere geleiding van de wig in de wigbedding is het voor delig, dat de wigbedding wordt gevormd door een grondvlak, dat aangaande helling en breedte overeenkomt met het wigvlak en twee zijwanden. Hierbij kunnen de zijwanden parallel lopen doch ook, volgens een ander kenmerk van de uitvinding, van het grondvlak uit conisch uit elkaar lo-20 pen, opdat de wig gemakkelijker in de wigbedding kan worden ingeleid. Daarbij wordt het wigbeddinggrondvlak op doelmatige wijze onderbroken door een kort voor de buitenmantel van de ankerbout eindigende groef, opdat de beide houthelften zich enigszins laten samendrukken wanneer de gat-diameter bijvoorbeeld door gebruik van een afgesleten boor, enigszins 25 kleiner uitvalt. Hierbij kan de groef voor verdere verbetering van de spreidwerking minstens zo breed-zijn .als het wiggrondvlak, zodat de wig slechts op de zijwanden afsteunt en daarbij de beide bouthelften uit elkaar drukt. Daardoor wordt het spreideffect over de gehele boutomtrek en over de gehele gatbinnenwand werkzaam.

30 Verdere kenmerken van de uitvinding en -de daarmee gepaard gaande technische voordelen worden aan de hand van de navolgende beschrijving van uitvoeringsvoorbeelden verduidelijkt in samenhang met de volgcon-clusies en de tekening. Daarbij toont: fig. 1 een geplaatste bevestigingsplug; 35 fig. 2 een vergrote doorsnede in lengterichting van de wigbedding en de wig in de gestrekte vervaardigingstoestand? 8403800 -3-. ...

- * fig. 3 een bovenaanzicht van fig. 2; fig. 4 drie dwarsdoorsneden van een wigbedding; fig. 5 drie dwarsdoorsneden van een wig; fig. 6 een doorsnede, in lengterichting, van een wigbedding met 5 omgeklapte wig en een verzonken rug; fig. 7 twee dwarsdoorsneden door wigbedding en wig; fig. 8 een bovenaanzicht van fig-. 6; fig. 9 een variant op fig. 6 met radiale spreidwerking; fig. 10 een dwarsdoorsnede van de variant volgens fig. 9; 10 fig. 11 een. verdere variant.op fig. 6 met dwanggeleiding van de wig in de wigbedding en fig. 12 een dwarsdoorsnede van fig. 11.

De in de figuren weergegeven bevestigingsplug is uit een harde elastische kunststof vervaardigd en bestaat in hoofdzaak uit een anker·» 15 bout 1 met een near het insteekeinde 2 toe oplopende wigbedding 3, evenals uit een langs de wigbedding 3 verschuifbare spreidwig 4. Deze vormt .. . -met de ankerbout 1 in niet gespreide toestand een cirkelvormige doorsnede. De wig 4 is aan het dunne einde 5 door een elastische rug 6 eendelig met .het insteekeinde 2 van de ankerbout 1 gevormd en wel zo-20 danig, dat de wig 4 zich bij overwinning van de buigweerstand van de rug 6 tegen de wigbedding 3 laat drukken. Zoals ook uit figuren 2 en 3 blijkt, is de wig 4 bij voorkeur als rechte verlenging van de ankerbout 1 gevormd, zodat de rug 6 in de uitgangssituatie in de insteekrichting van het anker 1 gericht is en de wig 4 tot aanslag tegen de wigbedding 25 3 over praktisch 180° naar achteren geklapt moet worden om de bevesti gingsplug gereed te maken voor het inplaatsen. -

Om het buigelastische gedrag van de rag 6 gunstig te beïnvloeden, is deze bij voorkeur in het onderste gebied van het insteekeinde 2 aan de voorkant aangebracht en zo gedimensioneerd, dat deze vanaf de aan-30 hechtplaats over een lengte 1 van ongeveer 1/2 tot 2/3 van de boutdia-meter in dwarsdoorsnede iets breder is dan over de rest van zijn lengte tot aan het wigeinde 5, zodat bij de overgang van de dikke naar de dunne dwarsdoorsnede een voorkeursbuigplaats ontstaat. Daardoor wordt bij het omklappen van de wig 4 een hogere buigspanning opgewekt en wordt de wig 35 intensiever in de klemstand getrokken.

8403800

FT

-4-

P' XI

In fig. 1 is de werking van de verbindingswig 6 goed waarneembaar. De ankerbout bevindt zich met de omgeklapte wig 4 in een met de bout- doorsnede overeenkomende boring 7 in een draagwand 8, die bij voorkeur / een ruwe, maar vastesturctuur bezit, waarbij beton en bouwstenen even 5 zo goed als wandmateriaal geschikt zijn als hout of spaanplaten .Aan het achtergelegen deel van de ankerbout. 1 bevindt zich een vasthouddeel 9, dat in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld als kopplaat is uitgevoerd en ertoe dient een isolatieplaat 10 op de wand 8 te bevestigen. Naargelang het gebruiksdoel kan op de ankerbout 1 als vasthouddeel 9 bijvoor-10 beeld ook een kabelklamp, een oog, een haak of een flens zijn gevormd.

Om de bevestigingsplug in bet gat 7 te leiden wordt de wig 4 licht naar achteren gebogen en dan door de omgebogen rug in het gat 7 getrokken. De rug 6 oefent daarbij. tengevolge, van de buigkracht op de wig 4 een trekkracht uit, zodat deze steeds dicht tegen de gatwand aan-15 ligt en op iedere insteekdiepte.de plug een vaste bevestiging geeft. Indien ergens op het vasthouddeel 9 trekkrachten werken, dan geeft de ankerbout enigszins mee en drukt gelijktijdig de wig 4 nog vaster tegen de gatwand». ..

De wigbedding 3 kan bij de eenvoudige uitvoering slechts uit een, 20 naar het insteekeinde toe oplopend grondvlak 11 bestaan, dat dezelfde hellingshoek. α heeft als het wigvlak 12 van de spreidwig 4. Voor een verbeterde geleiding van de wig 4 is het echter voordelig, wanneer de wig-bedding 3, zoals in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld volgens fig.

2-5 door twee zijwanden 13 wordt .begrensd» 25 Deze kunnen, zoals in het voorbeeld volgens fig. 11 en 12 parallel aan elkaar verlopen, doch ook, zoals in het voorbeeld volgens fig. 2-5, vanaf het grondvlak conisch uit elkaar lopen., waarbij de zijwanden 14 van de wig 4 dezelfde helling hebben en het wigbeddinggrondvlak 11 evenals het wigvlak 12 over de gehele lengte dezelfde breedte heeft.

30 Fig. 4 toont drie verschillende dwarsdoorsneden van de wigbedding 3, terwijl fig. 5 drie verschillende dwarsdoorsneden van wig 4 toont.

De dwarsdoorsneden komen steeds overeen met de in fig 2 loodrecht daarop aangegeven snijlijnen. Bij de wigbedding 3 volgens fig. 4 is bovendien nog het grondvlak 11 door een groef 15 onderbroken, welke tot kort 35 voor de buitenmantel 16 van de ankerbout doorloopt.

Hierdoor is de ankerbout 1 enigszins samen te drukken, hetgeen 8403800 -5- .-¾ "‘δ dan voordelen biedt, als het boorgat 7 iets kleiner is uitgevallen dan voor de boutdiameter gewenst is. Evenzo kan de ankerbout 1 zich bij een te groot boorgat 7 spreiden, wanneer een wig 4 met radiale o£ tangentiale spreidwerking wordt gebruikt (zie verder hieronder).

5 De figuren 6-8 tonen een plugvariant, waarbij de wig 6 tussen de door de groef 15 gevormde zijwanden. 17 van de ankerbout 1 verzonken is aangebracht en wel zodanig, dat de buitenste kromming 18 van de omgeklapte rug 6 ten hoogste tot aan het insteekeinde 2 .van de bout reikt of daarachter blijft. Daardoor wordt gewaarborgd, dat ook dan, wanneer de 10 bout 1 met zijn einde 2 tegen het einde van de boring 7 aanstoot, de gebogen rug volledig onder trekspanning blijft. Zou de xugkromming 18 uitsteken, zoals in fig. 1 en zou het gat 7 niet diep genoeg geboord zijn, wat in de praktijk niet zelden voorkomt, dan zou de rugkromming 18 tegen de gatachterwand aanstoten en de.wig 4 terugdrukken, zodat de in fig. 7 15 weergegeven gewenste klemwerking niet zou optreden...

De figuren 9 en 10 tonen een plugvariant, waarbij de groef 15 ten minste even breed is dan de breedte van het wigvlak .12. Daardoor steunt de wig 4 niet meer op het grondvlak 11, .maar op de conische zijwanden 13.

De ankerbout 1 wordt hierdoor radiaal in alle richtingen uit elkaar ge-20 drukt, zodat de klemwerking gelijkmatig op de gehele gatwand wordt overgedragen. Dit is in het bijzonder bij wat zachter wandmateriaal gunstiger dan wanneer de klemkracht, zoals in fig. 7 door de naar boven en onderen gerichte pijl P aangeduid, slechts in twee richtingen werkt. Dezelfde werking kan ook met de varianten volgens .fig, 6 en 8 -.worden be-25 reikt, wanneer de zijwanden 13 van de wigbedding 3 evenals de zijwanden 14 van de wig 4 in lengterichting .naar het invoereinde 2 toe conisch toelopen. Hierdoor ontstaat door de verschuiving van de wig in lengterichting een wigwerking in tangentiale richting.

Bij deplugvorm volgens de figuren 11 en 12 zijn op het gewelfde - 30 buitenvlak 21 van de wig 4 aan het voor- en achtereinde steeds spitse neuzen 22 aan gebracht om de vasthoudwrijving van de -wig 4 in het boorgat 7 nog te verhogen. Deze neuzen 22 zijn op doelmatige wijze in invoer-richting van de wig 4 afgeschuind, en aan de achterzijde steil oplopend en dienen er slechts voor de wig 4 op betrouwbare wijze op iedere in-35 dringdiepte in het boorgat 7 te fixeren. De neuzen 22 strekken zich slechts zover boven de gewelfde buitenvlakken 21 uit, dat de punten van 8403800 ƒ Λ -6- * » — ^ de neuzen 22 in teruggeschoven positie van de spreidwig 4 binnen de gedachte cilindrische buitenmantel 16' van het anker 1 vallen en zo zonder enige moeite in het gatbinnenste kunnen worden getrokken. Bij licht terugtrekken van de ankerbout 1 houden de neuzen 22 de wig 4 door wrijving 5 tegen de gatwand aan of bij zachter materiaal, door indringen in de gat-wand, vast, zodat de wig 4 niet meer uit de boring 7 kan worden getrokken. Bij gebruik in hard materiaal, zoals beton, worden de neuzen 22 platgedrukt, zodat het gehele buitenoppervlak 21 van de wig 4 aanligt.

Dit buitenvlak 21 evenals dat. van de ankerbout 1 kan door een verschil-10 lende structuur op de diverse materialen worden afgestemd.

De uitvoeringsvorm volgens de figuren 11 en 12 toont bovendien nog een wigbeddingvariant met parallelle, zijwanden 12, waarbij de wig 4 aan de zijwanden 14 verdikkingen 19 bezit, die parallel . .lopen. aan het wiggrondvlak .12., .met welke verdikkingen de wig 4 in overeenkomstige ge- 15. leidingsgroeven 20 in de zijwanden 13 verschuifbaar geleid kan worden.

Deze uitvoeringsvorm biedt de mogelijkheid de wig vooraf in de wigbed-ding 3 te monteren, waarbij de verdikkingen 19 met geringe dikte zich van bovenaf in de groeven 20 laten drukken of eventueel van achteren af daarin laten schuiven.

8 4 0 3 8 0 0

Claims (4)

1. Bevestigingsplug uit. hard elastische kunststof, bestaande uit - een -ankerbout met een vasthouddeel voor het opnemen van een belasting in het achterste gedeelte van de ankerbout en een naar het- insteekeinde van de ankerbout toe oplopende wigbed- 5 ding en - een langs de wigbedding verschuifbare spreidwig, welke met de ankerbout in ongespreide .toestand, een cirkelvormige dwarsdoorsnede vormt, met het kenmerkt, dat de spreidwig (4) aan het dunne einde (5) door middel 10 van een elastische rug (6) als een rechte verlenging van de ankerbout (1) aan het einde (2) daarvan is gevormd en onder, overwinning van de buig-weerstand van de rug. (6) in de wigbedding (3} zwenkbaar is.

2» Bevestigingsplug volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de .rug (6) in het onderste gebied van het insteekeinde (2) aan de kop-15 zijde gevormd is en vanaf de aanhechtplaats over een lengte "1 " van ongeveer 1/2 tot 2/3 van de boutdiameter in dwarsdoorsnede iets dikker is uitgevoerd dan over de rest van zijn lengte tot aan het wigeinde (5).

3. Bevestigingsplug volgens conclusie 1 of 2, waarbij de wig- bedding (3) wordt gevormd.door een grondvlak (11), .met een helling en 20 breedte corresponderend aan die van het wiggrondvlak.(12) en door twee zijwanden (13) , met het kenmerk, dar de spreidwig (4) op ten minste één van zijn zijwanden (14) puntvormige aanzetstukken of parallel aan het wiggrondvlak.(12). verlopende verdikkingen (19) heeft, die in overeenkomstig diepe geleidingsgroeven. (20) .in de- zijwanden. (.13) van de wig-25 bedding (3) plaatsbaar zijn.

4- Bevestigingsplug volgens een der conclusies 1-3 , met het ken merk, dat de rug (6) verzonken is geplaatst tussen door een groef (15) gevormde zijwanden (17) van de ankerbout (1) en wel zodanig, dat de buitenste kromming (18) van de omgeklapte rug (6) in de klempositie van 30 de wig (4) ten hoogste tot aan het bouteinde (2) reikt. 8403800