NL8403632A - Toevoerleiding voor elektrische apparaten. - Google Patents

Description

VO 6520 "

Toevoerleiding voor elektrische apparaten.

De uitvinding heeft betrekking op een toevoerleidlng voor elektrische apparaten uit tenminste twee kabels en een steekkoppeling, waarvan de steekkoppeling door een kabellus ontlast is. Voor toe-voerleidingen van dit type is het bekend/ de steekkoppeling te ontlasten, 5 doordat de lus van de kabel in een uitsparing aan de zijde van het apparaat gelegd en aldaar vastgehouden is (EP-PS 0 038 014).

Nadelig is daarbij, dat elk elektrisch apparaat, dat een toevoerleiding met een steekkoppeling bezit, van een dergelijke, de kabel vasthoudende uitsparing voorzien moet worden. Voorts is het nadelig, dat op deze 10 wijze losse steekkoppelingen niet ontlast kunnen worden.

De toevoerleiding volgens de uitvinding met de kenmerkende eigenschappen van de hoofdconclusie heeft daartegenover het voordeel, vasthoudmiddelen aan de zijde van het apparaat overbodig te maken en ook losse steekkoppelingen te kunnen ontlasten.. De door de tbevoer-15 leiding zelf gedragen houder vereist slechts weinig fabricagekosten en is in zijn hantering zö eenvoudig te begrijpen, dat elke bediend persoon deze zonder toelichting kan gebruiken.

Door andere nog te bespreken maatregelen zijn doelmatige verdere ontwikkelingen en verbeteringen van de bovenbeoelde toevoer-20 leiding mogelijk. Bijzonder voordelig is het de zonder meer kosten te vervaardigen stekeruitvoeringsvorm met een huls uit één stuk, welke als greep uitgevoerd en van tenminste één haak voor het insnappen van de kabel voorzien is, Zeer eenvoudig en nauwelijks duurder is de uitvoeringsvorm van de houder voor een dergelijke toevoerleiding als los onder-25 deel, dat op een kabel of een koppelingsdeel schuifbaar is uitgevoerd.

Dit heeft het voordeel, ook naderhand bij reeds aanwezige toevoerleidin-gen van dit type toepasbaar te zijn.

Twee uitvoeringsvoorbeelden. van. de uitvinding - het tweede in drie varianten - zijn in de tekening weergegeven en in de hier-30 na volgende beschrijving nader toegelicht. In de tekening tonen A'fig. 1 een toevoerleiding volgens de uitvinding met twee kabels en een. ontlaste stekerkoppeling in aanzicht, figuur 2 een aanzicht van een volgens de uitvinding uitgevoerde steker van een steekkoppeling, 8403632 sv /% 2 fig. 3 een bovenaanzicht van fig. 2, de figuren 4a, 5a en 6a elk een aanzicht van een als los onderdeel op de kabel te schuiven houder in drie verschillende uitvoeringsvormen, figuren 4b, 5b en 6b houders volgens de figuren 4a, 5a en 6a in verbinding met de kabels.

5 Een toevoerleiding 1, bestaande uit twee kabels 2 en 3 en een steekkoppeling 4 met een steker 5 en een stekerbus 6 dragen volgens een eerste uitvoeringsvoorbeeld een houder 7. De houder 7 heeft twee haken 8 aan het einde van een eendelige huls 9 van de steker 5. Daarbij is de huls 9- bij voorkeur bovendien als handgreep gevormd. Deze 10 is uit elastisch materiaal vervaardigd. De haken 8 vormen tussen hun vrije einden en het de kabel 2 omsluitende deel van de huls 9 een opening, waarvan de doorlaat iets nauwer is dan de diameter van de kabels 2 en 3. Naar binnen toe wordt de door de haken 8 gevormde ruimte wijder. De kabel 3 kan aldus met een lichte druk in één van de haken 8 gesnapt worden.

15 De trekontlasting van de steekkoppeling 4 vindt plaats door het insnappen op de in figuur 1 getoonde wijze. Met de kabel 3 is een lus gevormd, welke vanaf het einde van de stekerbus 6 naar één van de haken 8 en door de aldus gevormde lus heen terug en voorlangs de stekerbus 6 gevoerd wordt. Een trekbelasting van. de toevoerleiding 1 belast de steekverbin-20 ding niet. Zou de trekbelasting zö sterk worden, dat de kabel 3 in het door de haak8 gevormde oor kan glijden, dan wordt de steekverbinding van de steekkoppeling 4 slechts nog vaster samengedrukt.

Bevindt de kabel 2 met de steker 5 zich aan het te ver-, zorgen elektrische apparaat, dan hebben de haken 8 een verder voordeel.

25 Met één daarvan of beide tegelijk kan het einde van de niet noodzakelijke kabel 5, nadat deze kabel 2 om het elektrische apparaat gewikkeld is, in tenminste één van de kabelwikkelingen vastgezet worden.

Een ander, uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding toont losse· houders 10, 11 en 12 volgens de figuren 4a, 5a, 6a. De houders 10, 30 11 en 12 zijn alle platte onderdelen.. De houder 10 is van een boring 13 en een van deze boring gescheiden doorbreking 14 voorzien. In de doorbreking 14 reikt een uitsteeksel 15 vanaf de zijde, waarbij ter weerskanten van dit uitsteeksel 15 en tussen de kopzijde 16 daarvan en de daar-tegenoverliggende begrenzingskant 17 van de doorbreking 15 de kabeldoor-35 snede vrijlatende vrije ruimten 18, 19 en 20 gevormd zijn (figuur 4a). Figuur 4b toont, hoe de kabel 2 door de boring 13 gevoerd en dan pas met 8403632 ¢. -3 3 de steker 5 verbonden is. Bovendien een in de doorbreking 14 via het uitsteeksel 15 ingehangen lus van de kabel 3 . Ook aldus is de ten opzichte van. de uitvoeringsvorm volgens de figuren 1 tot 3 beschreven trekont-lasting van de steekkoppeling 4 mogelijk. Daarbij is de als los onder-5 deel uitgevoerde houder 10 onverliesbaar met de kabel 2 verbonden. Doordat het uitsteeksel 13 aan zijn vrije einde breder gehoud en is dan aan de voet, is de vastgetrokken lus van de kabel 3 in de houder 10 vastgezet.

De houder 11 heeft drie sleuven 21, 22 en 23, waarvan 10 de beide buitensten 21 en 22 naar de ene zijde van de platte houder 11 en de middelste naar de andere zijde open zijn. Voor het insnappen van' de kabel 2, respectievelijk 3 zijn ook deze sleuven naar binnen toe verwijd en aan hun inlaatzijde iets nauwer dan de doorsnede van de kabel (fig.

5a). Fig.- 5b toont deze houder 11 met in de middelste sleuf 23 gelegde 15 kabel 2. en in de buitenste sleuven 21 en 22 gelegde lus van de kabel 3. Daaruit blijkt duidelijk, dat de beide kabels 2 en 3 elkaar in de sleuven 21 tot 23 van de houder 11 borgen.

De houder 12 heeft dezelfde sleuven 21 tot 23, doch naar een gemeenschappelijke zijde van de houder 12 toe open (fig. 6a).

20 Deze constructie vergemakkelijkt het inleggen van de kabels 2 en 3 in de sleuven 21 tot 23 iets. Figuur 6b toont de daarbij doelmatige wijze van inleggen aan de kabels 2 en 3.

8403632

Claims (13)

1. Toevoerleiding voor elektrische apparaten uit tenmin ste twee kabels en een steekkoppeling, waarvan de steekkoppeling door een kabellus ontlast is, gekenmerkt door een door de toevoerleiding (1) zelf gedragen houder (7, 10, 11, 12).

2. Toevoerleiding volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de houder (10, 11, 12) door één van de kabels (2, 3) gedragen is.

3. Toevoerleiding volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de houder (7) door één van de koppelingsdelen (5, 6) gedragen is.

4. Toevoerleiding volgens conclusie 1, met het kenmerk, t 10 dat de houder (7) als één geheel met een tule (9) door één van de koppelingsdelen (5) uitgevoerd is.

5. Toevoerleiding volgens conclusie. 1, met het kenmerk, dat de houder (10, 11, 12) als. los onderdeel uitgevoerd, en op een kabel (2, 3) of. een koppelingsdeel opschuifbaar uitgevoerd is.

6. Toevoerleiding-volgens conclusie 5,. met het kenmerk,- , dat de houder (10) een plat onderdeel, met een boring (13) als kabeldoor-voeropening, een van de boring (13) gescheiden' doorbreking (14) en een in deze doorbreking (14) reikend uitsteeksel (15) is, waarbij ter weerskanten van het uitsteeksel (15) en tussen de kopzijde. (16) van het uit-20 steeksel (15) en de overliggende begrenzingskant (17) van de doorbreking (15) de kabeldoorsnede vrij latende vrije ruimten (18, 19, 20) zijn.

7. Toevoerleiding volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het uitsteeksel (15) aan zijn vrije einde breder is dan aan zijn voet.

8. Toevoerleiding volgens conclusie.5, met het kenmerk, · dat de houder (11, 12) een plat onderdeel met drie naar binnen toe wijder wordende sleuven (21, 22, 23) is.

9. Toevoerleiding volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de sleuven (21, 22, 23) naar dezelfde zijde toe open zijn.

10. Toevoerleiding volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de buitenste sleuven (21, 22) naar de ene zijde, de binnenste sleuf (23) naar de andere zijde van de houder (11) open zijn.

11. Toevoerleiding volgens conclusie 1,- met het kenmerk, 8403632 3» —_ dat één van de koppelingsdelen (5# 6), bij voorkeur de sterker (5> een ééndelige huls (9) heeft, welke van tenminste één haak (8) voor het doen insnappen van een kabel (3) voorzien is.

12. Toevoerleiding volgens conclusie 11, met het kenmerk, 5 dat de huls (9) als greep uitgevoerd is.

13. Toevoerleiding volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de houder (7, 10, 11, 12) uit elastisch materiaal vervaardigd is. f * 8403632