NL8403620A - Werkwijze voor het bereiden en conserveren van natte massa's uit bijprodukten van slachthuizen, de leerverwerking en de voedingsindustrie en/of uit omgekomen huisdieren, alsmede een werkwijze voor de bereiding van voedsel. - Google Patents

Werkwijze voor het bereiden en conserveren van natte massa's uit bijprodukten van slachthuizen, de leerverwerking en de voedingsindustrie en/of uit omgekomen huisdieren, alsmede een werkwijze voor de bereiding van voedsel. Download PDF

Info

Publication number
NL8403620A
NL8403620A NL8403620A NL8403620A NL8403620A NL 8403620 A NL8403620 A NL 8403620A NL 8403620 A NL8403620 A NL 8403620A NL 8403620 A NL8403620 A NL 8403620A NL 8403620 A NL8403620 A NL 8403620A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
lactic acid
suspension
products
preserved
fermentation
Prior art date
Application number
NL8403620A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Boscoop Agraripari Koezoes Val
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Boscoop Agraripari Koezoes Val filed Critical Boscoop Agraripari Koezoes Val
Priority to NL8403620A priority Critical patent/NL8403620A/nl
Publication of NL8403620A publication Critical patent/NL8403620A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23KFODDER
    • A23K30/00Processes specially adapted for preservation of materials in order to produce animal feeding-stuffs
    • A23K30/10Processes specially adapted for preservation of materials in order to produce animal feeding-stuffs of green fodder
    • A23K30/15Processes specially adapted for preservation of materials in order to produce animal feeding-stuffs of green fodder using chemicals or microorganisms for ensilaging
    • A23K30/18Processes specially adapted for preservation of materials in order to produce animal feeding-stuffs of green fodder using chemicals or microorganisms for ensilaging using microorganisms or enzymes
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23KFODDER
    • A23K10/00Animal feeding-stuffs
    • A23K10/10Animal feeding-stuffs obtained by microbiological or biochemical processes
    • A23K10/12Animal feeding-stuffs obtained by microbiological or biochemical processes by fermentation of natural products, e.g. of vegetable material, animal waste material or biomass
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23KFODDER
    • A23K10/00Animal feeding-stuffs
    • A23K10/10Animal feeding-stuffs obtained by microbiological or biochemical processes
    • A23K10/14Pretreatment of feeding-stuffs with enzymes
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23KFODDER
    • A23K10/00Animal feeding-stuffs
    • A23K10/20Animal feeding-stuffs from material of animal origin
    • A23K10/26Animal feeding-stuffs from material of animal origin from waste material, e.g. feathers, bones or skin

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Polymers & Plastics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Microbiology (AREA)
  • Biotechnology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Molecular Biology (AREA)
  • Physiology (AREA)
  • Biochemistry (AREA)
  • General Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Sustainable Development (AREA)
  • Fodder In General (AREA)

Description

& 5· τ -1-
Werkwijze voor het bereiden en conserveren van natte massa's uit bijprodukten van slachthuizen, de leerverwerking en de voedingsindustrie en/of uit omgekomen huisdieren, alsmede een werkwijze voor de bereiding van voedsel.
Deze uitvinding betreft een werkwijze voor het opwerken en conserveren van natte massa's die 15 tot 45 gew.% droge stof bevatten, verkregen uit de bijprodukten van slachthuizen, de leerverwerking en de voedingsindustrie en/of uit omge-5 komen huisdieren, alsmede een werkwijze voor het bereiden van voeding, waarbij eiwitten indien nodig gesteriliseerd worden en melkzuur en andere produkten die samen voor de houdbaarheid van pro-dukten zorgen in de suspensie in situ door fermentatie gevormd worden.
10 De geconserveerde suspensie kan direct gebruikt worden λοογ het voeden van huisdieren maar ook kan het omgezet worden in een produkt bruikbaar voor het voeden van nuttige en lievelingsdieren door ze eerst te concentreren en met ander \oedsel te mengen en zonodig fungiciden toe te voegen.
15 Het is welbekend dat in slachthuizen, in vlees, leer en voedselverwerkende inrichtingen biologisch waardevolle, eiwitbevattende bijprodukten en afval ontstaan die voor menselijke consumptie ongeschikt zijn, en in veehouderijen e.d. besmettsiomgekomen dieren de omgeving doordat ze niet verwerkt worden. Deze 20 produkten bederven snel door de werking van afbrekende bacteriën en bovendien zijn het ook bronnen van pathogenen voor mens en dier. Tegelijkertijd zijn ze in hun oorspronkelijke toestand bronnen van waardevol eiwit en vet dat een belangrijk aandeel in voeding zou kunnen leveren. In plaats van destructie (begraven, verbranden) 25 van deze bijprodukten en omgekomen dieren zou hun economische en veilige verwerking en het exploiteren daarvan van belang moeten Worden.
Berekend is dat in een land met '10 miljoen inwoners en een middelmatig ontwikkelde veeteelt en voedselverwerkende 30 industrie per jaar ongeveer 350.000 ton waardevol bijprodukt ont-
3 4 0 3 6 2 C
t· - 2 - staat.
Voor de exploitatie van dat bijprodukt en de omgekomen dieren zijn verschillende werkwijzen en methoden bekend. Onder die methoden worden drogen en het opwerken met organische 5 oplosmiddelen algemeen toegepast.
Volgens één der meest verbreide methoden worden de bijprodukten van slachthuizen met stoom bij hoge temperatuur (120° tot 160°C) gesteriliseerd waarbij een groot deel van de eiwitten verteerd en opgelost wordt en het restprodukt in het ge-10 heel geen structuur of textuur meer vertoont. Wat men krijgt is een verdunde of meer geconcentreerde massa met 20 tot 40 % droge stof. Deze massa wordt in het algemeen gedroogd en ontvet en de eindprodukten vleesmeel en vet zijn waardevolle voedingsbestanddelen.
Door het drogen kan de natte massa in een vorm 15 gebracht worden die het mogelijk maakt het in zakken te stoppen, en na verder vermengen kan het in droge voedingssystemen ingevoerd worden die algemeen toegepast worden bij de volledig afgesloten dierkwekerijen. Maar drogen als conserveringswijze was gebaseerd op de vroegere lage energieprijzen. In de voedingsindustrie, waar 20 een belangrijk deel van de produktiekosten de prijs van de brandstof voor het drogen is is deze veranderde omstandigheden van uitzonderlijk groot belang. Het opzetten van inrichtingen die met deze methode werken is niet voordelig meer, zowel wegens de hoge investeringen als wegens de hoge energieprijs. Verder worden de eiwit-25 ten bij het verwerken in belangrijke mate beschadigd en loopt de biologische waarde van het verwerkte materiaal omlaag. Vanwege deze overwegingen worden natte conserveringsmethoden de laatste ja-ren op meer en meer plaatsen toegepast.
Vroeger werden anorganische zuren, bijv. zwavel-30 zuur en zoutzuur, aan de gesteriliseerde waterige eiwit-suspensies toegevoegd. In de laatste tijd gaat men dit in sterke mate tegen omdat bewezen is dat anorganische zuren schadelijk op het dierlijke organisme inwerken en ook een corrosieve werking hebben op opslag- en voedingsapparatuur. Een verder ontwikkelde maar tege-35 lijkertijd kostbaarder methode is het gebruik van mengsels van organische zuren voor het conserveren, bijv. beschreven in het
J 1 W 'V tJ ;.α IJ
-3-- it· i
Hongaarse octrooischrift 171.969.
In de meeste landen wordt onder de organische zuren voor het conserveren van eiwit bevattende mengsels mierenzuur toegepast. Het is bekend dat mierenzuur blaren en maagzweren kan veroorzaken en slijmvliezen kan beschadigen. Als ander nadeel kan men 5 noemen dat het dierlijke organisme het niet als organische voeding kan gebruiken, en doordat het een petroleumchemicalie is is zijn bereiding nog duur ook. Maar zijn sterke bactericide werking is erg voordelig.
Daar het gebruik van bovengenoemde zuren vele na-10 delen heeft is er een vraag ontstaan naar zulke organische zuren die voor levende organismen niet schadelijk zijn en voldoende conserverend vermogen hébben.
De conserverende werking van melkzuur wordt reeds duizenden jaren toegepast. Het is biologisch bewezen dat mens 15 en dier melkzuur kunnen gebruiken met bijna dezelfde voedingswaarde als glucose, en verder nemen de dieren het wegens zijn aangename smaak vlot in.
Melkzuur in zuivere vorm is een kostbaar pro-dukt. Om die reden kan het voor conserveren alleen economisch ge-20 bruikt worden als het uit goedkope uitgangsmateriaal in de te conserveren massa zelf bereid kan worden. In het geval van bekende menselijke voedingsprodukten zoals yoghurt is de oplossing eenvoudig genoeg, daar in melk een belangrijke hoeveelheid melksuiker aanwezig is. Uit dit melksuiker maken de melkzuurbacteriën vlot en 25 in zeer goede opbrengst melkzuur. Maar de dierlijke eiwitten bevatten geen enkelvoudige koolhydraten die in melkzuur omgezet kunnen worden. Daarom is het vinden van de meest economische methode voor het bereiden van een kweekmedium voor melkzuurvormende micro-organismen een van de belangrijkste opdrachten voor onderzoek.
30 Meerdere literatuurplaatsen zijn te vinden be treffende het met melkzuur conserveren van omgekomen dieren en van bijprodukten die in slachthuizen en andere vlees- en visverwerkende inrichtingen ontstaan. De belangrijkste daarvan zijn I.N. Tatterson en M.L. Windsor in J. Sci. Feed Agr. _28 (1974) 369-379, M.A. James 35 c.s. in "Handling, Processing and Marketing of Tropical Fish", “ *; 0 - λ η * ί : « 4 - 4 - 273-275 (1977) en J.G. Disney c.s., Trop. Sci. 20_ (1978), 129-144.
In verband met het gebruik van melkzuur zijn vele inventieve oplossingen bekend. Het Amerikaanse octrooi-5 schrift 4.160.038 betreft het bereiden van voedsel voor huisdieren met een melkzuur-fermentatie als smaakstof. In dit oc-trooischrift worden als literatuur de Amerikaanse octrooischrif-ten 3.202.514, 3.404.984, 3.410.755, 3.420.742 en 3.561,977 genoemd. Het gemeenschappelijke van deze bekende 10 werkwijzen is dat de voeding van de melkzuurvormende micro-organismen en ook van de vorming van het melkzuur waarmee de conservering bereikt moet worden, gerealiseerd wordt door 3 tot 10 % glucose toe te passen. Wegens de békende hoge prijs voor glucose zijn deze werkwijzen niet renderend. De genoemde 15 werkwijzen betreffen in de eerste plaats de bereiding van voer voor honden en katten.
Verder zijn het conserveren van rauwe haring en van lucerne beschreven in het Zwitserse octrooischrift 629.087 en in het Duitse octrooischrift 2.700.044. Volgens die 20 worden oplossingen van fermenteerbaar koolhydraat, nodig voor de vorming van het melkzuur, verkregen uit maïs dat met mout versuikerd wordt, of anders, bij gebrek aan mout, door levende, zetmeel splitsende melkzuurbacteriën, namelijk Streptococcus lactis en Leuconostoc mesenteroides die in de vorm van een ge-25 mengde kweek gébruikt worden. Behalve met die organismen wordt ook beent met Streptococcus feacalis om een doeltreffende melk-zuurvorming te verzekeren. Deze methode heeft meerdere nadelen. Het afbreken van zetmeel met mout gaat men reeds bij de gebruikelijke technologie tegen, voornamelijk vanwege de kostprijs.
30 Ook is het bekend dat fermenteerbare suikers (voornamelijk maltose) door mout alleen gevormd worden binnen een betrekkelijk nauw temperatuurstrajeet en betrekkelijk langzaam. De toepassing van mout in het geval van natte massa's met een hoog gehalte aan eiwit dat snel bederft kan veel risico voor belangrijke 35 infecties met zich meebrengen. Onder de ongewenste micro- organismen die dan mogelijk zijn zijn de toxine-vormende stammen 3403520 £ Μ - 5 - het gevaarlijkst. In het eerste voorbeeld van het genoemde oc-trooischrift wordt een fermentatieduur van 1 maand genoemd. Aannemende dat de twee genoemde microörganismen, zoals daar gezegd, in staat zijn onveranderd zetmeel te splitsen, kan men be-5 rekenen dat bij een fermentatieduur van 1 maand voor een fabriek van 20 ton per dag een 30-voudig park met opslagvaten nodig is.
Het opzetten van een fabriek met zo'n park van vaten zou erg kostbaar zijn. De bereiding van het medium voor het kweken van de drie soorten microörganismen, waarbij men drie series van tech-10 nologische parameters moet hanteren, zou een geavanceerde apparatuur en een hoge technologische discipline vergen. Daardoor is het praktische en economische nut van de beschreven werkwijze onvoldoende.
Het Zwitserse octrooischrift 614.352 en 15 ook het Oostenrijkse octrooischrift 361.280 en het Belgische octrooischrift 48.664/73 gaan over het bereiden van voermengsels, in de eerste plaats voor kleine huisdieren. Volgens de voorbeelden van die octrooischriften wordt tijdens de werkwijze voor het bevorderen van melkzuurbacteriën 6 tot 8 % glucose toegèvoegd.
20 Glucose is een dure stof vergeleken met andere vergistbare koolhydraten en als men het in die concentraties gebruikt kan het nut van de werkwijze betwijfeld worden.
Het Hongaarse octrooischrift 180.730 en het Amerikaanse octrooischrift 4.376.129 gaan over de bereiding van 25 een zichzelf ontledend preparaat waarin het zetmeel door het enzym α-amylase ter beschikking komt. In voorbeeld.3 van het Hongaarse octrooischrift staat dat dit zelfontledende preparaat ook geschikt zou zijn voor de bereiding van melkzuur. Voor het versuikeren wordt dan ook mout toegevoegd, waarna met kalk-30 melk het calcium-zout van het ontstane melkzuur gevormd wordt.
Dat zou is weinig oplosbaar in water en de conserverende werking daarvan is dan ook minimaal. Als het calciumlactaat voor conserveren moet dienen moet het melkzuur daaruit op kostbare wijze vrijgemaakt worden.
35 Voor de hydrolyse van eiwitten van dierlijke herkomst zijn vele werkwijzen bekend. Bij de werkwijze beschre- S4' 3 0 2 0 * ? t - 6 - ven in het Hongaarse octrooischrift 158.314 is 7 tot 32 uur nodig voor de hydrolyse, en wordt een protease vormend micro-organisme in de eiwit bevattende suspensie gekweekt. In dat octrooischrift wordt een snelle daling van de viscositeit van 5 de eiwit-suspensie niet genoemd, maar het is een belangrijke voorwaarde voor het realiseren van een natte conservering en sterilisering. Volgens dat octrooischrift wordt de hoeveelheid enzym nodig voor een snelle verlaging van de viscositeit pas gevormd na vermenigvuldiging van bacteriën, en dus is er op het 10 juiste ogenblik eenvoudig geen enzym in het systeem aanwezig.
Voor zover de eiwitten niet althans ten dele in water oplosbaar gemaakt worden ontstaat bij het steriliseren een viskeus, gomachtig produkt en dus wordt het steriliseren onuitvoerbaar.
Bij de gebruikelijke techniek voor het steriliseren van kada-15 vers en bijprodukten van slachthuizen wordt water toegevoegd en directe stoom en hoge druk in het systeem ingeleid. Een groot deel van de stoom wordt daarbij gecondenseerd wat het uitgangsmateriaal verder verdunt.
De bekende werkwijzen betreffen het met melk-20 zuur conserveren van uitgekozen en schoongemaakte karkas-onder-delen (bijv. lever en longen) voornamelijk voor de bereiding van voer voor huisdieren (honden en katten). Volgens de eerder bekende techniek gebeurt het conserveren in heterogene fase met een lange fermentatieduur. voornamelijk met tot korrels verhakt 25 materiaal en kostbare bestanddelen voor de fermentatie. In het algemeen worden de verkregen produkten daarna gepasteuriseerd of gesteriliseerd of aseptisch geformuleerd. Deze werkwijzen zijn niet geschikt voor het benutten van omgekomen en daarna in stukken gehakte huisdieren omdat dan zeer grote aantallen be-30 dervende microörganismen tussen de weefsels gevonden worden, en dus blijft het benutten daarvan voor het voederen van dieren op de boerderij uitgesloten.
Het is daarom een belangrijk doel van deze uitvinding uit omgekomen dieren en uit bijprodukten van slacht-35 huizen, die ongeschikt voor algemene consumptie zijn, een homogene suspensie te bereiden die voor verder verwerken geschikt 24 03 620 5- « - 7 - is.
Tijdens een reeks proeven werd gevonden dat enkelvoudige suikers bij voorkeur bereid worden uit verstijfseld zetmeel en niet uit natief zetmeel. Verder werd gevonden dat 5 tijdens de conservering de vorming van enkelvoudige suikers tegelijkertijd met de vorming van melkzuur kan gebeuren.
Het onderwerp van deze uitvinding is een werkwijze voor het bereiden en conserveren van een natte massa uit bijprodukten van slachthuizen, van leer- en voedingsindustrie 10 en/of van omgekomen dieren, tijdens welke de eiwitten van dierlijke herkomst zo nodig gesteriliseerd en met behulp van enzymen van microbiële herkomst met amylolytische werking.zodanig met melkzuur geconserveerd worden dat het voor conserveren nodige melkzuur tijdens de conserveringswerkwijze uit de zetmeel bevat-15 tende stoffen gevormd wordt. Het wezen van deze uitvinding is dat uit bijprodukten van slachthuizen, van leer- en voedingsindustrie en/of uit omgekomen boerderij-dieren door mechanisch verhakken een gehakt met 15 tot 45 % droge stof bereid wordt, dat op een op zichzelf bekende wijze met proteolytische enzymen 20 van microbiële herkomst in een dun vloeibare suspensie omgezet wordt. Zo nodig wordt de suspensie continu gedurende een zekere tijd gesteriliseerd. De suspensie wordt gemengd met uit land-bouwprodukten afkomstig meel of daarvan afgeleid zetmeel, en in het eerste geval wordt het in daarin aanwezige zetmeel, af-25 hankelijk van de samenstelling van het produkt, bij een temperatuur tussen 65° en 95°C verstijfseld. Aan de aldus bereide suspensie worden amylolytische enzymen van microbiële herkomst, een melkzuur vormende kweek en fermentatieversnellers toegevoegd en vinden de vormingen van enkelvoudige suiker en van melkzuur.
30 tegelijkertijd onder anaerobe omstandigheden bij temperaturen tussen 20° en 65°C plaats. De bereide en geconserveerde suspensie wordt, als dat zo uitkomt, gebruikt voor het voederen van dieren op de boerderij, eventueel na voorconcentreren en/of mengen met een voedermengsel, en indien nodig worden fungiciden 35 toegevoegd.
Als fungicide wordt 0,1 tot 2 gew.% propion- * * "t * *
4 V
- 8 - zuur, benzoëzuur, Nipa-ester, zwaveldioxyde of raetabisulfiet dat SO^ kan afgeven toegepast.
Als proteolytisch enzym van microbiële herkomst wordt bij het aantasten van het vleesmengsel met voordeel 5 "Alcalase 0,6 L" van de firma NOVO gebruikt.
Indien steriliseren nodig is gebeurt dat bij voorkeur in een continu stromende suspensie in 5 tot 60 minuten in een steriliseerapparaat dat bij een temperatuur tussen 130° en 180°C werkt.
10 Bij een andere uitvoeringsvorm van de werk wijze wordt als verstijfseld zetmeel uit landbouwprodukt een vermalen produkt gebruikt dat zetmeel als waterige suspensie bevat. Op die wijze wordt tevens een heel belangrijk oogmerk van de uitvinding gerealiseerd, d.w.z. dat in een eiwit bevattende 15 waterige suspensie de fermenteerbare suikers die als voedsel voor de melkzuurvorming dienen uit goedkope landbouwprodukten gevormd worden.
Het verstijfselde zetmeel, bereid zoals hierboven aangegeven, of het verstijfseld zetmeel bevattende maal-20 produkt van een landbouwprodukt, wordt met de dun vloeibare vleessoep gemengd, waaraan α-amylase uit bacteriën of schimmels toegevoegd wordt. Als enzym van microbiële herkomst met arnylo-lytische werking wordt 0,05 tot 2 % α-amylase, betrokken op het gewicht aan verstijfseld zetmeel, of een overeenkomstige hoe-25 veelheid amyloglucosidase toegevoegd. Door de werking van het α-amylase is de hoeveelheid uit het verstijfselde zetmeel gevormde enkelvoudige suiker snel voldoende voor de groei van de melkzuurbacteriën om de zuurproduktie zeker te stellen.
Voor de conservering van het medium is in 30 het algemeen meer melkzuur nodig dan verschaft kan worden door de suikers die door het α-amylase vrijkomen, daarom wordt ook amyloglucosidase toegepast om de suikervorming te versterken.
Dit laatste enzym heeft zijn pH-optimum in het zwakzure gebied, wat goed past bij een melkzuur-fermentatie.
35 De uitzonderlijk goede rentabiliteit van de werkwijze volgens de uitvinding is in de eerste plaats te wijten 3 * *'» - 9 ft
-*J S *' "V 'K «*· V
*- ♦ - 9 - aan de gelijktijdige vorming van suiker en melkzuur. Een belangrijk oogmerk van de uitvinding is dat de melkzuur-fermentatie plaats moet vinden in de vleessoep die het te conserveren materiaal is. Deze fermentatie kan op technische schaal uitgevoerd 5 worden in porties, half-continu of continu en in gesloten ketels, waarbij men op de nodige technologische parameters let.
Bij een bevoorkeurde uitvoeringsvorm van deze werkwijze gebeurt de melkzuurfermentatie met mesofLeLe en/of thermofiéLe, homofermentatieve melkzuurbacteriën. Voor een vlotte 10 uitvoering van de werkwijze kunnen de homofermentatieve soorten
Lactobacillus acidophilus, Lactobacillus casei, Lactobacillus helvetius, Lactobacillus plantarum, Lactobacillus salivarius. Streptococcus lactis, Streptococcus faecium en Pediocoecus acidilactici, of een mengsel daarvan gébruikt worden bij een 15 temperatuurstrajeet van 20° tot 40°C. Voor een nog warmere uit voering kunnen de soorten Lactobacillus plantarum Lactobacillus bulgaricus, Lactobacillus ruminis, Lactobacillus thermiphilus en Streptococcus thermophilus of een mengsel daarvan toegepast worden bij een temperatuurstraject van 40 tot 50°C in plaats van 20 20 tot 40°C.
Voor het aanhouden en vermeerderen van bacteriën worden met voordeel de vloeibare kweekmedia ATCC no.*s 17, 416 en 433 (van Stammen-Catalogus , deel I, van de American Type Culture Collection te Rockville, V.S.A., 1978) gebruikt.
25 Eén van deze bekende kweekmedia wordt op gebruikelijke wijze gesteriliseerd en met een gevriesdroogd bacteriepreparaat beent. Uit deze laboratoriument kan door opschalen een ent voor werken op technische schaal verkregen worden.
Een belangrijke voorwaarde voor succesvol 30 uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding is dat een snelle vermenigvuldiging van de melkzuur vormende bacteriën zeker moet zijn. Aan deze voorwaarde kan voldaan worden door fermentatieversnellers te gebruiken. Naar dezerzijdse ervaring zijn voor het bovengenoemde doel de in water oplosbare zouten 2+ 2+ 2+ 2+ 2+ 35 van Mn , Co , Fe , Zn en Cu het meest geschikt. Betrok ken op het gewicht aan beginmateriaal voor de fermentatie f y -j λ - 10 - (vleessoep en vermalen, zetmeel bevattend landbouwprodukt) worden de procesversnellers gebruikt in een hoeveelheid van 0,08 tot 0,8 dpm. Deze anorganische verbindingen versnellen niet alleen de fermentatie maar bevorderen ook de groei van landbouw-5 dieren dankzij hun waardevolle biologische werking.
De werkwijze volgens de uitvinding maakt het mogelijk het conserveren in halfcontinue of continue wijze te realiseren. Dit betekent dat het inzetten van te conserveren materiaal en het verwijderen van het uitgegiste en conserveerde 10 materiaal uit de inrichting op halfcontinue of continue wijze kunnen gebeuren. Bij een werkwijze in porties zijn er na 24 g uur reeds ongeveer 5 x 10 levende melkzuurbacteriën per cm3 gevormd. Nu wordt ongeveer 90 % van de suspensie uit de fermen-tatieketel overgebracht in een ketel waarin opslag en nagisting 15 plaatsvinden, en ongeveer 10 % van de suspensie blijft in de ketel en dient als ent voor de volgende portie, met een verse, nog niet geconserveerde massa als voeding. Deze werkwijze kan 20-30 maal herhaald worden, en dat noemt men een halfcontinue fermentatie.
20 In het geval van een continue fermentatie gebeuren aanvoer en afvoer tegelijkertijd en continu, rekening houdende met het tempo van de bacteriegroei en de melkzuurvor-ming, d.w.z. met de pH van de suspensie in de fermentatieketel.
Het economisch rendement van de uitvinding 25 kan behalve door de hierboven beschreven methoden ook met de bekende methodieken verbeterd worden. In de loop van de halfcontinue of continue fermentatie gaat de benodigde hoeveelheid melkzuurbacteriën duidelijk omlaag en tegelijkertijd verhoogt dat het rendement ran de inrichting.
30 Volgens ervaring dezerzijds is de werkwijze volgens de uitvinding geschikt voor het conserveren van niet gesteriliseerde bijprodukten van slachthuizen en leer, voeding en visverwerkende industrieën. De snelle verzuring en de metabolische produkten die de melkzuurbacteriën vormen, kunnen de 35 werking van eiwitsplitsende en pathogene microben onderdrukken. Naar onze ervaring moet in dit geval de fermentatie in porties
fS l ' ~ Ί A
^ *· -J 1. u - 11 - gebeuren en moet er dan meer ent ingezet worden. De bijproduk-ten moeten binnen enkele uren na hun ontstaan verwerkt worden en voor iedere portie moet men een verse ent nemen. De winst van deze methode zit hierin dat men niet hoeft te steriliseren.
5 De volgens de uitvinding bereide vleessoep laat zich conserveren zonder maanden lange broei en kan met alle voeder technieken toegepast worden als dit voedsel of bestanddelen daarvan direct aan dieren gevoerd worden.
In sommige gevallen kan de gesteriliseerde 10 vleessoep met voordeel door indampen gecondenseerd worden. Het aldus bereide concentraat is toepasbaar als speciaal voer voor bijvoorbeeld biggetjes, kalveren, lammeren en vissen of huis-diertjes. Het toepassen van gesteriliseerde vleessoep voor dit doel is vooral nodig als de voedselfabriek ver van de conserven-15 fabriek af staat of als voor het voederen een "bijna" vast voedsel vereist is.
Bij een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt de geconserveerde vleessoep niet direct gevoerd maar wordt die met andere toeslagen aangevuld, bijv. met 20 diverse granen (mais, gerst en tarwe-produkten). Indien in dat geval het gemengde voer langdurig bewaard moet worden kan de vermenigvuldiging van gisten en schimmels geremd worden door bekende fungiciden toe te voegen, bijv. propionzuur, sorbine-zuur, benzóëzuur en zouten daarvan, Nipa-ester, zwaveldioxyde 25 en metabisulfiet dat S02 af kan geven. Van deze fungiciden wordt bij voorkeur 0,1 tot 20 % van het gewicht aan gereed pro-dukt gebruikt.
Volgens de vroegere techniek zijn er meerdere methoden voor de bereiding van voederprodukten uit bij-30 produkten van slachthuizen en de voeding verwerkende industrie. Deze werkwijzen zijn in detail besproken in de inleiding. Ter voltooiing wordt ook nog gewezen op het Amerikaanse octrooi-schrift 3.202.514, volgens welk de conservering bereikt wordt met een grotere hoeveelheid (20 tot 30 %) glucose of andere 35 kostbare toeslag.
Door onderzoek werd bewezen dat als die bij- A /
'τ'* - - T
- 12 - produkten volgens de uitvinding verwerkt worden het verkregen produkt langdurig zonder bederf bewaard kan worden en vergeleken met de bekende werkwijzen kunnen deze voedingsprodukten met een veel betere economie bereid worden. Ook werd door onder-5 zoek gevonden dat de volgens de uitvinding bereide eiwitten significant beter door jonge dieren (biggetjes, kalveren, lammeren) gebruikt worden doordat ze door de proteasen al voorverteerd werden, en ook doordat de verhitting (sterilisering) onder mildere omstandigheden gebeurde dan bijvoorbeeld voor 10 vleesmeel.
Verrassenderwijs werd nu gevonden dat bij voederen van dieren met produkten volgens deze uitvinding geen darmstoring door coli of andere pathogenen optrad. Wij schrijven dit verschijnsel onomwonden aan de werking van het melkzuur 15 op de pH van het verteringskanaal toe.
In de door ons bekeken literatuur werd geen enkele verwijzing gevonden naar het in voedsel opnemen van eiwit- en vetrijke bijprodukten met melkzuur dat in situ door fermentatie gevormd was.
20 Als een voorbeeld van de technologische uit werking van de werkwijze volgens deze uitvinding wijzen we nu op de hierbij behorende blok schema's·.
In figuren 1 en 2 is een halfcontinue of continue fermentatie volgens deze uitvinding toegelicht. In 25 figuur 3 wordt de werkwijze volgens de uitvinding uitgevoerd zonder steriliseren en in porties.
Volgens figuur 1 worden bijprodukten uit slachthuizen en/of op de boerderij omgekomen dieren van het aanvoerpunt 1 overgebracht naar de grofhakker 2 en dan naar de 30 fijnhakker 3. De fijne, korrelvormige suspensie gaat dan naar de vervloeiing 4 waaraan protease uit 5 toegevoegd wordt; de temperatuur wordt op de gewenste waarde ingesteld. Na enzymatisch vervloeien gaat de suspensie naar de continue sterilisator 5, waarna de temperatuur door de continue koeler 7 op de .35 gewenste waarde teruggebracht wordt. Het aldus afgekoelde produkt gaat naar de moederfermentatie 8. Hieraan wordt uit de •λ . . 7 1 ’ ·'· a ..p J * l· - 13 - t voorkweek 9 een melkzuurvormende kweek toegevoegd, uit voorraad 10 komen de werkwijze versnellende microëlementen, uit vat 11 enig a-amylase en uit vat 12 een waterige suspensie van een zetmeel bevattend en verstijfseld landbouwprodukt of uit vat 5 13 een fijnvermalen produkt van een zetmeel bevattend landbouw produkt. In de grote fermentatieketel 8 wordt dit alles grondig gemengd en vermenigvuldigen de melkzuur vormende microörganismen zich waarbij de pH tot ongeveer 5 daalt. Van de aldus veranderde suspensie wordt 90 % naar de nafermentatie 14 verpompt en 10 hieraan wordt uit 15 amyloglucosidase toegevoegd, waarna men de fermentatie nog 72 uur bij de heersende temperatuur voortzet. Daarna wordt die werkwijze herhaald met het verschil dat de aanvoer van de melkzuur vormende kweek uit voorraad 9 nu nagelaten wordt, daar een nieuwe ent na het begin van de halfcontinue fer-15 mentatie niet nodig is.
In het geval dat het uitgangsmateriaal continu verwerkt wordt is een nafermentatie 14 ook nodig. In de nafermentatieketel 14 wordt uit 15 amyloglucosidase aangevoerd. De na 72 uur geconserveerde vleessoep wordt in 16 geconcentreerd 20 voor verder verwerken, bijv. wordt het in vat 17 geformuleerd, in tankwagen 18 gepompt, of in 20 met fungicide uit voorraadvat 19 en/of met grof basisvoer vermengd en tenslotte wordt het in 21 geformuleerd waarna het produkt naar de boerderij kan.
Het gerede voedsel op basis van geconserveer-25 de vleessoep kan zodanig aangemaakt zijn dat alle voedingsbestanddelen in water zitten en als zodanig toegepast worden. Zulke produkten staan bekend als "nat voer" of "spoeling".
Het blokschema van figuur 1 betreft een halfcontinue of continue conservering met melkzuur voor het geval 30 dat bijprodukten (waaronder omgekomen dieren) geconserveerd moeten worden.
In figuur 2 ziet men eenzelfde conserverings-technologie als voor. figuur 1, met dit verschil dat de karkassen en bijprodukten met de bekende technologie verwerkt worden tot 35 aan de vleessoep toe. De werkwijze volgens de uitvinding is geschikt voor het conserveren van aldus bereide uitgangsmaterialen.
- 14 -
In dit geval wordt de steriele vleessoep afgekoeld tot een temperatuur van ongeveer 90°C en met tankwagen 22 aangevoerd naar losplaats 23 van de conserveringsinrichting, van waaruit het door pomp 24 naar de moederfermentatie 8 gaat, die van koeling 5 en roerder voorzien is. Daarna gaat men verder op dezelfde wijze als bij figuur 1. Figuur 2 betreft ook een halfcontinue of continue fermentatie.
In figuur 3 is zet zo'n werkwijze schematisch aangeduid als in figuren 1 en 2, behalve dat de te verwer-10 ken uitgangsstoffen niet gesteriliseerd worden. De te conserveren bijprodukten, waaronder geen karkassen mogen zitten, worden vanuit tankwagen 22 op de aankomstplaats gekieperd, waarna ze in grofhakker 2 en fijnhakker 3 vermalen worden. De fijnkorrelige suspensie ondergaat nu een enzymatische vervloeiing, waarna van-15 uit 5 protease toegevoegd en de temperatuur op de gewenste waarde ingesteld wordt. De met protease voorbehandelde, dun vloeibare suspensie wordt nu in de fermentatieketel 8 gebracht en de gewenste temperatuur wordt ingesteld. Overeenkomstig wat bij de bespreking van figuur 1 over 9, 10, 11 en 12-13 gezegd werd 20 worden geschikte hulpstoffen gedoseerd en grondig met de rest gemengd. Wanneer de melkzuurvormende microörganismen zich vermenigvuldigd hebben en de zuurgraad van het systeem een pH = 5 benadert wordt uit 15 amyloglucosidase toegevoegd en wordt de fermentatie nog ten minste 72 uur voortgezet. Daarna wordt het 25 produkt door pomp 25 in menger 20 gebracht, waarin het produkt door mengen met voedsel van grove consistentie in een eindprodukt omgezet wordt dat op boerderijen aan dieren gevoerd wordt. Ook kan men de geconserveerde suspensie door pijpleidingen bij de dieren brengen. Maar anderszins, als de boerderij te ver van de 30 conserveringsfabriek staat kan het geconserveerde produkt door middel van een tankwagen 18 naar de plaats van verbruik vervoerd worden.
De mogelijke technologie en de functie van de belangrijkste apparatuur die daarbij gebruikt wordt zijn in 35 figuren 1, 2 en 3 toegelicht, zonder dat die toelichting enige beperkende werking hebben.
- **; #*> a 4 J ·-' 3»
\ ; <L/ «mi V
- 15 -
De werkwijze volgens de uitvinding werd op proeffabrieksschaal van 10 ton per dag uitgevoerd. Naar ervaring dezerzijds werden de volgende voordelen van de uitvinding gerealiseerd: 5 - de bijprodukten van slachthuizen, leer en voedselverwerkende industrieën en/of op de boerderij omgekomen dieren worden met de werkwijze volgens deze uitvinding op uiterst economische wijze verwerkt, vergeleken met andere conserverings-wijzen, daar de vennenigvuldiging van de microörganismen 10 die voor de efficiëntie van melkzuurvorming en conservering verantwoordelijk zijn, op koolhydraten berust die op heel eenvoudige wijze uit goedkope landbouwprodukten te verkrijgen zijn, - de bereiding van de enkelvoudige suikers uit verstijfsels 15 zetmeel gaat hand in hand met de melkzuurvorming door de micro- organismen in het zelfde systeem, d.i. in de te conserveren eiwit-suspensie. Voor zover bekend was voor een dergelijke vorming van suikers en zuren geen oplossing bekend, noch op laboratorium- noch op industriële schaal, 20 - de op de boerderij omgekomen dieren en/of de bijprodukten van slachthuizen en leer en voeding verwerkende industrie werden tot nog toe zonder toevoegen van directe stoom of water gesteriliseerd, en de continue sterilisatie was op zichzelf ook niet bekend, 25 - de levende melkzuurvormende bacteriën en het melkzuur in de eiwitsuspensie zorgen voor een houdbaarheid van meerdere maanden, - door zijn samenstelling verhindert de geconserveerde vleessoep de ontwikkeling van een veel voorkomende dierenziekte, 30 namelijk gastroenteritis (een verstoring van het maagdarm- kanaal door Escherichia coli), - de geconserveerde eiwitten worden bij hun verwerken niet beschadigd en kunnen door de dieren goed benut worden, - het bij de werkwijze toegevoegde kweekmedium wordt - hoewel 35 het tijdens de fermentatie verandert - in het dierlijke orga nisme bijna kwantitatief verbruikt, O Λ -' > i ’ .
- 16 - - de autoöxydatie (het rans worden) van vetten die naast de eiwitten aanwezig zijn treedt niet op daar het conserveren door anaerobe fermentatie gebeurt, onder uitsluiting van lucht, - met deze fermentatie wordt de bijzonder onaangename stank van 5 het uitgangsmateriaal aanzienlijk minder (voor zover bekend was tot nog toe noch halfcontinue noch continue fermentatie bekend) en dus consumeren de dieren het volgens de uitvinding geconserveerde produkt veel vlotter.
De uitvinding wordt nu nader toegelicht door 10 de volgende, niet beperkende voorbeelden.
Voorbeeld I
In een betonnen container van ongeveer 50 m3, voorzien van een oplopende transportband werd 15 ton bijproduk-ten van pluimvee, varkens, rundvee, schapen en hazen verzameld, 15 en verder ook nog afval van slachthuizen, leer, voeding en vis-verwerkende fabrieken van gemengde samenstelling (koppen, poten, darmen, koeienmagen met inhoud, bloed, in beslaggenomen darmen en geslachtsorganen) plus nog wat afsnijdsels van een leerver-werkende fabriek, uitschot van een conservenfabriek en wat 20 karkassen van omgekomen dieren. Deze aanvoer herhaalde zich elke 24 uur. Het aldus verzamelde uitgangsmateriaal werd door de transportband in de grofhakker 2 gebracht, waarin het verhakt werd tot stukken van ongeveer 6-8 cm, en vervolgens naar de fijnhakker 3 waarin het vermalen werd tot stukjes van 2-5 mm.
25 De dichte suspensie werd in een vervloeiingsketel van ongeveer 5 m3 gepompt, waarin het vermengd werd met alkalisch protease (Alcalase 06-L) , in een hoeveelheid van 2 % op berekende hoeveelheid eiwit. Het geheel werd op indirecte wijze tot een temperatuur van 56°C verhit en ongeveer 20 minuten daarop gehouden. 30 De aldus verkregen dun vloeibare, homogene suspensie werd met een doseerpomp in een continue sterilisator 6 gebracht, waarin de temperatuur met een stoominjector en met een mantel tot 140°C opgevoerd werd. Het debiet werd zodanig gekozen dat het produkt ten minste 30 minuten op die temperatuur bleef, en van 35 hieruit ging de suspensie naar de continue koeler 8 waarin de temperatuur op 37°C teruggebracht werd. Daarna werd de steriele p tx Q- ”, / f| V s V ’<./ v ij ~.j - 17 - suspensie gepompt in een moederfermentatieketel 8 met een nuttig volume van 30 m3, voorzien van roerder en koeling. Het verhakken, enzymatisch vervloeien, steriliseren en koelen werden voortgezet totdat de hele hoeveelheid van 20 ton op was en alles 5 als steriele massa in de moederfermentatie 8 terecht gekomen was.
Daarna werd uit 2 ton maisgreis een 40 % suspensie in water aangemaakt waaraan 3 kg α-amylase van bac-teriële herkomst (BMF-240) toegevoegd werd. De temperatuur werd onder roeren tot 88°C opgevoerd en 60 minuten daarop gehouden.
10 Het aldus verstijfselde en in oplossing gebrachte zetmeel werd ook in de moederfermentatieketel 8 gepompt, en onder roeren en verwarmen werd de temperatuur op 37°c gehandhaafd. Daarna werd 200 liter vers aangemaakte, vloeibare ent van Lactobacillus 9 plantarum (met 10 levende cellen per cm3) toegevoegd, en boven-15 dien 9600 g FeSO^, 3680 g ZnSO^, 1600 g MnSO^, 1040 g CuSO^ en 80 g CoS04.
De suspensie werd grondig geroerd en 24 uur onder anaerobe omstandigheden op 37°C gehouden. Gedurende die tijd werd 2-3 maal gedurende 5-10 minuten goed geroerd om de 20 homogeniteit te verzekeren en de fermentatie te versnellen.
Nadat de hoofdfermentatie afgelopen was (de suspensie had nu een volume van ongeveer 25 m3) werd van die suspensie ongeveer 22,5 m3 in een nafermentatieketel van 25 m3 volume gepompt en onder goed roeren werd 4 liter amyloglueosida-25 se met een sterkte van 70 AGU/cm3 toegevoegd. Daarna werd de suspensie nog 72 uur onder anaerobe omstandigheden bij 37°c verder gefermenteerd.
In het geval van een continue produktie werd aan de 2,5 m3 bacteriesuspensie die in de moederfermentatie-30 ketel 8 achtergebleven was 20 m3 gesteriliseerde en afgekoelde eiwit-suspensie toegevoegd, alsmede verstijfseld zetmeel, α-amylase en procesversnellers. In dat geval moest (wegens de achtergebleven bacteriën) geen nieuwe bacterie-ent toegevoegd worden. Men moet er voor zorgen dat de warme verstijfselde 35 zetmeel op een zodanig moment toegevoegd wordt dat de temperatuur niet boven 37°C komt; dat wordt verzekerd door het koel- 8 4 U c- Ö 2 0 - 18 - systeem van de moederfermentatieketel 8 aan te zetten. De fermentatie wordt dan 24 uur voortgezet, waarna weer 90 % van de inhoud uit de fermentatieketel verwijderd wordt, welke men eveneens gedurende 72 uur een nafermentatie laat ondergaan. Het 5 bovenstaande werd meerdere maanden achter elkaar voortgezet.
Aan het geconserveerde produkt werd 1 % natriummetabisulfiet toegevoegd, en daarna werd het gemengd met de dubbele hoeveelheid (betrokken op droge stof in de suspensie) en diervoer, en na voltooien van de formulering in bak 21 werd 10 het naar een varkensfokkerij getransporteerd en aan biggen gevoerd. De geconserveerde suspensie kan ook in zijn oorspronkelijke toestand aan de beesten verstrekt worden en mag ook op eerder beschreven wijzen verwerkt worden (bijv. na concentreren kan het omgezet worden in pilletjes visvoer van speciale samen-15 stelling).
De samenstelling van de geconserveerde suspensie was: vocht 57,8 % isoboterzuur: 0 droge stof 42,2 % n-boterzuur: 0 20 ruw eiwit (N x 6,25) 17,4 % isovaleriaanzuur: 0 ruw vet (Soxhlet) 17,6 % n-valeriaanzuur: 0
Ca 0,75 % Salmonella: 0 P 0,47 % E. coli: 0
Mg 0,03 % Aeroben: 0 25 lysine 0,94 % pH : 4 methionine 0,33 % zuurgetal: 0 cystine 0,39 % peroxydegetal: 0 melkzuur 2,87 % azijnzuur 0,34 %
30 Voorbeeld II
20 ton gemengd afval van slachthuizen en omgekomen dieren werd volgens de gebruikelijke technieken gekookt en gesteriliseerd, waarna het conserveren van de verkregen vleessoep overeenkomstig voorbeeld I gebeurde, behalve dat in 35 plaats van de waterige suspensie van verstijfseld zetmeel een op hydrothermale wijze uit landbouwprodukten bereid korrelvormig 8403220 - 19 - zetmeel gebruikt werd. Uit de bijprodukten verwerkende fabriek kwam het steriele uitgangsmateriaal in een tankwagen met een temperatuur van 90-95°C aan. De vleessoep werd bij 23 gelost en van daaruit werd het door pomp 24 naar de moederfermentatie-5 ketel verpompt, die van koeling en roerder voorzien was. Het verdere verwerken laat zich goed volgen aan de hand van figuur 2. De fermentatie gebeurde overeenkomstig die van voorbeeld I, met het verschil dat als koolhydraat voor het fermenteerbare kweek-medium een fijnkorrelig, verstijfseld zetmeel bevattend land-10 bouwprodukt gebruikt werd, in een hoeveelheid van 8 % (1,6 ton op die massa)...
De belangrijkste bestanddelen van de geconserveerde vleessoep waren dezelfde als bij voorbeeld I.
Door dat op eerder gebruikelijke wijze ge-15 kookt en gesteriliseerd was had de verkregen geconserveerde vleessoep een lager droge-stofgehalte dan het overeenkomstige bij voorbeeld I verkregen produkt. De samenstelling was: vocht 67,0 % droge stof 33,0 % 20 ruw eiwit (N x 6,25) 12,8 % ruw vet (Soxhlet) 11,8 % melkzuur 3,2 % pH 4
Voorbeeld III
25 Met tankwagens 22 werd 20 ton gemengde bij produkten van slachthuizen van diverse diersoorten (varkens, pluimvee, rundvee en hazen) verzameld en bij de aan voer 1 van de conserveringsfabriek gebracht. Na grofhakken en fijnhakken werd de uitgangsstof aangevuld met 2 % protease (betrokken op het ge-30 wicht aan eiwitten in het systeem), en daarna werd de temperatuur 30 minuten onder voortdurend roeren op 55°C gehouden, en nu werd 2 ton tarwe in de vorm van een fijn meel aan de dun vloeibare suspensie toegevoegd. Bovendien werd hieraan 4 liter α-amylase (Termarayl L-60) toegevoegd en werd de temperatuur on-35 der roeren op 90°C gebracht. Het verstijfselen van het tarwe- zetmeel was in ongeveer 80 minuten voltooid. Nu weidde suspensie §403320 V ? - 20 - naar fermentatieketel 8 gepompt die van koeling en roerder voorzien was- Hier werd het tot een temperatuur van 45°C afgekoeld en een gemengde ent van Lactobacillus plantarum en Streptococcus 9 thermophilus (200 liter, 1:1, met in totaal 10 levende cellen 5 per cm3) alsmede 3 liter amyloglucosidase (sterkte 70 AGU/cm3) werden toegevoegd, alsmede de procesversnellers in dezelfde hoeveelheden als toegepast bij voorbeeld I. De anaerobe fermentatie werd 72 uur bij 45°C uitgevoerd en de suspensie werd tweemaal per dag gedurende 5-10 minuten opgeroerd. De werkwijze 10 laat zich goed volgen aan de hand van figuur 3.
Aan de met melkzuur geconserveerde suspensie werd 0,09 % natriumbenzoaat toegevoegd en met behulp van meng-apparatuur 20 werd het met ander diervoer in een voor gebruik gereed mengsel omgezet.
15 De geconserveerde waterige suspensie kan ook direct als nat voer verstrekt worden.
Voorbeeld IV
Tabel A toont de samenstelling van biggen-voer op basis van de geconserveerde bijprodukten. In tabel B 20 vindt men de voedingswaarden, en in tabel C de gerealiseerde exploitatie van het voer en de kostprijs van de produktie van 1 kg levend gewicht. Tabel D toont vergelijkend de variaties in peroxyde-gehalte en zuurgetal en tabel E de uitkomsten van microbiologische proeven met de geconserveerde produkten.
25 De volgens voorbeeld I bereide en geconser veerde vLeessoep werd in een continue inrichting tot varkensvoer verwerkt. De aanvoer van de continue voeding werd zodanig ingesteld dat 1 dl geconserveerd vlees met 2 dln premix-gries vermengd moet worden. De samenstelling van de premix was in het 30 geval van varkensvoer: mais, tarwe, gerst, lucerne en een voor-mengsel van macro- en microëlementen, vitaminen en mineralen.
Het gerede voer, dat enigszins nat aanvoelde, kon in zakken en drums verpakt en in zelfdoseerders in dieren gevoerd worden.
35 8 4 0 o S 2 0 - 21 -
Tabel A
Samenstelling van varkensvoer
Samenstelling _Bijprodukt_ (%)_pluimvee varken Laval-vezel vis bloed geconserveerd 34 30 30 30 25 produkt maïsmeel 40 40 40 40 40 tarwemeel 14 14 14 14 19 gerstemeel 10 10 10 10 10 gedroogde 1 5 5 55 lucerne preraix 1 1 1 1 1_ 100 100 100 100 100
Tabel B
Voedingswaarde voor varkens
Voedings- _Bijprodukt_ waarde_pluimvee varken Laval-vezel vis bloed droge stof g/kg 760 780 780 780 820 zetmeelwaarde g/kg 650 780 770 770 770 ruw eiwit g/kg 132 143 127 135 142 ' «y v - 22 - co Φ ld co in σι cu - 0 ιη -ί o cm h <n o ^ Λ
P
(U H
> 0) N m f-l CU r* G > o o co co > - cö G CO en O Ή P p cu en o ft
Di ft J* 4-1 Q)
O M
G S Ai Ό
O
O
UW co
Gom co co ft CU ' ' ' *
Ai CO o CM
-rn p en o ft cö ft ft > Ö ft
G CU
ft cu en
G > o CM
CU g 'vf o co Cd o ft --- - > G en 'er o cm H m o i-i CU ft ft fd
G
G
> Ai O 'in W I ft
H *m 0) H
CU Ή ft <U co 0! P P ft Ai OO ft cö ft cu G ή oo en co c-i > ft G ' ~ '
G Ai P P co en O O
CU p -e-ι O CU CO O CM
CU ft CU 0 ft CU EH h CU > ft P G P Ή O ft & w p ft P Ai ü
ft Tl ft ft CU
Ai 15 cö a CU O G cö
P ft cö G
P P P > <U
O O! CU CU O
•H d >Ö ft W ft
15 Ή r-1 Ό W
W CU 5 CU CU ft ft
G ft cu nd a P P
CU G ft Ό G ft ü ,¾ ft Ό ft G P ft P ft G a cu W s
G CU ft CU O OW
> ffl M CU P Ai ft O J Λ ”1 Λ ,Λ Λ £· --· : :, : ; s a V ^ Ca« .jj» * ·«
- 23 -Tabel D
Variatie in, peroxyde-gehalte en zuurgetal
Bijprodukt _peroxyde-getal _zuurgetal _gedroogd_gecons'd gedroogd gecons'd pluimvee 1260 10 80 0 varkens 860 8 76 0
Laval-vezels 1720 11 102 0 vis 2480 17 186 0 bloed 120 2 14 0 V j f '*· > - 24 - in o ιο ιο ιο ιο ιο in m r-ι m ^ oooooo o o oo φ ï—1 t—I ^—I t—I f-1 X *—i *—l
2 X X X X X X « CM X XJ
H ** M m at o co ut cn og (N ro cn
H
> H
Η H
Ό > ω 2 oooooo o o o o o o 0 o in o ιηιηιηιηιο m *~i m m m oooooo o ooo
Q tH t—l t—I tH rH t—[ ^ vH tH *H
2 X X X X X X m X x X
f—i * CQ CO O'"* 10 CO *-i ^ CO Η Μ* M1 2 Η η
OH H
> H ^ > Φ ^ Ό 0 ft M cn ft +i cooooo o o ooo o 0 o ft o Λ o o 2 U „ 03 O 10 O 10
•Hg OOO
tji O cororocoro ιο η η \o η
OH 00.0000 O O
HA! φ r-H t-1 t-I *-4 *-4 <-l X X r-4 X
O 2 K· HH id XX Xinrgxco Λ id h - *· -
O -2 PQ Μ Μ (N m CM CN (N CN
2 2 Η η ω
o (d H > S
Η -H (d CU
c —· >o O cd w H - 03 2 03 2 O C O 03 O O Pd 03 <3(0 0 2 0 0 0 0 0 OOOOO 2 Η φ 2 (d > 03 O 03 O Τ3 2 <1> * E-1-H O 2 2 2 2 > ft · 2 2 O φ H 2 H *2 01 ft
Old O +) ft o ft 25 _ 03 +1 ft 03 g 03+1 cd 03 03 03 03 2 £ g ίο 4-> 2 2 2 2 -2 2 oo m m m 2 2 η η h 2 ή
Ai 2 O OOO idOHHHO ftH
+j φ OHM’mmm m η h m h iü g η η h ft oih -2-2 200000 O O I O ft ijl ft 03 *2 02 irt <-i <-i <-i Η X X t-h X +)23 2 2 2022 Η -2 2 Φ <U CU 23 O -2 ff) X X X X X XmtNXio ί o ft ft ft ai og ·.- - Ή 03 03 03 03r—l2Ql h cn co cn ·ψ m μ h ri ιί η Φ ft «! <1 <! O aft > g-i+J-P+d-O-P +J+1 23 2 2 2 2 2222 oooooooo
03 A! Ai ft! A! A! ft! XX
200000 ooooo φφφφφφφφ o +1 +J +1 +1 +J +1 +14-1 o φφφφφφφφ Φ ΛΛΛΛΛΛΛΛ Ö
Η Η Η > > Η HH
Η Η Η > Η H
Η > H
03 03 >
Η H
Φ Φ N N 2 φ φ φ Φ -2 +i Φ > Φ > 2 A! >21 > 2 I _ 2 2 g Φ r—1 23 g CL) *—I 23 2 φ -H Ai 2 Φ -2 Ai 2 CU 3
O 2 2 > 03 O 2 2 > 03 O
2 H 2 2 ·2 H r-l22*Hr-i ft ft>H>XI ft>2l>ra
B k η Ί $ *> {I
t V v v u *J
v - 25 -
Voorbeeld VI
De volgens voorbeeld I bereide en geconserveerde vleessoep werd tot vissenvoer verwerkt doordat het in een vacuümkamer met daarin een spuitkop geconcentreerd werd tot 5 55 % droge stof.
Samenstelling van voer voor nageslacht (in gew.%) (forel, paling, zalm, karper)_
Eiwit-concentraat 35
Gepelde en hydrothermicaal (met Jet-10 sploder, infrarode straling of door extrusie) in oplossing 35
Hydrothermicaal in oplossing gebrachte tarwe of mais 20
Mais- of tarwe-kiemen 5 15 Mengsel van vitaminen en mineralen _5 100
De bestanddelen werden met elkaar gemengd in een apparaat van het type Suphi-mix, en ze werden gepelle-teerd in een apparaat van het type C.P.M. (California Pellett 20 Mill) onder toepassing van een matrix van 5 mm doorsnede, waarna ze gedroogd en tussen cilinders met groeven gebroken werden tot korrels van 0,5-1,0 mm doorsnede.
Samenstelling van visvoer (in gew.%)
Eiwit-concentraat 20 25 Fijn vermalen en geëxtraheerd soja-meel 35
Hydrothermicaal in oplossing gebrachte tarwe 35
Mhis- of tarwe-kiemen 5
Mengsel van vitaminen en mineralen 5 100 30 De bestanddelen werden met elkaar gemengd in een apparaat van het type Suphi-mix en gepelleteerd in een apparaat van het type C.P.M. onder toepassing van een matrix van 5 mm doorsnede. Het eindprodukt werd in zakken gedaan en naar de plaats van verbruik getransporteerd.
35 Voorbeeld VII
De volgens voorbeeld I geconserveerde vleessoep werd verwerkt tot voer voor pelsdieren doordat het in een ^ /t Λ. ~ · *5 .·% # % - 26 - vacuumapparaat geconcentreerd werd tot 55 % droge stof. Een .. alternatief hierop is dat men hierbij niet steriliseert. Samenstelling van voer voor vossen en nertsen (in gew.%) Eiwit-concentraat 20 5 Geëxtraheerd soja-meel 20
Hydrothermicaal in oplossing gebrachte tarwe 20
Tarwekiemen 5
Premix van vitaminen en mineralen 5 100 10 De bestanddelen werden gehomogeniseerd in een Z-armige menger en in een plastic vat geformuleerd.
Het voer voor de pelsdieren verschilde van dat voor de vermeerdering van vissen doordat nu in plaats van gepelde en in oplossing gebrachte sojabonen geëxtraheerd soja-15 meel gebruikt was.
Voorbeeld VIII
Volgens voorbeeld I geconserveerde vleessoep werd verwerkt tot voer voor herkauwers.
In de praktijk wordt aan her voer voor var-20 kens, melkgevende koeien, schapen en geiten door middel van een apparaat van het type Suphi-mix 15 gew.% geconserveerde vleessoep toegevoegd. Dat mengsel wordt in een apparaat van het type Matador gepelleteerd onder toepassing van een matrix van 12 mm doorsnede, en de verkregen pellets worden dan in 25 grote bussen of iets dergelijks naar de boerderij vervoerd en op gebruikelijke wijze aan de dieren daar verstrekt.
Voer voor kalveren, lammeren en biggetjes.
Geschikt gekozen uitgangsstoffen met hoog eiwit- en laag vet-gehalte worden overeenkomstig voorbeeld I 30 geconserveerd en verwerkt, waarna ze gedroogd worden door sproeidrogen of op trommels, waarbij de technologische parameters die van het verwerken van melk zijn. Na toepassing van een trommeldroger wordt het mengsel tot een stof vermalen en gehomogeniseerd met voederbestanddelen geschikt voor de beoogde dier-35 soort en de leeftijdsklasse daarvan. Daarbij kan 20-30 % melkpoeder vervangen worden door het preparaat volgens de uitvinding.
'Q i< ” ' · v A
*j· _ y \ - 27 -
Ook kan men de geconserveerde vleessoep concentreren tot 55 % droge stof en dat dan voltooien met een preparaat met verlaagd gehalte aan melkpoeder, hetgeen na verdunnen met water geschikt is voor wat oudere kalveren. Als 5 de veehouderij in de buurt van de vleessoep-fabriek staat is droogdampen niet nodig.
5 i * ’ ; ; :¾

Claims (17)

1. Werkwijze voor de bereiding en conservering van natte massa's en voor het bereiden van voedselpro-5 dukten uit de bijprodukten van slachthuizen, leer en voeding verwerkende industrie en/of uit op de boerderij omgekomen dieren, tijdens welke de eiwitten van dierlijke herkomst indien nodig gesteriliseerd en met behulp van enzymen van microbiële herkomst met amylolytische werking zodanig door melkzuur geconser-10 veerd worden dat het voor conserveren nodige melkzuur tijdens het conserveren uit zetmeel bevattende stoffen gevormd wordt, met het kenmerk, dat uit bijprodukten en/of uit op de boerderij omgekomen dieren door mechanisch verhakken een gehakt met 15 tot 45 % droge stof gemaakt wordt, dat door proteolytische 15 enzymen van microbiële herkomst in een dun vloeibare suspensie omgezet wordt, welke suspensie indien nodig een bepaalde tijd continu gesteriliseerd wordt, waarna aan de suspensie uit land-bouwprodukten bereid verstijfseld zetmeel of zetmeel bevattend meel toegevoegd wordt en, afhankelijk van de samenstelling van 20 het produkt, het zetmeel bij een temperatuur tussen 55° en 95°C verstijfseld wordt, dat aan de aldus verkregen suspensie amylo-lytisch werkende enzymen van microbiële herkomst, een melkzuur-vormende kweek en procesversnellers toegevoegd worden en de vorming van enkelvoudige suikers en melkzuur onder anaerobe om-25 standigheden door fermentatie bij een temperatuur tussen 20° en 65°C gerealiseerd wordt, waarna desgewenst uit de aldus verkregen vleessoep een voeder voor nuttige of lievelingsdieren aangemaakt wordt.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het 30 kenmerk, dat de geconserveerde suspensie direct voor het voeren van dieren op de boerderij gebruikt wordt of door voorcondensa-tie en/of door mengen met gereed voer verwerkt wordt, zonodig onder toevoeging van fungiciden.
3. Werkwijze volgens, conclusie 2, met het 35 kenmerk, dat als fungicide benzoëzuur, Nipa-ester, zwaveldioxyde of metabisulfiet dat SC^ af kan geven gebruikt wordt. q /, η i Λ o Λ v Λ τ . i ·' »3 " 6 , 3 W >* * -29-
4. Werkwijze volgens een der.vooraf gaande conclusies, met het kenmerk, dat als proteolytisch enzym van microbiële herkomst protease, en in het bijzonder Alcalase 0,6 L van de firma NOVO, gebruikt wordt.
5. Werkwijze volgens een der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het steriliseren gebeurt in een continu stromende suspensie met een verblijftijd tussen 5 én 60 minuten in een apparaat met een temperatuur tussen 130° en 180°C.
6. Werkwijze volgens een der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat als uit landbouwprödukten verkregen verstijfseld zetmeel een zetmeel bevattend meel of een waterige suspensie daarvan gebruikt wordt.
7. Werkwijze volgens een der voorafgaande 15 conclusies, met het kenmerk, dat als amylolytisch werkend enzym van microbiële herkomst 0,05 tot 2 % α-amylase en een zelfde hoeveelheid amyloglucosidase gebruikt worden, waarbij de hoeveelheden betrokken zijn op het gewicht aan verstijfseld zetmeel .
8. Werkwijze volgens een der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat als melkzuurvormende kweek een vers aangemaakte melkzuur-bouillon, een bij lage temperatuur bewaarde natte biomassa of één der melkzuurbacterie-preparaten in poedervorm gebruikt worden in een hoeveelheid van 10^ tot 3 25 10 levende cellen per gram, betrokken op het totale gewicht aan te conserveren uitgangsmateriaal.
9. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat als melkzuurbacterie één der homofermentatieve soorten Lactobacillus acidophilus, Lactobacillus casei,
30 Lactobacillus helveticus, Lactobacillus salivarius. Streptococcus feacium, Streptococcus lactis en Pediococcus acidiiactici of een mengsel daarvan gebruikt wordt, bij een temperatuur tussen 20° en 40°C.
10. Werkwijze volgens conclusie 8, met het 35 kenmerk, dat als melkzuurbacterie één der soorten Lactobacillus bulgaricus, Lactobacillus thermophilus, Lactobacillus plantarum, 3 / ~ 9 - 3 β- ‘ Η Lactobacillus ruminis en Streptococcus thermophilus of een mengsel daarvan gebruikt wordt bij een temperatuur tussen 40° en 50°C.
11. Werkwijze volgens een der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de fermentatie in porties, 5 halfcontinu of continu gebeurt.
12. Werkwijze volgens een der voorafgaande 2+ conclusies, met het kenmerk, dat als procesversnellers Mn 2+ 2+ 2+ 2+ Co -, Fe -, Zn - en Cu -ionen in een hoeveelheid van 0,08 tot 0,8 dpm (betrokken op gewicht aan uitgangsmateriaal) gebruikt 10 worden.
13. Werkwijze volgens een der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de geconserveerde vleessoep aangevuld wordt met op natuurlijke wijze of hydrothermaal in oplossing gebrachte koolhydraat- en eiwitrijke produkten, en 15 naar behoefte geformuleerd wordt.
14. Werkwijze volgens een der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de geconserveerde en eventueel geconcentreerde vleessoep toegepast wordt in een hoeveelheid tussen 10 en 50 gew.%.
15. Werkwijze volgens een der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat als koolhydraat 20 tot 80 gew.% op natuurlijke wijze of hydrothermaal in oplossing gebracht mais, gerst, gierst, tarwe, rijst, haver of manioka gebruikt wordt.
16. Werkwijze volgens een der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat als op natuurlijke wijze en/of hydrothermaal in oplossing gebrachte, eiwit-rijke plantenproduk-ten zonnebloempitten, sojabonen, paardebonen, lupine, koolzaad of concentraten daarvan gebruikt worden in hoeveelheden tussen 30 20 en 80 gew.%.
17. Werkwijze volgens een der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat voedermengsels met een vocht gehalte tussen 2 en 50 gew.% gebruikt worden in de vorm van poeder-mengsels, half natte produkten, pellets of korrels, eventueel 35 in plastic of karton verpakt. a k λ " 9 λ
NL8403620A 1984-11-28 1984-11-28 Werkwijze voor het bereiden en conserveren van natte massa's uit bijprodukten van slachthuizen, de leerverwerking en de voedingsindustrie en/of uit omgekomen huisdieren, alsmede een werkwijze voor de bereiding van voedsel. NL8403620A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8403620A NL8403620A (nl) 1984-11-28 1984-11-28 Werkwijze voor het bereiden en conserveren van natte massa's uit bijprodukten van slachthuizen, de leerverwerking en de voedingsindustrie en/of uit omgekomen huisdieren, alsmede een werkwijze voor de bereiding van voedsel.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8403620A NL8403620A (nl) 1984-11-28 1984-11-28 Werkwijze voor het bereiden en conserveren van natte massa's uit bijprodukten van slachthuizen, de leerverwerking en de voedingsindustrie en/of uit omgekomen huisdieren, alsmede een werkwijze voor de bereiding van voedsel.
NL8403620 1984-11-28

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8403620A true NL8403620A (nl) 1986-06-16

Family

ID=19844826

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8403620A NL8403620A (nl) 1984-11-28 1984-11-28 Werkwijze voor het bereiden en conserveren van natte massa's uit bijprodukten van slachthuizen, de leerverwerking en de voedingsindustrie en/of uit omgekomen huisdieren, alsmede een werkwijze voor de bereiding van voedsel.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8403620A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0483929A1 (en) * 1990-11-01 1992-05-06 Stork Pmt B.V. Device for the valorisation of slaughter residues

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0483929A1 (en) * 1990-11-01 1992-05-06 Stork Pmt B.V. Device for the valorisation of slaughter residues

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Serebryakova et al. Selection of optimal modes of heat treatment of grain
CN101489410B (zh) 同型发酵的产物
CN102480995A (zh) 用于动物饲料的组分及其用途
CN103283954A (zh) 一种以甘蔗尾叶为主要原料制备生物饲料的方法
RU2595727C1 (ru) Кормовая композиция и способ ее получения
KR20080040296A (ko) 가축혈액을 이용한 철분 강화 농축산물 생산용 비료 와 무항생제 사료의 개발방법.
JP4671436B2 (ja) 生酸性麹菌を利用した食品廃棄物の処理方法
CN107889954A (zh) 一种菠萝皮活菌生猪饲料及其制备和饲喂方法
CN108835393A (zh) 混合发酵型桑枝叶微贮饲料及其制备方法
GB2167639A (en) Animal food from protein-containing waste materials
KR101032654B1 (ko) 완전혼합발효사료 제조 방법
CN110613050A (zh) 一种豆腐渣发酵饲料及其制备方法和应用
CN102334602A (zh) 畜禽使用的生物活性复合高效饲料营养液制备方法
CN106798078A (zh) 富硒生态氨基酸营养液的制备方法
CN106036044A (zh) 一种以农产品加工副产物为原料的替代饲料及其生产工艺
Mousavi et al. Silage production from fish waste in cannery factories of Bushehr city using mineral acid, organic acid, and biological method
CN104957369A (zh) 一种畜用复合蛋白饲料
NL8403620A (nl) Werkwijze voor het bereiden en conserveren van natte massa&#39;s uit bijprodukten van slachthuizen, de leerverwerking en de voedingsindustrie en/of uit omgekomen huisdieren, alsmede een werkwijze voor de bereiding van voedsel.
CA2205712A1 (en) Process for converting waste protein sources into a balanced animal feed
NL2017441B1 (en) Process for the preparation of a fodder compositioncomprising a fermented cereal substrate, a device forpreparing said substrate
FR2574630A1 (fr) Procede de preparation et de preservation de masses aqueuses provenant de sous-produits d&#39;abattoirs, du traitement du cuir et de l&#39;industrie alimentaire et/ou provenant d&#39;animaux domestiques morts, ainsi que pour la preparation d&#39;aliments
CN109221611A (zh) 一种牛羊胃内容物发酵制备饲料的方法
RU2772491C1 (ru) Белково-минеральный концентрат
NO844763L (no) Fremgangsmaate ved fremstilling og preservering av vannholdige masser fra biprodukter fra slakterier, fra laerfremstilling og naeringsmiddelindustri og/eller fra omkomne gaardsdyr, samt for fremstilling av naeringsmidler.
Ryan et al. Energy use in Minnesota agriculture

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed