NL8403410A - Werkwijze voor de vervaardiging en het tevoren op een plaats brengen met het oog op de definitieve bevestiging van lijnen van een draaiend platform met gespannen lijnen. - Google Patents

Description

r λ -1-

Korte aanduiding: Werkwijze voor de vervaardiging en het tevoren op een plaats brengen met het oog op de definitieve bevestiging van lijnen van een draaiend platform met gespannen lijnen, 5 De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor de ver vaardiging en het tevoren op een plaats brengen met het oog op de definitieve bevestiging van lijnen van een draaiend platform met gespannen lijnen.

Het belang van platforms met gespannen lijnen wordt voor de 10 toekomst algemeen erkend, in het bijzonder op het gebied van het boren en van de produktie in diepe zee.

Het gaat om drijvende platforms die aan de zeebodem zijn verankerd met behulp van lijnen die verankerd zijn aan funderingen en die onder spanning werken.

15 Figuur 1 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een platform met een brug 1 en kolommen 2, verankerd door lijnen 3 die door aansluit-organen 4 bevestigd zijn aan een voetstuk 5.

Een van de technische problemen die gesteld worden door het gebruik van platforms met gespannen lijnen is dat van de verbin-20 ding van de uiteinden van de lijnen met de zeebodem.

Er zijn verschillende oplossingen voor dit probleem bekend. Wanneer de verankeringsdiepte op de zeebodem niet meer is dan 150 meter, is het mogelijk, maar reeds moeilijk, de uiteinden van de lijnen te geleiden naar de verbindingsorganen door het richten van 25 de verbindingsorganen met behulp van een televisiecamera, en uitgaande van de resultaten van het richten, een verplaatsing uit te voeren van het geheel van het platform, dat daartoe voorzien is van middelen om het te slepen. Een geleiding door een kegel aan het uiteinde van de lijn is ook aanwezig.

30 Het probleem dat aanvraagster zich voorstelt op te lossen is de verbinding van lijnen van ongeveer duizend meter lengte, waarbij * deze methode toepasbaar moet zijn ongeacht de lengte van de lijnen.

De eerder genoemde techniek is niet geschikt wanneer er een grote afstand ligt tussen het platform en het uiteinde van de lijnen, 8403410 -2- r 1

* V

als gevolg van afwezigheid van stijfheid bij lijnen van grote lengte.

Men kan flexibele lijnen ("riser") van grote lengte plaatsen die een schip verbinden met een onderzees station. Daartoe wordt een schip gebruikt met dynamische positie-instelling. Deze techniek, die 5 berust op een betrekkelijk geringe traagheid van het schip in vergelijking met die van een platform van omstreeks 100.000 ton, is niet toepasbaar voor een dergelijk platform, dat verder niet beschikt over autonome voortstuwingsmiddelen.

Zelfs wanneer men erin zou slagen met deze methode een lijn 10 te verbinden, zou de operatie niet opnieuw kunnen worden begonnen voor de andere lijnen.

Het gebrek aan stijfheid van de lijnen maakt het niet mogelijk dat men zijn toevlucht neemt tot de technieken van het plaatsen van platforms met stijve poten.

15 De uitvinding heeft ten doel een werkwijze te bepalen voor het tevoren vaststellen van de positie van de verbindingsorganen die zich bevinden aan de einden van de lijnen van een platform met gespannen lijnen op een zodanige afstand van de organen voor het opnemen ervan, die deel uitmaken van het voetstuk, dat de verbin-20 ding dan snel kan worden gemaakt en zonder gevaar van verkeerd richten.

Aldus betreft de uitvinding een werkwijze voor de vervaardiging en het tevoren op een plaats brengen met het oog op de definitieve bevestiging van lijnen van een draaiend platform met gespan-25 nen lijnen, welk platform p-groepen van n lijnen omvat, waarbij de lijnen aan hun ander einde voorzien zijn van een aansluitorgaan dat bestemd is om samen te werken met een van een pal voorzien op-neemorgaan dat aangebracht is op een voetstuk dat voorzien van np opneemorganen en vast geplaatst op de zeebodem, waarbij het plat-30 form voorzien is van p identieke zuilen die geplaatst zijn volgens een regelmatige vijfhoek en elke zuil voorzien is van een station voor de vervaardiging van de lijnen, een partaalkraan voor het hanteren van de lijnen, een eerste en een tweede lier, waarbij het platform op de plaats van elk van de kolommen voorzien is van n 8403410 » * -3- openingen voor het omlaagbrengen van de lijnen naarmate ze worden gefabriceerd, en waarbij het tevoren op de plaats brengen tot stand gebracht wordt wanneer de aansluitorganen van alle lijnen geplaatst zijn op een afstand in de orde van een meter vertikaal boven de 5 bijbehorende opneemorganen, met het kenmerk dat de werkwijze de volgende handelingen omvat: - het maken van een drijvende mal, die onder water gebracht kan worden door ballasten, welke mal wordt gevormd door een platte metalen constructie die p groepen vertikale openingen bezit die aange- 10 bracht zijn zoals de genoemde p kolommen, terwijl elke groep openingen bestaat uit n goten die aangebracht zijn zoals de lijnen van een groep, - het maken van p schuitjes, gevormd door een metalen constructie met horizontale afmetingen in de buurt van die van een groep ope- 15 ningen van de mal, voorzien van onderste losneembare bevestigingsmiddelen voor de vastzetting van de mal ter plaatse van de openingen, bovenste middelen voor bevestiging onder het drijvende platform, een middel voor ophanging aan de tweede lier, middelen voor geleiding bij draaiing en middelen voor voortstuwing in een horizontaal 20 vlak, - het vastzetten van de schuitjes aan de mal, waarbij elk schuitje geplaatst wordt ter plaatse van de groepen openingen van de mal, - het onder water brengen van de mal die blijft hangen op een diepte in de orde van veertig meter door drijvers, 25 - het vertikaal brengen van de mal, - het verbinden van de mal met de kabels voor de eerste lieren van elke groep, - het ophalen van de mal tot de schuitjes in contact komen met het platform, ter plaatse van de openingen in het platform, 30 - het vastzetten van de schuitjes aan het platform, - het vieren van de drijvers van de mal, - het in elke kolom op zijn definitieve lengte fabriceren van een eerste lijn-van een groep, door het met de einden aan elkaar bevestigen van lijnelementen, waarbij de lijn wordt gedragen en geleide- 840341& ' f »- ΐ -4- lijk naarmate hij wordt gefabriceerd in het water wordt gelaten door de portaalkraan, waarbij de lijn loopt door de openingen in het platform, het schuitje en de mal, en waarbij de lijn voorzien is van een elastische aanslag die geplaatst is op enkele meters 5 vanaf het ondereinde ervan, - het door bediening van de eerste lieren omlaag brengen van het geheel dat wordt gevormd door de mal en de schuitjes tot de mal komt te liggen op de veerkrachtige aanslagen van de lijnen, waarbij het uiteinde van de p lijnen terechtkomt in de openingen van de mal 10 en waarbij de mal dan op enkele tientallen meters van de caisson ligt, - het ophalen van de schuitjes door bediening van de tweede lieren tot ze in contact zijn met de onderkant van het platform, - het achtereenvolgens fabriceren van de tweede, derde enzovoort 15 van de n lijnen van de p groepen en het omlaagbrengen ervan naarmate ze wordenvgeconstrueerd, door bediening van de portaalkraan, en waarbij ze gelijk worden door het schuitje dat bediend wordt door de tweede lier, terwijl elke lijn van elke groep door de geschikte opening van het schuitje van de groep loopt, 20 - wanneer alle lijnen omlaag gebracht zijn door een laatste bediening van de schuitjes, het verbinden van de schuitjes met de mal, - het boven de caisson brengen van het geheel van platform en mal met behulp van slijpers, waarbij de precieze oriëntatie van de mal wordt verkregen door het in werking stellen van de voortstuwings- 25 middelen van de schuitjes, - het omlaag brengen van het geheel van mal en schuitjes tot ongeveer een meter van het caisson, door ballasten van het platform, terwijl de fijngeleiding in de horizontale richtingen wordt verkregen door de voortstuwingsmiddelen van de schuitjes, en door het 30 inbrengen van door het caisson gedragen centreerpalen in geleidings-kegels die aangebracht zijn in de mal, - het neerlaten van de mal op het caisson, door bediening van de eerste lieren, waarbij de uiteinden van de lijnen dan goed terechtkomen in de openingen van de mal op een afstand in de orde van een 8403410 • 1 -5- i c meter van de aansluitorganen.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening.

Fig. 1 toont schematisch perspectivisch een platform met ge-5 spannen lijnen;

Fig. 2 is een schema in bovenaanzicht van het platform;

Fig. 3 toont schematisch van boven een mal die gebruikt wordt voor de toepassing van de werkwijze;

Fig. 4 toont schematisch dezelfde mal volgens de lijn IV-IV 10 in Fig. 3;

Fig. 5 toont schematisch van boven een schuitje dat wordt gebruikt voor toepassing van de werkwijze;

Fig. 6 toont schematisch in aanzicht hetzelfde schuitje;

Fig. 7 tot 17 illustreren de verschillende fasen van de werk-15 wijze volgens de uitvinding.

Figuur 1 is reeds besproken.

Berekeningen tonen aan dat het, voor een platform van 80.000 ton waterverplaatsing, nuttig is vijf groepen van 4 lijnen aan te brengen. Het is dit voorbeeld dat zal dienen voor de volgende be-20 schrijving, waarbij uiteraard de werkwijze volgens de uitvinding toepasbaar is ongeacht het aantal p lijngroepen en het aantal n lijnen per groep.

Van boven gezien (fig. 2) bezit het platform de vorm van een regelmatige vijfhoek, met aan zijn hoekpunten vijf zones 21 tot 25 25 waarin de middelen zijn gegroepeerd voor vervaardiging, hantering en bevestiging van de lijnen. Deze zones zijn met voordeel kolommen waarvan een deel zich onder water zal bevinden.

Voor de toepassing van de werkwijze moet een mal 30 worden gemaakt (fig. 3, 4), die een drijvende metalen constructie vormt, 30 met ballast te belasten, plat, voorzien van vijf armen 31 tot 35 die een identieke vijfhoek vormen als die welke de buitenomtrek van het platform begrenst. In de hoekpunten van dé vijfhoek zijn uitsteeksels 41 tot 45 geplaatst die ovéreenkomen met de kolommen 31 tot 35 van het platform.

8403410

1 I

w < *6-

Elk uitsteeksel bestaat uit geleidingsbuizen, waarvan het aantal gelijk is aan dat van de lijnen van een groep (hier 4).

Aan de einden van de uitsteeksels zijn draagarmen 51 tot 55 geplaatst om aan de mal de kabels van de drijvers te bevestigen.

5 Ook zijn geleidingskegels 61 tot 65 geplaatst in het midden van deze uitsteeksels. De rol daarvan zal nog nader worden uiteengezet.

De mal bezit tenslotte (niet weergegeven) aansluitingen om het de schuitjes mogelijk te maken er op losneembare wijze aan te 10 worden vastgehaakt. Deze schuitjes zullen nu worden beschreven.

De toepassing van de werkwijze maakt inderdaad de constructie nodig van schuitjes, in een aantal van één schuitje per groep lijnen. Deze zijn weergegeven in Fig. 5 en 6, en aangeduid door 71 tot 75.

Een schuitje is een vlakke, cylindrische constructie met een 15 middellijn in de buurt van een van de openingen 41 tot 45 van de uitsteeksels van de mal.

Het schuitje is voorzien van dwarsdoorlaten 81 tot 84, waarvan het aantal gelijk is aan dat van de goten van de eerdergenoemde openingen, en aangebracht zoals die goten. Het is voorzien van 20 een centrale geleidingskegel 86.

Het schuitje is voorzien van voortstuwingsmiddelen zoals 85, gevormd door elektrische of hydraulische motoren die een schroef aandrijven, om de verplaatsing van de schuitjes in het horizontale vlak mogelijk te maken wanneer ze eenmal met de mal zijn verbonden.

25 De motoren worden gevoed dankzij een navelstreng 85a die verbonden is met een op het platform geplaatste vermogensgenerator.

Het schuitje is voorzien van een geleidingsmiddel dat wordt gevormd door een kabeloog 87 waarin de kabel 88 voor het hanteren van de mal schuift.

30 Het schuitje is tenslotte voorzien van middelen om te worden vastgehaakt aan een kabel 89, en middelen voor losneembare bevestiging aan de mal (onderste middelen 90, 91) of aan het platform (bovenste middelen 92, 93).'

De werkwijze voor de voorinstelling van de lijnen wordt nu 84 03 4 1 0 • m -7- beschreven ααη de hand van fig. 7 tot 17.

Figuur 7

De mal 30 drijft op de zee; de schuitjes worden op de daarvoor bestemde plaats vergrendeld aan de mal. In de figuur zijn de 5 door 73 en 74 aangeduide schuitjes bevestigd getekend op de plaats van de openingen 43 en 44 van de mal 30. De sleepkabels zoals 101 en 102 en drijvers zoals 103 en 104 worden vastgemaakt.

Figuur 8

De mal wordt onder water gebracht tot een diepte van ongeveer 10 35 meter door gedeeltelijk ballasten. Hij wordt in deze stand gehouden door de drijvers.

Figuur 9

Het platform wordt boven de mal gebracht. In de figuur kunnen de kolommen 23 en 24 worden onderscheiden. De manoeuvre wordt ver-15 zorgd door slepen. Elke kolom is voorzien van een lier van groot vermogen (bijvoorbeeld 120 ton) 113, 114, en een lier van kleiner vermogen (bijvoorbeeld 20 ton) 123, 124. De schuitjes worden verbonden met de lieren zoals 123 en 124.

Figuur 10 20 De mal wordt met de lieren zoals 113 en 114 verbonden. Hen merkt nu op dat de corresponderende kabels door de kabelogen (aangeduid door 87 in fig. 5 en 6) van de schuitjes zijn gevoerd.

Het behulp van deze lieren wordt de mal opgehaald tot de schuitjes de onderkant bereiken van het platform waar ze worden 25 vastgezet·

Dan laat men de drijvers en de meerkabels van de mal vieren.

Figuur 11

Hen bouwt een lijn per kolom. Daartoe is elke kolom voorzien van een station voor het assembleren van de lijnelementen. Dit 30 kunnen stangen zijn of geschroefde of gelaste buizen. Elke kolom is voorzien van het bijbehorende fabrikagestation; De samenstelling van de lijnen en de wijze van fabriceren ervan liggen buiten het kader van'de uitvinding.

Naarmate de constructie vordert worden de lijnen, die gedragen 8403410

1 I

J \ -8- worden door portaalkranen (zoals 133 en 134) die in elke kolom aanwezig zijn, omlaag gebracht door de openingen en goten van de schuitjes en van de mal.

De in Fig. 11 weergegeven lijnen 143, 144 zijn aan hun uit-5 einde voorzien van een aansluitorgaan 143A, 143B om te worden verbonden met het voetstuk, en een aanslag 144A, 144B op een afstand van het uiteinde in hoofdzaak gelijk aan de dikte van het voetstuk.

In het gekozen voorbeeld met 5 groepen lijnen worden gelijktijdig 5 identieke lijnen gebouwd, op 0,5 meter na met dezelfde 10 lengte.

Figuur 12

De mal met de 5 ermee verbonden schuitjes wordt volledig geballast en omlaag gebracht, met behulp van de lieren 113, 114, tot een diepte in de buurt van 45 meter vanaf de zeebodem, zodanig dat 15 hij blijft liggen op de aanslagen. Na de instelling van de lengten van de 5 andere lijnen, worden de hanteringskabels van de mal weer gespannen met behulp van de lieren 113, 114. Hen weet dan dat de mal horizontaal ligt.

Figuur 13 20 Terwijl de lieren 113, 114,... nog steeds de mal dragen, wor den de schuitjes 73, 74,... van de mal losgemaakt en door de lieren opgehaald tot onder het platform. De elektrische verbindingen tussen platform en de schuitjes kunnen dan verwijderd worden.

Figuur 14 25 Men construeert de tweede lijn van elke kolom, dus 153, 154, ... Elke lijn wordt gestoken in de doorgang die ervoor bestemd is in het schuitje; zodra het einde van de lijn de onderzijde van het schuitje passeert, wordt dit omlaag gebracht met behulp van de lier 123, 124, zodat het dient als geleiding voor de lijn die dan in 30 geen enkel geval de reeds gebouwde eerste lijn kan raken en er in verstrikt kan raken. Wanneer het einde van de tweede lijn de mal bereikt en terecht komt in de ervoor bestemde goot, wordt het Schuitje weer opgehaald. Op dezelfde manier worden de derde en de vierde lijn van elke groep gebouwd.

8403410 -9-

Bij het begin van de constructie van de laatste lijn van de groep worden de elektrische of hydraulische verbindingen van de schuitjes weer tot stand gebracht.

Aan het einde van de constructie van deze laatste lijn, worden 5 de schuitjes 73, 74,... weer vergrendeld ten opzichte van de mal. Figuur 15

Nu de lijnen af zijn, wordt het geheel van platform en mal gebracht boven het voetstuk, dat bijvoorbeeld voorzien is van een zware massa 200 die op de zeebodem rust, plaatsen voor het opnemen 10 van de aansluitorganen 243, 244,... 253, 254 die aangebracht zijn in 5 groepen van 4 stuks, evenals de lijnen, en centreerpiketten 303, 304,...

Het geheel van platform en mal wordt omlaag gebracht tot boven het voetstuk tot op een afstand in de orde van een tiental 15 meters, De juiste plaatsing wordt verkregen door het Manoeuvreren van de voortstuwingen van de schuitjes en met behulp van video en/ of akoestische middelen.

Figuur 16

Door het ballasten van het platform, wordt de mal gebracht 20 op ongeveer een meter van het caisson, terwijl de centreerpiketten terechtkomen in de kegels van de mal.

Figuur 17

De mal 30 wordt op het caisson 200 neergelaten door bediening van de lieren 113 ,114.

25 De voorinstelling is beëindigd, De uiteinden van de lijnen steken goed in de goten van de mal.

Na het bevestigen van een lijn van elke groep, kunnen de schuitjes worden opgehaald.

8403410

Claims (1)

1. -10- 1 * Λ « CONCLUSIE i Werkwijze voor de vervaardiging en het tevoren op een plaats brengen met het oog op de definitieve bevestiging van lijnen van 5 een draaiend platform met gespannen lijnen, welk platform p-groepen van n lijnen omvat, waarbij de lijnen aan hun ander einde voorzien zijn van een aansluitorgaan dat bestemd is om samen te werken met een van een pal voorzien opneemorgaan dat aangebracht is op een voetstuk (5) dat voorzien is van np opneemorganen (243, 244, ... 10 253, 254) en vast geplaatst op de zeebodem, waarbij het platform voorzien is van p identieke ziilen die geplaatst zijn volgens een regelmatige vijfhoek en elke zuil voorzien is van een station voor de vervaardiging van de lijnen, een portaalkraan (133, 134) voor het hanteren van de lijnen, een eerste (113, 114) en een tweede 15 (123, 124) lier, waarbij het platform op de plaats van elk van de kolommen voorzien is van n openingen voor het omlaagbrengen van de lijnen naarmate ze worden gefdbriceerd, en waarbij het tevoren op de plaats brengen tot stand gebracht wordt wanneer de aansluit-organen van alle lijnen geplaatst zijn op een afstand in de orde 20 van een meter vertikaal boven de bijbehorende opneemorganen, met het kenmerk, dat de werkwijze de volgende handelingen omvat: - het maken van een drijvende mal (30), die onder water gebracht kan worden door ballasten, welke mal wordt gevormd door een platte 25 metalen constructie die p groepen vertikale openingen bezit die aangebracht zijn zoals de genoemde p kolommen, terwijl elke groep openingen bestaat uit n goten die aangebracht zijn zoals de lijnen van een groep, - het maken van p schuitjes (73, 74), gevormd door een metalen con-30 structie met horizontale afmetingen in de buurt van die van een groep openingen van de mal, voorzien van onderste losneembare bevestigingsmiddelen voor de vastzetting aan de mal ter plaatse van de openingen, bovenste middelen voor bevestiging onder het drijvende platform, een middel voor ophanging aan de tweede lier, middelen 8403410 -11- voor geleiding bij draaiing en middelen (183, 184) voor voortstuwing in een horizontaal vlak, - het vastzetten van de schuitjes aan de mal, waarbij elk schuitje geplaatst wordt ter plaatse van de groepen openingen van de mal, 5. het onder water brengen van de mal die blijft hangen op een diepte in de orde van veertig meter door drijvers, - het vertikaal brengen van de mal, - het verbinden van de mal met de kabels van de eerste lieren van elke groep, 10. het ophalen van de mal tot de schuitjes in contact komen met het platform, ter plaatse van de openingen in het platform, - het vastzetten van de schuitjes aan het platform, - het vieren van de drijvers van de mal, - het in elke kolom op zijn definitieve lengte fabriceren van een 15 eerste lijn (143, 144), van een groep, door het met de einden aan elkaar bevestigen van lijnelementen, waarbij de lijn wordt gedragen en geleidelijk naarmate hij wordt gefabriceerd in het water wordt gelaten door de portaalkraan, waarbij de lijn loopt door de openingen in het platform, het schuitje en de mal, en waarbij de lijn 20 voorzien is van een elastische aanslag die geplaatst is op enkele meters vanaf het ondereinde ervan, - het door bediening van de eerste lieren omlaag brengen van het geheel dat wordt gevormd door de mal en de schuitjes tot de mal komt te liggen op de veerkrachtige aanslagen van de lijnen, waarbij 25 het uiteinde van de p lijnen terechtkomt in de openingen van de mal en waarbij de mal dan op enkele tientallen meters van de caison ligt, - het ophalen van de schuitjes door bediening van de tweede lieren tot ze in contact zijn met de onderkant van het platform, 30. het achtereenvolgens fabriceren van de tweede, de derde enzovoort van de n lijnen van de p groepen en het omlaagbrengen ervan naarmate ze worden geconstrueerd, door bediening van de portaalkraan, en waarbij ze gelijk worden door het schuitje dat bediend wordt door de tweede lier, terwijl elke lijn van elke groep door de ge- 8403410 -.12- n. J · schikte opening van het schuitje van de groep loopt, - wanneer alle lijnen omlaag gebracht zijn door een laatste bediening van de schuitjes, het verbinden van de schuitjes met de mal, - het boven de caison brengen van het geheel van platform en mal 5 met behulp van slijpers, waarbij de precieze oriëntatie van de mal wordt verkregen door het inwerking stellen van de voortstuwingsmiddelen van de schuitjes, - het omlaagbrengen van het geheel van mal en schuitjes tot ongeveer een meter van het caisson, door ballasten van het platform, terwijl 10 de fijngeleiding in de horizontale richtingen wordt verkregen door de voortstuwingsmiddelen van de schuitjes, en door het inbrengen van door het caisson gedragen centreerpalen in geleidingskegels die aangebracht zijn in de mal, - het neerlaten van de mal op het caisson, door bediening van de 15 eerste lieren, waarbij de uiteinden van de lijnen dan goed terechtkomen in de openingen van de mal op een afstand in de orde van een meter van de aansluitorganen, 8403410