NL8403019A - Werkwijze voor het strippen van vis en inrichting voor toepassing van de werkwijze. - Google Patents

Werkwijze voor het strippen van vis en inrichting voor toepassing van de werkwijze. Download PDF

Info

Publication number
NL8403019A
NL8403019A NL8403019A NL8403019A NL8403019A NL 8403019 A NL8403019 A NL 8403019A NL 8403019 A NL8403019 A NL 8403019A NL 8403019 A NL8403019 A NL 8403019A NL 8403019 A NL8403019 A NL 8403019A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
fish
drill
sleeve
support
opening
Prior art date
Application number
NL8403019A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Petrus Gerardus Van Damme
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Petrus Gerardus Van Damme filed Critical Petrus Gerardus Van Damme
Priority to NL8403019A priority Critical patent/NL8403019A/nl
Publication of NL8403019A publication Critical patent/NL8403019A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22CPROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
    • A22C25/00Processing fish ; Curing of fish; Stunning of fish by electric current; Investigating fish by optical means
    • A22C25/14Beheading, eviscerating, or cleaning fish
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22CPROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
    • A22C25/00Processing fish ; Curing of fish; Stunning of fish by electric current; Investigating fish by optical means
    • A22C25/14Beheading, eviscerating, or cleaning fish
    • A22C25/145Eviscerating fish
    • A22C25/147Eviscerating by means of vacuum or suction devices

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Processing Of Meat And Fish (AREA)

Description

- 1 - κ „ 1
Werkwijze voor het strippen van vis en inrichting voor toepassing van de werkwijze.
De uitvinding heeft allereerst betrekking op een werkwijze voor het strippen van vis. Onder het strippen .van vis wordt verstaan het verwijderen van de maag, de ingewanden en de verdere zich in de buikholte van de vis bevin-5 dende organen. Na een dergelijke behandeling kan de vis na het vangen ervan in een koelruimte een zekere tijd worden opgeslagen zonder al te veel in kwaliteit in te boeten.
Tot nu toe wordt het strippen met de hand uitgevoerd , doordat in een met de hand opgenomen vis een insnij-10 ding wordt aangebracht in de buikholte, waarna door deze insnijding heen de genoemde organen worden we.ggetrokken, Dit vereist een zekere behendigheid en ook bij de uitvoering door geschoolde vaklieden blijft vaak een restant van de organen in de buikholte achter, waardoor de kwaliteit van 15 de vis achteruit gaat. Bovendien is het strippen een vermoeiende en vuile arbeid.
De uitvinding beoogt nu dit bezwaar op te heffen en voorziet daartoe in een werkwijze, die daardoor is gekenmerkt, dat eerst op een zo groot mogelijke afstand 20 van de wervelkolom van de vis een opening wordt gemaakt in de buikholte van de vis, in welke opening vervolgens een holle boor wordt geschoven in de richting van de wervelkolom, van welke boor de holte wordt verbonden met een vacuumbron voor het uit de holte wegzuigen van 25 ten minste de in de buikholte van de vis aanwezige organen.
Gebleken is dat een opening van zeer beperkte afmetingen voldoende is om daar doorheen de holle boor in de buikholte te kunnen schuiven, zodat de vis slechts minimaal beschadigd wordt.
30 Doordat door middel van onderdruk de organen uit de buikholte van de vis worden weggezogen, zal de buikholte onder de uitwendige overdruk min of meer in elkaar worden gedrukt waardoor het om de buikholte aanwezige vlees minder aan de invloed van de atmosferische 35 lucht bloot zal staan.
Volgens de uitvinding kan er in worden voorzien, dat met behulp van de boor ook bloed wordt afgezogen in het 8403019 3-, -2- bijzonder uit de zich in de wervelkolom van de vis bevindende ader. Hoewel niet al het bloed direkt kan worden verwijderd zal een dergelijke afzuiging er toch toe bijdragen, dat het geheel leegbloeden van de vis sneller plaatsvindt, waardoor 5 ook weer de kwaliteit van de vis wordt verbeterd.
Gebleken is dat het aanbeveling verdient de boor te roteren tijdens het inbrengen ervan in de vis en tijdens de verwijdering via de boor van de organen uit de buikholte van de vis.
10 Door de rotatie van de boor worden de te verwijderen organen gemakkelijker naar de boor toe gebracht en eventueel stukgesneden zodat verstopping van de boor wordt tegengegaan.
De uitvinding voorziet eveneens in een inrichting voor toepassing van de bovenbeschreven werkwijze, welke inrichting 15 omvat: eén ondersteuning waarop een te strippen vis kan worden aangebracht, een ten opzichte van de ondersteuning verplaatsbaar snijorgaan voor het snijden van een·stukje uit de buikwand van de vis? een op enige afstand van en evenwijdig aan de ondersteuning beweegbare holle boor die door het 20 uit de buikwand van de vis weggesneden stukje in de buikholte kan worden geschoven en een klep die enerzijds is aangesloten op de holle boor en anderzijds op een vacuümbron, welke klep kan worden geopend wanneer de boor in de door het snijorgaan gemaakte opening in de buikholte wordt geschoven.
25 Een dergelijke inrichting is relatief eenvoudig en de werking ervan is zeer overzichtelijk.
Hoewel het mogelijk is de vis met de hand op de ondersteuning aan te brengen, en daarop vast te houden tijdens het strippen van de vis, zal er bij voorkeur in worden 30 voorzien, dat de inrichting een aan een beweegbare arm aangebrachte zuignap omvat, die kan worden aangesloten op een vacuümbron en met behulp waarvan een vis op zijn plaats op de ondersteuning kan worden gebracht en daarop vast gehouden tijdens het strippen van de vis om daarna de vis te 35 verwijderen.
Hiermee wordt bereikt dat er geen risiko is, dat de bedienende persoon in aanraking komt met het snijorgaan of met de holle boor. De bedienende persoon behoeft slechts op een bepaalde plaats de vis in de juiste stand neer te leggen.
8403019 - 3 -
Daarbij kan er verder in worden voorzien, dat de inrichting ten minste twee beweegbare armen omvat, die elk zijn voorzien van een zuignap en die afwisselend een te strippen vis op de ondersteuning aanbrengen en na de be-5 handeling weer daarvan verwijderen.
Op deze wijze wordt de capaciteit van de machine niet beperkt doordat één bedienende persoon op een bepaald moment de te strippen vissen niet snel genoeg op de bepaalde plaats kan neerleggen.
10 In het bijzonder wanneer de inrichting volgens de uitvinding wordt gebruikt voor het strippen van platvis kan het verplaatsbare snijorgaan worden gevormd door een langgerekte stang, die zich door de ondersteuning uit kan strekken en die in dwarsrichting gezien ten minste êên, over een 15 deel van zijn lengte lopende, in hoofdzaak vlakke zijde bezit waar een te strippen vis tegenaan kan worden geschoven, met bij het einde van de vlakke zijde een vanaf deze zijde naar buiten toe stekend snijvlak dat in dwarsdoorsnede gezien de vorm heeft van een cirkelsegment en welk snijvlak, na het 20 tegen de vlakke zijde van de stang aanleggen van een vis, naar de ondersteuning toe wordt gebracht en daar doorheen wordt getrokken.
Het is duidelijk dat bij het naar de ondersteuning toe en daar doorheen trekken van het snijvlak een cirkel-25 segmentvormig deel uit de buikwand van de vis wordt gesneden.
De daardoor in de buikwand ontstane opening is juist geschikt voor het daar doorheen laten gaan van de boor, zodat de boor niet of nauwelijks in aanraking komt met de schubben van de vis.
30 In het bijzonder zal het snijvlak zodanig worden aangebracht, dat het vanaf de vlakke zijde van de stang schuin naar de ondersteuning is toe gericht, wanneer het j snijvlak zich boven de ondersteuning bevindt.
Hierdoor wordt bereikt, dat het verst van de 35 vlakke zijde van de stang afliggende punt van het snijvlak het eerst met de vis in aanraking komt, zodat bij het doordringen van het snijvlak in de vis deze tegen de stang aan zal worden gedrukt.
In het bijzonder zal de stang zijn verbonden met 40 aandrijfmiddelen, die zich aan de andere zijde, van de onder- 8403019
Ψ -V
-4- ι ! steuning bevinden als een te strippen vis en die zodanig zijn uitgevoerd dat direkt na het gebruik van het snijvlak de stang zich geheel onder dat vlak van de ondersteuning bevindt waarop de te strippen vis is aangebracht.
5 Hierdoor kan direkt na het uit de vis snijden van een stukje van de buikwand de holle boor in de buikholte worden gebracht. Eerst na het teruggaan van de boor naar zijn uitgangsstand wordt de stang weer door de ondersteuning heen gebracht, zodat dan weer een te strippen vis tegen 10 de vlakke zijde· van de stang aan kan worden gelegd.
Bij een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding bestaat de holle boor uit een aan één zijde ondersteunde buis waarvan het vrije einde een hol kegelvormig deel bezit waarin één of meer schroeflijnvormig 15 lopende sleuven zijn aangebracht en waarbij op de punt van het kegelvormige deel een pen is aangebracht waarvan het voorvlak is voorzien van één of meer snijkanten.
Het kegelvormige deel kan op deze wijze gemakkelijk doordringen in de opening aangebracht in de opening aange-20 bracht in de buikwand van de vis en door de in het kegelvormige deel aangebrachte sleuven worden snijkanten gevormd waardoor de uit de buikholte van de vis te verwijderen organen stuk worden gesneden zodat zij gemakkelijk via de holle boor kunnen worden afgevoerd. De op het kegelvormige deel 25 aangebrachte pen dient ertoe iets in de wervel kolom van de vis door te dringen zodat uit het daarin aanwezige bloedvat bloed weg kan stromen.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is de boor verbonden met de as van een aandrijfmotor die verschuifbaar is 30 opgesteld op een voetplaat voor het in lengterichting verplaatsen van de boor.
Voor het verkrijgen van een eenvoudige inrichting is het met de aandrijfmotor verbonden deel van de boor massief uitgevoerd en is het holle deel van de boor nabij het mas-35 sieve deel ervan voorzien van tenminste één in de wand van de boor aangebrachte opening, die in verbinding staat met een holte in de rond de boor aangebrachte en ter weerszijde van de wandopening tenppzichte van de boor afgedichte bus, die vast met het huis van de aandrijfmotor is verbonden en 4Ü waarbij de holte van de bu s in verbinding kan worden gebracht 8403019 -5- ir * met een vacuümleiding.
In het bijzonder zal daarbij de vacuümleiding zijn aangebracht aan een huls, die de bus omringt en tenopzichte van de bus is afgedicht en tenjopzichte van de bus b'innen 5 zekere grenzen verschuifbaar is, zodanig dat een in de huls aanwezige opening, die in verbinding staat met de vacuümleiding, al dan niet in verbinding staat met de holte in de bus.
Op deze wijze wordt een eenvoudige schuifklep 10 verkregen die ervoor kan zorgen dat de holte in de boor slechts onder afzuigende werking wordt gebracht wanneer de boor in de buikholte van de te strippen vis is geschoven.
Ver der zal een dergelijke schuifklep niet onderhevig zijn aan vervuiling en zullen eventuele achtergebleven 15 orgaandelen de werking van de klep niet belemmeren.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm zal hierbij de slag van de huls worden bestuurd door een op de buitenzijde van de huls aangebrachte pen, die verschuifbaar is in een sleuf aangebracht in een vast met de voetplaat verbonden 20 plaat, zodanig dat tijdens het laatste deel van het schuiven van de boor in de buikholte van een te strippen vis de schuifklep wordt geopend doordat de pen van de, door de bus onder wrijving meegenomen, huls het ene einde van de sleuf bereikt waardoor de bus ter^opzichte van de huls wordt 25 verschoven en de klep wordt geopend, terwijl bij de teruggaande beweging van de boor de klep geopend blijft totdat de pen van de door de bus in tegengestelde richting meegenomen huls het andere einde van de sleuf bereikt en bij j het verder terugbewegen van de boor en dus van de bus de 30 klep weer wordt gesloten.
Op deze wijze wordt bereikt, dat aan de boor slechts j vacuüm wordt aangelegd wanneer de boor reeds over een zekere afstand in de buikholte is geschoven, terwijl bij de teruggaande beweging van de boor de zuigende werking langer 35 in stand wordt gehouden. Toch wordt op deze wijze voorkomen dat de vacuümpomp een grote kapaciteit moet bezitten, daar niet onnodig lucht wordt afgezogen.
Het is duidelijk, dat de te strippen vissen niet alle dezelfde afmetingen bezitten, zodat bij een kleine 40 vis de punt van de boor eerder met de wervelkolom van de te
34 030 fS
V * \ -6- strippen vis in aanraking zal komen dan bij een iets grotere vis. Om niet al te grote afmetingsverschillen op te kunnen vangen, wordt erin voorzien, dat de zuignap slechts door middel van veerdruk tegen een op de ondersteuning liggende 5 vis wordt aangedrukt gehouden. Deze veerdruk kan zodanig worden gekozen dat de te strippen vis iets tenbpzichte van i de ondersteuning kan worden verschoven wanneer de punt van de boor met de wervelkolom van de vis in aanraking komt en de boor nog een zekere afstand af moet leggen.
10 Daarbij kan er ook in worden voorzien, dat de met de zuignap verbonden beweegbare arm verende delen omvat. Ook hierdoor kan een zekere verplaatsing van de vis optreden onder werking van de erin gebrachte boor.
Voor het opvangen van grotere verschillen in afmetin-15 gen van de vissen kan erin worden voorzien, dat de voetplaat, waarop de met de boor verbonden aandrijfmotor verschuifbaar is opgesteld zelf in lengte richting van de boor verplaatsbaar en vastzetbaar is aangebracht op een basisplaat, die ook het snijorgaan en de ondersteuning draagt.
20 Voor het sorteren en toevoeren van de vis aan de in richting kan in het bijzonder gebruik worden gemaakt van een handgreep, die is verbonden met een zuigleiding en die is voorzien van een zuignap en van een bedieningselement waardoor de zuigleiding met de zuignap in verbinding kan 25 worden gebracht.
Op deze wijze wordt het hanteren van de vis veel gemakkelijker, daar , zoals bekend, de vis in het algemeen een zeer glibberige huid bezit, waardoor het met de hand oppakken van de vis een ongemakkelijke en vuile bezigheid is.
30 Met behulp van de juistjbeschreven inrichting wordt deze arbeid veel gemakkelijker gemaakt en zal ook veel minder beschadiging van de vis optreden, daar de vis gemakkelijk vanaf een bepaalde plaats kan worden weggenomen en nauwkeurig op een andere plaats worden neergelegd, zonder dat 35 het gevaar aanwezig is dat de vis ergens tegenaan stoot of ergens opvalt, zoals dit gemakkelijk kan gebeuren bij het met de hand opnemen van een vis. De uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van eenjuitvoeringsvoorbeeld, weergegeven in de tekening, waarin : 8403019 ** -7-
Pig. 1 schematisch een langsdoorsnede en gedeeltelijk aanzicht toont van een inrichting volgens de uitvinding;
Pig. 2 een langsdoorsnede toont over het bovenste deel van het snijorgaan van de inrichting; 5 Fig. 3 een dwarsdoorsnede toont volgens de lijn III- III van fig. 2;
Fig. 4 een aanzicht toont van een deel van de boor van de inrichting;
Fig. 5 een doorsnede toont volgens de lijn V- V van TO fig. 4;
Fig, 6 schematisch een zijaanzicht toont van een inrichting voor het opnemen en neerleggen van een vis.
De in fig. 1 weergegeven inrichting omvat de basisplaat 1, waarop de voetplaat 2 door middel van bouten 3 is 15 vastgezet. De bouten 3 bevinden zich in sleufgaten in de voetplaat 2r zodanig dat na het losnemen van de bouten 3 de voetplaat 2 over een zekere afstand kan worden verplaatst in de richting van de pijl P waarna de voetplaat 2 weer door middel van de bouten 3 kan worden vastgezet.
20 De basisplaat 1 draagt eveneens op verder niet weergegeven wijze de ondersteuning 4-, waarop een te strippen vis kan worden neergelegd. Een deel van de omtrek van een vis 5 is aangegeven in fig. 3.
In de ondersteuning 4 bevindt zich een ronde opening 25 6 waar doorheen een stang 7 in verticale richting verplaats baar is, doordat deze stang is verbonden met een zuiger 8, die in een met de basisplaat 1 verbonden luchtcylinder 9 op en neer beweegbaar is door toevoer van lucht aan één der niet nader aangeduide aansluitingen en afvoer van lucht 3u uit de andere aansluiting.
Het brengen van een vis op de ondersteuning 4 vindt plaats met behulp van een zuignap 10, die is aangebracht aan een holle stang 11, die kan worden verbonden met een zuigslang 12. De stang 11 is opgenomen in een arm 13 en wel 35 zodanig dat hij in verticale richting in de arm 13 verschuifbaar is, maar er naar benedentoe niet uit kan vallen, door- i ! dat de stang 11 is voorzien van een kraag 14.
Wanneer met de zuignap 10 een vis op de ondersteuning 4 wordt neergelegd zal de kraag 14 vrij zijn van de arm 13, 40 zodat de zuignap 10 de vis slechts aandrukt door het gewicht 3403 0 1 9 -8- van de zuignap 10 en de holle stang 11 en de werking van de drukveer 15.
Met de voetplaat 2 zijn twee stangen 16 verbonden, waaroverheen een schuifstuk 17 verplaatsbaar is met behulp 5 van een luchtcylinder, waarvan slechts de zuigerstang 18 is ! aangegeven. Op het schuifstuk 17 is de motor 19 bevestigd, waarvan de as. 20 door middel van de koppeling 21 de boor 22 draagt.
Zoals in het bijzonder blijkt uit de figuren 4 en 5 10 omvat de boor 22 een massief deel 23 en een hol deel 24, dat aan zijn vrije einde over gaat in een kegelvormig deel 25, dat weer de pen 26 draagt waarvan het vrije einde is voorzien van snijkanten 27. In het uiteinde van het kegelvormige deel 25 bevinden zich de schroeflijnvormig lopende 15 sleuven 28, die bij het meest naar voren toe liggende deel eindigen bij een snijkant 29.
Tenslotte bevinden zich in het holle deel 24 van de boor, dicht nabij het massieve deel 23 ervan 4 openingen 30.
20 Met het huis 31 van de motor 19 is.de bus 32 op niet nader aangegeven wijze verbonden. In de bus 32 bevindt zich rondom de boor 22 een holte 33 met tussen de boor 22 en de bus 32 afdichtingsringen 34, zodat de holte 33 naar buiten toe is afgesloten en slechts de opening 35 bezit.
25 Rondom de bus 32 bevindt zich de huls 36, die door middel van de afdichtingsringen 37 tehopzichte van de bus 32 is afgedicht en die is voorzien van de opening 38, welke aansluit op een leiding 39, die in verbinding staat met een niet weergegeven vacuümbron.
30 Zowel de opening 35 in de bus 32 als de opening 38 in de huls 36 kunnen zich over een deel van de omtrek van de betreffende onderdelen uitstrekken en behoeven dus niet cirkelvormig te zijn.
Aan de huls 36 is de pen 40 aangebracht, die in 35 fig. 1 terwille van de duidelijkheid over 90° verdraaid is getekend en die zich dus in werkelijkheid op de hoogte van de hartlijn van de boor 22 zal bevinden. De pen 40 is verschuifbaar in een sleuf 41, die is aangebracht in plaat 42 welke vanaf de voetplaat 2 verticaal naar boven toe loopt.
40 Zoals in het bijzonder blijkt uit de figuren 2 en 3 8403019 iff -9- bezit de stang 7 over een deel van zijn lengte een vlakke zijde 43 waar een te strippen vis 5 tegenaan kan worden gelegd. Boven de vlakke zijde 43 bevindt zich het schuin naar beneden toe lopende snijvlak 44, dat dus in dwarsdoor-5 snede gezien de vorm geeft van een cirkelsegment.
Fig. 6 toont tenslotte een inrichting voor het hanteren van de vissen 5, die op een bepaalde plaats naast de ondersteuning 4 zullen worden neergelegd om van daaraf met behulp van de met de arm 13 verbonden zuignap 10 op 10 de ondersteuning 4 te worden gebracht. De in fig. 6 weergegeven inrichting omvat een handgreep 45, waaraan een zuignap 46 is bevestigd. De holte binnen de zuignap staat via een door de handgreep heenlopend kanaal 47 in verbinding met een slang 48, die is aangesloten op een niet weergegeven 15 vacuümbron. In het kanaal 47 bevindt zich de klep 49, die kan worden bediend met behulp van de op de handgreep 45 aangebrachte knop 50, zodat de holte binnen de zuignap 46 al dan niet met de vacuümbron in verbinding kan worden gebracht.
20 De werking van de inrichting is nu als volgt.
In fig. 1 is de inrichting weergegeven in de stand waarbij de boor 22 zijn meest rechtse stand 'innneemt. De boor wordt nu eerst teruggebracht naar zijn meest linkse stand, waarbij de pen 40 van de huls 36 zich door de sleuf 41 25 verplaatst tot hij de meest linkse stand heeft bereikt, waarna de boor 22 met de bus 32 en de motor 19 nog verder naar links toeworden, bewogen zodat de openingen 35 en 38 niet meer tegenover elkaar liggen en geen vacuüm meer in de boor 22 wordt opgewekt.
i i 30 Nujkan de stang 7 naar boven toe worden gebracht totdat het snijvlak 44 ervan zich op een voldoende hoogte boven j de ondersteuning bevindt.
Met behulp van de in fig. 6 weergegeven inrichting kan op een plaats nabij de ondersteuning 4 een vis 5 35 worden neergelegd, welke vis vervolgens door middel van de met de arm 13 verbonden zuignap 10 wordt opgenomen en op zijn plaats op de ondersteuning 4 gelegd, zodanig dat de buikholte 51 van de vis tegen de vlakke zijde 43 van de stang 7 aanligt. De arm 13 zal dan in een zodanige stand 40 worden gebracht, dat de zuignap 10 slechts onder inwerking • · ' - i
9 V
-10- staat van de drukveer 15, zodat de vis 5 met een bepaalde kracht op de ondersteuning 4 wordt vastgehouden.
Nu wordt de stang 7 naar beneden toe bewogen, zodat • in de buikholte 51 van de vis een opening 52 wordt aange-5 bracht.Daarbij komt het bovenvlak van de stang ongeveer gelijk te liggen met het bovenoppervlak van de ondersteuning 4 of eventueel iets lager.
Het zal duidelijk zijn dat bij deze bewerking het voorste punt van de boor 22 zich links van de stang 7 bevindt 10 als gezien in fig. 1.
Nu wordt de motor 19 over de stangen 16 naar rechts toe verschoven in de richting van de pijl R met behulp van de zuigerstang 18 van de niet weergegeven luchtcylinder.
Het voorste punt 26 van da boor 22 dringt nu eerst door in 15 de opening 52 aangebracht in de buikholte 51 van de vis 5. Vervolgens dringt ook het kegelvormige deel 25 van de boor in de betreffende opening door, terwijl daarbij de boor wordt geroteerd met behulp van de motor 19. Tijdens de eerste fase van de verschuiving van de boor en dus van de bus 32 20 beweegt de huls 36 met de bus 32 mee, zodat de opening 35 afgesloten blijft. Wanneer de met huls 36 verbonden pen 40 het rechter einde van de sleuf 41 bereikt wordt de huls 36 tegengehouden en de huls tot stilstand gebracht, terwijl de bus 36 verder beweegt, zodat de opening 35 in verbinding 25 komt met de opening 38, die is aangesloten op de vacuümbron. Over het laatste deel van de slag van de boor 22 is er dus een verbinding aanwezig tussen het holife deel 24 van de boor en de vacuümbron via de holte 33 in de bus 32 en de openingen 30 in de wand van de boor. Hierdoor kan via de sleuven 28 30 in het kegelvormigedeel 25 van de boor materiaal uit de buikholte 51 van de vis worden weggezogen. Wanneer de snijkant 27 van de pen 26 van de boor 22 de wervelkolom van de vis 5 bereikt kan het in de wervelkolom lopende bloedvat worden geopend, zodat daaruit bloed weg kan stromen.
35 Bij het weer terug bewegen van de boor met behulp van de motor 19 in de richting van de pijl S zal eerst de huls 36 met de bus 32 meebewegen, totdat de pen 40 aankomt te liggen tegen het linker einde van de sleuf 41. Gedurende deze slag zal de verbinding gehandhaafd blijven tussen de 8403019 -11- openingen 35 en 38, zodat nog steeds materiaal uit de buikholte 51 van de vis 5 kan worden weggezogen. Bij de verder gaande beweging van de motor 19 verschuift de bus 32 ten opzichte van de huls 36 en wordt de afvoeropening 35 gesloten.
5 Met behulp van de arm 13 en de zuignap 10 kan nu de behandelde vis worden verwijderd van de ondersteuning 4 en kan een volgende te strippen vis worden aangevoerd.
Uit het bovenstaande zal duidelijk zijn dat met behulp van de werkwijze en de inrichting volgens de uit-10 vinding behandelde vis slechts weinig beschadigd is, daar slechts uit het dunste gedeelte van de vis het stukje 52 is weggesneden. Het verlies aan vis is dus miniem, terwijl toch een zeer goede verwijdering van alle organen uit de buikholte plaats vindt.
15 Het zal duidelijk zijn, dat slechts een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding in de tekening is weergegeven en dan nog slechts op zeer schematische wijze.
Zo zal bijvoorbeeld de stang 7, die het snijvlak 44 20 draagt, niet direkt met de zuiger 8 van de luchtcylinder 9 zijn verbonden, daar dit een eventuele vervanging van het snijvlak 44 zou bemoeilijken.
Verder kan uiteraard ook het tot stand brengen van de verbinding tussen de holte in de boor en de vacuumleiding 25 op andere wijze plaats vinden dan door middel van de bus 32 en de huls 36 of kan de verplaatsing van de huls 36 ten opzichte van bus 32 op andere wijze worden verkregen.
Het toevoeren van een te strippen vis aan de onder- j steuning 4 kan uiteraard op andere wijze plaats vinden en j 30 nog meer worden geautomatiseerd. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan het automatisch sorteren van de vis op grootte en het na elkaar toevoeren van partijen vis van ongeveer gelijke grootte aan de inrichting, die dan op de betreffende grootte kan zijn ingesteld.
35 Zoals reeds boven gezegd is de in de tekening weer gegeven en in het bovenstaande beschreven inrichting in het bijzonder geschikt voor het strippen van platvis.
Dit in het bijzonder in verband met het gebruik van de 40 stang 7, die van het snijvlak 44 is voorzien.
8403019 _____ i V w i -3.2-
Bij het strippen van andere vissoorten zou het gebruik van een dergelijk snijorgaan er toe kunnen leiden, I dat een te groot stuk uit de vis wordt gesneden, terwijl voor het inbrengen van de boor slechts een geringe opening 5 noodzakelijk is.
In dat geval kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het gebruik van een schijfvormig snijorgaan, dat kan roteren in hetzelfde vlak als dat waarin de boor wordt verplaatst, ofwel in een vlak evenwijdig aan het laatstgenoemde vlak.
10 De ondersteuning kan dan eventueel een holle vorm bezitten, zodat de betreffende vissoort er beter in kan worden opgenomen.
Al deze mogelijkheden liggen echter binnen het bereik van een deskundige, zodat zij geen nadere toelich-15 ting behoeven maar wel onder de uitvindingsgedachte vallen.
- conclusies - 8403019

Claims (19)

1. Werkwijze voor het strippen van vis, met het kenmerk, dat eerst op een zo groot mogelijke afstand van de wervelkolom van de vis (5) een opening (52) wordt gemaakt in de buikholte (51) van de 5 vis in welke opening vervolgens een holle boor (22) wordt geschoven in de richting van de wervelkolom, van welke boor (22) de holte (24) wordt verbonden met een vacuümbron voor het uit de holte wegzuigen van tenminste de in de buikholte (51) van de vis (5) aanwezige organen. 1°
2. Werkwijze volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat met behulp van de boor ook bloed wordt afgezogen in het bijzonder uit de zich in de wervelkolom van de vis (5) bevindende ader. 15
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, methet kenmerk, dat de boor (22) wordt geroteerd tijdens het inbrengen ervan in de vis (5) en tijdens de verwijdering via de boor (22) van de organen uit de buikholte (51) van 20 de vis.
4. Inrichting voor toepassing van de werkwijze volgens i één of meer van de voorgaande conclusies, methet kenmerk, dat de inrichting omvat: een ondersteuning (4) j 25 waarop een te strippen vis (5) kan worden aangebracht, een ten opzichte van de ondersteuning (4) verplaatsbaar snij-orgaan (7) voor het snijden van een stukje (52) uit de buikwand van de vis (5); een op enige afstand van en evenwijdig aan de ondersteuning (4) beweegbare holle boor (22) die 30 door het uit de buikwand van de vis (5) weggesneden stukje in de buikholte (51) kan worden geschoven en een klep (32, 36. die enerzijds is aangesloten op de holle boor (22) en anderzijds op een vacuümbron, welke klep (32,36) kan worden geopend wanneer de boor (22) in de door het snijorgaan (7) 35 gemaakte opening (52) in de buikholte (51) wordt geschoven. 8403019 S/ i.- -14-
5. Inrichting volgens conclusie 4, m e t h e t kenmerk, dat de inrichting een aan een beweegbare arm (13) aangebrachte zuignap (10) omvat, die kan worden aangesloten op een vacuümbron en met behulp waarvan een vis 5 (5) op zijn plaats op de ondersteuning (4) kan worden gebracht en daarop vastgehouden tijdens het strippen van de vis om daarna de vis te verwijderen*
6. Inrichting volgens conclusie 5,met het ken-10 merk, dat deze tenminste twee beweegbare armen (13) omvat, die elk zijn voorzien van een zuignap (10) en die afwisselend een te strippen vis (5) op de ondersteuning (4) aanbrengen en na de behandeling weer daarvan verwijderen.
7. Inrichting volgens één der conclusies 4-6, m e t h e t kenmerk, dat het verplaatsbare snijorgaan wordt gevormd door een langgerekte stang (7) die zich door de ondersteuning (4) heen uit kan strekken en die in dwarsdoorsnede gezien tenminste één, over een deel van zijn 20 lengte lopende, in hoofdzaak vlakke zijde (43) bezit waar een te strippen vis (5) tegen aan kan worden geschoven met bij het einde van de vlakke zijde (43) een vanaf deze zijde naar buiten toe stekend snijvlak (44) dat in dwarsdoorsnede gezien de vorm heeft van een cirkelsegment en welk snijvlak 25 (44), na het tegen de vlakke zijde (43) van de stang (7) aanleggen van een vis(5') naar de ondersteuning (4) toe wordt gebracht en daar doorheen wordt getrokken.
8. Inrichting volgens conclusie 7, m e t het 30 kenmerk, dat het snijvlak (44) zodanig wordt aangebracht, dat het vanaf de vlakke zijde (43) van de stang (7) schuin naar de ondersteuning (4) is toegericht, wanneer het snijvlak (44) zich boven de ondersteuning (4) bevindt.
9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8,met het kenmerk, dat de stang (7) is verbonden met aandrijf-middelen (8,9), die zich aan de andere zijde van de ondersteuning (4) bevinden als een te strippen vis (5) en die zodanig zijn uitgevoerd dat direkt na het gebruik van het 4p t ^n^.jjyljjü^ (44) de stang (7) zich geheel onder dat vlak van Ί -15- τν -51 de ondersteuning (4) bevindt waarop de te strippen vis (5) is aangebracbt.
10. Inrichting volgens één der conclusies 4-9, met 5 het kenmerk, dat de holle boor (22) bestaat uit een aan één zijde ondersteunde buis (24) waarvan het vrije einde een hol kegelvormig deel (25) bezit waarin één of meer schroeflijnvormig lopende sleuven (28) zijn aangebracht en waarbij op de punt van het kegelvormige deel (25) een 10 pen (26) is aangebracht waarvan het voorvlak is voorzien van één of meer snijkanten (27).
11. Inrichting volgens conclusie 10,methet kenmerk, dat de boor (22) is verbonden met de as (20) 15 van een aandrijfmotor (19), die verschuifbaar is opgesteld op een voetplaat (2) voor het lengte richting verplaatsen van de boor (22).
12. Inrichting volgens conclusie 11, met het 20 kenmerk, dat het met de aandrijfmotor (19) verbonden deel (23) van de boor (22) massief is uitgevoerd en dat het holle deel (24) van de boor nabij het massieve deel(23) ervan is voorzien van tenminste één in de wand aangebrachte opening (30), die in verbinding staat met een holte (33) 25 in een rond de boor (22) aangebrachte en ter weerszijde van de wandopening (30) ten op zichte van de boor (22) afgedichte bus (32), die vast met het huis (31) van de aandrijfmotor(19) is verbonden en waarbij de holte (33) van de bus (32). in verbinding kan worden gebracht met een vacuümleiding (39). 30
13. Inrichting volgens conclusie 12, m e t het kenmerk, dat de vacuümleiding (39) is aangebracht aan een huls (36), die de bus (32) omringt en ten opzichte van de bus (32) is afgedicht en ten opzichte van de bus (32) 35 binnen zekere grenzen verschuifbaar is, zodanig dat een in de huls (36) aanwezige opening (38), die in verbinding staat met de vacuümleiding (39), al dan niet in verbinding staat met de holte (33) in de bus (32).
14. Inrichting volgens conclusie 13, iet het 8403019 -16- if -V' ken m e r k, dat de slag van de huls (36) wordt bestuurd door een op de buitenzijde van de huls (36) aangebrachte pen (40), die verschuifbaar is in een sleuf (41) aangebracht in een vast met de voetplaat (2) verbonderfplaat (42), zodanig 5 dat tijdens het laatste deel van het schuiven van de boor ; (22) in de buikholte (51) van een te strippen vis (5) de schuifklep (32,36) wordt geopend zodra de pen (40) van de, door de bus (32) onder wrijving meegenomen huls (36) het ene einde van de sleuf (41) bereikt waardoor de bus (32) 10 tenjopzichte van de huls (36) wordt verschoven en de klep wordt geopend, terwijl bij de teruggaande beweging van de boor (22) de klep (32,36) geopend blijft totdat de pen (40) van de door de bus (32) in tegengestelde richting meegenomen huls (36) het andere einde van de sleuf (41) bereikt en bij 15 het verder terug bewegen van de boor (22) en dus van de bus (32) de klep weer wordt gesloten,
15. Inrichting volgens één der conclusies 4-14, m e t het kenmerk, dat de zuignap (10) slechts door mid- 20 del van veerdruk (15) tegen een op de ondersteuning (4) liggende vis (5) wordt aangedrukt gehouden.
16. Inrichting volgens één der conclusies 4-15, m e t het kenmerk, dat de met de zuignap (10) verbonden 25 beweegbare arm (13) verende delen omvat,
17. Inrichting volgens één der conclusies 11-16, m è t het kenmerk, dat de voetplaat (2), waarop de met de boor (22) verbonden aandrijfmotor (19) verschuifbaar is 30 opgesteld, zelf in de lengterichting van de boor (22) verplaatsbaar en vastzetbaar is aangebracht op een basisplaat (1), die ook het snijorgaan (7) en de ondersteuning (4) draagt.
18. Inrichting voor het sorteren en toevoegen van vis in het bijzonder aan een inrichting volgens één der conclusies 4-17,met het kenmerk, dat de inrichting een handgreep (45) omvat die is verbonden met een zuigleiding (48) en die is voorzien van een zuignap (46) en van een 8403018 -17- » bedieningselement (49,50) waardoor de zuigleiding (48) met de zuignap (46) in verbinding kan worden gebracht.
19. Werkwijze en inrichting als beschreven en/of weergegeven in de tekening. j j ] 8403019 —---;_i
NL8403019A 1984-10-04 1984-10-04 Werkwijze voor het strippen van vis en inrichting voor toepassing van de werkwijze. NL8403019A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8403019A NL8403019A (nl) 1984-10-04 1984-10-04 Werkwijze voor het strippen van vis en inrichting voor toepassing van de werkwijze.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8403019A NL8403019A (nl) 1984-10-04 1984-10-04 Werkwijze voor het strippen van vis en inrichting voor toepassing van de werkwijze.
NL8403019 1984-10-04

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8403019A true NL8403019A (nl) 1986-05-01

Family

ID=19844557

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8403019A NL8403019A (nl) 1984-10-04 1984-10-04 Werkwijze voor het strippen van vis en inrichting voor toepassing van de werkwijze.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8403019A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0308657A1 (de) * 1987-09-21 1989-03-29 Nordischer Maschinenbau Rud. Baader Gmbh + Co Kg Einrichtung zum Entfernen von Fehlstellen bei Fischfilets

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0308657A1 (de) * 1987-09-21 1989-03-29 Nordischer Maschinenbau Rud. Baader Gmbh + Co Kg Einrichtung zum Entfernen von Fehlstellen bei Fischfilets

Similar Documents

Publication Publication Date Title
DK176443B1 (da) Fremgangsmåde og apparat til udtagning af indvolde fra fisk
RU2396753C2 (ru) Инструмент, устройство и способ для потрошения рыб, вскрытых в брюшной полости
CA2654578A1 (en) Fish cleaning apparatus and methods
DK153981B (da) Fremgangsmaade og apparat til rensning af fisk, som skal saelges med hovedet paa
US11259531B2 (en) Apparatus for processing and grading food articles and related methods
DK147062B (da) Fremgangsmaade og apparat til tilvejebringelse af et indsnit i gumpen paa slagtet fjerkrae
JPS6098934A (ja) 鳥の肛門を除去する機械
WO2007116545A1 (ja) 魚頭有用部位の採取方法及び魚頭有用部位の採取装置
WO2001052658A1 (nl) Method and device for separating abdominal fat from abdominal skin of poultry____________________________________________________
EP3684521B1 (en) Apparatus for processing and grading food articles and related method
US20210315610A1 (en) Device for loading hair grafts into a graft implantation instrument
CN1777398A (zh) 手术刀刀片拆除器
US7427229B2 (en) Method for gutting beheaded and non-beheaded fish and device for implementing the same
NL8403019A (nl) Werkwijze voor het strippen van vis en inrichting voor toepassing van de werkwijze.
CN107257628B (zh) 用于通过抽吸件和刮削件将鱼内脏去除的工具和设备
JPH01312962A (ja) 骨外し装置
US4004320A (en) Apparatus for use in evisceration of poultry
EP1053684B1 (en) Automatic machine for deboning animal parts using cutting means comprising a fluid jet
NL1005157C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het nemen van een bloedmonster van een slachtdier.
NL1011563C2 (nl) Inrichting voor het maken van een snede in gevogelte.
US5873774A (en) Poultry lung removal apparatus
NL8902508A (nl) Ontkropper voor gevogelte.
US20230397616A1 (en) Device and method for removing leaf lard from slaughtered animals
JP2004321031A (ja) 大型魚類の腎臓除去方法とその装置
EP0309296A1 (en) A method and means for the processing of the head portion of an animal carcass

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed