NL8402978A - Luchtstraalmondstuk voor het textureren van garens. - Google Patents

Description

+ • * £.

N.0. 3264S

Luchtstraalmondstuk voor het textureren van garen.

De uitvinding heeft betrekking op met een luchtstraal textureren . van garen en meer in het bijzonder op een mediumstraalmondstuk gebruikt voor het textureren van garen.

.Amerikaans octrooischrift no. 4.259.768, van aanvraagster, be-5 schrijft een zelf-inrijgende mondstukinrichting die compact is en gemakkelijk kan worden ingeregen. Hét mondstuk omvat een lichaam, een ga-reninlaatdeel, een beweegbare venturi en een roteerbaar cilindrisch botsorgaan geplaatst aan het uitlaateinde van het mondstuk. De venturi kan worden ingesteld in een inrijgstand of in een werkstand door een of 10 meer instelbare samenwerkende oppervlakken op het roteerbare cilindrische botsorgaan. Bij deze uitvoeringen is de beweegbare venturi zo aangebracht dat de relatieve axiale standen worden ingesteld van de venturi en het garengeleidingselement, dat is bevestigd in het mondstukli-chaam. De instellingen zijn aangebracht op de uitwendige delen van het 15 mondstuk en zijn op eenvoudige wijze toegankelijk om te worden gewijzigd door de bedienende persoon tot nadeel van de kwaliteit van het te vervaardigen garen. Meer in het bijzonder kan de mening van de bedienende persoon betreffende een goede kwaliteit garen van bedienend persoon tot bedienend persoon variëren. Bijvoorbeeld kan elk bedienend 20 persoon hetzelfde mondstuk verschillend instellen voor wat naar zijn mening als een goede kwaliteit garen wordt beschouwd en dergelijke verschillen in instellingen door menselijke vergissing geven aanleiding tot ongewenste niet-uniformiteit van machine tot machine of van mondstuk tot mondstuk.

25 Een straalmondstuk is nu ontwikkeld dat positieve instelpunten verschaft voor de inrijg- en werkstanden, die niet kunnen worden ingesteld, waardoor dus de mogelijkheid van menselijke vergissingen wordt uitgesloten. Dit straalmondstuk omvat een lichaam met gareninlaat- en uitlaateinden verbonden door een centrale boring, middelen voor het in-30 brengen van gas onder druk door een gasinlaat in genoemde boring, een venturi geplaatst in genoemde boring aan het uitlaateinde van het mondstuk, een garengeleidingselement, dat zich uitstrekt in de boring vanaf het gareninlaateinde van het mondstuk, waarbij het garengeleidingselement een kanaal daardoor bezit voor het geleiden van garen vanaf de ga-35 reninlaat naar de venturi en een cilindrisch botsorgaan, geplaatst aan het uitlaateinde van het mondstuk. De venturi kan axiaal glijden in het lichaam vanaf een tevoren ingestelde werkstand naar een inrijgstand en terug naar een tevoren ingestelde werkstand, en is bevestigd op een 8402978 A ---------- % 2 kraag met een omtreksgroef daarin geplaatst in het lichaam aan het uit-laateinde van het lichaam. Middelen die de vorm kunnen hebben van een roteerbare stang met vlakke zijde geplaatst in bevestigingsgaten in het lichaam en een kogelstop die samenwerkt met genoemde groef worden ge-5 bruikt voor het positief instellen van de venturi in de optimale in-rijgstand of werkstand, afhankelijk van de rotatiestand van de stang met vlakke zijde.

Aan de hand. van een tekening wordt de uitvinding hierna nader besproken.

10 Fig. 1 toont een aanzicht in perspectief van een voorkeursuitvoe ring van de uitvinding.

Fig. 2 toont op grotere schaal een doorsnede over de lijn 2-2 in fig. 1 met het mondstuk in inrijgstand.

Fig. 3 toont op grotere schaal een doorsnede over de lijn 2-2 in 15 fig. 1 met het mondstuk in werkstand.

Als weergegeven in de tekening zijn de voornaamste elementen van het mondstuk het lichaam 10, het garengeleidingselement 12, de beweegbare venturi 14 met zijn bevestigde kraag 16 en botsorgaan 18 met zijn ondersteunende arm 20 bevestigd op het lichaam 10. Het garengeleidings-20 element 12 is door een drukpassing bevestigd in het lichaam 10 aan het inlaateinde van het mondstuk en bestaat uit een kegelvormige ingang 13 die in verbinding staat met de garenuitlaatopening 15 van het garengeleidingselement. Het buitenste deel van het garengeleidingselement omvat een cilindrisch deel 17, met een kegelvormige top 19. De hartlijn 25 van de mediumopening 22 ligt evenwijdig met de hartlijn van het garenkanaal 17 en wordt gevoed met medium, zoals gecomprimeerde lucht, via de mediumverbinding 23. De venturi 14 is vrij beweegbaar in axiale richting binnen het lichaam 10 en een afdichting is gevormd tussen de venturi en het lichaam door middel van een 0-ringafdichting 24, ge-30 plaatst in een ring 25 in het lichaam. De venturi 14 is in de kraag 16 gedrukt en de kraag 16 kan vrij bewegen binnen de uitsparing 26 aan het uitlaateinde van het straalmondstuk. Een omtreksgroef 28 is gevormd in de kraag 26. Een stang 30 strekt zich uit door het lichaam 10 en werkt samen met de groef 28. De stang is roteerbaar zowel in het lichaam als 35 in de groef. Een handgreep 32 is bevestigd op het einde van de stang zodat de stang gemakkelijk kan worden geroteerd. De stang is niet volledig cirkelvormig maar bezit een vlakke zijde 31 die samenvalt met de groef 28. Een kogelstop 34, geplaatst in het gat 36 in het lichaam 10 is wat zijn beweging binnen het gat betreft beperkt door het plaatsen 40 van een stelschroef 38 die in de steun 20 op één zijde en de randen van 8402978 * 3 ? -------ί> de groef 28 op de andere zijde is geschroefd.

De volgende werkwijze wordt toegepast om op optimaal inrijgen en de optimale werking voor het mondstuk in te stellen. Luchtdruk (ongeveer 966 kPa) wordt toegevoerd aan het mondstuk via de verbinding 23.

5 Met de kraag 16 vastgehouden op een vaste plaats in de uitsparing 28 door de stang 30 (fig. 2) wordt de venturi (onder gebruikmaking van een pers, niet weergegeven) gedrukt in de vaste kraag naar de kegelvormige top 19 van het garengeleidingselement 12 totdat de maximale hoeveelheid lucht treedt door de kegelvormige ingang 13. De kraag wordt dan vastge-10 zet op de venturi via de instelschroef 40. Vervolgens wordt de stang geroteerd zodat het vlakke deel 31 ligt in de,stand als weergegeven in fig. 3. Dit maakt het mogelijk dat de kraag 16 beweegt naar het uit-laateinde van het straalmondstuk onder de kracht van luchtdruk die de venturi 14 meeneemt. De beweging naar de uitlaat van de kraag 16 wordt 15 begrensd door de kogelstop 36 en zijn instelschroef 38. Als de instelschroef volledig is ingedraaid houdt de kogelstop de kraag in de blaas-stand. Omdat de diameter van de kogelstop 36 groter is dan de breedte van de groef maakt het terugdraaien van de instelschroef 38 het mogelijk de kogel van de groef af te bewegen naar een plaats als weergege-20 ven in fig. 3, die het mogelijk maakt dat de luchtdruk de kraag en de venturi naar buiten drukt van het garengeleidingselement 12 af over een afstand bepaald door de instelling van de schroef 38 en de schroef 38 wordt ingesteld totdat het beste werkpunt voor het mondstuk is bereikt.

Dit wordt bepaald door de meest stabiele afvoer van garen aan het uit-25 laateinde van het mondstuk of door de wikkelspanning van het garen nadat het het mondstuk heeft verlaten maximaal te maken. De schroef 38 wordt dan op zijn plaats vastgezet of bevestigd.

De werking van deze inrichting is als volgt: Als een garen of als garens moeten worden ingeregen, wordt de stang 30 met de handgreep 32 30 gedraaid naar een stand als weergegeven in fig. 2, zodat de beweegbare venturi wordt bewogen naar de kegelvormige top 19 en aldus de luchtstroom beperkt totdat lucht uit de omgeving is afgeblazen door het ke-gelvormige gareninlaatdeel 13 in en door de beweegbare venturi 16. De bedienende persoon brengt dan het garen in de kegelvormige inlaat 13 35 waar de uitgeblazen lucht het brengen van het garen door de venturi naar het uitlaateinde bevordert. De bedienende persoon roteert dan de stang 30 tot de stand weergegeven in fig. 3, zodat de beweegbare venturi 16 kan bewegen van de kegelvormige top 19 af onder invloed van de kracht van de luchtdruk in het mondstuk totdat het de maximale werkin-40 stelling bepaald door de plaats van de kogelstop 36 is bereikt.

8402978

Claims (5)

1. Garentextureermondstuk omvattende een lichaam met een garenin-laateinde en een garenuitlaateinde verbonden door een centrale boring, middelen voor het inbrengen van gas onder druk door een gasinlaat in 5 genoemde boring,' een venturi geplaatst in genoemde boring en genoemd uitlaateinde, welke venturi axiaal glijdbaar is in het lichaam vanaf een tevoren ingestelde werkstand naar een inrijgstand terug naar een ingestelde werkstand, een garengeleidingselement, dat zich uitstrekt in genoemde boring vanaf het gareninlaateinde van het lichaam welk garen-10 geleidingselement een daardoor gaand kanaal bezit voor het geleiden van het garen vanaf de gareninlaat naar de venturi en een cilindrisch bots-orgaan bezit bevestigd op een steun geplaatst nabij het uitlaateinde van het mondstuk, met het kenmerk, dat een kraag is bevestigd op genoemde venturi, welke kraag een omtreksgroef bezit en glijdend is ge-15 plaatst in het lichaam aan het uitlaateinde daarvan, en middelen aanwezig zijn die met genoemde groef samenwerken voor het plaatsen van de venturi in de inrijgstand of de werkstand.

2. Mondstuk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen voor het vasthouden van de venturi in de inrijgstand of genoemde werk- 20 stand een stang met vlakke zijde is die roteerbaar is aangebracht in het lichaam, waarbij het vlakke deel van de stang met de groef samenwerkt en een kogelstop zich gedeeltelijk uitstrekt in de groef, welke kogelstop een diameter bezit groter dan de breedte van de groef.

3. Mondstuk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een 0-ring-25 afdichting aanwezig is tussen de venturi en het lichaam.

4. Mondstuk volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de kogelstop wordt gesteund door een instelschroef geschroefd in genoemde steun, welke instelschroef in genoemde steun is bevestigd.

1 I 1 I I I I 8402978