NL8402840A

NL8402840A - In open stand arreteerbare treksluiting.

Info

Publication number: NL8402840A
Application number: NL8402840A
Authority: NL
Original assignee: Walterscheid Gmbh Jean
Priority date: 1983-12-17
Filing date: 1984-09-14
Publication date: 1985-07-16
Also published as: SE8406322L; SE453858B; ES285037U; ES281768U; DK155685B; DK586984A; AT390825B; IT1180618B; US4639163A; NL188365C; SE8406322D0; FR2556796A1; IT8405224A1; AU3492184A; PL145186B1; DK586984D0; ES285037Y; GB8431228D0; JPH0122491B2; BR8405948A

Description

* ' ' * i' " in open stand arreteerbare treksluiting__

De uitvinding heeft betrekking op een in open stand arreteerbare treksluiting (du: Ziehverschluss) voor het verbinden van twee assen, in het bijzonder een schar-nieras voor het aandrijven van een'landbouwmachine met een 5 aftapas van een traktor, bestaande uit in radiale doorbrekingen van een, aan de scharnieras aangebrachte koppelingshuls, gevoerd afsluitlichaam, dat in de vergrendelingsstand door een door de kracht van een veerbelaste afsluitring worden omvat en een de treksluiting inclusief de afsluitring 10 omgrijpende handgreephuls.

Een treksluiting overeenkomstig de aanhef van conclusie 1, is bekend uit het octrooischrift DE-AS 22 41 887. Bij de beschreven uitvoeringsvorm is de sluitring door een radiaal door de handgreephuls grijpende indrukbare knop, 15 waarmee een afsluitring uit de centrische toestand ervan excentrisch in een omtreksgroef wordt gezet, in de open stand arreteerbaar. Gelijktijdig is er in voorzien, dat de afsluitring met een in de afsluitstand in verbinding met de groef de open arreteerstand houdende strip in een door zes 20 gelijkmatig over de omtrek verdeelde in het bereik van de groef aangebrachte boringen inschuifbaar is, om een ver-draaiingsmogelijkheid van de koppelingshuls over de handgreephuls te bereiken.

Bij de beschreven uitvoeringsvorm is het een na-25 deel, dat‘er slechts zes ruststanden zijn aangebracht, welke een draaivaste verbinding van de vastgrijphuls met de koppelingshuls mogelijk maken en deze ruststanden bij gebruik eerst opgezocht moeten worden.

Een verder nadeel van de beschreven treksluiting 30 bestaat daaruit, dat de boringen in de onmiddellijke omgeving van de Het afsluitlichaam opnemende radiale doorbrekingen aan de koppelingshuls zijn aangebracht, waardoor dit bereik bij het praktische gebruik aan hoge axiale belastingen is onderworpen, welke zodoende de koppelingshuls ver- * 35 zwakt.

8402840 , «. ΐ - 2 - ». *

Een bijzonder nadeel bij de beschreven trekslui-ting is, dat een groot aantal voor het funktioneren van wezenlijk belang zijnde constructiekenmerken aan de koppelingshuls zijn aangebracht. Hierdoor is een kostbare be-5 werking van de koppelingshuls noodzakelijk, welke vanwege het samenwerken met de erop gestoken bouwdelen beneden een nauwe tolerantie moet liggen.

Door deze eis wordt de gehele treksluiting zeer kostbaar en is in het bijzonder niet voor een achteraf aan-10 bouwen aan een oorspronkelijk hiervoor niet bestemde koppelingshuls geschikt.

Aan de uitvinding ligt de opgave ten grondslag, een in de open stand arreteerbare treksluiting te verschaffen, waarbij alle voor het funktioneren wezenlijke kenmer-15 ken in een gesloten opbouweenheid zijn samengebracht en waarbij aan de koppelingshuls slechts met een enkel bouwdeel de treksluiting voor samenwerkende postionerende opnamen moet worden voorzien en waarbij gewaarborgd is, dat de koppelingshuls in de gearreteerde open stand draaivast 20 met het handgreepdeel van de treksluiting is verbonden, waarbij het buitenliggende vastgrijpdeel evenwel in de vergrendelde stand ten opzichte van de koppelingshuls verdraaibaar moet zijn.

Overeenkomstig de uitvinding wordt deze opgave 25 daardoor opgelost, dat: a) op de koppelingshuls draaivast en axiaal on-verschuifbaar een van axiaal lopende doorbrekingen voorziene flensvormig uitgevoerde buisring is gehouden, b) een aan de doorbrekingen met axiaal aan de 30 sluitring aanliggende steunstrip en met haakvormig uitgevoerde ten opzichte van de steunstrippen aelijkgerichte door de afsluitheken grijpende sluitring op de koppelingshuls axiaal beweeglijk is geleid, c) de sluitring over de aan beide zijden van de 35 ringvormig uitgevoerde radiaal naar binnen wijzende aanzetten voorziene vastgrijphulzen, welke met een uiteinde 8402840 ___Δ - 3 - a ervan aan de van de sluitring afgekeerde zijde van de grondring afgesteunde veer, waarvan het andere uiteinde op de vastgrijphuls in opsteekrichting van de koppelings-huls inwerkt, ten opzichte van de vergrendelstand is toe-5 gelaten (du: beaufschlagt) en d) de vastgrijphuls aan de cilindrische binnenzijde ervan van een aanzet is voorzien, die in de open stand in werkzame verbinding is met de basisring.

Bij de treksluiting overeenkomstig de uitvinding 10 is het van voordeel, dat deze een gesloten bouweenheid vormt, waarbij aan de koppelingshuls enkel positioneringsboringen voor de basisring zijn aangebracht.

Door deze uitvoeringsvorm is het ook zonder grote kosten mogelijk, de in open stand arreteerbare treksluiting 15 achteraf aan een niet daarvoor bedoelde koppelingshuls aan te brengen.

Een verder voordeel is daarin te zien, dat de treksluiting over de naar buiten overdekkende vastgrijphuls de beide ver uit elkaar liggende axiale uiteinden er-20 van aan beide zijden wordt geleid, waardoor een kantelen ervan bij het bedienen ervan met zekerheid wordt verrieden.

Door het samenwerken van de aanzet aan de vastgrijphuls met de basisring in de open stand, is de ver-draaibaarheid van de koppelingshuls bij het eropsteken op 25 een aftapas gegeven.

Volgens een verder wezenlijk kenmerk van de uitvinding is er in voorzien, dat: e)· de basisring aan de buitenste omtrek ervan van een vertanding is voorzien,en 30 f) de aanzet in de vastgrijphuls van een corres ponderende vertanding is voorzien, en g) beide vertandingen bij de naar elkaar toegekeerde zijden zijn aangepunt, h) beide vertandingen in de open stand van de 35 treksluiting in werkzame ingrijping zijn.

» 8402840 .- ---:--- ' * 5 - 4 -

Door het aanbrengen van een klauwvormig opgebouwde in werkingsrichting aangepunte vertanding is het gewaar-, borgd, dat de vastgrijphuls van de treksluiting in de open stand over de vormsluiting draaivast ten opzichte van de 5 basisring en daarmee ten opzichte van de koppelingshuls is vastgehouden.

Hierdoor is een verdraaien van de koppelingshuls voor het eropsteken ervan op de aftapas van de traktor ook bij een eraan gehangen moeilijk draaibaar landbouwapparaat 10 mogelijk, daar de vertanding in staat is, ook grote draaiende momenten in de omtreksrichting op te nemen.

Een,bij de beperkte verhoudingen binnen de vrije ruimte tussen traktor en een eraan gehangen apparaat, omslachtig zoeken van de draaivaste verbinding is bij de 15 uitvoeringsvorm overeenkomstig de uitvinding niet noodzakelijk.

Bij een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding is erin voorzien, dat de basisring voor het geleiden van de afsluitring van een ten opzichte van de eropsteekrichting 20 van de koppelingshuls wijzende holle cilindrische aanzet is aangebracht.

Op grond van de bij deze uitvoeringsvorm naar voren komende geleidingslengte van de basisring op de koppelingshuls is het voldoende, een enkele positionerings-25 boring, die met een aanzet aan de basisring samenwerkt, aan de koppelingshuls aan te brengen.

Bij een verder van voordeel zijnde uitvoeringsvorm van de uitvinding grijpt de afsluitring door de eropsteekrichting van de koppelingshuls toegekeerde ringvormige 30 aanzet van de vastgrijphuls, waarbij het uit de vastgrijphuls uitstekende deel van de afsluitring van een radiaal naar buiten wijzende flens is voorzien en de basisring van tenminste een aanzet als axiale aanslag voor de afsluitring in de vergrendelde stand is voorzien, waarbij op de 35 afsluitring op een afstand van de radiaal naar buiten wijzende flens, welke een waarde a groter is dan de axiale 8402840 - 5 - - dikte van de ringvormige aanzet, tenminste van een steun-nok is voorzien.

Met deze uitvoeringsvorm van de treksluiting wordt een extra zekerheid bereikt, waarbij de treksluiting 5 bij aan de aftapas van de traktor respectievelijk van het aangebouwde landbouwapparaat gezekerde koppelingshuls, niet onbedoeld in de gearreteerde open stand kan worden gevoerd, daar het daarbij noodzakelijk is, de aan de afsluitring radiaal naar buiten wijzende flens eveneens in de richting 10 van de arreteerstand te brengen, waarbij deze over een waarde a ten opzichte van de vastgrijphuls moet worden verschoven .

Volgens een verder van voordeel zijnd kenmerk van de uitvinding, is de axiale aanslag voor de afsluitring als 15 radiaal naar buiten wijzende steunflens uitgevoerd en de veer met het andere uiteinde ervan tegen de steunflens afgesteund.

Deze uitvoeringsvorm heeft het verdere voordeel, dat de veerkracht tegen de van de basisring afgekeerde zij-20 de waaraan de afsluitring aangebrachte radiaal naar buiten wijzende flens is afgesteund. Daardoor kan op de vastgrijphuls geen veerkracht meer inwerken, zodat bij een roterende schamieras en een onbedoeld aanraken van de vastgrijphuls, deze niet meer de wrijvingssluiting met de veer onder-25 schrijdt. Daardoor is de vastgrijphuls volkomen sleepmoment-vrij en kan bij een onvoorzien aanraken ervan zonder die meeneemwerking blijven staan.

Hierdoor wordt de uitvinding aan de hand van de in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld nader toe-30 gelicht.

Hierbij toont:

Fig. 1 een gedeeltelijke lafigsdoorsnede van een treksluiting in de gearreteerde open stand;

Fig. 2 een gedeeltelijke langsdoorsnede over een 35 treksluiting na het oplopen van het afsluitlichaara op de aftapas; -¾ ____ 8402840 ‘ 4* - 6-

Fig. 3 een gedeeltelijke langsdoorsnede over een treksluiting in de op de aftapas vergrendelde stand;

Fig. 4 de vastlegging· van de basisring op de kop-pelingshuls; 5 Fig. 5 een bovenaanzicht op de in de figuren 1 tot 4 weergegeven basisring;

Fig. 6 een gedeeltelijk aanzicht van de afsluit-ring met twee steunstrippen en een afsluithaak;

Fig. 7 en fig. 8 gedeeltelijke langsdoorsneden 10 van een treksluiting in de gearreteerde open stand en in de vergrendelstand met een van een holle cilindrische aanzet voorziene basisring;

Fig. 9 een bovenaanzicht op de basisring volgens figuur 7 en figuur 8; 15 Fig. 10 en fig. 11 gedeeltelijke langsdoorsneden over een treksluiting met een extra zekering tegen onbedoeld openen in de gearreteerde open stand en in de vergrendelde stand;

Fig. 12 tot fig. 15 gedeeltelijke langsdoorsneden 20 van een treksluiting met een in de vergrendelde stand sleep-momentenvrij gehouden handgreephuls in verschillende funk-tionele standen;'

Fig. 16 een snede over een basisring;

Fig. 17 een bovenaanzicht op een basisring in 25 gevarieerde uitvoeringsvorm;

Fig. 18 een aanzicht van de aangepaste vertanding van de basisring;

Fig. 19 een snede over een afgeleide vorm van de afsluitring; 30 Fig. 20 een snede over een afsluitring volgens de lijn A-B in figuur 19;

Fig. 21 een bovenaanzicht op een afgeleide af- sluitring;

Fig. 22 een deeldoorsnede over een handgreephuls; 35 Fig. 23 een aanzicht van de aangepunte vertanding van de handgreephuls;

Fig. 24 een snede over de handgreephuls volgens de lijn A-B in figuur 22.

8402840 .,. ............-....................................* * « ψ * - 7 -

In figuur 1 is een principiële uitvoeringsvorm van de treksluiting overeenkomstig de uitvinding weergegeven. De van de treksluiting voorziene koppelingshuls 1 is op de aftapas 10 van een traktor of van een landbouwwerk-5 tuig gestoken. De treksluiting is in dit stadium in de ge-arreteerde open stand gehouden. De vastgrijphuls 5 is tegen de kracht van de veer 8 zover naar links in het beeld verschoven, dat de sluitring 2 het afsluitlichaam 4 naar buiten vrijgeeft. De gearreteerde open stand wordt door het 10 erin rusten, van de afsluithaak 12 van de afsluitring 9 in het afsluitlichaam 4 opnemende doorbrekingen 3 in de koppelingshuls 1 gehouden. Met de steunstrippen 6 steunt de afsluitring 9 tegen de naar het afsluitlichaam 4 gekeerde zijde van de sluitring 2 af.

15 In figuur 2 is de koppelingshuls 1 zover op de aftapas geschoven, dat de aftapas 10 het afsluitlichaam 4 zodanig naar buiten drukt (dus beaufschlagt), dat de af-sluithaak 12 uit de arreteerstand in de doorbrekingen 3 van de koppelingshuls 1 wordt getild. De treksluiting bevindt 20 zich dan in een gespannen toestand, hetgeen betekent zodra de koppelingshuls 1, zoals in figuur 3 weergegeven, zover op de aftapas 10 is geschoven, totdat het afsluitlichaam 4 in de ringgleuf 11 van de aftapas 10 zou kunnen vallen, springt de treksluiting vanzelf in de vergrendelde stand 25 over.

De sluitring 2 kan in deze stand over het afsluitlichaam 4 heenvallen en houdt deze in de ringgroef 11 vast. Alle door axiaalkrachten op het afsluitlichaam 4 inwerkende radiaalkrachten worden uitsluitend door de sluithuls 2 op-30 genomen. De afsluithaken 12 steunen zich in de vergrendelde stand op de buitendiameter van de koppelingshuls 1 af (figuur 3) .

In de figuren 1 en 2 zijn de aan de basisring 7 en aan de handgreephuls 5 aangebrachte vertandingen 13 en 35 14 met elkaar in ingrijping, zodat de vastgrijphuls draai- vast over de basisring 7 met de koppelingshuls 1 is verbonden. In de in figuur 3 weergegeven vergrendelingsstand 8402840 • '· - 8 - * zijn de beide vertandingen 13,14 niet in ingrijping, zodat de vastgrijphuls 5 zich ten opzichte van de koppelingshuls 1 laat verdraaien.

In figuur 4 is het vastleggen van de basisring 5 7 op de koppelingshuls 1 weergegeven. Doelmatigeif is het om de basisring 7 van drie aanzetten 15 te voorzien, die in aan de koppelingshuls 1 aangebrachte uitsparingen 16 grijpen.

In figuur 5 is de basisring 7 met de aanzetten 10 15, de aangebrachte vertandingen 13 en de doorbrekingen 17 voor de steunstrippen 6 en de afsluithaken 12 weergegeven.

In figuur 6 wordt de afsluitring 9 getoond met de axiaal naar voren staande steunstrippen 6 en een af-sluithaak 12.

15 In de figuren 7 tot 9 is een in open stand arre- teerbare treksluiting weergegeven, waarbij de basisring 7 van een cilindrische aanzet 18 is voorzien.

Door de hieruit blijkende geleidingslengte van de basisring 7 op de koppelingshuls 1, is. alleen nog een 20 aanzet 15 voor het axiale fixeren van de basisring 7 op de koppelingshuls noodzakelijk, welke in een enkele uitsparing 16 van de koppelingshuls 1 grijpt. De aanzet 15 is in figuur 7 over een hoek verplaatst en in z'n daadwerkelijke toestand weergegeven.

25 De contra-aanslag wordt door een inkeping 19 in de koppelingshuls 1 gevormd.

In figuur 10 is een in open stand gearreteerde treksluiting weergegeven, waarbij de afsluitring 9 door de vastgrijphuls 5 heen is gevoerd en waarbij aan de uitein-30 den aan de afsluithuls 9 een radiaal naar buiten wijzende flens 20 is aangebracht. Aan het binnen de vastgrijphuls liggende gebied van de afsluithuls 9 zijn gelijkmatig langs de omtrek verdeelde nokken 21 aangebracht, waarvan de afstand van de ernaartoe gekeerde zijde van de radiaal naar 35 buiten stekende flens 20 over een waarde a groter is dan de axiale dikte van de eraangebrachte ringvormige aanzet 3402840 — ^ — 9 - van de vastgrijphuls ..5. Door deze maatregel wordt een extra zekerheid tegen onbedoeld openen van de treksluiting geschapen.

Deze extra zekering dient in het bijzonder daar-5 toe, om de op de aftapas zich in de vergrendelstand bevindende treksluiting ertegen te beveiligen, dat deze onbedoeld uit deze stand in de gearreteerde open stand kan worden overgebracht.

Moet de vastgrijphuls 5 uit de vergrendelstand 10 bewust in de open stand worden getrokken, dan blijft de af-sluitring 9 achter de vastgrijphuls 5 over de waarde a achter, welke zo is bepaald, dat de afsluithaak 12 niet achter de afsluitkant van de basisring 7 in kan vallen. Eerst dan wanneer door het bedienen van de radiaal naar 15 buiten wijzende flens 20 deze tot aanliggen tegen de ringvormige aanzet van de vastgrijphuls 5 wordt gebracht, kan de gearreteerde open stand worden bereikt.

In de volgende figuren is een verdere variant van de in open stand arreteerbare treksluiting weergegeven, 20 waarbij het van de basisring 7 afgekeerde uiteinde van de veer 8 tegen een aan de afsluitring 9 aangebrachte steun-flens 22 is afgesteund. De basisring 7 is daarbij van aanslagen 23 voorzien, waartegen de afsluithaken 12 in de vergrendelstand van de treksluiting zijn afgesteund. Bij 25 deze uitvoeringsvorm is het van voordeel, dat de vastgrijphuls 5 zich in de vergrendelde stand volkomen spanningsvrij kan draaien, daar deze niet meer in een sluitende wrijvings-verbinding met de veer 8 staat.

De steunflens 22 ligt weer op een afstand van de 30 cilindrische aanzet aan de basisring 18, welke over een waarde a groter is dan de dikte van de radiaal naar binnen wijzende flens van de vastgrijphuls 5.

De radiaal naar binnen wijzende flens van de vastgrijphuls 5 is van een ten opzichte van de huidige uitvoe-35 ringsvormen grote doorgangsboring voorzien, die ten opzichte hiervan nog naar buiten zich verwijdend is uitgevoerd, 8402840 * . - 10 - om een erinschuiven van de afsluitring 9 in de vastgrijp-huls 5 mogelijk te maken.

In figuur 13 is de in open staand arreteerbare treksluiting volgens figuur 12 in de gearreteerde open f 5 stand weergegeven.'De vertandingen 13 van de basisring 7 en 14 van de vastgrijphuls 5 zijn met elkaar in ingrijping, zodat de koppelingshuls 1 door de vastgrijphuls 5 voor het eropsteken op het veelspieïge profiel van de aftapas 10 kan worden verdraaid.

10 In figuur 14 is de treksluiting overeenkomstig de uitvinding na het eropschuiven op de aftapas 10 weergegeven. De treksluiting is in gespannen toestand, zodat het afsluitlichaam bij het bereiken van de ringgleuf 11 hierin zou kunnen vallen en door de sluitring 2 voor ver-15 grendeling wordt omvat.

In figuur 15 is de bevestiging van de basisring 7 op de koppelingshuls 1 weergegeven. De basisring 7 steekt met een aan z^n cilindrisch binnenvlak aangebrachte aanzet 15 in de uitsparing 16 van de koppelingshuls 1 en zekert 20 de basisring 7 op de koppelingshuls 1 tegen verdraaiing en tegen axiale verschuiving.

In de ernavolgend weergegeven figuren zijn in de basisring 7 gescheiden doorbrekingen 17a voor de afsluithaak 12 en 17b voor de steunstrip 6 aangebracht. In de 25 buurt van de doorbrekingen 17b is een aanslag 23a aangebracht, welke met de weerhaak 24 met de steunstrip 6 samenwerkt (figuren 16 en 19)^ De afsluitring 9 is bij deze versie over de weerhaken 24 in verbinding met de aanslagen 23a in de vergrendelde stand voor de opname van de kracht 30 van de veer 8 vastgehouden.

In figuur 19 wordt een dwarsdoorsnede getoond over een basisring, die met de van een weerkhaak 24 voorziene steunstrip 6 is uitgevoerd en waarbij de steunstrip-pen 6 en de afsluithaken 12. afwisselend gelijkmatig over 35 de omtrek verdeeld zijn aangebracht..

8402840 - 11 -

In figuur 20 is een doorsnede over de afsluit-ring 9 weergegeven, welke van een uitstulping 25 (du:

Aussickung) is voorzien, welke het erdoorschuiven van de aan de basisring 7 aangebrachte aanzet 15 voor het erop-5 steken van de basisring 7 op de koppelingshuls 1 mogelijk maakt.

In figuur 21 wordt een bovenaanzicht getoond op de afsluitring 9 met de steunstrip 6 en de afsluithaak 12.

In figuur 22 wordt een gedeeltelijke doorsnede 10 getoond over de vastgrijphuls 5, met de eraan aangebrachte vertanding 14, welke in detail in figuur 23 is weergegeven.

In figuur 24 wordt een doorsnede getoond over de snedelijn A-B in figuur 22 over de vastgrijphuls 5 met een bovenaanzicht op de aangepunte vertanding 14.

! | 8402840 I' ... - 12 - 0

Referentietekenlij st; 1. Koppelingshuls , 2. Sluitring 3. Doorbreking in de koppelingshuls 4. Afsluitlichaam 5. Vastgrijphuls 6.. Steunstrip 7. Basisring 1 8. Veer 9. Afsluitring 10. Aftapas 1T. Ringgroef 12. Vergrendelhaak 13. Vertanding op de basisring 14. Vertanding op de handgreephuls 15. Aanzet 16. Uitsparing 17. Doorbreking in de basisring 17a Doorbreking in de basisring 17b Doorbreking in de basisring 18. Holle cilindervormige aanzet van de basisring 19. Inkeping 19a Inkeping 20. Radiaal naar buiten wijzende flens 21. Steunnok 22. Steunflens 23. Aanslag 23a Aanslag 24. Weerhaak 25. Uitstulping -----——————-— 8402840

Claims

1. In open stand arreteerbare treksluiting voor het verbinden van twee assen, in het bijzonder een schar-nieras voor het aandrijven van een landbouwmachine met een aftapas van een traktor, bestaande uit een in radiale door-5 brekingen, aan de scharnieras aangebrachte koppelingshuls met geleide afsluitlichamen, die in de vergrendelingsstand door een door de kracht van een veer geactiveerde sluit-ring worden omvat en een de treksluiting met inbegrip van de afsluitring omgrijpende vastgrijphuls, met het 10 kenmerk, dat a) op de koppelingshuls (1) draaivast en axiaal verschuifbaar een van axiaal lopende doorbrekingen (17) voorziene flensvormig uitgevoerde basisring (7) is vastgehouden, b) een de doorbrekingen (17) met axiaal tegen de sluitring 15 (2) aanliggende steunstrippen (6) en met haakvormig uitge voerde ten opzichte van de steunstrippen (6) door de gelijkgerichte afsluithaak (12) grijpende afsluitlichaam (4) op de koppelingshuls (1) axiaal beweegbaar is geleid, c) de afsluitring (2) over de aan beide zijden van ring-20 vormig uitgevoerde radiaal naar binnen wijzende van aan- zetten voorziene vastgrijphuls (5) door de met de van het ene uiteinde aan de van de afsluitring (2) afgekeerde zijde van de basisring (7) afgesteunde veer (8), waarvan het andere uiteinde op de vastgrijphuls (5) in opsteekrichting 25 van de koppelingshuls (1) inwerkt, tot de vergrendelingsstand is toegelaten en d) de vastgrijphuls (5) aan de cilindrische binnenzijde ervan van een aanzet (25) is voorzien, welke in de open stand in actieve verbinding met de basisring is. 8402840 t, ** - 14 - -*

2. In open stand arreteerbare treksluiting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat e) de basisring (7) aan de buitenste omtrek ervan van een vertanding (13) is voorzien en 5 f) de aanzet (25) in de vastgrijphuls (5) van een corresponderende vertanding (14) is voorzien, en g) beide vertandingen (13,14) aan de naar elkaar toegekeerde zijden zijn aangepunt, h) beide vertandingen (13,14) in de open stand van de 10 treksluiting in werkzame ingrijping zijn.

3. In open stand arreteerbare treksluiting volgens de conclusies 1 en 2,met het kenmerk, dat i, de basisring (7) voor het geleiden van de afsluitring (9) van een in de opsteekrichting van de koppelingshuls 15 wijzende holle cilindrische aanzet (18) is voorzien.

4. In open stand arreteerbare treksluiting volgens de conclusie 1,2 en 3,met het kenmerk, dat k) de afsluitring (9) door de naar de opsteekrichting van 20 de koppelingshuls (1) toegekeerde ringvormige aanzet van de vastgrijphuls (5) grijpt, waarbij het uit de vastgrijphuls (5) stekende deel van de afsluitring (9) van een radiaal naar buiten wijzende flens (20) is voorzien en de basisring (7) van tenminste een aanzet: als axiaalaanslag 25 voor de afsluitring (9) in de vergrendelde stand is voorzien, waarbij op de afsluitring (9) op <een afstand van de radiaal naar buiten wijzende flens (20), die een waarde (a) groter is dan de axiale dikte van de ringvormige aanzet, tenminste van een steunnok (21) is voorzien. 30

5. In open stand arreteerbare treksluiting vol gens de conclusies 1,2,3 en.4, met het kenmerk, dat l) de axiaalaanslag voor de afsluitring (9) als radiaal naar buiten wijzende steunflens (22) is uitgevoerd en de 35 veer (8) met het andere uiteinde ervan tegen de steunflens (22) is afgesteund. 8402840