NL8402243A - Staafvormig materiaal en werkwijze ter vervaardiging daarvan. - Google Patents

Description

r ' - %

X

VO 6446

Staafvormig materiaal en. werkwijze ter vervaardiging daarvan.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van staafvormig materiaal van willekeurige doorsnede alsmede het volgens deze werkwijze vervaardigde materiaal.

Staafvormig materiaal van het hier bedoelde type bestaat uit 5 buisvormige holle profielen, L-, ü-profielen of dergelijke profiel-vormen, welke in de regel uit metaal, kunststof of dergelijke materialen bestaan. Zij worden in het algemeen in alle industrietakken verwerkt en daarbij ook tot dragende elementen door op lengte maken en samenvoegen samengesteld. Hierbij ontstaat echter de noodzakelijkheid, 10 dat het staafmateriaal in overeenstemming met de samenstelling van de gewenste constructie afgesneden moet worden om dan - ingeval van metaalmateriaal - bijvoorbeeld door lassen aan elkaar gezet te worden. Dit vereist in verstek snijden en dergelijke voor het betreffende samenvoegen noodzakelijke vormaanpassing, hetgeen een aanzienlijke 15 belasting voor wat betreft de fabricage en de kosten betekent, waarbij vaak de aanpassing aan bepaalde behoeften bijzondere en extra voorbe-reidingswerkzaamheden vereist en met betrekking tot de aansluit-, resp. verbindingstechniek belangrijke voorzieningen noodzakelijk maakt.

Doel van de uitvinding is, een staafvormig materiaal van het 20 hierboven bedoelde type te verschaffen, dat met het oog op de aanpassing met betrekking tot het verschaffen van aansluitverb indingen, onderlinge verbindingen, het opnemen van aansluitdelen, enz. gemakkelijk en veelvuldig volgens het bouwdoos-systeem kan worden uitgevoerd, zonder dat daartoe omslachtige en/of fabricage-intensieve maatregelen nood-25 zakelijk zijn. Voorts moet de mogelijkheid van de vormgeving en krachteninleiding met betrekking tot het materiaal voor een betreffend toe-passingsdoel veelzijdiger uitgevoerd worden. Dit alles dient zonder een ten opzichte van de bekende materiaalsoorten verhoogde kastenbelasting geschieden.

30 Het aan de uitvinding ten grondslag liggende probleem is bij de hierboven genoemde werkwijze opgelost, doordat in uitsparingen van met de staafdoorsnede overeenstemmende vasthoudelementen roeden in hoofdzaak evenwijdig aan de staaflangsrichting verschuifbaar en eventueel draaibaar gezet worden en dat na de uiteindelijke vormgeving 8402243 ί». ·» -2- van de staaf, eventueel onder inbedden of aanbrengen van aansluitdelen de staaf onder toevoeging van een de roeden inbeddende, uithardende kleefstof dicht met een bandage omwikkeld en daardoor de roeden onderling en ten opzichte van de vasthoudelementen verankerd worden. Het 5 staafvormige materiaal volgens de uitvinding is derhalve gekenmerkt, doordat in uitsparingen van met de staafdoorsnede overeenstemmende, over de staaflengte verdeelde vasthoudelementen roeden verschuifbaar en eventueel draaibaar gezet zijn en dat de aldus met de staafdoorsnede overeenstemmende roedenbundel onder toevoeging van een de roeden 10 inbeddende, uithardende kleefstof dicht met een bandage over een met de noodzakelijke stevigheid van de staafdoorsnede als geheel overeenstemmende doorsnede omwikkeld is. Daarbij kunnen in met elkaar strokende uitsparingen een aantal roeden evenwijdig aan elkaar zijn gezet,, waarbij deze naast elkaar plaatsvindende opstelling zowel radiaal als 15 ook in omtreksrichting toegepast kan zijn.

Door deze maatregelen volgens de uitvinding kan de gewenste staafdoorsnede door overeenkomstig gevormde vasthoudelementen met behulp van de uit metaal, kunststof of dergelijke staven bestaande roeden volgens het bouwdoos-systeem worden verkregen en kan door de 20 aanvankelijke verschuifbaarheid van de roeden ten opzichte van de vasthoudelementen een onderscheiden jke vormgeving verwezenlijkt worden. Om hier slechts enkele voorbeelden te noemen, is het op eenvoudige wijze mogelijk, een schuine aansluiting door een dienovereenkomstig verschuiven van de roeden in te stellen. Er kunnen echter ook verbindin-25 gen tussen twee staafvormige elementen gemaakt worden, doordat deze bijvoorbeeld schuin in elkaar gestoken worden, zodat de wederzijdse roeden in elkaar dringen.. Ook bestaat de mogelijkheid, staven van verschillend materiaal met elkaar te verbinden, doordat bijvoorbeeld de roedeneinden omgeknikt of tot ogen gevormd worden, waarin de roeden 30 van een aan te sluiten staaf gehangen worden. Ook bestaat de mogelijkheid, de doorsnede of het verloop van de staaf door buigen te beinvloe den, zonder dat dit bijzondere moeilijkheden geeft.

Als geheel ontstaat een bouwelement in de vorm van staaf-vormig materiaal, waarbij de de doorsnede vormende langselementen 35 (roeden) afzonderlijk verschuifbaar en vervormbaar zijn, zodat men een veelvoudige aanpassing aan de noodzakelijke vereisten kan doen 8402243

F

-3- - ί v plaatsvinden. Is het betreffende constzuctiedeel voorbereid en eventueel uit een aantal staven volgens de uitvinding samengesteld, dan wordt het geheel op de beschreven wijze onder toevoeging van kleefstof gebandageerd. Bij het uitharden van de kleefstof geeft het banda-5 geren een verankering van de staven onderling en ten opzichte van de vasthoudelementen en dus een vaste, met betrekking tot zijn onderdelen ten opzichte van elkaar niet verschuifbare staaf. Daarbij is het staaf-vormige materiaal„ook direkt na het bandageren nog vervormbaar, al- ^ ^__________vorëhs de kleefstof is uitgéhard, 'Izodat ook nu nog bijvoorbeeld buigen 10 van het staafvormige materiaal kan plaatsvinden.

Het is doelmatig gebleken, dat de uitsparingen van de vasthoudelementen boringen in een element zijn. De fabricage kan echter ook nog verder vereenvoudigd worden, doordat de uitsparingen openingen aaui de omtrek van het vasthoudelement zijn, waarin de roeden van buiten-15, af gerast kunnen worden. Hier kunnen dus de roeden als het ware op de vasthoudelementen geklemd worden, zodat een gemakkelijke fabricage van het staafmateriaal volgens de uitvinding zonder extra gereedschap mogelijk is.

De vasthoudelementen kunnen in beginsel uit elk materiaal, 20 zoals metaal, hout, enz. zijn vervaardigd. Doelmatig is het echter gebleken, dat de vasthoudelementen uit een kunststof in de vorm van bijvoorbeeld een polyamide bestaan, omdat op deze wijze de vasthoudelementen gemakkelijk door spuiten met behulp van een desbetreffende vorm vervaardigd kunnen worden en overigens de gewenste verende eigen-25 schappen hebben.

Zoals reeds opgemerkt, kunnen de roeden metalen staven zijn, waarbij bij het samenvoegen van de staafvormige materialen volgens de uitvinding ook zonder moeilijkheden een materiaalwisseling met betrekking tot de roeden kan plaatsvinden. Zo kunnen bijvoorbeeld roeden uit 30 metaal in het algemeen door het bedoelde doordringen met roeden uit glasvezels verbonden worden, hetgeen bij de bekende verbindingsmethode in de vorm van lassen, enz. niet mogelijk zou zijn.

De roeden kunnen een ronde of meerhoekige doorsnede hebben, waarbij de uitsparingen in de vasthoudelementen aan de doorsnede van 35 de roeden aangepast kunnen zijn. Hier ontstaat de mogelijkheid, bijvoorbeeld bij roeden met ronde doorsnede deze ook draaibaar te doen 8402243 ·· ** -4- zijn, zodat men omgezette einden in de gewenste stand kan draaien. Anderzijds kunnen echter ook bij roeden met meerhoekige doorsnede draaibewegingen verhinderd worden, wanneer dit gewenst is.

De bandage kan uit een vlechtwerk, breiwerk, weefsel of 5 dergelijke uit vezelmateriaal in de vorm van glas, kunststof of dergelijke zijn. Er bestaat uiteraard ook de mogelijkheid, hier geschikte bandages uit bijvoorbeeld een dun metaalvlechtwerk te gebruiken, wanneer dit gewenst is.

Verdere wezenskenmerken en bijzonderheden volgen uit de 10 beschrijving van uitvoeringsvoorbeelden, welke in de tekening zijn weergegeven. In de tekening tonen: fig. 1 een gedeelte van staafvormig materiaal met ronde doorsnede; fig. 2 het vasthoudelement voor de staafdoorsnede volgens 15 fig. 1; fig. 3 en 4 vasthoudelementen voor een andere staafdoorsnede; fig. 5 een staafelement met uitgevoerde, schuine aansluiting, ingezette aansluithuls met binnenschroefdraad en een verbindingslus? fig. 6 een gedeeltelijk zijaanzicht van het voortbrengsel 20 volgens fig. 5 in het bereik van de aansluithuls met binnenschroef-draad; fig. 7 de verbinding van twee staven voor het onderling doordringen van roeden; fig. 8 het einde van een staaf met afgebogen roeden en 25 fig. 9 een verbinding van twee staven door afsluiteinden volgens fig. 8.

Fig. 1 toont staafvormig materiaal, dat uit roeden 1 is samengesteld, welke in vasthoudelementen 2 geklemd zijn in naar de buitenomtrek toe open uitsparingen 3 van de vasthoudelementen, zoals 30 er één in fig. 2 is weergegeven. De roeden 1 zijn in de vasthoudelementen, welke in een min of meer dichte volgorde over de staaflengte verdeeld zijn, naargelang welke stevigheid bereikt moet worden, axiaal verschuifbaar en in het onderhavige geval ook draaibaar, aangezien de roeden een ronde doorsnede hebben. Is een staafvormig materiaal op 35 deze wijze samengestoken, resp. samengesteld en in de gewenste vorm gebracht, bijvoorbeeld door buigen, opwijden van uitsparingen, enz., 8402243 % -5- dan wordt dit onder toevoeging van kleefstof met een bandage 4 omwik-keld, welke doelmatig een vlechtwerk, breiwerk of dergelijke uit vezel-materialen, bijvoorbeeld glasvezels, metaalvezeis, kunststof vezels of dergelijke is. Bij het omwikkelen van het staafvormige materiaal dringt 5 de kleefstof tussen de roeden 1 en vormt aldus met de bandage een vast verband, waarbinnen de roeden hun axiale verschuifbaarheid in de vasthoudelementen 2 verliezen en ook de vasthoudelementen axiaal verankerd zijn. Dit geldt ook in radiale richting bij een aantal naast elkaar aangebrachte roeden.

10 Fig. 3 en 4 tonen anders gevormde vasthoudelementen 5, resp.

5, welke eveneens aan de omtrek vah openingen 7, resp. 8 voor het insnappen van roeden voorzien zijn. Het is duidelijk, dat hier ook profielen verkregen kunnen worden, welke bijvoorbeeld een Er-vorm of U-vorm hebben. Overigens vindt de fabricage van staafvormige materiaal- 15 soorten met de doorsneden volgens fig. 3 of 4 op dezelfde wijze plaats - * als dit met betrekking tot fig. 1 en 2 beschreven werd.

Fig. 5 toont in zijaanzicht een staaf vormig materiaal voor het bandageren, waarbij wederom in vasthoudelementen 10 roeden 11 op de beschreven wijze gezet zijn. Hier is met betrekking tot fig..5 onder-20 ste einde een radiaal naar buiten gerichte afbuiging van de roeden 11 -bewerkstelligd, welke het mogelijk maakt, een aansluiting aan een hoe dan ook uitgevoerd constructiedeel via een klemring 12 te doen plaatsvinden, welke aan het constructiedeel 13 geschroefd wordt. Voorts toont in fig. 5 op die plaats, hoe door de axiale verschuifbaarheid van de 25 roeden 11 zonder grote moeilijkheden een aansluiting onder ongeveer 30° of 40° kan plaatsvinden. Hier is dus een verstekdoorsnijding of dergelijke niet nodig.

Bovendien toont fig. 5, hoe door een iets uit elkaar buigen van de roeden 11 een aansluithuls 14 met binnenschroef draad ingezet 30 kan worden, alvorens, hetgeen in fig. 5 niet is weergegeven, het materiaal op de beschreven wijze gebandageerd wordt. Voor het inzetten van deze aansluithuls kunnen vooraf de naburige vasthoudelementen 10 axiaal uit elkaar geschoven worden, zodat het buigen vooral ook in het elastische bereik van de roeden 11, vergemakkelijkt wordt. Is dan de aan-35 sluithuls 14 ingezet, dan kan men de vasthoudelementen 10 weer naar elkaar toe schuiven, zodat de huls 14 door de roeden 11, op de wijze 8402243 -6- van een bankschroef ingespannen wordt en derhalve wordt vastgehouden ook tijdens het proces van het bandageren.

Tenslotte toont fig. 5 ook een lus 15, welke voor het bandageren van het materiaal zonder meer uit één van de roeden of uit een.

5 aantal roeden 11 kan worden gevormd, en daaraan dan later eventueel een bevestiging of ophanging van een ander voortbrengsel te bewerkstelligen.

Ten opzichte van fig. 5 toont fig. 6 een zijaanzicht in het bereik van de aansluithuls 14, waaruit blijkt, dat de aansluithuis 10 radiaal buiten de roedenbundel 11 uitsteekt, opdat deze bij het bandageren daar niet onder komt te liggen.

Fig. 7 toont een voorbeeld, hoe twee staafvormige materialen 16,17 van het beschreven type onder een willekeurige hoek op elkaar aangesloten kunnen worden. Daartoe wordt in hoofdzaak aldus gehandeld, 15 dat de roeden van het materiaal 17 tussen de roeden van het materiaal 16 gestoken worden, zodat zij deze doordringen, waarbij wederom door het uit elkaar schuiven en naar elkaar toe brengen van de vasthoüd-elementen 18, 19 het beschreven bankschroefeffect bereikt, wordt. Na het bandageren onder toevoeging van een kleefmiddel wordt aldus een 20 gerede stevige aansluitverbinding verkregen, welke nog versterkt wordt, doordat een deel van de roeden van het materiaal 17 bij 20, 21 omgebogen en in de richting van de roeden van het materiaal 16 gebracht is.

In dit verband is het ook duidelijk, dat bijvoorbeeld uitgaande van het materiaal 16 waarvan de roeden ook nabij een vasthoud-25 element Y-vormig verdeeld en in een andere profielvorm bijvoorbeeld volgens fig. 3 of 4 voortgezet kunnen worden, zodat een aftakking zonder de noodzaak voor het maken van aansluitverbindingen op deze plaats ontstaat.

Tenslotte tonen de fig. 8 en 9 een andere mogelijkheid van 30 het onderling aansluiten van twee materiaalbundels. Daartoe worden de roeden aan het einde van het staafvormige materiaal bijvoorbeeld haaks op de langsrichting daarvan tot tanden 20 omgebogen, welke dan via klemringen 21 met behulp van schroefverbindingen 22 samengehouden kunnen worden. Na het maken van deze verbinding wordt dan de eenheid als 35 geheel weer op de beschreven wijze gebandageerd.

8402243

Vs· * -7-

Uit de voorgaande beschrijving is het duidelijk, dat voor het weergegeven staafvoxmige materiaal een grote verscheidenheid aan toepassingsmogelijkheden bestaat, welke als geheel niet uitputtend beschreven kan worden. Als voorbeeld voor de toepassing zij hier ge-5 wezen op de fabricage van bovenrol- resp. verstijvingsbeugels bij vrachtwagens, welke een verbinding met de cabine van de vrachtwagen behoeven alsmede het onderling verbinden van langs- en dwarsbalken.

8402243

Claims (9)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van staafvormig materiaal van willekeurige doorsnede, met het kenmerk, dat in uitsparingen (3, 7, 8) van met de staafdoorsnede overeenstemmende vasthoudelementen (2, 5, 6) roeden (1) in hoofdzaak evenwijdig aan de langsrichting van S de staaf verschuifbaar en eventueel draaibaar gezet worden en dat na de uiteindelijke vormgeving van de staaf, eventueel onder inbedding of het aanbrengen van aansluitdelen, de staaf onder toevoeging van een de roeden, inbeddende, uithardende kleefstof dicht met een bandage (4) omwikkeld en daardoor de roeden onderling en ten opzichte van de 10 vasthoudelementen verankerd worden.

2. Staafvormig materiaal van willekeurige doorsnede, met het kenmerk, dat in. uitsparingen (3, 7, 8) van met de staafdoorsnede overeenstemmende, over de staaflengte verdeelde vasthoudelementen (2, 7, 8) roeden (1) verschuifbaar en eventueel draaibaar gezet zijn 15 en dat de aldus gevormde, met de staaf door snede overeenstemmende roeden-bundel onder toevoeging van een de roeden inbeddende, uithardende kleefstof dicht met een bandage (4)‘ door een met de gewenste vastheid van de totale staafdoorsnede overeenstemmende doorsnede, omwikkeld is.

3. Materiaal volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat in met 20 elkaar strokende uitsparingen (3, 7, 8) een aantal roeden (1) onderling evenwijdig gezet zijn..

4. Materiaal volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de uitsparingen in de vasthoudelementen boringen zijn. 5c Materiaal volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de 25 uitsparingen openingen (3, 7, 8) aan de omtrek van de vasthoudelementen (2, 5, 6) zijn, waarin de roeden (1) van buitenaf gerast kunnen worden.

6. Materiaal volgens één van de conclusies 2-5, met het kenmerk, dat de vasthoudelementen uit een kunststof, bijvoorbeeld in de 30 vorm van een polyamide bestaan.

7. Materiaal volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de roeden (1) metalen staven zijn. 8402243 -9- £

8. Materiaal volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de roeden (1) uit vezelbundels uit metaal, glas, kunststof of dergelijke bestaan.

9. Materiaal volgens één van de conclusies 2, 3, 7 of 8, met 5 het kenmerk, dat de roeden Cl) een ronde of veelhoekige doorsnede hebben en dat de uitsparingen (3, 7, 8) aan de doorsnede van de roeden zijn aangepast.

10. Materiaal volgens één van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bandage (4) een vlechtwerk, een breiwerk, een 10 weefsel of dergelijke uit vezelmateriaal in de vorm van glas, kunststof, metaal of dergelijke is. • * 8402243