NL8401986A - Inrichting voor het evacueren en sluiten van blokvormige verpakkingen. - Google Patents

Description

V % ? a VO 6374

Titel: Inrichting voor het evacueren en sluiten van blokvormige verpakkingen.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het evacueren en sluiten van blokvormige verpakkingen ,met een vertikaal staande draaitafel met een aantal, opZichtbare, ronde aan de omtrek van de draaitafel aangebrachte vacuumkappen voor het opnemen van de ta sluiten 5 verpakkingen, welke door een transportinrichting naar de draaitafel toegevoerd worden.

Inrichtingen van dit type zijn bijvoorbeeld uit het Britse octrooischrift nr. 988.S40 en het Duitse Ausiegeschrift nr. 10 58 924 bekend. Bij deze inrichtingen zijn op de draaitafel in de omtreks-10 richting open kamers aanwezig, waarin de verpakkingen geschoven worden.

Na het inschuiven van de verpakkingen worden de kamers geëvacueerd en de verpakkingen met zegeltangen gesloten.

De gesloten verpakkingen werden met tangen aangevat en op een transportinrichting gelicht.

15 ‘ Deze inrichtingen hebben de nadelen, dat het aanzien van de ge vormde verpakkingen vaak door afdrukken en vervormingen benadeeld is, en dat de gevormde verpakkingen met betrekking tot hun volume en vorm variëren.

Het doel van de uitvinding is derhalve, een inrichting van het 20 hierboven genoemde type te verschaffen, waarmee blokvormige verpakkingen speurend, snel en op het juiste volume behandeld kunnen worden, en welke niettemin gunstig in kosten te vervaardigen is.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat op de draaitafel onder elke vacuumkap tenminste één radiaal verschuifbare 25 aanslag is aangebracht, en dat een tegen de aanslag aanliggende verpakking met een radiaal naar buiten gerichte beweging van de aanslag tegen de binnenzijde van de buitenwand van een neergelaten vacuumkap gelegd kan worden.

Een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding wordt aan de hand 30 van de tekening nader toegelicht.

Daarin tonen *.

fig. 1 een bovenaanzicht op een segment van een draaitafel en een gedeelte van een transportinrichting, 8401986 I* * -2- fig.. 2 een voorstelling als in fig. 1 doch na een verdere plaatsvindende verdraaiing om een verdraaiingshoek, fig. 3 een doorsnede volgens de lijn III-III van fig. 1, waarbij de vacuumkap neergelaten is, en 5 fig. 4 een doorsnede volgens de lijn IV-IV in fig. 1, waarbij de vacuumkap van de draaitafel gelicht is.

De inrichting bestaat uit een in de richting van de pijl 28 draaibare draaitafel 12, welke op een stator 13 gelagerd is en op een zichzelf bekend drijfwerk, stapsgewijs of continu wordt aangedreven. Op de draai -10 tafel 12 zijn een aantal luchtdicht afsluitbare:, vacuumkappen 1 rondom aangebracht, waarin verpakkingen 2 opgenomen en behandeld worden, welke naar de draaitafel 12 door een vul- en transportinrichting 3 toegevoerd worden. In de draaitafel 12 zijn in hoogterichting verstelbare stoters 14 gelagerd, op elk waarvan een vacuumkap 11 bevestigd is. De stoters 14 15 glijden over een hier niet weergegeven, vaststaande curveschijf, welke de stoters 14 en daarmee de vacuumkappen 1 naargelang de stand van de draaitafel 12 oplichten of doen zakken.

Onder elke vacuumkap 1 zijn twee radiaal verschuifbare uitstoters 11 elk op twee evenwijdig geleide zwenkarmen 25 bevestigd. De zwenk-20 armen 25 zijn op een lagerstoel 32 gelagerd en worden door een in de draaitafel 12 in hoogterichting verstelbare stoters 21 gezwenkt.

Op elke uit stoter 11 is een tangentiaal ten opzichte van de draaitafel 12 aangebrachte plaat 34 bevestigd. Onder een rechte hoek ten opzichte van elke plaat 34 zijn op de draaitafel 12 een vaststaande pakketklem 10 25 en een zwenkbare pakketklem 9 aangebracht. De zwenkbare pakketklem 9 wordt door een op een hefboom van de as 26 werkende curvebaan bestuurd. Boven elke uitstoter·. 11 is op een drager 37 een zegeltang 23 met twee verwarmingsbekken 24 aangebracht. Op elke drager 37 is een neer-houdplaat 19 en aan elke zegeltang 23 een neerhoudplaat 18 bevestigd, 30 welke bij gesloten zegeltang 23 (fig. 3) oplegvlakken voor de verpakkingen 2 vormen.

De openende en sluitbewegingen van de zegeltangen 23 worden elk met een in hoogterichting verstelbare, in de draaitafel 12 gevoerde stoter 22 bestuurd. Op de draaitafel 12 zijn onder elke zegeltang 23 35 een bodemplaat 16 aangebracht, welke op een in hoogterichting vefstelbare , over een curvebaan glijdende stoter 20 zit. Het verpakkingsproces is als volgt: 8401986 -3- 4- — ...... ft

Met de in de richting van de pijl 30 beweegbare transportinrichting 3 worden gelijktijdig steeds twee gevulde doch van boven niet verzegelde verpakkingen 2 in bekers 36 voor een inbrenginrichting 4 met twee radiaal ten opzichte van de draaitafel 12 verschuifbare instoters 5 5 gebracht. De instoters 5 schuiven nu beide verpakkingen 2 gelijktij dig onder een van de opgeheven vacuumkappen 1, waarbij twee naar buiten uitgeweken uitstoters 11 door de beide verpakkingen 2 naar de draaiings-as 29 toe verschoven worden.

In volgorde zwenken de pakketklenmen 9 in de richting van de 10 pijl 27 in en persen de pakketten 2 tegen de pakketklemmen 10, zodat elk Vein de beide verpakkingen 2 nu tegen drie mantelvlakken vormhou-dend gesteund is. De instoters 5 worden weer ingetrokken, waarbij gelijktijdig de inbrenginrichting 4 met de zich verder bewegende transportinrichting 3 tot in de met streeppuntlijnen weergegeven stand (fig. 2) 15 meebeweegt en aansluitend een ingeschoven instoter 5 terug in de gerede stand gevoerd wordt. In een verdere bewegingsfase wordt een vacuumkap 1 over beide verpakkingen 2 neergelaten en de aldus gevormde, dichte kamer door een opening 31 (fig. 2) in de draaitafel 12 geëvacueerd. Gelijktijdig of kort daarop worden beide verpakkingen 2 door de uit-20 stoters t resp. aanslagen 11 tegen de achterwand van de vacuumkap 1 geschoven, tot de verpakkingen 2 met een mantelvlak op vormplaten 17 komen te liggen, welke aan de achterwand van de vacuumkap 1 zijn aangebracht. De verpakkingen 2 worden nu door een in hoogterichting verstelbaar in de draaitafel 12 gevoerde bodemplaat 16 opgelicht 25 en door de zich sluitende zegeltangen 23 verzegeld. In deze verpakkings-fase zijn de verpakkingen 2 aan alle zes zijvlakken door een vlakke plaat belast.

Nu wordt de kamer onder de vacuumkap 1 via de opening 31 met lucht gevuld en de vacuumkap 1 opgelicht. Door de uitstotejs II 20 worden nu beide verpakkingen 2 gelijktijdig op een zwenkslede 3 geschoven (fig. 15 en door een uitbrenginrichting 6 met twee uitbrenggrijpers 7 aangevat en op de transportinrichting geschoven, welke de verpakkingen wegvoert.

In het getekende uitvoeringsvoorbeeld wordt de draaitafel 12 35 continu, de vul- en transportinrichting 5 stapsgewijs en, in het 8401988 -4- tangentiale bereik, tegengesteld aan de draaitafel 12 bewogen.

De bewegingstypen en bewegingsrichtingen kunnen bij de inrichting volgens de uitvinding ook op een willekeurig andere wijze gecombineerd zijn.

8401986

Claims (10)

1. Inrichting voor het evacueren en sluiten van blokvormige verpakkingen {2) met een draaitafel (12) met een vertikaal staande as met een aantal oplichtbare, ronde aan de omtrek van de draaitafel (12) aangebrachte vacuumkappen (1) voor het opnemen van de te sluiten ver- 5 pakkingen (2), welke met een transportinrichting (3) naar de draaitafel (12) toegevoerd worden, met het kenmerk, dat op de draaitafel (12) onder elke vacuumkap (1) ten minste één radiaal verschuifbare aanslag (11) is aangebracht, en dat een tegen de aanslag (11) aanliggende verpakking (2) met een radiaal naar buiten gerichte beweging van de lö aanslag (11) tegen de binnenzijde van de buitenwand van een neergelaten vacuumkap (1) gelegd kan worden.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de beide zijdelingse mantelvlakken van de te behandelen verpakkingen (2) met op de draaitafel (12) aangebrachte pakketklemmen (9,10) belastbaar zijn.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met he.t kenmerk, dat ten minste één van de pakketklemmen (9) zwenkbaar is.

4. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bodem- vlakken van de te behandelen verpakkingen (2) met in hoogterichting beweeglijk gevoerde bodenplaten (16) belastbaar zijn.

5. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat aan de zegeltangen (23) neerhoudplaten (18,19) bevestigd zijn.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat een van de neerhoudplaten (18) aan een van de beide zegelklemmen (24) bevestigd is.

7. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat ten minste tijdens een verpakkingsfase de verpakkingen gelijktijdig door een aanslag (11), twee pakketklemmen (9,10), de achterwand van een vacuumkap (1) , een bodemplaat (16) en ten minste e'en neerhoudplaat (18,19) belast zijn.

8. Inrichting volgens een van de conclusies 1 of 7, met het kenmerk, dat de gerede verpakkingen door aanslagen (11) radiaal naar buiten verschuifbaar zijn.

9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat een uit- brenginrichting(6) met twee grijparmen (7) aanwezig is, welke de gerede 35 verpakkingen (2) paarsgewijs aanvat en op de transportinrichting (3) schuift. 8401986 * *- —βίο. Inrichting volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat steeds twee verpakkingen (2) gelijktijdig naar de draaitafel (12) gevoerd kunnen worden, en dat onder elke vacuumkap (1) gelijktijdig twee verpakkingen (2) gesloten kunnen worden.

11. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de transportinrichting (3) volgens een rechte lijn transporteert, en dat de toevoerbeweging van de verpakkingen (2) naar de draaitafel (12) of de afvoerbeweging van de draaitafel (12) onder een rechte hoek ten opzichte van de looprichting (30)van de transportinrichting (3) 10 en radiaal ten opzichte van de draaitafel (12) plaatsvindt. 8401986