NL8401325A

NL8401325A - Contactlijst (veer- of mescontactlijst) voor een stekersysteem voor de verbinding van een electronisch stuurtoestel met een werkmachine.

Info

Publication number: NL8401325A
Application number: NL8401325A
Authority: NL
Original assignee: Hehl Karl
Priority date: 1983-04-29
Filing date: 1984-04-25
Publication date: 1984-11-16
Also published as: IT8420707A0; ATA131084A; IT1206142B; FR2545286B1; AT386700B; CH665733A5; FR2545286A1

Description

i' a I

Contactlijst (veer- of mescontactlijst) voor een stekersysteem voor de verbinding van een electronisch stuurtoestel met een werkmachine.

De uitvinding heeft betrekking op een contactlijst (veer-5 of mescontactlijst) voor een stekersysteem voor de verbinding van

een electronisch stuurtoestel met een werkmachine en op een werkwijze I

voor de vervaardiging van contactlijsten, waarbij een plaatband tot een plaatlamellenband gestansd wordt, en waarbij identieke, door tenminste één verbindingsstrook van de plaatband met elkaar verbonden, I

10 vlakke plaatlamellen op de onderlinge afstand van de roostermaat aan- I

eengeregen zijn, en dan de plaatlamellen door. buigen tot contact- I

elementen vervormd en tenslotte de contactelementen van de plaatla- I

mellenband afgescheiden worden. I

Onder "roostermaat" in de zin van de omschreven werkwijze is j

15 de van hart tot hart gerekende afstand tussen twee in een rij aan- I

grenzende uitsparingen in het kunststofbestanddeel te verstaan. I

Bij een bekende contactlijst zoals in het voorgaande omschre- I

ven (Duitse Offenlegungsschrift 27 47 264) zijn de aansluitcontacten I

als contactbussen uitgevoerd. Om deze reden is bij het tot stand 20 brengen van een verbinding tussen de contactlijst en een geleiderplaat

een stiftlijst vereist, waarvan de contactstiften enerzijds met de I

contactlijst en anderzijds met de geleiderplaat contacteren. De buig- I

kanten van de contactelementen verlopen evenwijdig aan het symmetrie- I

vlak en zodoende evenwijdig aan de langsrichting van de plaatlamellen- I

25 band. Daarbij stemt de afstand van de plaatlamellen in de plaatlamel- I

lenband met de 'roostermaat' overeen. De contactelementen worden met I

behulp van een automaat van de plaatlamellenband afgescheiden en af- I

zonderlijk in de in een enkele rij aangebrachte uitsparingen van het I

kunststofbestanddeel ingezet. Het gebruik van de contactlijst wordt I

30 echter bemoeilijkt doordat de contactmessen van de contactelementen I

binnen het kunststofbestanddeel liggen en bijgevolg de te contacteren kabel aders in dit kunststofbestanddeel ingestoken moeten worden. Boven- I

dien worden de contactmessen bij het contacteren van de kab e Laders I

tegen de schuine vlakken van het kunststofbestanddeel daadwerkelijk 35 vervormd, waarvoor een verhoogde axiale druk vereist is. I

8401325 ϊ ·ί 2

Door een contactlijst van een vergelijkbaar type (Duitse Offenlegungsschrift 27 36 244) is het ook bekend, contactelementen zodanig te vormen en in twee evenwijdige rijen in het kunststofbe-standdeel aan te brengen, dat binnen de roostermaat in de langs-5 richting van de contactlijst twee contacteringen mogelijk zijn. Daarbij heeft elk contactelement echter slechts één enkel contactmes, zodat de contactzekerheid dienovereenkomstig minder is.

Tenslotte is ook een contactelement met telkens twee contact-mesparen bekend, waarbij een contactstift over een langskant aan een 10 evenwijdig aan de steekrichting van het contactelement aangebrachte rug aangelast is. De buigkanten van dit contactelement verlopen ook evenwijdig aan de steekrichting. Bij een dergelijke vormgeving en aanbrenging zijn weliswaar goede ruimtelijke voorwaarden voor een lasverbinding vervuld, maar ontbreken de voorwaarden voor een gecom-15 bineerde vereniging van mescontactdelen, veercontactdelen en contact-stiften als bestanddelen van verschillende contactelementen op grond van het bouwdoosbeginsel.

Uitgaande hiervan ligt aan de uitvinding het oogmerk ten grondslag, aan een contactlijst van het in het voorgaande genoemde 20 type op zodanige wijze verderevorm te verlenen, dat deze bij verbeterde voorwaarden voor een rationele seriefabricage in het geval van een mescontactlijst aan de hoogste eisen met betrekking tot de axiale belasting bij het doorcontacteren voldoet en in het geval van een veer-contactlijst ook in het bereik van minimale stroomsterkten een voldoen-25 de contactkwaliteit waarborgt.

Dit oogmerk wordt door de onder het kenmerk van conclusie 1 genoemde maatregelen gerealiseerd.

Bij een dergelijke uitvoering geeft de vastlegging van de in-stellingsbenen in het kunststofbestanddeel een recht contactopleveren-30 de resp. planparallele contactpositie van de contacten, onafhankelijk van de exactheid van de buigkanten. Daardoor wordt een nagenoeg ideale symmetrie van de contacten met als gevolg een hoge contactkwaliteit bereikt.

Bij de veercontactlijst ontstaat een met relatief groot op-35 pervlak wederzijds aanliggen van de veerbenen in het contactgedeelte.

8401325

* 4- I

3 I

De contactelementen zijn daarbij uit contactdelen ter keuze (veer- I

resp. mescontactdelen, contactstiften) door lassen samengesteld. Daar- I

door is het mogelijk, volgens het 'bouwdoossysteem' uit een assorti- I

ment van veercontactdelen, mescontactdelen en contactstiften naar I

5 verkiezing verschillende contactelementen te combineren. Ook zijn de I

voorwaarden er voor vervuld, dat zonodig van een speciale uitrusting I

van de kunststofbestanddelen met behulp van kapitaalintensieve uit- I

rustingsautomaten ten gunste van eenvoudiger, goedkoper werkwijzen I

volgens de werkwijzeconclusies afgezien kan worden, wat bijvoorbeeld I

10 voor kleinere bedrijven van belang kan zijn. I

Een lasverbinding volgens de conclusies, 2, 5, 6 voldoet aan I

de hoogste sterkte-eisen. Volgens conclusie 3 zijn de ingangen tot I

de uitsparingen af te sluiten, waardoor het binnendringen van de bij I

het solderen van de contactstiften 11, 14 aan de electrisch geleidende I

15 delen van de drukplaat 15 in fig. 3, 5, 13, 14 ontstane agressieve

resp. I

dampen in de uitsparingen verhinderd wordt1 een afzonderlijke afdek- I

king van deze ingangen vervalt. I

Bij uitvoering volgens de conclusies 4 en 8 verkrijgt men I

een even betrouwbare als eenvoudige centrering van de contactelemen- I

20 ten in het kunststofbestanddeel bij verbeterde contactkwaliteit. I

Door de in het tweede deel van conclusie 4 omschreven maat- I

regel wordt de contactering bij gelijktijdige verbetering van het I

contact vergemakkelijkt.

Door een uitvoering volgens conclusie 7 wordt bereikt, dat I

25 een enkel kunststof-vormstuk voldoende is, om de contactlijst met

betrekking tot de steekrichting daarvan evenwijdig aan of loodrecht I

op een drukplaat aan te brengen.

Door een uitvoering volgens conclusie 9 kan het aantal van de I

door de contactmessen te verkrijgen contacteringen per contactlijst I

30 aanzienlijk verhoogd worden. I

Door de werkwijze volgens de conclusies 10-12 worden de voorwaarden voor een rationele seriefabricage verschaft.

In het volgende wordt de uitvinding aan de hand van in de tekeningen weergegeven uitvóeringsvoorbeelden nader toegelicht.

35 Fig. 1 toont een veercontactlijst en een mescontactlijst in 8401325 4 - ί Ê het gedeeltelijk opengesneden stekersysteem,

Fig. 2 toont een uitgesneden gedeelte uit het over 90° gedraaide stekersysteem volgens fig. 1,

Fig. 3 toont de veercontactlijst aan een evenwijdig aan de 5 steekrichting aangebrachte drukplaat in doorsnede volgens III-III in fig. 4,

Fig. 4 toont de over 90 gedraaide inrichting volgens fig. 3, Fig. 5 toont een veercontactlijst aan een dwars op de steekrichting aangebrachte drukplaat in doorsnede volgens V-V in fig. 6, 10 Fig. 6 toont de over 90° gedraaide inrichting volgens fig. 5,

Fig. 7 toont een in het bereik van een uitsparing beschouwd uitgesneden gedeelte uit fig. 12 op grotere schaal,

Fig. 8 toont het kunststofbestanddeel van de veercontactlijst in bovenaanzicht, 15 Fig. 9 is een doorsnede volgens IX-IX in fig. 10,

Fig. 10 toont het over 90° gedraaide kunststofbestanddeel volgens fig. 8,

Fig. 11 toont het kunststofbestanddeel volgens fig. 12 in eindaanzicht, 20 Fig. 12 toont het kunststofbestanddeel volgens fig. 8 in onderaanzicht,

Fig. 13, 14 tonen een veercontactelement en een mescontact-element in het onderlinge contact tussen drukplaat en kabel telkens in twee loodrecht op elkaar staande aanzichten, 25 Fig. 15 toont een uitgesneden gedeelte uit fig. 14 op grotere schaal,

Fig. 16 is een doorsnede volgens XVI-XVI in fig. 15,

Fig. 17 toont een veercontactelement in de steekrichting beschouwd, 30 Fig. 18, 19 tonen het veercontactelement volgens fig. 17 in twee zijaanzichten,

Fig. 20 toont het veercontactdeel in een voorstelling volgens fig. 17.

Fig. 21 toont het veercontactdeel in een voorstelling volgens 35 fig. 18.

8401325 if 5 fig. 22 toont een plaatlamel van de lamellenband met aangebogen veerbenen, fig. 23, 24 toont een plaatlamel in twee loodrecht op elkaar staande aanzichten, 5 Fig. 25, 26 tonen een veercontactelement op natuurlijke grootte met bijbehorende plaatlamel,

Fig. 27-36 tonen fabricagetrappen I-V bij de vervaardiging van het veercontactelement,

Fig. 37-39 tonen een mescontactelement in eindaanzicht en 10 in twee loodrecht op elkaar staande zijaanzichten,

Fig. 40 toont het mescontactdeel in een voorstelling volgens fig. 38, fig. 41, 42 tonen een plaatlamel van de lamellenband in twee loodrecht op elkaar staande aanzichten, 15 Fig. 43-50 tonen fabricagetrappen I-IV bij de vervaardiging van een mescontactelement,

Fig. 51, 52, 53 tonen de met de klembestanddelen tot een stekereenheid verenigde mescontactlijst en

Fig. 54, 55 tonen een variant, welke gecombineerde veer-mes-20 contactelementen omvat en

Fig. 56-63 tonen verdere voorbeelden van de lasverbinding.

Fig. 1 en 2 veraanschouwelijken de toepassing van de contact-hefc lijsten bijvoorbeeld van een stekersysteem voor de verbinding van de schakelelementen van een electronisch stuurtoestel, namelijk een druk-25 plaat met de naar een werkmachine voerende kabels. De drukplaat 15 is aan de eindzijde vastgezet aan de veercontactlijst F. Aan de wand 22 van het stuurtoestel is door tussenkomst van aanlegflenzen 21b een vattingsraam 21 bevestigd. Daarin is een steker 20 ingestoken, waarin de kernen 16a (fig. 15, 16) van de kabels 16 met behulp van de mes-30 contactlijst M gecontacteerd zijn. Daarbij zijn de in één vlak evenwijdig aan elkaar uitgelegde aders van de uit ronde geleiders en/of vlakke band bestaande kabels 16 tussen klembestanddelen 24 en 25 vastgeklemd en door de messen 13a van de mescontactlijst M aangesneden.

De contactstiften 14 van de mescontactlijst M contacteren 35 de veercontactelementen van de veercontactlijst F. De omgebogen contact- 8401325 - ψ ζ 6 stiften 11 grijpen door de drukplaat 15 en zijn daaraan gesoldeerd.

De kabels 16 zijn via een symmetrisch ten opzichte van een voeg 33 van de steker 20 verlopende uitsparing 32 uit de steker 20 naar buiten gevoerd. In het vattingsraam 21 is de steker 20 door middel van elas-5 tische snaptongen 21a vastgezet.

Voor de opbouw van de .veercontactlijst F en van de mescon-tactlijst M geldt eveneens: een kunststofbestanddeel 17 resp. 23 is met identieke contactelementen uitgerust, die in een rij in uitsparingen van dit kunststofbestanddeel axiaal afgesteund zijn. De con-10 tactelementen lopen telkens aan het ene einde in een contactstift 11 resp. 14 en aan het andere einde in een contactdeel 10' resp. 13' met vlakke contactgedeelten uit. Dit contactdeel 10' resp. 13' is door buigen van een plaatlamel 10 resp. 13 gevormd, die van zijn kant uit een plaatband uit walsplaat uitgestansd is. Daarbij verlopen 15 de langsassen van de plaatlamellen loodrecht op de walsrichting A van de walsplaat. De contactdelen 10' resp. 13' zijn zodanig gevormd, dat deze telkens een evenwijdig aan de walsrichting A verlopend symme-trievlak z-z hebben. Hun buigkanten 10s (fig. 18, 21) resp. 13s (fig.

38, 40) verlopen evenwijdig aan dit symmetrievlak z-z. Het contact-20 deel 10' resp. 13' heeft twee evenwijdig aan het symmetrievlak z-z verlopende instellingsbenen 10b', 13m', die door tussenkomst van een loodrecht op het symmetrievlak z-z verlopende rug 10a'; 13n' met elkaar verbonden zijn. Aan elke rug is een contactstift 11 resp. 14 stomp aangelast (fig. 13, 14, 17, 19, 33-39, 48-53). De ruggen 10a', 25 13n' sluiten de uitsparingen van het kunststofbestanddeel 17 resp. 23 aan de contactstiftzijde afdichtend af. Bij de voorbeelden van fig. 56-63 zijn de contactstiften 11 aan de instellingsbenen 10b' aangelast. In het volgende worden de bijzonderheden in de opbouw van de veercontactlijst F beschreven: De ruggen 10a' zijn vlak aangelegd 30 tegen de kragen 17g (fig. 7, 9) van het kunststofbestanddeel 17, die symmetrisch aan weerszijden van het symmetrievlak z-z liggen. De instellingsbenen 10b' liggen in het bereik 10b" van hun langskanten (fig. 14) in de centreeruitsparingen 18b (fig. 7, 9, 10).

Daardoor ontstaat een even eenvoudige als betrouwbare pas-35 zitting voor de contactelementen in de uitsparingen 18, waarvan de ingrijpopeningen 18b in hoofdzaak aan de vorm van de contactstiften 14 8401325 -.-7 ύ * aangepast zijn.

De van snapnokken 10c voorziene instellingsbenen 10b' gaan richting via evenwijdig aan de wals7 A verlopende buigkanten in contactbenen lOd van geringere breedte over, die in contactgedeelten 10e uitlopen 5 en die ten opzichte van het symmetrievlak z-z een scherpe hoek insluiten (fig. 1, 3, 5,13, 14, 18, 21-36). De onder voorspanning staande veerbenen lOd worden door spreidruggen 17h van het kunststofbe-standdeel 17 op afstand gehouden (fig. 3, 7, 8). Het lijstvormige kunststofbestanddeel 17 heeft voor het naar verkiezing verbinden 10 met een drukplaat 15 in twee verschillende posities aan elke eind-zijde twee veerbenen 17c, 17c' met achtergrijpnokken 17d, 17d' (fig.

8-12). Aan elk veerbeen 17c, 17c' is een evenwijdige centreerstift 17b, 17b' aangebracht. De veerbenen aan elke eindzijde van het kunststofbestanddeel zijn aan een gemeenschappelijke sokvoet 17e aange-15 vormd, zoals in het bijzonder uit fig. 8-12 blijkt. Elk veerbeen 17c, 17c' vormt met de bijbehorende centreerstift 17b, 17b' een zuilvormig vergrendelingsorgaan van in hoofdzaak cirkelronde doorsnede. De loodrecht op elkaar staande vergrendelingsorganen maken door het naar verkiezing inzetten daarvan het naar verkiezing aanbrengen van veer-20 contactlijst F en drukplaat 15 in verschillende posities mogelijk, waarbij de vergrendelingsorganen onder kortstondige buiging van de veerbenen 17c resp. 17c' in overeenstemmende boringen van de drukplaten 15 ingestoken worden, om de achtergrijping van de achtergrijpnokken 17d, 17d' tot stand te brengen. Bij een aanbrenging van druk-25 plaat 15 en veercontactlijst F in overeenstemming met fig. 3 ligt de aanlegkraag 17f* van het kunststofbestanddeel 17 tegen de eindkant van de drukplaat 15 aan, wat bij een aanbrenging in overeenstemming met fig. 5 niet het geval is.

De tegenovergestelde kraag 17f van het kunststofbestanddeel 30 van de met de mescontactlijst contacterende veercontactlijst F ligt tenminste gedeeltelijk tegen eindkanten van wanden van het huis van de steker 20 aan.

Bij de uitvoeringsvoorbeelden van fig* 56-63 voeren de lood- via recht op de rug 10a' verlopende contactstiften 11 telkens'een centrale 1 8401325 opening door deze rug heen, zodat deze tegen de, de opening begrenzen- * ε 8 de kant gecentreerd zijn. Voor de verdere vastlegging van de contact-stiften en voor hun axiale afsteuning liggen deze telkens door tussen-1 komst van een door opstuiking voortgebrachte kraalrand lid in het bereik van de opening tegen de rug 10a' aan. Het tussen de instellings-5 benen 10b' naar binnen stekende achterste eindgedeelte van de contact-stift 11 is aan gedeelten (lasgedeelten 110b) van de instellingsbenen 10b' gelast. De lasgedeelten zijn uit het vlak van de instellingsbenen 10b' naar het symmetrievlak z-z (fig. 56) toe naar binnen gebogen, zoals uit fig. 56 t/m 63 blijkt. Bij de uitvoeringsvoorbeelden van 10 fig. 58 t/m 63 zijn naar verhouding smalle lasgedeelten 110b' (fig. 58, 59); 110b" (fig. 60, 61) en 110b"' (fig. 62, 63) door rechte stansingen gedeeltelijk van het overige vlakbereik van het bijbehorende instel-lingsbeen 10b' afgescheiden. Daarbij treden in elk geval twee de lasgedeelten zijdelings begrenzende, in de steekrichting verlopende stan-15 singen S op.

Bij de voorbeelden van fig. 60 t/m 63 treedtin aanvulling hierop telkens een verdere stansing S', S" op, die in het geval van fig. 60 en 61 aan de veercontactzijde en in het geval van fig. 62 en 63 aan de contactstiftzijde ligt en loodrecht op de stansingen S 20 staat. Daardoor ontstaan tongvormige lasgedeelten 110b"; 110b" welke alleen door tussenkomst van hun basis met de bijbehorende instellingsbenen 10b' in verbinding staan. De lasverbinding 36 tussen de achterste einden 11e en de lasgedeelten 110b' wordt in elk geval symmetrisch ten opzichte van het symmetrievlak z-z aangebracht. Ook 25 bij de beschreven uitvoeringsvoorbeelden zijn de instellingsbenen 10b' in bereiken 10b" van hun langskanten in de centreeruitsparingen (18b in fig. 7, 9, 10) van het kunststofbestanddeel (17) onder de optredende vormen aansluitend in te voeren, zodat een centrering van de veer-benen lOd door tussenkomst van de bijbehorende instellingsbenen 10b.' 30 ontstaat.

In het volgende worden de bijzonderheden van de mescontactlij st M beschreven:

De contactelementen worden axiaal vastgelegd doordat telkens een aanlegkant 13h van het mescontactdeel 13' gelijk-digt met het 35 oppervlak van het kunststofbestanddeel 23 en zodoende in het steker- 8401325 ί ·· 9 systeem tegen het onderste klembestanddeel 24 (fig. 1, 51) aanligt.

Een tegengesteld gerichte aanlegkant 13i van het mescontactdeel 13' is in een nis 23a van het kunststofbestanddeel 23 afgesteund en vastgelegd (fig. 31-53).

5 Daardoor wordt een strikt evenwijdig uitrichten van het mes 13a verkregen, wat voor de kwaliteit van de contactering van belang is.

Zoals uit fig. 1, 51-53 blijkt, dringen de messen 13a van de mescontactdelen 13’ door de klembestanddelen 24, 25 heen, om de tussen deze klembestanddelen vastgeklemde aders 16 met kern 16a en ommantelihg 10 16b te contacteren.. De messen 13a van de mescontactdelen 13’ zijn met betrekking tot de contactstiften 14 op zodanige wijze zijdelings verschoven, dat de smalle kanten 13k van deze messen 13a met de contactstiften 14 uitgericht zijn. De mescontactdelen 13' in de ene rij van uitsparingen 34 van het kunststofbestanddeel 23 zijn spiegelsymmetrisch 15 ten opzichte van de mescontactdelen 13' van de andere rij van hetzelfde kunststofbestanddeel 23 aangebracht en door middel van verankerings-nokken 13t verankerd. Daardoor zijn de sleuven 131 tussen de messen 13a vein de ene rij van uitsparingen ten opzichte van de sleuven 131 van de messen 13a van de andere rij van uitsparingen 34 in de langsrichting 20 van het lijsivormige kunststofbestanddeel 23 beschouwd, onderling verschoven (fig. 15, 16, 51). Op grond van een dergelijke aanbrenging worden de kernen 16a van de tussen de klembestanddelen 24 en 25 vast-geklemdë aders 16 afwisselend door een mes van de ene rij en door een mes van de andere rij gecontacteerd, wat een aanzienlijke ruimtebe-25 sparing betekent.

Het uitvoeringsvoorbeeld van fig. 54, 55 toont een mogelijkheid, in de leidingbaan tussen het stuurtoestel en de werkmachineaders 16 van kabels met andere aders 16 met behulp van twee contactlijsten te verbinden. Bij de ene contactlijst gaat het om een veercontactlijst 30 met contactelementen, die telkens aan het ene einde van een mescontactdeel 13' en aan het andere einde van een contactstift 14 voorzien zijn.

De andere contactlijst is met gecombineerde veer-mes-contact-elementen uitgerust, die telkens aldus gevormd zijn, dat aan de rug 35 10a* van een veercontactdeel 101 een mescontactdeel 35' aangelast is, waarvan de rug 35a' tegen de rug 10a' van het veercontactdeel 10' 8401325 -__________________ - I l 10 aanligt.

Zowel de door de messen 13a van de veercontactlijst gecontacteerde aders 16 als ook de door de messen 35a van de andere contactlij st gecontacteerde aders 16 zijn tussen klembestanddelen vastgelegd 5 (de kunststofbestanddelen en de klembestanddelen zijn bij het besproken voorbeeld niet in de tekening voorgesteld). De veercontactdelen 10' van de gecombineerde veer-mes-contactelementen 10', 35' kunnen in het bijbehorende kunststofbestanddeel zo opgenomen en vastgelegd zijn, zoals reeds voor de veercontactlijst beschreven. De aan de smalle 10 kant 35k grenzende aanlegkant 35h bevindt zich in elk geval vlak tegen de rug 35a', omdat het mescontactdeel met sleuf 351 geen instellings-benen heeft.

In het algemeen kan de plaatband uit walsplaat bestaan en de langsrichting A daarvan met de walsrichting overeenstemmen. De con-15 tactstiften 11; 14 zijn telkens van een door opstuiken voortgebrachte kop 11c; 14c voorzien, die het lassen vergemakkelijkt.

De algemene vervaardigingswerkwijze omvat de volgende werk-wijzestappen;

Een plaatband wordt tot een aan twee zijden symmetrische 20 plaatlamellenband L, L' gestansd, waarvan het symmetrievlak z-z evenwijdig aan de langsrichting A verloopt (fig. 27, 43). Bij een verdere fundamentele werkwijzestap worden de zich aan weerszijden van het symmetrievlak z-z uitstrekkende einden van de plaatlamellen 10, 13 onder vorming van een loodrecht op het symmetrievlak z-z verlopende 25 rug 10a, 13n' op zodanige wijze symmetrisch ten opzichte van het symme- o trievlak z-z over in hoofdzaak 90 afgebogen, dat de in het bereik van de middelste gedeelten 10a, 13n van de plaatlamellen 10, 13 liggende buigkanten 10s, 13s evenwijdig aan de langsrichting A van de plaatband verlopen.

30 Daarna wordt aan elke rug een aansluitcontact in de vorm van een contactstift 11; 14 resp. een mescontactdeel 35' (fig. 54, 55) aangelast. De contactstiften 11, 14 worden bij de overgang naar de eind-gedeelten 11a, 14a telkens van een voorbestemde breukplaats 11b, 14b voorzien. Vervolgens worden de eindgedeelten 11a, 14a van de contact-35 stiften 11, 14 door aanlassen van een van transportgaten 12a, 35a voorziene draagstrook 12, 35 met elkaar verbonden. Daarna worden de con- 8401325 * i 11 tactdelen 10', 13* door doorsnijdingen langs de verbindingsstrook 10f/ 13f van elkaar gescheiden. Vervolgens worden de bij de werkwijze tot dusver verkregen, tot een contactelementband K, K' (fig. 35 en 49) met elkaar verbonden contactelementen opgerold. Daarna worden 5 de contactelementbanden K, K' zonodig voor de invoer van de contactelementen in de uitsparingen 18 resp. 23 van het contactbestanddeel 17 resp. 23 afgerold en gedeelten van de contactelementband K, K', welke telkens met de lengte van het bijbehorende kunststofbestanddeel 17, 23 overeenstemmen, in de uitsparingen 18; 34 ingevoerd. Als laatste 10 werkwijzestap worden vervolgens de in de uitsparingen ingevoerde contactelementen door gemeenschappelijk afbreken van de eindgedeelten 11a, 14a als gevolg van wegzwenken van de draagstrook 12 resp. 35 van elkaar gescheiden (zie fig. 35, 49). De speciale vervaardigingswerk-wijze voor de vervaardiging van de veercontactlijst omvat werkwijze-15 stappen I-V (fig. 27 t/m 36): Bij werkwijzestap I wordt uit een plaat-band een plaatlamellenband L in overeenstemming met fig. 27, 28 uit-gestansd, waarin identieke, door tenminste één verbindingsstrook lOf met elkaar verbonden plaatlamellen aaneengeregen zijn, waarvan de langs-assen loodrecht op de langsrichting A staan. Daarna worden de vrije 20 einden van de plaatlamellen 10 volgens een werkwijzestap II in dezelfde zin enigszins gebogen, zoals uit fig. 29, 30 blijkt.

Bij de werkwijzestap III worden de zich aan weerszijden van het symmetrievlak z-z uitstrekkende einden van de plaatlamellen 10 gemeenschappelijk op zodanige wijze symmetrisch ten opzichte van het 25 symmetrievlak z-z onder vorming van de loodrecht op dit symmetrievlak z-z verlopende rug 10a over in hoofdzaak 90° afgebogen. Het resultaat zijn door tussenkomst van een verbindingsstrook lOf met elkaar verbonden veercontaetdelen zoals uit fig. 31 en 32 blijkt. Bij de werkwijzestap IV worden contactstiften 11; 14 stomp aan de ruggen 10a', 13a' 30 aangelast, zodat een band in overeenstemming met fig. 33, 34 ontstaat.

Bij de werkwijzestap V worden aan de contactstiften 11 door middel van insnoeringen voorbestemde breukplaatsen 11b aangebracht en op hun eindgedeelten 11a een draagstrook 12 opgelast. Daarna worden de veercon-tactdelen door doorsnijdingen langs de verbindingsstrook lOf (fig. 29-35 33) van elkaar gescheiden, zodat een contactelementband K in overeen stemming met fig. 35 en 36 ontstaat, die opgerold wordt.

8401325 *· t κ.

12

Daarna rolt men gedeelten van de contactelementband K af, en voert de contactelementen van dit gedeelte in de uitsparingen 18 in.

De in de uitsparingen 18 ingevoerde contactelementen worden door.afbreken van de eindgedeelten 11a langs de voorbestemde breuk-5 plaatsen 11b als gevolg van een wegzwenken van de draagband 12 van elkaar gescheiden.

De speciale werkwijze voor de vervaardiging van de mescon-tactlijst omvat werkwijzestappen I-IV (fig. 43 -50):

In een eerste werkwijzestap I wordt een lamellenband L' 10 (fig. 43, 44) uit de plaatband uitgestansd. Bij de werkwijzestap II wordt de lamellehband L ' tot de mescontactdelen in overeenstemming met fig. 45 en 46 gebogen, die door de verbindingsstrook 13f verbonden zijn. Bij de werkwijzestap III worden aan de ruggen 13n' de contact-stiften 14 stomp aangelast, zodat banden in overeenstemming met fig.

15 47 en 48 ontstaan. De werkwijzestap IV, die tot contactelementbanden K', in overeenstemming met fig. 49 en 50 voert, en de verdere werkwijze stemt overeen met de werkwijzestap V (fig. 35, 36) bij vervaardiging van de veercontactlijst. Dit echter met de maatregel, dat men twee spiegelsymmetrisch ten opzichte van elkaar aangebrachts, telkens 20 tot een rol opgerolde mescontactelementbanden (K') aan weerszijden van een kunststofbestanddeel 17; 23 aanbrengt en in tegengestelde richting afrolt. Daarbij wordt door de ene contactelementband K' de ene rij Rh en door de andere contactelementband K' de andere rij Rv van uitsparingen van het kunststofbestanddeel (23) verzorgt.

25 Kort samengevat is in het voorgaande beschreven dat de in een rij in het kunststofbestanddeel van de contactlijst aangebrachte contactelementen door buigen op zodanige wijze uit gestansde plaat-lamellen iO gevormd zijn, dat hun veercontactdeel 10' een evenwijdig aan de langsrichting van de lamellenband, waaruit deze uitgestansd zijn, 30 verlopend symmetrievlak z-z heeft. De 90°-buigkanten 10s verlopen evenwijdig aan dit symmetrievlak z-z. Dit maakt een recht contact opleverende, onder de optredende vormen aansluitende vastlegging van de veerbenen lOd met behulp van relatief langere instellingsbenen 10b' en een gelijktijdige invoer van de contactelementen in het kunststof-35 bestanddeel in het verband op grond van genormaliseerde onderlinge afstanden mogelijk, zoals in het bijzonder uit fig. 21-24 blijkt.

8401325

Claims

1. Contactlijst (veer- of mescontactlijst) voor een steker- I systeem voor de verbinding van een electronisch stuurtoestel met een | werkmachine, met een kunststofbestanddeel zomede met in uitsparingen I van dit kunststofbestanddeel in tenminste één rij aangebrachte, uit I 5 een plaatband (plaatlamellenband) uitgestansde en zodanig gevormde I contactelementen, dat een in hoofdzaak loodrecht op de steekrichting I en loodrecht op een symmetrievlak lopende rug via evenwijdig aan dit I symmetrievlak en loodrecht op de steekrichting verlopende buigkanten I in twee haaks op de rug staande instellingsbenaiovergaat, aan de vrije I 10 einden daarvan contacten (mes- of veercontacten) aangevormd zijn, I waarbij aan de rug van elk contactelement een aansluitcontact met I tegengestelde steekrichting aangebracht is, gekenmerkt doordat de I aansluitcontacten (contactstiften 11; 14) of mescontactdelen (35* I in fig. 54, 55) aan de ruggen (10a’; 13n'j en/of aan de instellings- I 15 benen (10b', 13m') bij loodrecht op de rug (10a', 13n') staande steek- I richting (bijv, in fig. 54, 55) aangelast en de instellingsbenen (10b', 13m') voor de centrering van de uit het kunststofbestanddeel I (17; 23) naar buiten stekende contacten (veercontacten 10e; messen I 13a) aan inwendige profielen (centreeruitsparingen 18b in fig. 7, 8 en I 20 nissen 23a in fig. 51, 53) van de uitsparingen (18, 34) onder de op- I tredende vormen aansluitend vastgelegd zijn, welke instellingsbenen I zonder vastlegging dwars op het symmetrievlak (z-z) verend beweegbaar I zijn.

2. Contactlijst volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat 25 contactstiften (11, 14) als aansluitcontacten aangebracht en telkens I door tussenkomst van een door opstuiking voortgebrachte kop (11c) door I electrisch weerstandslassen met de rug (10a', 13n') verbonden zijn.

3. Contactlij st volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt doordat de ruggen (10a*, 13m') de uitsparingen (18, 34) in het kunststofbestand- 30 deel (17, 23) dicht afsluiten en in het geval van een veercontactlijst tegen uitwendige kragen (17g in fig. 7, 9) en in het geval van een mescontactlijst tegen inwendige kragen (fig. 52, 53) van het kunststofbestanddeel (17, 23) aanliggen, welke kragen symmetrisch aan weerszijden van het symmetrievlak (z-z) liggen. 8401325 * V

4. Als veercontactlijst uitgevoerde contactlijst volgens een der conclusies 1-3, gekenmerkt doordat de instellingsbenen (10b') in bereiken (10b" in fig. 14) van hun langskanten in centreeruitspa-ringen (18b in fig. 7, 9, 10) onder de optredende vormen aansluitend 5 ingrijpen, waarbij de in vergelijking tot de instellingsbenen (10b') smallere veerbenen (lOd) door spreidruggen (17h ) van het kunststof-bestanddeel (17) op afstand gehouden worden (fig. 3, 7, 8).

5. Als veercontactlijst uitgevoerde contactlijst volgens een der conclusies, 1, 3, 4 gekenmerkt doordat de contactstiften (11) tel- 10 kens via een opening door de ruggen (10a) heen gevoerd zijn, in het bereik van de opening met behulp van een door opstuiking voortgebrachte kanaalrand (lid) axiaal tegen de bijbehorende rug (10a') aanliggen en met hun tussen de instellingsbenen (1Od1) stekende achterste einden (11e) aan gedeelten (lasgedeelten 110b') van de instellingsbenen 15 dOb') gelast zijn, welke lasgedeelten uit het vlak van de instellingsbenen naar het symmetrievlak (z-z) toe naar binnen gebogen zijn (fig. 56-63).

6. Contactlijst volgens conclusie 5, gekenmerkt doordat de lasgedeelten (110b'; 110b"; 110b"' in fig. 58-63) door rechte stansingen • 20 (S, S', S") van het overige vlakbereik van het bijbehorende instellings- been (10b') afgescheiden zijn.

7. Contactlijst volgens een der conclusies 4-6, gekenmerkt doordat het kunststofbestanddeel (17) voor het naar verkiezing verbinden met een drukplaat (15) in verschillende posities twee loodrecht 25 op elkaar staande veerbenen (17c, 17c') met verende sokvoeten (17e) zomede met centreerstiften (17b, 17b') heeft (fig. 8-12).

8. Als mescontactlijst uitgevoerde contactlijst volgens een der conclusies 1-3, gekenmerkt doordat voor de centrering van de instellingsbenen (13m') aanlegkanten (13i) van de mescontactdelen (13') 30 in nissen (23a) van het kunststofbestanddeel (23) ingrijpen, waarbij tegengesteld gerichte aanlegkanten (13h) van de mescontactdelen (13') met het oppervlak van het kunststofbestanddeel (23) gelijkliggen (fig. 1,2,14,15,51-53).

9. Contactlijst volgens een der voorgaande conclusies, 35 gekenmerkt doordat de uitsparingen (18, 34) in het kunststofbestand * 8401325 > * 15 deel (17, 23) in tenminste twee evenwijdige rijen (Rv, Rh) op zodanige wijze aangebracht zijn, dat groepen van tenminste twee uitsparingen (18, 34) telkens in een loodrecht op de rijen (Rv, Rh) staand vlak (e-e) liggen, waarbij in het geval van een mescontactlijst de mescon-5 tactdelen (13·) in de ene rij (Rh) spiégelsymmetrisch ten opzichte van de mescontactdelen (13') van de andere rij (Rv) aangebracht zijn en de sleuven (31 1) van de contactmessen (13a) op een afstand van eenvierde van de roostermaat (R) aan weerszijden van de vlakken (e-e) aangebracht zijn (fig. 8,12,51,53).

10. Werkwijze voor de vervaardiging van contactlijsten volgens een der conclusies 1-9, waarbij een plaathand tot een plaat-lamellenband gestansd wordt, en waarbij identieke, door tenminste één verbindingsstrook van de plaatband met elkaar verbonden, vlakke plaatlamellen op de onderlinge afstand van de roostermaat aaneen-15 geregen zijn, en dan de plaatlamellen door buigen tót contactelementen vervormd en tenslotte de contactelementen van de plaatlamelleriband afgescheiden worden, met het kenmerk, dat de plaatband tot een twee-zijdig-symmetrische plaatlamelleriband (L; L' in fig. 27, 43} gestansd wordt, waarvan het symmetrievlak (z-z) evenwijdig aan de langsrichting 20 (A) ligt, welke bij voorkeur de walsrichting van de plaatband is, dat daarna de aan weerszijden van het symmetrievlak (z-z) tot instel-lingsbenen (10b'; 13m·) met veercontacten (10e) resp. messen (13a) . gestansde plaatlamellen (10, 13) symmetrisch ten opzichte van het symmetrievlak (z-z) op zodanige wijze onder vorming van ruggen (10a’; 25 13n') over in hoofdzaak 90° afgebogen worden, dat de buigkanten (10s; 13s) loodrecht op de steekrichting en evenwijdig aan het symmetrievlak (z-z) liggen en dat men daarna aan de ruggen (10a'; 13n') of aan de instellingsbenen (10b'; 13m') telkens een contactstift (11; 14) of een mescontactdeel (35) aanlast.

11. Werkwijze volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat men de contactstiften (11; 14) bij de overgang naar eindgedeêlten (11a in fig. 35; 14a in fig. 49} telkens van een voorbestemde breukplaats (11b; 14b) voorziet, dan de eindgedeelten (11a; 14a) met behulp van een draag-strook (12, 35) met elkaar verbindt, daarna de contactdelen (10', 13') 35 door doorsnijdingen langs de verbindingsstrook (lOf, 13f) van elkaar 8401325 Λ * scheidt, dan de door tussenkomst van de draagstrook (12; 35) met elkaar verbonden contactelementen door een relatieve beweging ten opzichte van het kunststofbestanddeel (17; 23) in de uitsparingen (18; 34) daarvan invoert en daarna de eindgedeelten (11a; 14a) door 5 wegzwenken van de draagstrook (12; 35) van elkaar scheidt.

12. Werkwijze volgens conclusie 10 of 11 met het kenmerk, dat men de door tussenkomst van een verbindingsstrook (bijv. 35, 12 in fig. 49, 35, 36) met elkaar verbonden contactelementen tot een contactelementband (K; K' in fig. 35, 49) tot rollen oprolt, daarna 10 gedeelten van de contactelementband (K; K‘) van twee op afstand van elkaar aangebrachte rollen in tegengestelde richting afrolt en aan de uitsparingen (18; 34) van beide rijen (Rv, Rh) van het tussen de rollen aangebrachte kunststofbestanddeel (17; 23) toevoert en door een gemeenschappelijk beweging in deze uitsparingen invoert en daarna 15 de verbindingsstrook (bijv. draagstrook 35; 12) wegzwenkt.

13. Werkwijze, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekeningen.

13 I CONCLUSIES I

14. Inrichting in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekeningen. 8401325