NL8401087A - Surfplank. - Google Patents
Surfplank. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8401087A NL8401087A NL8401087A NL8401087A NL8401087A NL 8401087 A NL8401087 A NL 8401087A NL 8401087 A NL8401087 A NL 8401087A NL 8401087 A NL8401087 A NL 8401087A NL 8401087 A NL8401087 A NL 8401087A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- mast
- boom
- claws
- clamping
- connection
- Prior art date
Links
- 210000000078 claw Anatomy 0.000 claims description 29
- 238000010276 construction Methods 0.000 claims description 13
- 230000000295 complement effect Effects 0.000 claims description 4
- 239000000463 material Substances 0.000 claims description 3
- JTJMJGYZQZDUJJ-UHFFFAOYSA-N phencyclidine Chemical compound C1CCCCN1C1(C=2C=CC=CC=2)CCCCC1 JTJMJGYZQZDUJJ-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 7
- 238000000034 method Methods 0.000 description 3
- XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N water Substances O XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 2
- 230000009471 action Effects 0.000 description 1
- 238000005452 bending Methods 0.000 description 1
- 230000009286 beneficial effect Effects 0.000 description 1
- 230000008859 change Effects 0.000 description 1
- 150000001875 compounds Chemical class 0.000 description 1
- 238000005260 corrosion Methods 0.000 description 1
- 230000007797 corrosion Effects 0.000 description 1
- 239000013013 elastic material Substances 0.000 description 1
- 230000006872 improvement Effects 0.000 description 1
- 230000007246 mechanism Effects 0.000 description 1
- 239000002184 metal Substances 0.000 description 1
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B63—SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
- B63H—MARINE PROPULSION OR STEERING
- B63H8/00—Sail or rigging arrangements specially adapted for water sports boards, e.g. for windsurfing or kitesurfing
- B63H8/20—Rigging arrangements involving masts, e.g. for windsurfing
- B63H8/22—Rigging arrangements involving masts, e.g. for windsurfing for connecting wishbones to the mast
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16B—DEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
- F16B2/00—Friction-grip releasable fastenings
- F16B2/02—Clamps, i.e. with gripping action effected by positive means other than the inherent resistance to deformation of the material of the fastening
- F16B2/06—Clamps, i.e. with gripping action effected by positive means other than the inherent resistance to deformation of the material of the fastening external, i.e. with contracting action
- F16B2/10—Clamps, i.e. with gripping action effected by positive means other than the inherent resistance to deformation of the material of the fastening external, i.e. with contracting action using pivoting jaws
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T403/00—Joints and connections
- Y10T403/46—Rod end to transverse side of member
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Ocean & Marine Engineering (AREA)
- Jib Cranes (AREA)
- Mutual Connection Of Rods And Tubes (AREA)
Description
f ' Γ Η ' ' . ..1 * ^ V.O.6210
Surfplank
De uitvinding heeft betrekking op surfplanken en qp de surf sport en betreft meer in het bijzonder de verbinding tussen de giek en de mast van een surfplank.
Een surfplank bestaat in wezen .uit: (a) de plank of romp; (b) de 5 mast of paal; (c) het -zeil; -en (d) de giek' In -de meest voorkomende vorm ervan bestaat de giek uit een in het algemeen elliptisch samenstel omvattende twee complementair gebogen·gieken die aan de einden aan elkaar zijn verbonden en gewoonlijk een "vorkgiek" wordt genoemd. De mast is aan de surfplank bevestigd door een kogelgewrichtverbinding. De vofk-10 giek is met het ene einde verbonden aan de mast door het een of andere type verbinding. Tot nu toe bestond de voornaamste manier om deze organen aan elkaar te verbinden uit het bevestigen met touw, hoewel ook verschillende mechanische verbindingen rijn voorgesteld.. Bet is -gebleken dat voor optimale bestuurbaarheid van de surfplank’ de giek-aan-mast ver-15 binding stevig moet -zijn terwijl de mate van speling of slingering die mogelijk is tussen de giek en .de mast tot een .minimum dient te worden beperkt. Hoewel het vastbinden met touw -op uitgebreide schaal toepassing vindt, is deze werkwijze primitief, moeilijk aan te leren door de beginneling en zelfs wanneer -dit op -de juiste wijze wordt uitgevoerd zijn : 20· de resultaten toch ongunstig .als gevolg van -het uitrekken van het touw.
In verband met het feit dat -het moeilijk is een ideale giek-aan-mast verbinding te verwezenlijken en de tijd die nodig is om deze werkwijze uit te voeren, hébben de meeste .surfers de giek en de mast al of nog aan elkaar verbonden wanneer de surfplank wordt vervoerd, hoewel het 25 wenselijk zou zijn de giek te verwijderen en het zeil rond de mast op te rollen.
Als gevolg van de aard van de touwverbinding. van de giek aan de mast bestaat er een aanzienlijke flexibiliteit voor draaibeweging of slingering om de langsas van de giek.. Deze flexibiliteit of speling is niet wenselijk en wel om preceis dezelfde reden als waarom speling 30 dient te worden vermeden in. elk besturingsmechanisme voor een voertuig.
De giek is het orgaan dat de surfer vasthoudt wanneer hij aan het surfen is. Het verschaft niet alleen stabiliteit voor de surfer maar het vormt tevensde.manoeuvreerinrichting waartegen moet worden geduwd, aan moet worden getrokken en die moet worden gedraaid teneinde de positie van het.
8401087_.
r ··* I “I ; : τ : ' ; : ; : “ : ” · : 1 : : „ ; -I , ' ’ . - · : -*"*· * .
-2- zeil en -de -mast he veranderen en de bewegingsrichting te regelen. Wanneer een manoeuvre wordt begonnen door de giek op -een bepaalde manier te bewegen dan moet eventuele speling in de touwverbinding eerst worden opgeheven voordat.de .mast -en het zeil kunnen reageren. Het .zeil is 5 natuurlijk .aan --de giek bevestigd aan -de ..schootshoom. Hoe stijver de . 'verbinding tussen .de giek >en de .mast is, hoe .sneller de mast-.en het zeil zullen reageren tijdens het uitvoeren vande -verschillende manoeuvres zoals het overstag gaan, het verleggen van .de koers en het zich verplaatsen naar de verschillende gewenste punten tijdens de surftocht. · 10 Een ander probleem bij de conventionele touwverb inding is de on mogelijkheid het zeil te reven ter verkleining van het zeiloppervlak daarvan, aangezien het zeil niet kan worden opgerold door dit rond de mast te wikkelen terwijl de giek met touw aan de mast is -.verbonden. Het | reven is soms nodig, -of ten minste wenselijk, wanneer-een surfer-«zich 15 op het water bevindt en de-.wind in kracht toeneemt tot het punt waarbij ’ die veel te sterk is voor het volle .zeil en de -surfplank onbestuurbaar maakt. In dien .de surfer zich op .afstand, van de kust bevindt en er staat •een aflandige -wind die te sterk is voor de surfplank -dan verkeert de surfer in gevaar dat hij’ verder van -de kust vandaan wordt gedreven, ten-: 20 . -zij het zeiloppervlak kan worden 'verkleind en ,de .bestuurbaarheid van ' 1 I : -de· surfplank-kan .worden hersteld. Het zou -gunstig. zijn «en een verbete- ·* j * ring wat betreft -de -veiligheid bij het.' surfen indien het zeiloppervlak.
naar keuze zou kunnen -worden verkleind volgens .-een gemakkelijke werk-. wijze om. het zeil te reven terwijl men op het water is.
25 Mechanische verbindingen ter bevestiging van de giek aan de mast . zijn voorgesteld, maar ze hebben in eerste instantie betrekking op het . probleem van het verbeteren van de snelheid en het verminderen van de ! ingewikkeldheid .van het “tot .stand brengen .van.de vereiste -verbinding. In één uitvoeringsvorm i-s de vorkgiek voorzien -van -.-een steun die is uitgevoerd met een'uitstekende pen welke eindigt in-een platte kop. De van 30 een kop voorziene pen kan worden opgenomen in een spiegat dat is aangebracht in een vergrendelingsplaat in de mast, waardoor de steun aan de mast kan worden bevestigd. Deze constructie biedt echter weinig weerstand tegen slingering om de langsas van de vorkgiek.
Volgens de uitvinding wordt een verbinding verschaft teneinde een 35 giek-aan-mast verbinding tot stand te brengen tussen de giek en de mast 8401087_ - ' ' ' - * **
I [ “ : 7“ ' ' ·." -7. ! 7- j .. -.- ' ” I
-3- van een surfplank, omvattende .in combinatie middelen -voor bet naar keuze omklemmen van de mast, middelen die doelmatig· zijn .gekoppeld aan die omklemmiddelen voor het ten minste naar keuze tot omklemmende in-grijping drukken daarvan rond de mast en middelen ter verbinding van 5 de giek aan de omkl-eramiddel-en. In .-een -tegenwoordig. «bij -voorkeur toegepaste -uitvoeringsvorm hebben .de xnuklemmiddel-en de -vorm van -een paar -complementaire klauwen en de middelen voor het tot omklemmende ingrijping rond de mast drukken van -de klauwen omvatten scharnierend gemonteerde uitsparingen ter opneming van de einden van een vorkgieksamenstel.
10 De verb indingscons truc tie volgens de uitvinding verschaft een doelmatige giek-aan-mast verbinding die vrij .is van ongewenste beweging of speling en die een grotere veiligheid en betere bestuurbaarheid van de surfplank biedt. De verbindingsconstructie kan snel en gemakkelijk • worden aangebracht op -een manier .die. ten allen tijde betrouwbaar is -en 15 kan al even snel .worden losgenomen als dat-wenselijk is. Verschillende voordelen kunnen worden verkregen door toepassing van de constructie volgens de uitvinding .zoals zal blijken uit de nu volgende beschrijving.
De uitvinding zal thans worden beschreven onder verwijzing naar de tekening, waarin: 20 fig. 1 -een aanzicht in perspectief is van -een -surfplank onder ' zeil waarin dé -voornaamste componenten -daarvan zijn -af geheeld; fig. 2 is een detail op grotere schaal van - de reeds bestaande touwverbonding van-een vorkgiekaan de mast; fig. 3 is een .aanzicht in perspectief van-een gedeelte, waarbij .25 voor de duidelijkheid een deel is weggenomen, van. de verbinding volgens de uitvinding; fig. 4 is een zijaanzicht van de verbinding volgens fig. 3; fig- 5-is «en doorsnede-volgens-lijn V-V. in fig-'4; fig. 6 is. een :met fig. 5 overeenkomende ^doorsnede, :maar- hierin i-s 30 de verbindingsconstructie in open toestand te zien -aan bet begin van een montagebewerking en in gereedheid tot opneming van een mast tussen de klauwen ervn; fig. 7 is een tussenfase in de montagebewerking? fig. 8 is een-afbeelding van de laatste fase in de montagebewer- 35 king? fig. 9 geeft te -zien op welke manier de verbindingsconstructie kan 84 0 1 0 8 7_______
• * * · . . ··· .· · ·;' * · . . ' V
—4- worden los genomen teneinde het zeil rond 'de mast -te kunnen oprollen, hetzij voor reven of opbergen; fig. 10-is een afbeelding van de verbindingsconstructie zoals deze is bevestigd op het volledig .opgerolde zeil; .en , 5 fig. 11 "toont het gebruik, -van -de rophaallijn -voor liet bevestigen . 'van -de :klauwen rond -het :opgerolde tzeil ^en.sdémast.voor-;opbexgen -en H * . » •transporteren.-
Dezelfde verwijzingsnummers -worden in alle figuren van de tekening gebruikt voor het aanduiden van dezelfde of overeenkomstige delen.
10 In fig. 1 is een surfplank onder zeil afgeheeld, in het algemeen aangegeven met het verwijzingscijfer 10. De voornaamste componenten zijn een plank of romp 11, een mast of paal 12 die is verbonden aan de surfplank 11 door middel van een kogelgewrichtverbinding bij 13 van | : het type -dat .met --een --uitsparing .is nitgevoerd, 'een .zeil -14 *en een giek :i5 of vorkgiek IS, Er zijn verschillende zeil vormen in gebruik, welke in ? het algemeen allemaal een drièhoékige omtrek hebben en die zijn voorzien . van een door een zoom gevormde .-schede 16 -aan de loefzijde die over de mast kan -word^i -geschoven -en die is uitgevoerd met een .korte onderbreking .bij 17 waar de mast vrij is zodat daar de giek of vorkgiek aan de pO 1 mast kan worden verbonden met -een doelmatige verbindingsconstructie 18. j ; Gewoonlijk strekt -een -ophaallijn 19-zich uit .tussen, de verbindingscon- - - t ; structie 18 -en de romp 11, zoals is 'afgebeeld, teneinde het oprichten ; 1 van de surfplank te -vergemakkelijken .indien deze zou .kapseizen. Het zeü : is uitgespannen tussen de mast en .het uinde van de .giek 15 door de .25 schootshoom 20-aan de giek te bevestigen bij 21. De algemene elementen van een surfplank zoals tot zover, is .beschreven zijn bekend en wat dat ’ jbetreft wordt, verdere uitleg giet noodzakelijk geacht.
ί ï - i ... : - i -De .feeds bestaande werkwijze voor. het bevestigen van de vorkgiek 15 .· i -aan de mast 12 door een touwverbinding -is afgebeeld in fig. .2.. De speling 30 aan de voor- en .achterzijde, tussen-de verbinding 18. en de mast 12 is overdreven afgebeeld teneinde deze goed te illustreren. Niettemin zal het duidelijk zijn dat voldoende speling overblijft, ongeacht hoe zorgvuldig de touwverbinding 22 ook tot stand wordt gebracht, om het mogelijk te maken dat de vorkgiek 15 kan slingeren om-de langsas die zowel de ver-35 binding 18 als het giekeinde 21 middendoor deelt.-, waardoor de controle over de surfplank wordt verminderd, _ 8401087 __ __» _ . - » ..···' . , y * ï-*-----; :--τ—:—r-τ-:—r------ .. \ ——-—:---: -5-
De in fig. 3 afgébeelde verbindingsconstructie 25 isjuitgevoerd volgens de uitvinding en is bevestigd aan de mast 12, waarbij de einden 26 en 27 van de vorkgiek 15 zijn vastgezet in respectieve verbindings-uitsparingsorganen 28 en 29. In het vrije gedeelte 17 is de mast 12 Λ 5 stevig vastgeklemd -tussen ..complementaire balf-cil indrische klauwen 30 en 31 van de verbindingsconstructie -waarbij deze klauwen aan -de binnenkant zijn uitgevoerd met respectieve elastomerische kussens 32 en 33.
Elk van de klauwen 30 en 31 is voorzien van een daarbij behorende trek-steun 34 en 35 die zijn bevestigd door schamiezpennen 36 en 37 welke 10 zich uitstrekken door het steunorgaan 38 en wel evenwijdig aan de langs-as van de klauwen. Een pen 39 die zich dwars door het steunorgaan 38 uitstrekt fungeert als gemeenschappelijk scharnier voor de uitsparings-organen 28 en 29 die aan de tegenover elkaar gelegen einden daarvan zodanig -zijn verbonden dat de -.uitsparingsorganen -als «een eenheid kunnen 15 bewegen. Zoals in fig. 3 is te zien is het -steunorgaan 38-voorzien van een conventioneel handvat of handgreep -40 en een opening 41 ter bevestiging van de ophaallijn daaraan. De verbindingsconstructie 25 kan worden vervaardigd van elke doelmatige corrosiebestendige kunststof of metaal dat de noodzakelijke sterkte en stijfheid bezit. Natuurlijk zijn de 20 kussens 32 en 33 van elastisch materiaal van gewenste -dikte en -eigen— ' schappen gemaakt.
Wanneer de giek 15 is gemonteerd zal deze in het algemeen een - horizontale stand innemen terwijl de .mast 12 vertikaal staat. De uitsparingsorganen 28 en 29 van de verbindingsconstructie 25 zullen zich 25 aan weerskanten van de klauwen 30 en 31 bevinden en deze tot omklemmende ingrijping rond de mast 12 drukken zoals het beste is te zien in fig. 5.
; Bevestiging van de zeilschootshoom aan het vrije einde van de giek, ί i zie fig. 1, :zal .voorkomen dat «de-giek-scharnierend .naar beneden beweegt ; om schamierpen 39, terwijl bet gewicht van .de giek -en-het feit dat de 30 surfer deze vasthoudt ervoor zorgen datdegiekbiebomhoog beweegt om de schamierpen 39. De geometrie is echter zodanig dat ongeveer 30° draaiing om schamierpen 39 vanuit de positie die loodrecht staat op de mast zoals is te zien in fig. 4 toelaatbaar .is voordat de klauwen 30 en 31 vrij zullen zijn teneinde de omklemmende ingrijping rond de .mast op te 35 heffen. Het omzwaaien van de uitsparingsorganen 28 en 29 om de schar-nierpen 39 totdat ze de in fig. 6 af geheelde stand innemen zal de 84 0 1 0 8 7_ , • + 9 · ' . '
• , 4 ' - · · - :. ‘ --vwS-'.'·-·*":.-!'«____ . 'r' ~ .... J
-6- klauwen 30 en .3-1 volledig vrij maken zodat ze kunnen 'open gaan teneinde de mast 12 daar. tussendoor "te -kunnen bewegen. De .mate 'waarin de klauwen kunnen worden geopend dient groter te zijn dan de diameter van de mast om het mogelijk te maken .dat ook .de dikte van het zeil daartussen , 5 -wordt opgenomen wanneer .dit xond de mast is ^gewonden.
. iBr -vanuit --gaande dat-de mast i2 .aan de surfplank 11. is -verbonden door een kogelgewrichtverbinding .13., kunnen de -geopende klauwen 30 en 31 van de verbindingsconstructie 25 op het vrije gedeelte'van de mast worden aangebracht, zoals is afgedeeld in fig. 6, waarbij de giek 15 10 evenwijdig aan de mast is gericht. Daarna kan, zoals in de opeenvolgende figuren 7 en 8 van de tekening is weergegeven, de mast worden opgericht terwijl de giek naar beneden wordt gebracht, terwijl daarbij de verbindingsconstructie 25 steeds tegen de mast wordt gehouden teneinde deze ..! i ^stevig tussen de klauwen .,30 -en 31 van.de. verbindingsconstructie 25 he 115 klemmen. Aangezien de klauwen vrij scharnierend kunnen bewegen ten op- 1 i zichte van'het steunorgaan 38 kunnen ze met de hand worden vastgepakt . j - en üi ingrijping met de mast worden gehouden terwijl de mast wordt opgericht -en de giek naar beneden wordt bewogen in de - relatieve richtin- ' gen die in fig. 7 met de pijlen 44 en 45 zijn aangegeven. Wanneer de i 120 ; .giek -en -de mast -een rechte hoek.met elkaar vormen zoals is af geheeld j .· in iig. .8, :o£ binnen ongeveer 30° van die gerichtheid zijn geplaatst, : is de verbindingsconstructie 25 .stevig, aan de . mast bevestigd. Eventuele ; : variatie in .diameter -van -de mast kan .worden -.opgenomen door de -elastic!— : text van de elastomerische kussens .32. -en 33. Aangezien -de mast 12 vrij '25 draaibaar is .in de kogelgewrichtsverbinding .13 ten opzichte van de surfplank 11, kan de verbinding tussen, deverhindingsconstructie 25 .en de j ! mast-12 -stevig-en doelmatig, zijn.
- - ] : . ‘32r zijn omstandigheden-waarin het,, wanneer «en .-surf.er aan het i ‘ . ' ' ! I -.surfen is, -wenselijk xs het zeil te reven teneinde.het.oppervlak ervan '30 te verkleinen. .Dit kan .-met de constructie volgens de uitvinding gemakkelijk worden uitgevoerd door de giek, 15 op te heffen .zoals is afgebeeld in fig. 9 teneinde de omklemmende ingrijping rond de mast vrij te maken, waarna de schede 16 van het zeil rond de mast kan worden gewikkeld of gewonden in een matedie wenselijk is., waarna de verbindingsconstructie .35 weer wordt vastgezet door deze aan te brengen rond het opgewonden zeil en de giek 15 naar beneden te bewegen. Ook nu zal eventuele variatie in ; 84 0 1 0 8 7____ * ’ · ‘ ’ ': · ; · » .
-7- "" in diameter van de mast met het -daar omheen opgewonden zeil -worden, opgenomen door 4e verende werking van de elastomerische kussens 32 -en 33.
Wanneer het wenselijk is de surfplank te transporteren is het alleen maar noodzakelijk het zeil volledig op te winden .zoals is weerge-5 geven in fig. 10, de verbindingseonstructie daar -omheen aan te .brengen, dan de ophaaUijn 19 of «een ander -daarvoor bestemd touw te gebruiken -om de klauwen 30 -en 31 aan -elkaar -en rond het opgerólde zeü vast te binden zoals is te zien in fig. 11, waarna de giek evenwijdig aan de mast kan worden geplaatst zodat het gehele uit giek en mast bestaande samenstel 10 gemakkelijk kan worden gedragen.
Het zal nu meteen duidelijk zijn dat de verbindingseonstructie volgens de uitvinding het mogelijk maakt een mast en giek snel en gemakkelijk aan elkaar te verbinden, terwijl het reven van het zeil en het vervoeren van het gehele samenstel ook -gemakkelijk uitvoerbaar is, .en dit 15 zijn -allemaal voordelen -die niet worden gevonden bij de tot nu toe bekende constructies. Het zal deskundigen op-dit gebied duidelijk zijn dat verschillende veranderingen .in de constructie kunnen worden uitgevoerd zonder daarbij af te wijken van de f eitélijke strekking van de uitvinding zoals die is vastgelegd in de nu volgende conclusies. Al 20 dergelijke variaties vallen onder deze beschrijving* i i .......... .
* I **·-*"’* ' r ' ' - * ' ?- * r f 84 0 1 0 8 7_;_.
Claims (5)
1. Verbindingsconstructie ter verscahffing van een giek-aan-mast verbinding -.russen .de giek -en de mast .van -een ^surfplank, ..gekenmerkt door de combinatie van middelen voor-het naar jceuze. -omklemmen van die » . * '* * t mast, middelen diê op doelmatige wijze aan de -omkl-emm iddelen .kunnen .‘5 , worden gekoppeld, voor .het Pen minste naar keuze aandrukken .daarvan -ter ; verschaffing van omklemmende ingrijping-rond de mast, en middelen voor -het verbinden · van de giek aan de omklemmiddelen.
2. Verbindingsconstructie ter verschaffing van een giek-aan-mast verbinding tussen de giek en de mast van een surfplank, gekenmerkt door 10 de combinatie van.middelen.voor het verschaffen van een verbinding tussen de giek en de. verbindingsconstructie. .en een paar naar keuze beweegbare klauwen die zijn verbonden aai die middelen en zodanig .zijn geconstru-j -eerd en geplaatst dat ze naar keuze .tot omklemmende ingrijping met de . mast kunnen worden gébracht. 15 · 3.. Verbindingsconstructie ter verschaf fing .van een /giek-aan-mast verbinding tussen de giek en de mast.van een .surfplank, gekenmerkt door de combinatie van middelen voor liet naar keuze omklemmen van de mast, j ; middelen die doelmatig aan de omklemmiddelen .zijn gekoppeld -en ten ' ; minste naar keuze twee werkzame .posities kunnen innemen, --waarbij in de 20 -ene positie de omklemromiddelen tot omklemmende ingrijping rond de mast kunnen worden gedrukt terwijl liet in de andere positie mogelijk is dat de omklemmiddelen van de mast worden vrijgemaakt, en middelen voor het verbinding van de giek aan de omklemmiddelen. ; j 4. Verbindingsconstructie volgens .conclusie 3, gekenmerkt doordat de I i · 2. j omklemmiddelen bestaan uit een. .paar . complementaire kalf-cilindrische j ! klauwen die zodanig -aan ^elkaar aSijn verbonden ..dat ze 4cuxinen -worden ï>e- ·' 1 | * j ' ! wogen tussen een .positie waarin de naast wordt . omklemd *en -een positie waarin ze zijn vrijgemaakt van· de mast, en "-waarbij .de middelen die ten minste twee werkzame posities kunnen innemen .zijn gekoppeld aan de 30 klauwen zodat deze daardoor zodanig-kunnen worden bewogen dat ze tot omklemmende ingrijping met de .mast kunnen worden gebracht.
5. Verbindingsconstructie volgens conclusie 4, gekenmerkt doordat de middelen -'die ten"minste twee werkzame posities kunnen innemen bestaan ; uit ten minste één. uitsparingsorgaan voor het opnemen van het -ene -einde . ; 8 4 0 1 Q87___: ι · ....... "V· . ·· ' *'' ' ' ; -9- . van de giek daarin, waarbij het uitsparingsorgaan -.scharnierend is verbonden aan -de klauwen -waardoor,beweging van de giek in een richting om het uitsparingsorgaan te draaien om zijn scharnier dient ter uitvoering van de ene-draairichting teneinde de . klauwen .zodanig te bewegen 5 .dat .deze tot -omklemmende ingrijping met de /anast - worden gebracht. 6- tayblndi-ng^ecin stmcfcie -gol-gens jconchisie 5 , gekenmerkt dooT-dat .de . middelen die ten .minste twee werkzame posities kunnen innemen bestaan uit twee uitsparingsorganen voor het opnemen, van respectievelijk de twee bij de mast gelegen einden van een vorkgiek, waarbij de uitsparingsor-10 ganen zijn verbonden aan een gemeenschappelijk scharnier en met de giek beweegbaar zijn ten opzichte van de klauwen om dat scharnier.
7. Verbindingsconstructie volgens conclusie 6, gekenmerkt doordat deze is voorzien van een steunorgaan, waarbij de klauwen aan de ene zijde zijn verbonden aan ween iklauwschamier- idat-jzich,--uitstrekt .door het .15 -steunorgaan en wel -evenwijdig aan-de omklemelementen. van de half-cilindrische klauwen -en waarbij het gemeenschappelijk scharnier zich uit— strekt door het steunorgaan vlakbij .het klauwschamier en in een vlak dat loodrecht staat .op dat "klauwschamier, terwijl de uitsparingsorganen zijn geplaatst aan de tegenover elkaar .gelegen einden van het gemeen— 20 schappelijke scharnier .zodat .deze als. een eenheid -kunnen -worden bewogen j 'in een boog .die is gelegen tassen -een positie waarin .-de uitsparingsor- - t . ' - ganen aan weerskanten van de klauwen zijn geplaatst en deze tot ·.: omklem-. ; anende ingrijping met de .mast drukken en een positie 'waarin 4e uitspa-ringsorganen de klauwen hebben -vrijgemaakt .zodat 4eze. kunnen -worden ge-25 opend.
8. Verbindingsconstructie volgens conclusie 7, gekenmerkt doordat de klauwen zijn vervaardigd van in wezen stijf materiaal en aan de binnen-{ ; kant zijn voorzien van *een verende laag el-astomerisch materiaal. 84 0 1 0 8 7 __
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
US48247083 | 1983-04-06 | ||
US06/482,470 US4516873A (en) | 1983-04-06 | 1983-04-06 | Sailboard boom-to-mast connector |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8401087A true NL8401087A (nl) | 1984-11-01 |
Family
ID=23916213
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8401087A NL8401087A (nl) | 1983-04-06 | 1984-04-05 | Surfplank. |
Country Status (8)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4516873A (nl) |
JP (1) | JPS59199395A (nl) |
AU (1) | AU2623284A (nl) |
DE (1) | DE3409782A1 (nl) |
FR (1) | FR2543909A1 (nl) |
GB (1) | GB2137577B (nl) |
IT (1) | IT1198810B (nl) |
NL (1) | NL8401087A (nl) |
Families Citing this family (16)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4708079A (en) * | 1984-03-28 | 1987-11-24 | Gaastra Sails International Ltd. | Flex wing apparatus with resilient couplings |
JPS61127098U (nl) * | 1985-01-29 | 1986-08-09 | ||
GB8511044D0 (en) * | 1985-05-01 | 1985-06-12 | Sales J | Sail assembly |
DE3517740A1 (de) * | 1985-05-17 | 1986-11-20 | Dieter 8242 Bischofswiesen Frank | Gabelbaumkopfbefestigung |
CA1259861A (en) * | 1985-08-21 | 1989-09-26 | Dennis M. Smith | Sailboard booms |
DE3538931A1 (de) * | 1985-11-02 | 1987-05-14 | Hannes Marker | Gabelbaum |
CH664124A5 (fr) * | 1985-11-22 | 1988-02-15 | Manuel Fontannaz | Dispositif de fixation du wishbone au mat d'une planche a voile. |
US4674428A (en) * | 1985-12-16 | 1987-06-23 | Weber Matthew D | Varible outhaul wishbone boom for board sailor |
US4696249A (en) * | 1986-03-28 | 1987-09-29 | Foy Michael W | Apparatus for attaching sail-board boom to mast |
DE3641930A1 (de) * | 1986-12-09 | 1988-06-16 | Franz Schlittenbauer | Gabelbaumbefestigung am mast, insbesondere eines surfsegelbretts |
DE3643682A1 (de) * | 1986-12-20 | 1988-06-23 | Hannes Marker | Schraenk-gabelbaummastbefestigung |
GB2200881A (en) * | 1987-01-28 | 1988-08-17 | John Pownall Atkinson | Wishbone boom for a sailing craft |
DE3708589A1 (de) * | 1987-03-17 | 1988-09-29 | Hannes Marker | Vorrichtung zur loesbaren befestigung eines gabelbaums am mast eines segelbretts |
US5007361A (en) * | 1989-04-06 | 1991-04-16 | Swanstrom Thomas M | Boom-mast coupler for windsurfer |
US5010932A (en) * | 1989-07-10 | 1991-04-30 | Brinz Joseph A | Adjustable sailboard boom handle apparatus |
US5355746A (en) * | 1993-08-04 | 1994-10-18 | Topeak Inc. | Mount for optional equipment for bicycles |
Family Cites Families (12)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPS5199922A (nl) * | 1975-02-28 | 1976-09-03 | Matsushita Electric Ind Co Ltd | |
CH616374A5 (en) * | 1977-08-02 | 1980-03-31 | Werner Steiner | Device on a windsurfer for the releasable and articulated fastening of its wishbone boom to its mast |
DE2816584C2 (de) * | 1978-04-17 | 1985-07-18 | Marker, Hannes, 8100 Garmisch-Partenkirchen | Mast-Gabelbaum-Verbindung für Segelbretter |
WO1979001078A1 (en) * | 1978-05-16 | 1979-12-13 | O Huess | Wishbone |
FR2445268A1 (fr) * | 1978-12-27 | 1980-07-25 | Jolivet Christiane | Piece de fixation de wishbone sur le mat d'une planche a voile |
US4319536A (en) * | 1980-05-12 | 1982-03-16 | Henry Hoyle Schweitzer | Boom attaching mechanism |
DE3100624A1 (de) * | 1980-08-08 | 1982-08-26 | Hannes 8100 Garmisch-Partenkirchen Marker | Gabelbaumbeschlag |
DE3046470A1 (de) * | 1980-12-10 | 1982-07-15 | Shark Wassersportgeräte GmbH, 2830 Bassum | Rigg fuer segelbrett |
DE3230574A1 (de) * | 1981-08-21 | 1983-03-03 | Ian T. 95125 San Jose Calif. McNelly | Segelvorrichtung |
DE3139122A1 (de) * | 1981-10-01 | 1983-04-14 | Karl Rafeld Kg, 8954 Biessenhofen | Mast-gabelbaum-verbindung |
US4448142A (en) * | 1981-11-02 | 1984-05-15 | The Coleman Company, Inc. | Boom assembly for sailboard |
US4424759A (en) * | 1983-05-09 | 1984-01-10 | Neodyne Corporation | Sailboard gooseneck |
-
1983
- 1983-04-06 US US06/482,470 patent/US4516873A/en not_active Expired - Fee Related
-
1984
- 1984-03-16 DE DE19843409782 patent/DE3409782A1/de not_active Withdrawn
- 1984-03-23 GB GB08407595A patent/GB2137577B/en not_active Expired
- 1984-03-29 AU AU26232/84A patent/AU2623284A/en not_active Abandoned
- 1984-04-04 IT IT09369/84A patent/IT1198810B/it active
- 1984-04-05 FR FR8405407A patent/FR2543909A1/fr not_active Withdrawn
- 1984-04-05 NL NL8401087A patent/NL8401087A/nl not_active Application Discontinuation
- 1984-04-06 JP JP59067791A patent/JPS59199395A/ja active Pending
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
GB2137577A (en) | 1984-10-10 |
GB2137577B (en) | 1987-02-11 |
FR2543909A1 (fr) | 1984-10-12 |
US4516873A (en) | 1985-05-14 |
DE3409782A1 (de) | 1984-10-11 |
GB8407595D0 (en) | 1984-05-02 |
JPS59199395A (ja) | 1984-11-12 |
IT8409369A0 (it) | 1984-04-04 |
IT1198810B (it) | 1988-12-21 |
AU2623284A (en) | 1984-10-11 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8401087A (nl) | Surfplank. | |
KR102385300B1 (ko) | 예인선 | |
KR102383665B1 (ko) | 예인선 | |
KR102391183B1 (ko) | 예인선 | |
AU678021B2 (en) | Sailboat | |
US4473022A (en) | Sail construction | |
EP0083806B1 (en) | A sail and rigging for a sailing-apparatus | |
FR2740427A1 (fr) | Navire tracte par cerf-volant via un bras articule | |
US3257986A (en) | Marine towing warpable thrust coupling | |
US4850916A (en) | Sailboard steering arrangement | |
EP0151591A1 (fr) | Greement, notamment pour planche a voile. | |
DE19528796A1 (de) | Verfahren zum Betreiben eines Segelschiffes und Segelschiff | |
FR2622530A1 (fr) | Voile a fente verticale pour embarcation a voile | |
US5392726A (en) | Sailboat | |
FR2529855A1 (fr) | Bateau multicoque perfectionne | |
FR2749269A1 (fr) | Vehicule nautique du type catamaran | |
FR2725951A1 (fr) | Bateau a voile multicoque a flotteurs plats | |
FR2778386A1 (fr) | Double mature en parallele pour voiliers multicoques | |
FR2877913A1 (fr) | Greement trapeze | |
EP2042424B1 (fr) | Engin nautique hybride planche à voile/dériveur de sport pourvu d'un mât haubané inclinable simultanément dans le plan transversal et le plan longitudinal | |
FR2628698A1 (fr) | Voilier de vitesse a voilure sustentatrice | |
FR2619782A1 (fr) | Embarcation de loisir et de sport articulee a deux coques l'une equipee d'une voile manoeuvree par l'utilisateur place sur l'autre coque | |
WO1998043874A1 (de) | Tragrahmen für ein segelrigg | |
FR2736034A1 (fr) | Greement a voile a deplacement lateral | |
FR2556311A1 (fr) | Dispositif de renforcement du point d'ecoute d'une voile et plus particulierement d'une planche a voile |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BV | The patent application has lapsed |