NL8400330A - Afdraaiinrichting. - Google Patents

Description

I 9^2

X I ^ J " ' V

SE 83 005 ML «3 ?sr^ ;:’.* < I t &, y t-:e·?· i

Afdraaiinrichting

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het afdraaien van het regelwiel van een centerloze slijpmachine met doorvoer, welke een afdraaipunt omvat, dat aangebracht is in een verplaatsbare houder, welke samen met het afdraaipunt 5 verplaatsbaar is in een vlak langs het regelwiel, terwijl de draaias van het regelwiel schuin ten opzichte van genoemd vlak staat.

Bij het slijpen van cylindrische werkstukken met doorvoer in een centerloze slijpmachine, wordt de axiale toevoer van de 10 werkstukken uitgevoerd door het feit dat de as van het regelwiel schuin ten opzichte van het slijpwiel staat, zodat een axiale kracht van het regelwiel op de werkstukken wordt uitgevoerd.

Om een voldoende wrijvingscoëfficiënt tussen het regelwiel en de werkstukken te handhaven en om een geschikte vorm van 15 het regelwiel te handhaven, moet het regelwiel van tijd tot tijd afgedraaid worden. Daartoe wordt een afdraaiinrichting, welke meestal een diamanten punt omvat, langs het oppervlak van het regelwiel bewogen, waarbij een laag van het oppervlak van betreffend wiel wordt verwijderd. De afdraaiinrichting wordt 20 daarbij op de meest eenvoudige manier bewogen in een baan die een rechte lijn evenwijdig aan de toevoerbaan van de werkstukken beschrijft, terwijl het regelwiel rond een as draait, welke schuin staat zoals hierboven vermeld. Een dergelijke afdraaiprocedure geeft een hyperbolische vorm van het oppervlak van het regelwiel.

25 Om meerdere redenen is het wenselijk een zo lang mogelijk lijncontact met het regelwiel hebben, maar aangezien de werkstukken een cylindrische vorm hebben, d.w.z. een bepaalde dikte hebben, kan lijncontact in theorie niet tot stand gebracht worden tussen een werkstuk en een regelwiel dat gevormd is 30 zoals hierboven beschreven, daarenboven verslechteren de omstandigheden naarmate de diameter van het werkstuk toeneemt.

8400330 * ' /2* 2

Het is bekend de onnauwkeurigheid van genoemd lijncontact te compenseren door de helling van het regelwiel na de afdraai-bewerking te vergroten, maar deze methode is onpraktisch, omdat zij inhoudt dat de helling van het regelwiel voor en na 5 elke afdraaibewerking veranderd moet worden. Een andere compensatiemethode bestaat uit het laten hellen van de baan van de werkstukken door de machine, maar deze methode is alleen praktisch voor korte werkstukken en beïnvloedt ook het contact tussen het slijpwiel en de werkstukken. Om lijncontact 10 tot stand te brengen is het ook mogelijk een afdraaiinrichting te gebruiken in de vorm van een rol met dezelfde diameter als de werkstukken. Een dergelijke oplossing is echter duur omdat de kosten van elke afdraairol hoog zijn en verschillende rollen gebruikt moeten worden voor verschillende werkstukdiameters.

15 Bovendien zou het nodig zijn in een aandrijfinrichting voor de rol te voorzien om deze te laten draaien.

Nog een oplossing, die b.v. getoond is in U.S. octrooi schrift 2,459,923, bestaat uit het toepassen van een .afdraaipunt op een ondersteuning die beweegbaar is langs het regelwiel en 20 het laten bepalen van de baan van het afdraaipunt door een vormstaaf met een cylindrisch oppervlak dat samenwerkt met een aan de ondersteuning bevestigde volger, waarbij, om een aanpassing aan verschillende diameters van het werkstuk te verkrijgen, de staaf gedraaid kan worden in een vlak dat in 25 hoofdzaak loodrecht op de richting van de drukkracht van de volger tegen de staaf staat. Deze oplossing heeft het nadeel dat de volger ee.n curve moet volgen langs een oppervlak dat gekromd is in meerdere loodrechte ’ vlakken als de staaf schuin staat, hetgeen leidt tot een scheve belasting en een onvolmaakte 30 vormnauwkeurigheid bij de afdraaibewerking.

Ook is het bekend een vormstaaf althans gedeeltelijk elastisch vervormbaar te maken, zodat de staaf gebogen kan worden door het uitoefenen van een of meer krachten die geproduceerd worden

840033Q

3

fr- V

door stelschroeven, welke in hoofdzaak loodrecht gericht zijn op dat oppervlak van de staaf dat de baan van hét afdraaipunt bepaalt. Dergelijke inrichtingen zijn b.v. getoond in Zweeds Octrooischrift 314.008, in Duits Offenlegungsschrift 2.153.201 5 en in U.S. Octrooischriften 2.073.577 en 2.282.038. Bij dergelijke inrichtingen is het moeilijk om aan het oppervlak de gewenste boogvorm te geven. Een veelvoud aan stelschroeven is vereist om een variabele curvestraal en gehandhaafde boogvorm te verkrijgen, hetgeen een ingewikkelde fabricage en behandeling 10 impliceert. Indien vervorming uitgevoerd wordt met slechts een stelschroef, wordt de curve onrond, met uitzondering misschien van staven met flexibele delen, welke op speciale manier gevormd zijn bij een bepaalde graad van vervorming, hetgeen een beperkte bruikbaarheid en nauwkeurigheid met zich meebrengt. De lood-.

L5 rechte richting van de schroeven maakt een relatief grote inrichting nodig voor het opvangen van reactiekrachten.

De onderhavige uitvinding beoogt in een afdraaiinrichting te voorzien, welke bestaat uit eenvoudige en goedkope onderdelen en waarmee het regelwiel op een eenvoudige manier afgedraaid 20 kan worden tot een nauwkeurige vorm, welke het gewenste contact met het werkstuk geeft. Dit wordt volgens de uitvinding bereikt door de inrichting te voorzien van de kenmerkende eigenschappen, welke vermeld zijn de conclusie 1.

Aan een inrichting volgens de uitvinding kan gemakkelijk de 25 gewenste vorm gegeven worden door het instellen van de curve in een enkel vlak,, zodat het afdraaien met een diamanten punt het oppervlak van een regelwiel vormen geeft die geschikt zijn voor aanpassing aan werkstukken met verschillende diameters.

Nu volgt een gedetailleerde beschrijving van de uitvinding, onder 50 verwijzing naar de tekening, waarin figuur 1 een schematisch aanzicht toont van de afdraaiinrichting en van aangrenzende delen van de slijpmachine volgens een uitvoering van de uitvinding, en figuur 2 de vormstaaf in de inrichting en de 8400330 i' 4 instelelementen daarvan toont in een aanzicht volgens II - II in figuur 1.

Figuur 1 toont de hoofdopbouw van de uitvinding; de relatieve maten van de elementen in de inrichting kunnen afwijken van de 5 werkelijke omstandigheden. Het regelwiel van de slijpmachine heeft referentienummer 1 gekregen en de draaias daarvan staat onder een hoek tot het normale vlak van het papier. Een afdraaiinrichting 2, welke een diamanten punt 3 in een houder 4 omvat, is beweegbaar in een hoofdzakelijk horizontale richting 10 loodrecht op het vlak van het papier. Een geleider 5 is voorzien als ondersteuning en lager voor een bed 6 van de houder 4. Het bed 6 met de houder 4 en de punt 3 zijn verplaatsbaar langs de geleider 5, en de houder 4 is op zijn beurt verplaatsbaar in het vlak van het papier op het bed 6, zodat de punt 3 in 15 aanraking gebracht kan worden met het oppervlak van het regelwiel 1. De houder 4 wordt door een veer 7 onderworpen aan een in de figuur naar rechts gerichte kracht. Een vormstaaf 9 is voorzien op een fundering 8. De staaf 9 heeft een hoofdzakelijk vlak oppervlak 11 samen met een volger 12 in de vorm van een 20 schuivende schoen, welke in verbinding met de houder 4 kan verschuiven als de afdraaiinrichting 2 langs de geleider 5 verplaatst wordt. De stand van de volger 12 op de houder 4 kan ingesteld worden met behulp van een stelschroef 13, zodat de stand van de punt 3 aangepast kan worden aan verschillende 25 diameters van het regelwiel 1. De stand van de houder kan aangegeven worden door een indicator 14.

Figuur 2 toont hoe de staaf 9 ontworpen is. Deze heeft een verlengd deel 15, dat voorzien is van het oppervlak 11, dat in aanraking komt met de volger 12. De inrichting is voorzien van 30 middelen 16-20 voor het tot stand brengen van elastische deformatie· van de vormstaaf 9 en daardoor variatie van de curve van het oppervlak 11 in een vlak dat samenvalt met de baan van de volger 12. Daartoe is in de getoonde uitvoering elk eind van het verlengde deel 15 voorzien van benen 16, 17, welke de 8400330 V*. — 5 staaf een U-vorm geven. Hen spanelement, dat in de getoonde uitvoering de vorm van een staaf 18 heeft, strekt zich uit tussen de benen 16, 17. Elk eind van de staaf heeft een van schroefdraad voorziene opening, waarin een schroef 19 resp. 20 is 5 voorzien. De respectieve schroeven raken een ondersteunend oppervlak op elk been 16 resp. 17 en drukken de benen naar elkaar als zij aangedraaid worden, waardoor de vormstaaf elastisch vervormd wordt, zodat de curve van het oppervlak 11 verandert in een vlak dat samenvalt met het vlak van de volger ,0 12. Op deze wijze kan de baan van de afdraaipunt 3 langs het regelwiel worden gevarieerd door het aandraaien van een der of van beide stelschroeven 19, 20. Mogelijkerwijs kan een eind van de staaf 18 door andere middelen verbonden worden met een van de benen van de vormstaaf. De vormstaaf is op geschikte ,5 wijze gemaakt van gehard gereedschapsstaal. Bij een vormstaaf met een lengte van ongeveer 450 mm en een in hoofdzaak vierkante dwarsdoorsnede van ongeveer 35 x 35 mm, kan de stand van het midden van het oppervlak 11 ongeveer 0,4 mm verplaatst worden uit de stand waarin het oppervlak 11 vlak is ten opzichte >0 van de toestand waarin het oppervlak een maximale curve heeft binnen het elastisch vervormingsgebied. Binnen dit gebied is de curve van het oppervlak 11 ongeveer boogvormig, hetgeen een geschikte vorm geeft aan het oppervlak van het regelwiel 1.

Genoemde variatie van de curve maakt het mogelijk de vorm 25 van het regelwiel aan te passen aan werkstukken 21 in figuur 1, waarvan de diameter kan variëren tussen limieten, welke bepaald worden door de capaciteit van een in andere opzichten normale slijpmachine. Elke gegeven werkstukdiameter komt overeen met een optimale curve van het oppervlak 11. De curve kan ingesteld 30 worden door b-v. de volger 12 in het midden van het oppervlak 11 te plaatsen en door het spanelement 18, 19, 20 volledig te ontlasten. Daarna wordt de meetindicator 14 verbonden met de houder 4 en het spanelement wordt aangedraaid totdat de vervorming van de vormstaaf aangeeft welke overeenkomt met 35 de gewenste curve van het oppervlak 11.

8400330

Claims (2)

1. Inrichting voor het afdraaien van een regelwiel (1) in een centerloze slijpmachine met doorvoer, omvattende een afdraaipunt (3) aangebracht in een beweegbare houder (4), welke samen met de afdraaipunt beweegbaar is langs het 5 regelwiel, waarbij de draaias van het regelwiel schuin staat ten opzichte van de bewegingsrichting van de. draaipunt, waarbij de baan van de afdraaipunt bepaald wordt door een vormstaaf (9), welke een oppervlak (11) heeft dat samenwerkt met een volger (12), welke is aangebracht in verbinding met .0 de houder (4), met het kenmerk, dat de vormstaaf (9) aan elk eind een been (16, 17) heeft, en dat een spanelement (18, 20) zich in hoofdzaak evenwijdig aan het oppervlak (11) tussen de benen uitstrekt en voorzien is van middelen (19, 20) voor het variëren van een door het spanelement uitgeoefende .5 kracht, welke kracht de benen naar elkaar dwingt tijdens elastische vervorming van de vormstaaf (9), waardoor een variatie van de curve van het oppervlak (11) wordt bewerkstelligd in een vlak dat samenvalt met de baan van de volger (12). 10

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het spanelement een staaf (18) omvat, welke aan tenminste een einde en axiaal, een van schroefdraad voorziene opening heeft, waarin een schroef (19, 20) past, welke verbonden is met een been (16 resp. 17) van de vormstaaf (9). 8400330