NL8400175A - Inrichting voor afrekenautomaten voor het opslaan van munten. - Google Patents

Description

t VO 5337

Titel: Inrichting voor afrekenautomaten voor het opslaan van munten.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor afrekenautomaten voor de verkoop van goederen of het verrichten van diensten voor het opslaan van munten, voorzien van een kanaal voor het inwerpen van munten, van een daaropvolgend opslagkanaal, alsmede van een teruggeef-5 kanaal en een afrekenopening, waarbij een schroefveer voor het tussen elke twee naburige veerwindingen opnemen van een munt is aangebracht in het opslagkanaal, welke schroefveer door een motor in elk der twee draairichtingen over althans een volledige draaiing kan worden aangedreven.

10 Dergelijke inrichtingen zijn zowel bekend als zogenoemde tussen- opslaginrichtingen voor munten vein verschillende waarden, voorzien van een daaropvolgend mechanisme voor het sorteren van munten, en als zogenoemde restgeldopslaginrichtingen voor munten van dezelfde waarde. In de tussenopslaginrichtingen worden alle munten opgeslagen van een verkoop, IS opdat dezelfde munten, die voor deze verkoop zijn betaald, weer kunnen worden teruggegeven wanneer de verkoop wordt geannuleerd door de gebruiker van de automaat, bijvoorbeeld wegens niet voldoende munten of wegens een foutieve keuze van de goederen of de dienstverrichting. De in het opslagkanaal aanwezige munten van verschillende waarden worden in dit geval 20 via een teruggeefkanaal teruggegeven aan de gebruiker. Hierdoor wordt uitgesloten, dat de gebruiker valse munten, die om een of andere reden de muntentoetser passeren, omwisselt voor goede munten uit de automaat.

Bij een behoorlijke verkoop worden de in het opslagkanaal van de tussen-opslaginrichting tussentijds opgeslagen munten toegevoerd aan een daarop-25 volgend mechanisme voor het sorteren van munten, zodat zij vervolgens overeenkomstig hun waarde kunnen worden overgebracht in de eigenlijke opslaginrichting van de afrekenautomaat, respectievelijk in de eindkassa daarvan.

De restgeldopslaginrichting van een automaat voor de verkoop van 30 goederen of voor het verrichten van diensten bevat munten van dezelfde waarde, omdat deze inrichting bestemd is om bij automaten, die wisselgeld uitgeven, de noodzakelijke hoeveelheid restgeld voorradig te houden. Een dergelijke restgeldopslaginrichting is in een automaat op gebruiker: 84 0 0 1 75 - 2 - lijke wijze aangebracht achter een mechanisme voor het sorteren van munten, zodat de inrichting niet alleen het daarin opgeslagen restgeld kan uitgeven, maar ook kan worden bijgevuld met munten uit betalingen.

De bekende inrichting voor het opslaan van munten, voorzien van 5 een op een kanaal voor het inwerpen van munten volgend opslagkanaal, bézit het nadeel, dat enerzijds de constructie betrekkelijk omslachtig en duur is, en anderzijds de constructie een betrekkelijk groot bouwvolume heeft. Aan de uitvinding ligt derhalve de opgave ten grondslag een dergelijke opslaginrichting voor munten constructief te vereenvou-10 digen en de ruimtebehoefte daarvan te verkleinen.

De oplossing is volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat het opslagkanaal is uitgevoerd als zijdelingse geleiding voor de schroefveer, en doordat het teruggeefkanaal over althans een spoed van de schroefveer verspringend is aangebracht ten opzichte van het inwerpkanaal aan de 15 van het opslagkanaal afgekeerde zijde daarvan.

Met dit voorstel wordt een zowel voor tussenopslaginrichtingen als voor restgeüldopslaginrichtingen toepasbare constructie verschaft, die ruimtebesparend is en bestaat uit eenvoudige en derhalve goedkope onderdelen.

20 De in plaats van bijvoorbeeld dure wormen toepasbare schroefveer is niet alleen aanzienlijk goedkoper, maar maakt de opslag mogelijk van een aanzienlijk groter aantal munten in hetzelfde bouwvolume. Hierbij kunnen zowel munten van dezelfde als munten van verschillende waarde worden opgeslagen tussen de afzonderlijke windingen van de schroefveer.

25 In afhankelijkheid van de draairichting van de schroefveer kunnen de tussen de veerwindingen zich bevindende munten worden opgeslagen of door het teruggeefkanaal worden teruggegeven. Het de schroefveer opnemende opslagkanaal is volgens de uitvinding tevens uitgevoerd als zijdelingse geleiding voor de schroefveer, zodat kan worden afgezien van aanvullende 30 lei-elementen voor de schroefveer-

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm is het opslagkanaal in doorsnede V-vormig met een rechtlijnig, de diameter van de schroefveer overschrijdend been, en een zich met een ronding overeenkomstig de kromming van de veerwindingen aansluitend gekromd been, dat de schroefveer omsluit 35 over een booglengte van meer dan 90°. Door gebruik van het rechtlijnige, 8400175 v — <* - 3 - de diameter van de schroefveer overschrijdend been kunnen munten van verschillende diameter worden opgeslagen in het opslagkanaal. Als gevolg van het gekromde, de schroefveer over een booglengte van meer dan 90° omsluitend been wordt ervoor gezorgd, dat de schroefveer niet 5 in dwarsrichting uit het opslagkanaal naar buiten kan komen.

Een beslissend voordeel van het gebruik van een schroefveer is, dat volgens verdere kenmerken het opslagkanaal en de schroefveer boogvormig kunnen verlopen althans een kromming, waarbij de schroefveer aan beide einden synchroon kan worden aangedreven. Hierdoor is het mogelijk 10 af te zien van een rechtlijnig verloop van het opslagkanaal en zodoende de schroefveer, en deze in bovenaanzicht U-vormig, S-vormig, cirkelvormig of op een willekeurige gewenste wijze met een of meer krommingen uit te voeren. Hierdoor kan de ruimtebehoefte van de opslaginrichting aanzienlijk worden verminderd.

15 Bij een U-vormige uitvoering van het opslagkanaal en de schroefveer ontstaat het voordeel, dat volgens een verder kenmerk de twee einden van de schroefveer via drijfrondsels, alsmede tussenwielen kunnen worden gedreven vanaf het drijftandwiel van een gemeenschappelijke motor, zodat ook voor wat dit betreft aanzienlijke constructievereenvoudigingen ont-20 staan.

Wanneer de opslaginrichting wordt uitgevoerd als tussenopslag-inrichting voor munten van verschillende waarden, is aan het einde van het opslagkanaal een mechanische sorteerinrichting aangebracht. Deze sorteerinrichting kan zijn voorzien van overeenkomstig de muntdiameters 25 gegradeerde sorteeropeningen, die worden gevormd door een gegradeerde, draaibaar gelegerde rol.

Wanneer deze, de sorteeropeningen van de sorteerinrichting vormende rol volgens een verder kenmerk in één richting kan worden aangedreven, kunnen zelfs de in het gebied van de sorteeropeningen zich bevindende 30 munten door het draaien van de schroefveer in de teruggeefrichting worden teruggeleid in het eigenlijke opslagkanaal, omdat deze drijving van de rol de mogelijkheid verschaft om in het gebied van de sorteeropeningen zich bevindende munten ondanks de aanwezige gegradeerde sorteeropeningen, terug te bewegen in het sorteerkanaal.

35 Met het onderhavige voorstel wordt in het totaal een opslaginrichting 84 0 0 1 7 5 «r- % - 4 ~ voor munten verschaft, die ondanks de eenvoudige en zodoende goedkoop te vervaardigen opbouw en de kleine ruimtebehoefte, een grote werkings-betrouwbaarheid bezit, en kan worden gebruikt als tussenopslaginrichting voor munten van verschillende waarden alsmede als restgeldopslaginrich-5 ting voor munten van dezelfde waarden.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 een bovenaanzicht is van een uitvoeringsvorm van de opslag-inrichting, en 10 fig. 2 een doorsnede is volgens de lijn II-II in fig. 1.

Het in de tekening afgebeelde uitvoeringsvoorbeeld is uitgevoerd als tussenopslaginrichting voor het inbouwen in afrekenautomaten voor de verkoop van goederen of het verrichten van diensten. Het omvat een grond-plaat 1, waarop een in bovenaanzicht U-vormig opslagkanaal 2 is aange-15 bracht. Dit bijvoorbeeld van kunststof of lichtmetaal gemaakte opslagkanaal 2 bezit, zoals blijkt uit fig. 2, een in hoofdzaak V-vormige opneemdoorsnede voor het lopslaan van. imunten, waarvan in fig. 2 met een streepstippellijn een munt M is afgeheeld.

In het opslagkanaal 2 is een schroefveer 3 aangebracht voor het 20 tussen elke twee naburige veerwindingen opnemen van een munt M. De schroefveer 3 is in doorsnede in fig. 2 en in bovenaanzicht in fig. 1 te zien, in welk bovenaanzicht het middelste deel van de schroefveer 3 ter vereenvoudiging van de tekening is weggelaten.

De twee einden van de schroefveer 3 zijn elk bevestigd aan een 25 cilindrisch aanzetstuk 4a van een drijfwiel 4. De drijfwielen 4 zitten elk aan een drijfas 4b, die draaibaar is gelegerd in een aan de grond-plaat 1 bevestigd legergestel 5. Aan elk der drijfassen 4b is een drijf-rondsel 4c bevestigd. Terwijl het ene drijfrondsel 4c direkt aangrijpt in een drijftandwiel 6a van een motor 6, is het andere drijfrondsel 4c 30 via drie tussenwielen 7a, 7b en 7c van een keerdrijfwerk zodanig verr bonden met het drijftandwiel 6a van de motor 6, dat de schroefveer 3 via de aanzetstukken 4a van de drijfwielen 4 aan beide einden in dezelfde draairichting kan worden aangedreven.

De bij dit uitvoeringsvoorbeeld voor het tussentijds opslaan van 35 munten van verschillende waarden voorziene schroefveer 3 is draaibaar 8400175 • '* - 5 - gelegerd in het opslagkanaal 2. Het opslagkanaal 2 bezit hiertoe de in hoofdzaak V-vormige doorsnede met een rechtlijnig been 2a, waarvan de lengte de diameter van de schroefveer 3 overschrijdt, zodat volgens fig. 2 ook munten M met een grotere diameter in het opslagkanaal 3 kun-5 nen worden opgeslagen en geleid. Op dit rechtlijnige been 2a sluit via een ronding 2b, waarvan de kromming overeenkomt met de kromming van de veerwindingen, een gekromd 2c aan, dat volgens fig. 2 de schroefveer 3 over een booglengte van meer dan 90° omsluit. Hierdoor wordt bereikt, dat de draaiende schroefveer 3 zodanig wordt geleid in het opslagkanaal 10 2, dat zij zich niet dwars op de draairichting uit het opslagkanaal 2 kan opheffen.

De op te slane munten worden elk door een kanaal 7 voor het inwerpen van munten toegevoerd aan de in het opslagkanaal 2 zich bevindende schroefveer 3, welk inwerpkanaal 7 zich bij het uitvoeringsvoorbeeld 15 volgens fig. 1 aan de binnenzijde bevindt van de schroefveer 3. Aan de buitenzijde van de schroefveer 3 is een teruggeefkanaal 8 voorzien, dat bij het uitvoeringsvoorbeeld met een spoed van de schroefveer 3 ten opzichte van het inwerpkanaal 7 verspringend is aangebracht, te weten in de richting naar het einde van de schroefveer 3.

20 Wanneer een munt in het inwerpkanaal 7 komt, wordt de munt door het kanaal toegevoerd aan de betreffende, tegenover het inwerpkanaal 7 zich bevindende winding van de schroefveer 3. In het gebied van het inwerpkanaal 7 is althans één censor 9 aangebracht voor het registreren van de in het inwerpkanaal 7 aankomende munten. De censor 9 brengt het inscha-25 kelen tot stand van de motor 6 om de schroefveer 3 over een volledige draaiing aan te drijven. Hierdoor wordt in de ene draairichting de in de schroefveer 3 naar binnen geleide munt met een spoed van de schroefveer 3 in het opslagkanaal 2 getransporteerd, zodat een vrije winding van de schroefveer 3 voor het opnemen van een andere munt tegenover het 30 inwerpkanaal 7 staat. Op deze wijze kunnen willekeurig veel munten, ook van verschillende waarden, in het opslagkanaal 2 worden opgeslagen.

Wanneer als gevolg van het afrekenen van de verkoop, de tussentijds opgeslagen munten moeten worden teruggegeven, wordt de schroefveer 3 door de motor 6 aangedreven in de tegengestelde draairichting. Hierdoor 35 komen de in de windingen van de schroefveer 3 zich bevindende munten na 8400175 - 6 - elkaar in het gebied van het teruggeefkanaal 8, met behulp waarvan zij worden teruggegeven aan de gebruiker, te weten tegengesteld aan de volgorde van de betaling. Door een aangepaste besturing van de motor 6 met bewaking door een censor 12 wordt er hierbij voor gezorgd, dat door het 5 terugdraaien van de schroefveer 3, via het teruggeefkanaal 8 alleen de munten worden uitgegeven, die voor de afgebroken verkoop zijn betaald.

Om de in het opslagkanaal 2 zich bevindende munten overeenkomstig hun waarde te kunnen toevoeren aan daaropvolgende opslaginrichtingen respectievelijk de eindkassa van de automaat, is aan het einde van het 10 opslagkanaal 2 een mechanisme voor het sorteren van munten aangebracht. Bij het afgebeelde uitvoeringsvoorbeeld betreft het een mechanische sorteerinrichting met overeenkomstig de muntdiameters gegradeerde sorteeropeningen 10a - lOf, waarvan de openingsbreedte toeneemt naar het einde van het opslagkanaal 2. De openingsbreedte van de sorteeropeningen 15 10a - 1Of komt bijvoorbeeld overeen met de diameters van stuivers, dubbeltjes, kwartjes, guldens, rijksdaalders, enz.

Bij het afgebeelde uitvoeringsvoorbeeld worden de sorteeropeningen 10a - lOf gevormd door een gegradeerde rol 11, die draaibaar is gelegerd aan een as 11a. Via een aan de as 11a bevestigd rondsel 11b wordt de 20 rol 11 overeenkomstig de draaibeweging van de schroefveer 3 aangedreven door de motor 6. Hierdoor wordt in samenhang met afschuiningen tussen de afzonderlijke gradaties van de rol bereikt, dat ook in het gebied van de sorteeropeningen 10a - lOf liggende munten in de teruggeefrichting kunnen worden getransporteerd in het opslagkanaal 2, zonder klem te 25 komen te zitten tegen de gradaties van de rol 11.

Zoals het in fig. 1 afgebeelde uitvoeringsvoorbeeld toont, is het zonder meer mogelijk het opslagkanaal 2 en de daarin aangebrachte schroefveer 3 uit te voeren met een bochtvormig verloop, te weten met één of meer krommingen. In plaats van de halfcirkelvormige kromming van 30 het uitvoeringsvoorbeeld, kunnen het opslagkanaal 2 en de schroefveer 3 ook S-vormig of cirkelvormig, alsmede op elke willekeurige andere wijze met een of meer krommingen verlopen, zodat .een in elk willekeurig afzonderlijk geval optimaal aangepast verloop kan worden gegeven aan het opslagkanaal 2, waarbij er alleen op moet worden gelet, dat niet onder 35 bepaalde krommingsstralen voor het opslagkanaal 2 en de schroefveer 3 mag worden gekomen.

1400175

Claims (7)

1. Inrichting voor afrekenautomaten voor de verkoop van goederen of het verrichten van diensten, voor het opslaan van munten, voorzien van een kanaal voor het inwerpen van munten, van een daaropvolgend opslag-kanaal, alsmede van een teruggeefkanaal en. een afrekenopening, waarbij 5 een schroefveer voor het tussen elke twee naburige veerwindingen opnemen van een munt is aangebracht in het opslagkanaal, welke schroefveer door een motor in elk der twee draairichtingen over althans een volledige draaiing kan worden aangedreven, met het kenmerk, dat het opslagkanaal (2) is uitgevoerd als zijdelingse geleiding voor de schroefveer (3), 10 waarbij het teruggeefkanaal (8) over althans een spoed van de schroefveer verspringend is aangebracht ten opzichte van het inwerpkanaal (7) aam de van het opslagkanaal afgekeerde zijde daarvan.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het opslagkanaal (2) in doorsnede V-vormig is met een rechtlijnig, de diameter van 15 de schroefveer (3) overschrijdend been (2a) en met een zich met een ronding (2b) overeenkomstig de kromming van de veerwindingen daarop aansluitend, gekromd been.. (2c), dat de schroefveer omsluit over een boogr- O ' lengte van meer dan 90 .

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het ver-.20 loop van het opslagkanaal (2) en de schroefveer (3) boogvormig is met althans een kromming, waarbij de schroefveer aan de tweede einden synchroon kan worden aangedreven.

4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de twee einden van de schroefveer (3) via drijfrondsels (4c), alsmede 25 tussenwielen (7a, 7b, 7c) kunnen worden aangedreven vanaf het drijftand-wiel (6a) van een gemeenschappelijke motor.(6).

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een mechanische sorteerinrichting is aangebracht aan. het einde van het opslagkanaal.(2).

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de sorteerin richting is voorzien van overeenkomstig de muntdiameters gegradeerde sorteeropeningen (10a - lOf), die worden gevormd door een gegradeerde, draaibaar gelegerde rol (11). 3400175 - 8 -

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de rol (11) kan worden aangedreven voor het teruggegeven. 3 4 0-0 1 7 5