NL8304354A - Werkwijze en inrichting voor het vormen van een teruggestoken zelfkant, in het bijzonder geschikt voor weefinrichtingen voor een lussenweefsel. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het vormen van een teruggestoken zelfkant, in het bijzonder geschikt voor weefinrichtingen voor een lussenweefsel. Download PDF

Info

Publication number
NL8304354A
NL8304354A NL8304354A NL8304354A NL8304354A NL 8304354 A NL8304354 A NL 8304354A NL 8304354 A NL8304354 A NL 8304354A NL 8304354 A NL8304354 A NL 8304354A NL 8304354 A NL8304354 A NL 8304354A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
spindle
weft threads
selvedge
spring
stop
Prior art date
Application number
NL8304354A
Other languages
English (en)
Other versions
NL190199C (nl
NL190199B (nl
Original Assignee
Nuovo Pignone Spa
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nuovo Pignone Spa filed Critical Nuovo Pignone Spa
Publication of NL8304354A publication Critical patent/NL8304354A/nl
Publication of NL190199B publication Critical patent/NL190199B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL190199C publication Critical patent/NL190199C/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/40Forming selvedges
    • D03D47/48Forming selvedges by inserting cut end of weft in next shed, e.g. by tucking, by blowing

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)

Description

83.3146/Rey/AD
- A
Korte aanduiding: Werkwijze en inrichting voor het vormen van een teruggestoken zelfkant, in het bijzonder geschikt voor weef-inrichtingen voor een lussenweefsel
Door Aanvraagster wordt als uitvinder genoemd:
Luciano Corain te Vicenza, Italië
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vormen van een teruggestoken zelfkant, waarmee het mogelijk is om zowel eenvoudig als goedkoop, functioneel en aantrekkelijke zelfkanten te verkrijgen, zelfs in bad- of frottéstoffen, die worden vervaardigd 5 door het variëren van de aanslagstand van het riet, door het in het vak terugvoeren van de inslagdraadeinden, die op maat zijn gesneden na een aantal voorafgekozen vrije slagen in plaats van bij elke rietaanslag.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting voor het uitvoeren van de genoemde werkwijze, welke inrichting in staat is 10 om automatisch te voorkomen, dat de inslagdraadeinden het vak weer binnenkomen tijdens de vereiste stadia door de verschillende terugvoermecha-nismen vast te zetten in hun ruststand.
Zoals bekend is een lussenweefsel of badstof een weefsel dat is vervaardigd door de inslagdraad te binden met twee groepen kettingdraden, 15 die van twee afzonderlijke kettingbomen komen, waarbij de kettingdraden van een groep alle strak staan en dienen om met de inslagdraden de stevige structuur voor het weefsel te verkrijgen, waarbij de kettingdraden van de bijgevoegde groep, die alle minder strak staan dan de eerste en zodoende de lussenketting wordt genoemd in plaats hiervan bestemd zijn 20 voor het vormen van de kenmerkende lussen van de badstof, daar zij periodiek in een lus worden geplaatst bij elke vierde of vijfde aanslag van het riet.
Meer in detail, een aantal ingevoerde inslagdraden worden eerst door een blinde aanslag van het riet op een aantal millimeters vanaf de 25 rand van het geweven doek gebracht, waarna zij gezamenlijk door het riet tegen de doekrand worden aangeslagen met een volgende ingevoerde inslagdraad, waarbij deze inslagdraden langs de strakkere kettingdraden schuiven, en de inslagdraden van de lussenketting met zich mee nemen, zodat de laatste in een lus worden gebracht tussen het riet en de doek-30 rand om zodoende de badstofvormige structuur vormen.
Het hiervoor genoemde resultaat kan op twee verschillende manie- 8304354 Γ 2
83.3146/Rey/AD
* ren worden verkregen, namelijk: hetzij door het variëren van de aanslag-stand van het riet, of door de aanslagstand ongewijzigd te houden maar de stand van het kettingdradensamenstel te veranderen ten opzichte van de aanslagstand.
5 Aan de andere kant, is een badstofprodukt aantrekkelijker en zodoende winstgevender indien het stevige randen heeft, die kunnen worden verkregen met teruggestoken zelfkanten, waarbij de kwaliteit en het effect van de zelfkant tevens beslissende factoren zijn.
Bij het vormen van de lussen volgens de tweede van de hiervoor 10 genoemde werkwijzen is er geen probleem voor het verschaffen van teruggestoken zelfkanten, die kunnen worden verkregen met dezelfde zelfkant-inrichtingen, die reeds bekend zijn en worden gebruikt voor de gewone weefbindingen, waarbij de inslagdraad door het riet altijd in dezelfde stand wordt gelaten. Het toepassen van een dergelijke werkwijze ver-15 schaft echter in de regel een zeer slechte kwaliteit badstof, ten gevolge van de verstoringen ten gevolge van de heen en weer gaande beweging van de kettingdraden.
Uitstekende badstofdoeken, worden daarentegen verkregen door het vormen van de lussen volgens de eerste van de twee hierboven beschreven 20 werkwijzen, waarbij het vormen van de teruggestoken zelfkant uitzonderlijk ingewikkeld en duur blijkt te zijn.
In feite worden de inslagdraden bij de stapsgewijze nadering van het riet, hetzij in een blinde aanslagstand geplaatst of in een aanslagstand en bovendien wordt de blinde aanslagstand op zijn beurt gevarieerd 25 als een functie van de gewenste lushoogte en naar mate de blinde aanslagstand ten opzichte van de aanslagstand meer naar achteren ligt, hoe hoger de lus wordt. Samenvattend, de stand van de ingevoerde inslagdraden wordt gevarieerd ten opzichte van het voorframe van het weefgetouw, waarop de zelfkantvormende inrichting moet worden gemonteerd, zodat de 30 inrichting om goed te werken, in staat moet zijn verschillende cyclische standen in te nemen, teneinde de verschillende inslagdraden te bereiken. Het feit, dat een inrichting van dit type nooit eerder is vervaardigd, is een bevestiging van zijn complexiteit en zijn hoge kosten.
Een oogmerk van de onderhavige uitvinding is juist het wegnemen 35 van een dergelijk nadeel en het verschaffen van de mogelijkheid om op een eenvoudige en goedkope wijze teruggestoken zelfkanten te vervaardi- 8304354 *
% -» I
3
83.3146/Rey/AD
gen van de beste kwaliteit en met een aantrekkelijk uiterlijk» die de I
reeds zeer bevredigende weefsels nog meer verbeteren hetgeen kan worden bereikt met de methode die gebruik maakt van een riet met twee aan- I
slagstanden.
5 De achtergrond van de uitvinding is gelegen in het feit dat in I
de praktijk is verzekerd, dat een weefsel nog doelmatig is gebonden I
met stevige randen zelfs wanneer de uitstekende delen van de inslagdraad- I
einden terug worden gebracht in het vak na een aantal rietaanslagen in I
plaats van bij elke aanslag. I
10 Deze waarneming is in feite zodanig, dat het voorgenoemde pro- I
bleem gemakkelijk is op te lossen, doordat het nu voldoende is om de I
inslagdraaduiteinden alleen en uitsluitend terug te voeren nadat zij I
door het riet tegen de doekrand zijn aangeslagen hetgeen het terugvoeren I
van de inslagdraden tijdens de blinde aanslagfasen uitsluit. Anders ge- I
15 steld, bij het altijd in de enkele stand werken, die overeenkomt met de I
werkelijke rietaanslag, wordt het terugvoeren van de inslageinden in het I
vak uitgesteld tot het tijdstip dat de inslagdraden, die zijn ingevoerd I
en door het riet in de blinde aanslagstand zijn gebracht, zijn aangeslagen en zodoende in een enkele stand zijn.gebracht. I
20 Meer in het bijzonder het proces voor het vormen van een terug- I
gestoken zelfkant in een badstofweefsel, zoals verkregen met de procedure I
die een riet gebruikt met twee aanslagstanden, omvat de stappen van het I
opnemen en stevig vastgrijpen van de uiteinden van de in het vak gevoerde en door het riet tegen de rand van het doek aangeslagen inslagdraden, 25 welk doek is geweven door middel van een beweegbaar element van een
zelfkantvormend mechanisme, het afsnijden van alle genoemde inslaguit- I
einden door het genoemde element tot een vooraf gekozen lengte en het wikkelen hiervan rond een volgend beweegbaar element of haak voor het I
terugvoeren van het genoemde zelfkantvormende mechanisme en het laatste j
30 element en dientengevolge de genoemde inslageinden terug te doen brengen I
door het opheffen van de vastgrijpdruk, die op het eerste beweegbare I
element wordt uitgeoefend, met het kenmerk, dat de genoemde beweegbare
• I
elementen van het zelfkantvormende mechanisme niet werkzaam zijn gedurende de gehele tijd, waarin de inslagdraden, die in het vak zijn gevoerd 35 en zijn aangeslagen door het riet naar de blinde aanslagstand, op hun
beurt door het riet worden aangeslagen tegen de rand van het geweven I
doek.
8304354 £w « 4
83.3146/Rey/AD
Aan de andere kant, de door een dergelijke werkwijze geboden mogelijkheid van het gewenst vastzetten in hun ruststand, lost het betreffende mechanisme voor het:terugvoeren van de inslageinden in het vak niet alleen, zoals hierboven gesteld, op een gemakkelijke wijze het pro-5 bleem op voor het vormen van stevige randen in een badstofweefsel, verkregen met de procedure van het riet met twee aanslagstanden, maar maakt tevens de massaproduktie mogelijk van badstofweefsels van hoge kwaliteit met teruggestoken zelfkanten, welk resultaat een aanzienlijke tijdsbesparing en een goedkope produktiewijze oplevert. Het is in feite vol-10 doende periodiek het afsnijden en het terugvoeren van de inslageinden te onderbreken in overeenstemming met de aanslag tijdens het vormen van dubbele zelfkanten in het inwendige van het weefgebied, teneinde in een dergelijk gebied een aantal badstofdelen te verkrijgen met teruggestoken zelfkanten en met elkaar verbonden, maar door de genoemde niet-af gesneden 15 inslagdraden, die niet zijn teruggevoerd.
Het zelfkantvormende mechanisme, dat is aangepast om de hiervoor genoemde werkwijze in de praktijk uit te voeren, moet zodoende in. staat zijn· de betreffende organen, die het terugvoeren van de inslageinden uitvoeren tijdens het stadium, waarin geen terugvoer optreedt in de niet-20 werkzame standen te houden.
Deze organen bestaan uit een beweegbaar vastgrijp- en inslag-snij-element dat, zowel een horizontale rechtlijnige beweging ondergaat voor het vastgrijpen van de inslageinden en deze op maat af te snijden, als een roterende beweging om de genoemde inslageinden om een tweede be-25 weegbaar element te wikkelen dat is uitgevoerd als een haak of dergelijke, welk element tevens een rechtlijnige beweging ondergaat samen met een roterende beweging teneinde het weefvak binnen te gaan en de inslagdraden hier in te voeren.
Om nu te voorkomen, dat een dergelijke terugvoer plaats vindt, 30 is het vereist, dat het beweegbare aangrijp-en snij-element de inslag-draad niet zal beetgrijpen en afsnijden, maar in plaats hiervan in zijn niet-werkzame (teruggetrokken) stand blijft, teneinde de draden niet te verstoren, zodat het noodzakelijk is dat zijn beweging wordt uitgesloten tezamen met slechts de rotatie van het tweede beweegbare element. Daar 35 de haak of dergelijke als deze niet roteert in een opgeheven stand blijft, ten opzichte van de kettingdraden, kan zijn rechtlijnige beweging 8304354 __ i 1 Μ 5
83.3146/Rey/AD
in feite onveranderd plaats vinden, dat wil zeggen, is niet uitgesloten.
Aan de andere kant, worden alle hiervoor genoemde bewegingen onafhankelijk van elkaar gestuurd door afzonderlijke nokken die inwerken op veren, die zijn opgehangen aan weerszijden van dezelfde as, zodat 5 het hiervoor genoemde uitsluiten volgens een ander kenmerk van de onderhavige uitvinding kan worden verkregen door de omstandigheid dat de genoemde hefbomen aan het genoemde einde uitsteeksels of tanden hebben, die in aanraking kunnen komen met corresponderende stopaanslagen die zijn gemonteerd op een onder veerdruk staande steunspil, die slechts 10 axiaal kan worden verplaatst ten opzichte van de hiervoor genoemde as, door de werking van een elektromagneet, en vanuit een stand waarin de genoemde stopaanslagen in aanraking staan met de genoemde tanden, tot een stand waarin de tanden dit niet doen.
Steeds wanneer de elektromagneet in feite wordt ontkrachtigd 15 wordt de genoemde spil-door de veerwerking verplaatst, zodat deze zijn stopaanslagen in het verlengde brengt van de genoemde tanden van de hefbomen, zodat wordt voorkomen dat de hefbomen roteren en deze de beweging van de betreffende besturingsnok niet kunnen volgen maar niet-werkzaam blijven in hun teruggetrokken stand. Wanneer de elektromagneet daaren-20 tegen wordt bekrachtigd, wordt de spil naar de stand verplaatst, waarin zijn stopaanslagen niet langer in aanraking staan met de genoemde tanden, zodat de hierboven genoemde bewegingen plaats kunnen vinden. Het beweegbare aangrijp- en snij-element van het hiervoor genoemde zelfkant-vormende mechanisme moet anderzijds in staat zijn de volgorde van hande-25 len te verschaffen, zoals noodzakelijk is voor het doelmatig en betrouwbaar vormen van een teruggestoken zelfkant, zoals een betrouwbaar en doelmatig vastgrijpen van de uiteinden van de inslagdraden, het afknippen hiervan op een gewenste lengte, een rotatie langs een cirkelboog om de genoemde uiteinden om een terugvoerhaak of dergelijke te winden 30 met het gelijktijdig uitvoeren van een loslaten van de grip teneinde het uit het genoemde haakvormige terugvoerelement trekken van de vrije uiteinden te vergemakkelijken.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, bestaat het beweegbare vastgrijp- en afsnij-element uit een 35 schaar, waarvan het vaste bovenblad is verbonden aan een uiteinde van een staaf, die horizontaal kan worden verplaatst door de werking van één 8304354 i___ *·- * 6
83.3146/Rey/AD
van de onder veerdruk staande nokgestuurde hefbomen, waarbij het onderblad scharnierend is verbonden met het bovenblad en één geheel vormt met een klein verticaal blok, dat kan worden geroteerd door een aan zijn eigen bovenuiteinde scharnierend verbonden staaf, die horizontaal kan 5 worden verplaatst door de werking van een volgende van de hiervoor genoemde onder veerdruk staande en nokgestuurde hefbomen, welk blok op zijn onderste oppervlak een vastgrijpvlak heeft waartegen een drukvoet wordt gehouden, die wordt aangedrukt door de samenvallende werking van twee afzonderlijke veren, die respectievelijk zijn gemonteerd in het inwendige 10 van een holle ruimte in het kleine blok en op de verticale as van de aan-drukvoet en op een andere spil evenwijdig aan de hiervoor genoemde as, waarbij de veer die is gemonteerd op de tweede spil, stijver is dan de andere. De genoemde as en de tweede spil worden vervolgens in beweging gezet door een staaf, die één geheel vormend met de aandrukvoet, werkt 15 als een aanslag voor de. veer van de spil en een tweede hierdoor lopende spil heeft, waarvan de veer de staaf tegen een stop drukt die één geheel vormt met de andere spil, en de bovenste uiteinden van de twee genoemde spillen bovendien samenwerken met een arm of een L-vormige hefboom, die in zijn middelpunt scharnierend is verbonden met het blok, terwijl zijn 20 andere arm samenwerkt met. een steun holle ruimte, die is gevormd in het vaste bovenblad, welke spil met een stijvere veer dichter bij het scharnierpunt van de L-vormige hefboom is gelegen.
Een dergelijk mechanisme voldoet in feite aan alle vereisten die wezenlijk zijn voor het doelmatig en betrouwbaar vormen van een terug-25 gestoken zelfkant omdat de twee afzonderlijke veren een betrouwbaar en doelmatig vastgrijpen van de vrije uiteinden van de inslagdraden verzekeren, terwijl de rotatie van het kleine blok langs een cirkelboog ten gevolge van de gecombineerde bewegingen van de twee verplaatsbare staven het afsnijden op de voorafgekozen lengten verzekert, alsmede het om het 30 hoekvormige terugvoerelement winden van de inslagdraden en tenslotte het aandrukken van de L-vormige hefboom op de spil met de stijvere veer slechts het verwacht loslaten veroorzaakt, zoals hierna zal blijken.
Anderzijds wordt opgemerkt, dat het verkrijgen van de beweging van het beweegbare vastgrijp- en snij-element van de combinatie van 35 werkingen van de twee positieve en onafhankelijke besturingen door afzonderlijke nokken het mogelijk maakt dat een dergelijk beweegbaar ele- 8304354 7 <ψ
83.3146/Rey/AD
ment elke gewenste beweging uitvoert door alleen maar de fase van de twee besturingsnokken ten opzichte van elkaar te verschuiven.
Om tenslotte de extra spanning van de in het vak gevoerde in-slagdraden vrij te geven, die bij het afsnijden van de genoemde draden 5 met geweven doek zouden doen krimpen, en zodoende de vrije uiteinden van de inslagdraden zouden doen ontsnappen uit de aandrukvoet van het zelfkantvormende mechanisme, waarbij de kwaliteit van het produkt belangrijk zou verslechteren, is het zelfkantvormende mechanisme volgens een ander kenmerk van de onderhavige uitvinding voorzien van middelen 10 voor het verslappen van de inslagdraden, welke middelen bestaan uit een gebogen verticale plaat , die verticaal uitsteekt op de ingeslagen inslagdraden.
Daar de inslagdraden in feite de uitstekende mesrand moeten volgen, worden zij over een langere draadlengte, gebruikt, hetgeen duidelijk 15 een verminderde spanning in de draad zelf teweeg brengt.
De uitvinding zal nader worden toegelicht met verwijzing naar de bijgaande tekening, waarin een praktische voorkeursuitvoeringsvorm als voorbeeld is weergegeven, waarbij technische en constructieve veranderingen kunnen worden aangebracht binnen het kader van de onderhavige 20 uitvinding.
Fig. 1 toont een bovenaanzicht van het zelfkantvormende orgaan volgens de uitvinding, zoals toegepast in een werkwijze voor het vormen van een teruggestoken zelfkant van een lussenweefsel, zoals verkregen met de werkwijze volgens het gelede riet met twee aanslagstanden, tevens 25 volgens de uitvinding.
Fig. 2 een gedeeltelijk doorgesneden vooraanzicht toont volgens de lijn II-II in fig. 1.
Fig. 3 een gedeeltelijk doorgesneden vooraanzicht is volgens de lijn III-III in fig. 1 30 Fig. 4 op vergrote schaal een gedeeltelijk doorgesneden vooraan zicht toont van het beweegbare vastgrijp- en afsnij-orgaan van het zelfkantvormende mechanisme van fig. 1, tijdens de fase waarin de vast-grijpdruk op de draad wordt vrijgegeven.
Fig. 5 een gedeeltelijk doorgesneden vooraanzicht toont volgens 35 de lijn V-V in fig. 1, en
Fig. 6 een gedeeltelijk doorgesneden vooraanzicht toont volgens de lijn I^I-VI in fig. 1.
8304354 8
Zoals blijkt uit de tekening, geven de verwijzingscijfers 1 en 2 resp. de vaste en losse kettingdraden aan, die het vak 3 vormen, waarin de inslagdraden, 4, V, 4” en 4"’ afkomstig van niet in de tekening weergegeven uitwendige spoelen opeenvolgend worden ingevoerd 5 door de inslagdraad-grijpers 5, waarna ze buiten de doekrand 6 van het badstof weefsel worden af gesneden, door de schaar 8.
Het badstofdoek 7 wordt verkregen door met een niet in de tekening weergegeven riet, twee of drie in het vak ingevoerde inslagdraden naar een blinde aanslagstand 9 te brengen (zie fig. 1) en de volgende 10 keer met hetzelfde riet alle ingevoerde inslagdraden aan te slaan tegen de rand 10 van het badstofdoek 7-
De teruggestoken zelfkant wordt in een dergelijk weefsel 7 verkregen met behulp van het zelfkantvormende mechanisme 11, waarvan het huis 12 op de borstplaat 13 van de weefinrichting is gemonteerd en waar-15 aan zoweleen deel van de plaat 14 en een rugplaat 15 zijn bevestigd dat werkt als een inslagdraad-verslappend element, dat door de inslagdraden over zijn gebogen rand te leiden, de eind spanning in dergelijke draden vrijlaat.
Het betreffende zelfkantvormende mechanisme omvat een beweeg-20 bare vastgrijp-en snij-element 16 alsmede een beweegbaar tweede haakvormig terugvoerelement 17, welke beide elementen een horizontale en een roterende beweging hebben die op een positieve wijze en onafhankelijk van elkaar hieraan worden gegeven door afzonderlijke bikken, die zijn bevestigd aan dezelfde as 18 en werken op overeenkomstige onder veerdruk staan-25 de hefbomen, welke laatste op hun beurt aan beide uiteinden zijn bevestigd aan dezelfde as 19.
Meer in detail, een nok 20 (het best zichtbaar in fig. 6) is met spieën verbonden aan de hiervoor genoemde as 18 en werkt met zijn inwendige groef 21 samen met een volger 22, die scharnierend is gemonteerd aan 30 het middelpunt van een hefboom 23, waarvan het bovenste uiteinde is opgehangen aan de genoemde as 19, terwijl het andere uiteinde, het onderste, door de stuurarm 24 is verbonden met een hefboom 25. De hefboom 25 is bij 26 scharnierend verbonden met een vast gedeelte van het huis 12, en aan het hier tegenover gelegen uiteinde scharnierend is verbonden met 35 een vork 27, die op dezelfde wijze scharnierend is verbonden met een klein blok 28, dat is bevestigd aan het uiteinde van een gegroefde as 29, 8304354
83.3146/Rey/AD I
* - 1 9
die loopt door een bus 30. De bus 30, die alleen draaibaar is onder- I
steund en geen rechtlijnige beweging kan uitvoeren loopt door een vast I
steunblok 31 van het huis 12. De as 29, die met zijn gegroefde oppervlak I
in verbinding staat met de draaibare bus 30, kan daarentegen horizontaal I
5 worden verplaatst, en draagt aan zijn tegenover gelegen uiteinde het ge- I
noemde haakvormige terugvoerelement 17, dat horizontaal kan worden ver- I
plaatst door de werking van de hiervoor genoemde nok 20. De rotatie van het haakvormige terugvoerelement 17, welke rotatie vereist is om het ele- I
ment de kettingdraden te doen binnenkomen, zodat de inslaguitenden kunnen I
10 worden teruggevoerd, is daarentegen afkomstig van de nok 33 (zie fig. 5),
welke nok 33, die met spieën is verbonden aan de as 1, samenwerkt met de I
volger 34 van een hefboom 35 die scharnierend is verbonden met de hier- I
voor genoemde as 19, en naar beneden wordt gedrukt door de veer 36 en I
door een stuurarm 37 is verbonden met een pen 38, die uitsteekt van de I
15 hiervoor genoemde bus 30. Bovendien is de hefboom 35, overeenkomstig zijn I
uiteinde, dat scharnierend met de as 19 is verbonden, uitgerust met een I
uitsteeksel of een tand 39, die kan samenwerken met een stopaanslag 40, I
die is-gemonteerd op een steunas 41, welke laatste evenwijdig met de I
hiervoor genoemde as 19 is aangebracht. I
20 De horizontale verplaatsing van het genoemde vastgrijp- en snij- I
element 16 wordt vervolgens veroorzaakt (zie fig. 2) door de nok 42, die eveneens door spieën is verbonden aan de as 18 en samenwerkt met de tus- I
senvolger 43 van een hefboom 44, welke laatste eveneens met spieën is I
verbonden aan de as 19 en door de veer 45 tegen de hiervoor genoemde nok 25 42 gedrukt, via de stuurarm 46 werkt op het uiteinde van een staaf 47 I
die voor een horizontale verplaatsing wordt gedragen door het genoemde I
draagblok 31 van het huis 12 waarbij aan het hier tegenover gelegen uiteinde van de staaf 47 het vaste bovenblad 48 van de schaar voor het I
eerder genoemde vastgrijp- en snij-element 16 is bevestigd. I
30 Het onderblad 49 van de schaar voor het vastgrijp- en snij-ele
ment 16, is daarentegen bij 50 draaibaar bevestigd aan het vaste blad en vormt via een verbindingspen 51 één geheel met een verticaal klein blok I
52, dat op zijn onderste oppervlak, een aangrijpvlak 53 heeft (zie fig. I
4) waartegen een aandrukvoet 54 drukt wordt gehouden door de werking van 35 een veer 55, die is gemonteerd in het inwendige van een kamer 56 van het
blok 52 op de verticale spil 57 van de aandrukvoet 54, tussen de onderste I
8304354 ! 10
83.3146/Rey/AD
«r* ^ rand van de kamer 56 en een staaf 58 die één geheel vormt met een as 57 * waarbij de aandrukvoet 54 tevens wordt; aangedrukt door de werking van een tweede veer 59> die stijver en groter is dan de veer 55 en ook binnen dezelfde kamer 56 van het blok 52 is gemonteerd op een tweede spil 5 60, welke tweede spil, die evenwijdig met de eerste spil 57 en dichter bij het scharnierpunt 50 is aangebracht, door de staaf 58 loopt en een stopaanslag 61 heeft, die één geheel hiermee vormt en door de veer 59 naar boven wordt gedrukt tegen de staaf 58. De bovenste uiteinden van de genoemde twee spillen 57 en 60 werken vervolgens samen met een arm 10 62 van een L-vormige hefboom 62, die met zijn middelpunt bij 63 schar nierend is bevestigd aan het genoemde blok 52, waarbij de andere arm 64 van de L-vormige hefboom samenwerkt met de rand 65 van een holle ruimte 65, die is gevormd op het vaste bovenblad 48. Bovendien is het bovenste uiteinde van het verticale blok 52 bij 66 scharnierend verbonden met 15 een stuurarm 67 die op-zijn beurt scharnierend is verbonden met een uiteinde van een staaf 68 die door het genoemde vaste steunblok 31 van het huis 12 wordt ondersteund voor een horizontale rechtlijnige verplaatsing.
De rechtlijnige verplaatsing van de staaf 68 en de hieruit volgende rotatie van -het verticale blok 52 en zodoende van het onderblad 20 49 wordt uiteindelijk veroorzaakt door een nok 69, die met spieën is verbonden met de genoemde as 18, welke nok 69 samenwerkt met de volger 70 van een L-vorraige hefboom 71 (zie fig. 3), welke hefboom die in zijn middelpunt scharnierend is verbonden met de as 19 en onder druk staat van de veer 72, door een stuurarm 73 is verbonden met het uiteinde van een 25 tuimelaar 74, die bij 75 scharnierend is verbonden met het huis 12, waarbij het andere uiteinde van de tuimelaar 74 via de stuurarm 76 is bevestigd aan het tegenover gelegen uiteinde van de hiervoor genoemde staaf 68.
De werking van het genoemde beweegbare vastgrijp- en snijmecha-30 nisme 16 is nu geheel duidelijk. In zijn beginstand, wordt het blok 52 van het genoemde mechanisme tegen de klok geroteerd en dit komt door de samenwerking tussen de rand 65* van de kamer 65 van het vaste bovenblad 48 en de arm 64 van de L-vormige hefboom (62-64) die een iri het volgende tegen de klok in gerichte rotatie van de L-vormige hefboom veroorzaakt 35 en het resultaat is dat de arm 62 van de genoemde L-vormige hefboom de spillen 57 en 60 en, door het overwinnen van de druk van de veren 55 en 8304354
83.3146/Rey/AD
11 59, de aandrukvoet 54 openhoudt zoals weergegeven in fig. 2
Zodra als de ingevoerde inslagdraden zijn aangeslagen vanuit de blinde aanslagstand 9 tegen de rand 10 van het badstofdoek 7 (zie fig. 1) wordt het vastgrijp- en snij-element 16 met de aandrukvoet 54 5 open voortbewogen door de nok 42 (zie fig. 2) totdat het met de uiteinden 77 van de inslagdraden (zie fig. 1) in het inwendige van de door de open aan de voet verschafte opening komt te liggen. In deze fase, veroorzaakt de nok 69( zie fig. 3) die de staaf 68 bestuurt, een rotatie van het blok 52 met de klok mee en daarmee een rotatie van het onderblad 49, 10 hetgeen resulteert in het sluiten van de schaar en het op maat afsnijden van de genoemde inslagdraadeinden. Tegelijkertijd, ontspant de L-vormige hefboom (62-64), doordat deze wordt teruggetrokken van de rand 65, die veren 55 en 59 die de aandrukvoet 54 stevig genoeg vasthouden zodat de hierin gestoken afgesneden uiteinden van de inslagdraden stevig 15 tegen de vastgrijpvlak-53 worden gedrukt. De gecombineerde werking van de twee genoemde nokken 42 en 69 veroorzaken een rotatie en een achter-waarte rechtlijnige verplaatsing van het blok 65 en hiermee wordt tevens de aandrukvoet 54 verplaatst en oefent op de uiteinden 77 van de inslagdraden een opwindende beweging uit in de vorm van een cirkelboog, 20 die deze einden doelmatig om het haakvormige terugvoerelement 17 wikkelen, alsmede een lichte voorwaartse rotatie die zodanig werkt dat de arm 62 van de L-vormige hefboom (62-64) alleen op de spil 60 wordt gedrukt (zie fig. 4) om zodoende de werking van de sterkere veer 59 op de aandrukvoet 54 te neutraliseren hetgeen resulteert in het loslaten van 25 de vastgrijping om het ontdraden van de inslageinden 77 aan te moedigen door het genoemde haakvormige terugvoerelement 17.
Anderzijds, zijn zowel de hefboom 44, als de L-vormige hefboom 71, in overeenstemming met hun uiteinden die scharnierend zijn verbonden met de as 19, voorzien van een uitsteeksel of een tand resp. 78 en 79, 30 die kan samenwerken met een stopaanslag resp. 80 en 81, die beiden zijn gemonteerd op de genoemde steunas 41 die op zijn beurt verschuifbaar en axiaal is ondersteund door het huis 12. De genoemde as 41 staat onder druk van een veer 82 (zie fig. 1) teneinde zijn stopaanslagen 80, 40 en 81 in aanraking te brengen met de corresponderende tanden, 78, 39 en 79 35 van de besturingshefbomen 44, 35 en 71, en worden tegengeouden om te draaien door een vork 83, die één geheel hiermee vormt, welke vork grijpt 8304354 1,..
83-.3146/Rey/AD
12 ora· een stop-pen 84 die één geheel vormt met het huis 12 en axiaal kan worden verplaatst door een elektromagneet 84.
Op deze wijze is het teneinde er voor te zorgen dat het beweegbare vastgrijp- en snij-eleraent 16 en de terugvoerhaak 17 van het zelf-. 5 kantvormende mechanisme 11 slechts worden bekrachtigd wanneer de inge voerde inslagdraden tegen de rand 10 van het geweven doek worden aangeslagen, hetgeen vereist is als badstofweefsels worden vervaardigd met de werkwijze die gebruik maakt van een geleed riet met twee aanslag-standen, slechts nodig om de elektromagneet 84 te bekrachtigen.
i 8304354

Claims (6)

1. Werkwijze voor het vormen van een teruggestoken zelfkant in een I lussenweefsel dat wordt verkregen met de werkwijze van het gelede riet I met twee aanslagstanden, omvattende de stappen van het opnemen en I stevig beetpakken van de uiteinden van de inslagdraden die in het vak I 5 zijn gevoerd en door het riet tegen de rand van het geweven doek worden I aangeslagen door een beweegbaar element van een zelfkantvormend mechanis- I me, het door het genoemde mechanisme afsnijden van alle uiteinden van I de inslagdraden op een voorafgekozen lengte en het winden van de inslag- I draden om een volgend beweegbaar element of terugvoerelement van het I 10 genoemde zelfkantvormende mechanisme en het laatste mechanisme terug te voeren in zijn beginstand en hiermee tevens de genoemde uiteinden van de I inslagdraden door het ontlasten van de vastgrijpdruk die wordt uitgeoefend door het genoemde eerste beweegbare element, m e t h e t I kenmerk, dat de genoemde beweegbare elementen van het zelfkant-15 vormend mechanisme niet werkzaam worden gehouden gedurende de gehele I tijd waarin de inslagdraden die in het vak zijn gevoerd en door het I riet zijn aangeslagen tot een blinde aanslagstand op hun beurt door het I riet worden aangeslagen tegen de genoemde rand van het te weven doek. I
2. Zelfkantvormend mechanisme voor het uitvoeren van de werkwijze I 20 volgens conclusie 1, omvattende een beweegbaar vastgrijp- en snij-element I voor de uiteinden van de inslagdraden, dat een horizontale recht- I lijnige verplaatsing heeft en een rotatie alsmede een tweede beweegbaar I haakvorraig element voor het terugvoeren dat eveneens een rechtlijnige I en roterende beweging heeft, welke bewegingen onafhankelijk van elkaar 25 worden veroorzaakt door afzonderlijke nokken, die inwerken op onder I veerdruk staande hefbomen die aan beide uiteinden zijn opgehangen aan I dezelfde as, met het kenmerk, dat de genoemde hefbomen aan I het genoemde uiteinde zijn voorzien van uitsteeksels of tanden die kunnen samenwerken met corresponderende stopaanslagen, die zijn gemonteerd op 30 een onder veerdruk staande spil die alleen axiaal en evenwijdig aan de genoemde as kan worden verplaatst, door de werking van een elektromagneet, vanuit een stand waarin de genoemde stopaanslagen in aanraking staan met de genoemde tanden naar een stand, waarin de aanslagen hier niet mee in aanraking staan, waarbij middelen zijn aangebracht voor het 8304354 *· V. 14 83.3146/Rey/AD ontlasten van de spanning van de ingevoerde inslagdraden.
3. Zelfkantvormend mechanisme volgens' conclusie 2, m e t het kenmerk, dat de genoemde middelen voor het ontlasten van de spanning van de ingevoerde inslagdraden bestaan uit een verticale rugplaat 5 die loodrecht uitsteekt op de inslagdraden.
4. Zelfkantvormend mechanisme volgens één van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het genoemde vastgrijp- en snij-element bestaat uit een schaar, waarvan het bovenblad vast is en één geheel vormt met het uiteinde van een staaf, die horizontaal kan worden verplaatst 10 door de werking van één van de genoemde nokgestuurde onder veerdruk staande hefbomen, terwijl het onderblad scharnierend is bevestigd aan het vaste blad en één geheel vormt met een verticaal klein blok, dat kan worden geroteerd door de werking van een staaf, die aan zijn bovenste einde scharnierend is bevestigd en horizontaal verplaatsbaar is door de werking 15 van een volgende onder veerdruk staande en nokgestuurde hefboom welk blok in zijn onderste gedeelte een vastgrijpvlak heeft, waartegen een aandrukvoet gedrukt wordt gehouden door de gecombineerde werking van twee afzonderlijke veren, die zijn gemonteerd in een kamer van het blok resp. op de verticale spil van de aandrukvoet en op een tweede spil even-20 wijdig aan de eerste en hiermee gekoppeld in de opwaartse beweging, waarbij de bovenste uiteinden van de genoemde twee spillen een samenwerkende -verbinding hebben met een arm van een L-vormige hefboom die in zijn middelpunt scharnierend is verbonden met het genoemde blok, waarbij de andere arm van de genoemde L-vormige hefboom samenwerkt met een holle ruimte, 25 die is aangebracht in het genoemde vaste bovenblad.
5. Zelfkantvormend mechanisme volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat de veer, die is gemonteerd op de genoemde andere spil, stijver is dan die welke is gemonteerd op de verticale spil van de aandrukvoet en dat de genoemde tweede spil dichter bij het scharnierpunt van 3. de genoemde L-vormige hefboom is gelegen dan de eerste.
6. Zelfkantvormend mechanisme volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat de genoemde andere spil, die in de bovenwaarts: gerichte beweging is gekoppeld met de verticale spil van de aandrukvoet door een staaf, die één geheel vormt met de spil van de aandrukvoet, werkt als 35 een aanslag voor de veer van de genoemde spil, waarbij de andere spil door de genoemde staaf loopt, en de veer van de laatste die tegen de genoemde staaf drukt een stop die één geheel vormt met de genoemde andere spil. 8304354
NLAANVRAGE8304354,A 1982-12-23 1983-12-19 Werkwijze en inrichting voor het vormen van een teruggestoken zelfkant in een lussenweefsel. NL190199C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
IT24966/82A IT1153886B (it) 1982-12-23 1982-12-23 Procedimento e relativo dispositivo per la formazione di una comossa rientrata, particolarmente adatto ai telai per spugna
IT2496682 1982-12-23

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8304354A true NL8304354A (nl) 1984-07-16
NL190199B NL190199B (nl) 1993-07-01
NL190199C NL190199C (nl) 1993-12-01

Family

ID=11215283

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE8304354,A NL190199C (nl) 1982-12-23 1983-12-19 Werkwijze en inrichting voor het vormen van een teruggestoken zelfkant in een lussenweefsel.

Country Status (14)

Country Link
US (1) US4600039A (nl)
JP (1) JPS59130349A (nl)
BE (1) BE898537A (nl)
BR (1) BR8307030A (nl)
CH (1) CH656651A5 (nl)
CS (1) CS262415B2 (nl)
DD (1) DD212757A5 (nl)
DE (1) DE3346487C2 (nl)
ES (1) ES528783A0 (nl)
FR (1) FR2538417B1 (nl)
GB (1) GB2133426B (nl)
IT (1) IT1153886B (nl)
NL (1) NL190199C (nl)
SU (1) SU1367861A3 (nl)

Families Citing this family (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH0627674Y2 (ja) * 1986-08-13 1994-07-27 日産自動車株式会社 断片織機のタックイン耳組装置
IT1218130B (it) * 1987-05-25 1990-04-12 Manea Cost Mecc Cimossatrice per la formazione di una cimossa rientrata allehherita e con spessore ridotto in tessuti prodotti su telai senza navetta
JPH0527510Y2 (nl) * 1987-12-26 1993-07-13
US4972881A (en) * 1988-07-20 1990-11-27 Nissan Motor Co., Ltd. Tack-in selvage forming apparatus
IT1244762B (it) * 1991-03-08 1994-08-08 Nuovo Pignone Spa Meccanismo perfezionato di selezione della movimentazione degli organi mobili del dispositivo di formazione di una cimossa rientrata, particolarmente adatto ai telai per spugna
IT1265030B1 (it) * 1993-05-28 1996-10-28 Nuovo Pignone Spa Sistema di comando perfezionato per i dispositivi di formazione delle cimosse rientrate in un telaio tessile, in particolare in un telaio
DE59813755D1 (de) * 1998-03-16 2006-11-16 Sultex Ag Frottiergewebe mit Reliefeffekt und Verfahren zu dessen Herstellung
JP3357860B2 (ja) * 1999-05-31 2002-12-16 津田駒工業株式会社 タオル用無杼織機のタックイン装置におけるタックイン耳組方法
US9533855B2 (en) 2012-01-24 2017-01-03 Nike, Inc. Intermittent weaving splicer
WO2013112685A1 (en) * 2012-01-24 2013-08-01 Nike International Ltd. Weaving finishing device
US8839824B2 (en) 2012-01-24 2014-09-23 Nike, Inc. Multiple layer weaving
CN106592070B (zh) * 2016-12-09 2018-05-29 浙江鹤群智能装备股份有限公司 一种机电一体化折入边装置
TWI732251B (zh) * 2018-09-27 2021-07-01 義大利商桑德森力瑪集團有限公司 用於無梭子紡織機的緯紗切割裝置
IT201900014982A1 (it) * 2019-08-23 2021-02-23 Santex Rimar Group S R L Dispositivo per il risparmio della trama in macchine per tessere
CN113772624B (zh) * 2021-11-09 2022-02-08 江苏中科聚元氢能源科技有限公司 一种甲醇转换氢能源装置

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB995435A (en) * 1961-02-24 1965-06-16 Dewas Raymond Device on weaving looms for the formation of selvedges
FR1501815A (fr) * 1965-09-17 1967-11-18 Peltzer & Fils Sa Procédé et dispositif pour la formation de lisières dans les métiers sans navette
CH459093A (de) * 1966-06-20 1968-06-30 Sulzer Ag Webmaschine
CH472519A (de) * 1966-12-29 1969-05-15 Sulzer Ag Verfahren für den Betrieb einer Webmaschine und Maschine zur Durchführung des Verfahrens
US3563280A (en) * 1969-06-02 1971-02-16 North American Rockwell Method and apparatus for tucked-in selvage
DE2615829A1 (de) * 1975-04-16 1976-10-28 Manea S N C Costruzioni Meccan Geraet zur bildung von webkanten in geweben
CH595491A5 (nl) * 1975-09-02 1978-02-15 Saurer Ag Adolph
IT1067637B (it) * 1976-07-30 1985-03-16 Sbabo Silvio Dispositivo per ottenere cimosse semplici o doppie
US4078586A (en) * 1976-08-26 1978-03-14 Adolph Saurer Limited Method and apparatus for producing a selvage
DE2705686A1 (de) * 1977-02-11 1978-08-17 Schmidt Hettler Exacta Vorrichtung fuer schuetzenlose webstuehle zum schneiden und einlegen der schussfadenenden an der gewebekante

Also Published As

Publication number Publication date
CH656651A5 (it) 1986-07-15
NL190199C (nl) 1993-12-01
CS262415B2 (en) 1989-03-14
GB8333451D0 (en) 1984-01-25
SU1367861A3 (ru) 1988-01-15
ES8501817A1 (es) 1984-12-01
IT8224966A1 (it) 1984-06-23
FR2538417B1 (fr) 1990-03-16
FR2538417A1 (fr) 1984-06-29
IT1153886B (it) 1987-01-21
CS981183A2 (en) 1988-08-16
ES528783A0 (es) 1984-12-01
BR8307030A (pt) 1984-07-31
DD212757A5 (de) 1984-08-22
US4600039A (en) 1986-07-15
DE3346487A1 (de) 1984-07-05
GB2133426A (en) 1984-07-25
NL190199B (nl) 1993-07-01
IT8224966A0 (it) 1982-12-23
JPH0314936B2 (nl) 1991-02-27
BE898537A (fr) 1984-06-22
JPS59130349A (ja) 1984-07-26
DE3346487C2 (de) 1986-08-07
GB2133426B (en) 1986-08-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8304354A (nl) Werkwijze en inrichting voor het vormen van een teruggestoken zelfkant, in het bijzonder geschikt voor weefinrichtingen voor een lussenweefsel.
RU2334659C2 (ru) Способ и устройство для завязывания узлом конца нити на плоском объекте
US4406308A (en) Device for changing the reed beating position in looms for terry fabrics
US4076049A (en) Machine for the formation of selvedges in fabrics
BE1013285A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het steunen van een schaar kettingdraden bij een weefmachine.
NO139117B (no) Fremgangsmaate ved fremstilling av ozon
JPH06299444A (ja) 織 機
EP3856962A1 (en) Weft thread cutting device for looms without shuttles
US3771571A (en) Synchronized reading devices for looms
US3741254A (en) Method and apparatus for weaving pile fabrics
BE1002081A3 (nl) Inrichting voor het presenteren van inslagdraden bij weefmachines.
US2142615A (en) Method of weaving with two warp systems
DE60015197T2 (de) Teppichwebmaschine
WO2013011119A1 (en) Single-gripper weaving loom
FR2580000A1 (nl)
US2986175A (en) Method of weaving axminster fabric
BE823907A (fr) Procede et dispositif pour replier les extremites des duites dans la foule d&#39;un trou fabrique par un metier sans navette
CH646219A5 (fr) Tete de couture.
DE143984C (nl)
GB2028385A (en) Warping and Warp Thread Tension Device
DE620226C (de) Webstuhl
BE822323A (fr) Dispositif retenant et presentant les fils de trame dans les metiers a tisser sans navette
US3250298A (en) Weaving machine
JP2008280648A (ja) はたおり機
FR2549103A1 (fr) Machine pour la fabrication de tissus a mailles et a tissage

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 19970701