NL8304168A - Pneumatisch werkende inrichting voorzien van middelen voor het begrenzen van de verplaatsing van een zuiger. - Google Patents

Description

i * NI 3 4

Weld-Equip B.V. te Helmond

Pneumatisch werkende inrichting voorzien van middelen voor 5 het begrenzen van de verplaatsing van een zuiger.

De uitvinding heeft betrekking op een pneumatisch werkende inrichting waarin zich een zuiger in een cilinder heen en weer bewegen kan door het veranderen van de druk aan 10 tenminste een zijde van de zuiger.

Inrichtingen van de bovengenoemde soort zijn bekend en worden veel gebruikt in allerlei apparatuur en machines waarbij een deel van het apparaat of de machine heen en weer bewogen kan worden. Daartoe is dat deel ver-15 bonden aan de zuiger in de pneumatisch werkende cilinder door middel van een pen. In het bijzonder moet hierbij gedacht worden aan het instellen van de elektroden van een (automatisch werkende) las- of soldeermachine. Bij een dergelijke machine, bijvoorbeeld voor het maken van puntlas-20 sen, wordt tenminste een van de elektroden aangedrukt tegen de te lassen delen. Voor het voeren van een elektrische lasstroom door de laselektrode en de te verbinden delen en een tegenelektrode, welke laatste ook gevormd kan worden door het te lassen materiaal zelf, is het gewenst de 25 tijdsduur van de lasstroom en de druk van de elektrode bijzonder nauwkeurig te regelen. Doet men dit namelijk niet dan wordt of een doorgebrande las of een brosse las of in het geheel geen lasverbinding tot stand gebracht. Soortgelijke problemen kunnen zich ook voordoen bij automatische 30 soldeermachines. Hoewel dit probleem reeds lange tijd onderkend is heeft men geen goede oplossing gevonden om een nauwkeurige instelling van de slag van de elektrode, en dus van de druk van de elektrode te realiseren. Dit probleem klemt des te meer indien men verschillende materialen met 35 elkaar wil verbinden bijvoorbeeld dunne platen wil lassen of dikke platen wil lassen. In het algemeen heeft men genoegen genomen met het zo nauwkeurig mogelijk regelen van de druk in de pneumatische cilinder en het nauwkeurig • » regelen van de tijd, waarin lasstroom loopt.

8304168 -2- & Ί

In wezen is het probleem dat de pen welke aan de zuiger in de pneumatische cilinder is verbonden een nauwkeurige, instelbare, begrenzing vindt bij de voorwaartsbeweging. De achterwaartse beweging is uiteraard minder kritisch; zij 5 wordt alleen niet te lang gekozen omdat dan de werktijd van de apparatuur onnodig verlengd zou worden. Het begrenzen van de beweging van de zuiger in achterwaartse richting is een probleem dat op eenvoudige wijze, bijvoorbeeld door een stelschroef in een deksel van de pneumatische cilinder op-10 gelost kan worden. Veel moeilijker is het probleem om de voorwaartse begrenzing van een zuiger en de daaraan verbonden pen te realiseren, vooral wanneer men de eis stelt dat de instelling tijdens het bedrijf van de cilinder regelbaar moet zijn. Derhalve is een voor de hand liggende oplossing 15 door op een aan de achterzijde uitstekende pen een moer te schroeven niet geschikt voor het bovengestelde doel. Men kan deze moer uiteraard wel instellen wanneer de cilinder niet werkt maar tijdens het bedrijf is dit praktisch onmogelijk. Ook een oplossing met bij voorbeeld vulplaatjes of 20 vulringen is zeer onpraktisch en kan evenmin tijdens het bedrijf gewijzigd worden. Het doel van de uitvinding is de bovengenoemde problemen te vermijden door een bijzondere constructie van de inrichting.

Een pneumatisch werkende inrichting volgens de 25 uitvinding bevat een cilinder waarin zich een zuiger heen en weer kan bewegen door het veranderen van de druk aan tenminste een zijde van de zuiger die aan de werkzijde verbonden is aan een, (gasdicht) door het werkeinde van de cilinder gevoerde, uitstekende pen, en is daardoor geken-30 merkt dat de zuiger aan de tegenover de werkzijde gelegen zijde verbonden is aan een, (gasdicht) door het tegenover het werkeinde gelegen einde van de cilinder gevoerde, uitstekende pen, waarbij het uitstekende einde over een zekere lengte door een gat van een instelring loopt en aan de van 35 de cilinder afgekeerde zijde van deze ring een aanslag heeft groter dan het gat in de instelring en waarbij de in--stelring in de langsrichting van de cilinder verschuifbaar is.

8304168

Sb -3-

Doordat de instelring in de langsrichting van de cilinder verschuifbaar is en de aanslag de opening in de instelring niet kan passeren wordt in de voorwaartse richting een duidelijke begrenzing van de verschuiving van de zuiger 5 en dus van de uitstekende pen waaraan zich bijvoorbeeld een laselektrode bevindt, tot stand gebracht. Een dergelijke beperking van de slag in voorwaartse richting, ook werkrichting genoemd, is tot nu toe niet bekend gebleken.

Oe aanslag op de pen die dus samen werkt met de in-«jq stelring, kan verschillende vormen hebben. Men kan bijvoorbeeld bij zeer eenvoudige inrichtingen denken aan een split-pen of aan de combinatie van een splitpen en een tussen de splitpen en de instelring gelegen revet. Bij voorkeur echter wordt volgens een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvin-<15 ding de aanslag gevormd door een borst op de pen. Deze borst kan een geheel vormen met het uitstekende deel van de pen.

Een dergelijke constructie kan zeer grote krachten opnemen.

De pen waarop zich de aanslag bevindt, bijvoorbeeld de borst, kan cilindrisch zijn maar dit is niet noodzakelijk 20 daar de pen slechts door de opening in de instelring moet schuiven en niet behoeft te draaien. Men kan bijvoorbeeld denken aan een zeskantige doorsnede van de pen.

Een bijzonder eenvoudige en nauwkeurig en soepel in te stellen verplaatsing van de instelring kan verkregen wor-25 den met een bijzonder constructie volgens de uitvinding waarbij de instelring aan de buitenzijde voorzien is van schroefdraad welke samenwerkt met de inwendige schroefdraad van een bus die draaibaar is in een busvormige verlenging van de cilinder en waarbij de instelring tegen draaiing en de bus 30 tegen verschuiving geborgd is. Door het draaien van de bus in de busvormige verlenging van de cilinder verplaatst de instelring, doordat hij niet draaibaar is, in voor- of achterwaartse richting.

De borging van de instelring bestaat bij voorkeur 35 uit een vast met de cilinder verbonden pen welke vrij door een gat in de instelring loopt.

8304168 * % -4-

Indien de aanslag op de pen een borst is verloopt de borgpen bij voorkeur door een uitsparing in de rand van de borst.

De busvormige verlenging van de cilinder, waarin de bus met inv/endige schroefdraad draait wordt bij voorkeur door 5 schroeven op het einde van de pneumatische cilinder bevestigd. Bij een dergelijke constructie kunnen alle onderdelen van de instelinrichting op eenvoudige wijze vervaardigd worden, Een ander voordeel is bijvoorbeeld ook dat een dergelijke instelinrichting, welke dus een cilindrische bus, een 10· bus met inwendige schroefdraad, een instelring en een borgpen bevat, aan een reeds bestaande pneumatische inrichting bevestigd kan worden, mits deze een cilinder heeft met een doorlopende pen.

De borging van de bus met inwendige schroefdraad 15 kan op bekende wijze plaatsvinden door in de buitenwand van deze bus een groef te draaien en in de busvormige verlenging van de cilinder een boutje te schroeven dat in de groef valt. Men kan echter ook bijvoorbeeld gebruik maken van een spring-clip.

20 V7anneer hier gesproken is van een pneumatisch wer kende inrichting wordt daarmee bedoeld een inrichting waarbij gasdruk de verplaatsing van de zuiger teweeg brengt. Het gas kan zowel lucht stikstof of een ander geschikt gas zijn. Men zou eventueel ook gebruik kunnen maken van oliedruk; aan het 25 essentiele deel van een inrichting volgens de uitvinding, dat wil zeggen het deel waarmee de instelling teweeg gebracht wordt, hoeft daarbij geen verandering aangebracht te worden.

De uitvinding zal nu toegelicht worden aan de hand van een tekening waarin een langsdoorsnede van een uitvoe-30 ringsvorm van de uitvinding is weergegeven. In de figuur is 1 de wand vam een werkcilinder waarin zich een zuiger 2 heen en weer kan bewegen. Aan de werkzijde dat wil zeggen de linkerzijde is deze zuiger verbonden met een pen 3 die aan de linkerzijde de gewenste instelling van bijvoorbeeld een laselek-35 trode teweeg brengt.

8304168 -5- τ' *

Met 4 is een nylon tussenstuk aangeduid. De pen 3 beweegt heen en weer door een opening 5 in het linker deel van de cilinder en is daarin gasdicht doorgevoerd door middel van 5 een afdichting 6. Aan de rechterzijde van de zuiger is eveneens een pen 7 aangebracht. De pen 3 is zoals in de tekening aangegeven met behulp van schroefdraad aan pen 7 bevestigd. Aan de rechterzijde beweegt pen 7 gasdicht door een opening 8 in het rechter einde van de cilinder. Met 9 en 10 10 zijn de toe- respectievelijk afvoeropeningen voor het gas aangeduid.

Aan de rechterzijde van de tekening is de instel-inrichting volgens de uitvinding weergegeven. De instelin-richting bevat een instelring 11 die aan de buitenzijde voor-15 zien is van schroefdraad. Deze schroefdraad werkt samen met de schroefdraad die inwendig in de bus 12 is aangebracht. De bus 12 draait in de busvormige verlenging 13 van de cilinder.

De bus 12 is tegen verschuiving geborgd door de groef 14 waarin een boutj e 15 valt. De bus 13 is bij 16 op de eigen-20 lijke pneumatische cilinder geschroefd. Met 17 is een borgpen aangeduid die bij 18 in het einde van de cilinder is geschroefd en vrij door een opening in de instelring 11 loopt.

Bij draaiing van de bus 12 wordt door deze borgpen belet dat de instelring 11 gaat meedraaien; daardoor vindt alleen een 25 langsverschuiving van de ring 11 plaats. Daar het einde van dempen 7 voorzien is van een borst 19 waarvan de afmetingen groter zijn dan de opening in de instelring 11 kan de zuiger met de daaraan verbonden pennen niet verder naar links verschuiven dan tot het moment dat de borst 19 tegen de instel-30 ring 11 aanslaat. Op deze wijze wordt een nauwkeurige instelling van de slag verkregen welke zowel tijdens stilstand als tijdens bedrijf van de pneumatische cilinder instelbaar is door het draaien van de bus 12. De borgpen 17 loopt door een kleine uitsparing in de rand van de borst 19.

35 Indien gewenst kan een beperking van de slag van de zuiger en de· daaraan verbonden pennen naar rechts gerealiseerd worden door in het einde van de bus 12 een staalbout te 8304168 -6- schroeven. Ook deze staalbout kan tijdens het bedrijf gedraaid worden. De gehele constructie volgens de uitvinding is, zoals uit de tekening duidelijk blijkt zeer elegant in het bijzonder doordat praktisch alle onderdelen co-axiaal 5 zijn met de pneumatische cilinder.

Zoals voor de deskundige duidelijk zal zijn kunnen de middelen voor het begrenzen van een verplaatsing ook worden toegepast in een zuiver mechanisch werkende inrichting of in een hydraulisch werkende inrichting. In dat geval kunnen 10 veren of andere elastische organen aanwezig zijn om breuk te vermijden.

8304168

Claims (8)

1. Pneumatisch werkende inrichting bevattende een cilinder waarin zich een zuiger heen en weer kan bewegen door c het veranderen van de druk aan tenminste een zijde van de zuiger, welke zuiger aan de werkzijde verbonden is aan een (gasdicht) door het werkeinde van de cilinder gevoerde, uitstekende pen, met het kenmerk, dat de zuiger aan de tegenover de werkzijde gelegen zijde verbonden is aan een, (gasdicht) door het tegenover het werkeinde gelegen einde van de cilinder gevoerde, uitstekende pen, waarbij het uitstekende einde over een zekere lengte door een gat van een instelring loopt en aan de van de cilinder afgekeerde zijde van deze ring een aanslag heeft groter dan het gat in de instelring en waarbij ^ de instelring in de langsrichting van de cilinder verschuifbaar is·

2· Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de instelring aan de buitenzijde voorzien is van schroefdraad welke samenwerkt met de inwendige van een bus die 20 draaibaar is in een busvormige verlenging van de cilinder en waarbij de instelring tegen draaiing en de bus tegen verschuiving geborgd is.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de borging van de instelring bestaat uit een 25 vast met de cilinder verbonden pen welke vrij door een gat in de instelring loopt.

4. Inrichting volgens conclusie 1,2, of 3, met het kenmerk, dat de busvormige verlenging van de cilinder door schroeven op het einde van de cilinder bevestigd is. 30

5. Inrichting volgens conclusie 1,2,3 of 4, met het kenmerk, dat de aanslag bestaat uit een op de pen gevormde borst.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de borgpen door een uitsparing in de rand van de borst ^ loopt.

7. Lasinrichting voorzien van een pneumatisch werkende inrichting volgens een of meer der voorafgaande conclusies. 8304168 -8-

8. Inrichting volgens een der conclusies 2 tot en mét 6, met het kenmerk, dat deze voorzien is van aanslagmid-delen, die de beweging in een richting begrenzen 3 die tegengesteld is aan de richting van de begrenzing door de 5 instelring. Bladel, 31 augustus 1983 8304168