NL8303779A - Kabelgeleidingssamenstel. - Google Patents

Description

i x * N/31.723-St/V/kvn Kabelgeleidingssamenstel.

De uitvinding heeft betrekking op een kabelgeleidingssamenstel met een aantal kabelgeleidingsbuizen uit kunststof, in het bijzonder een in een kabelkanaal schuifbaar kabelgeleidingssamenstel, waarbij de kabelgeleidingsbuizen door 5 middel van afstandsstroken tot een buizenmat zijn samengevoegd, waarvan de afstandsstroken flexibel zijn, en waarbij de kabelgeleidingsbuizen van de buizenmatten door oprollen kunnen worden samengevouwen.

In het algemeen bestaan deze kabelgeleidingsbuizen 10 en dus de buizenmatten uit een thermoplastische kunststof en zijn ze door middel van een streng-persproces met behulp van een kunststofwormpers vervaardigd. De term kabelkanaal heeft betrekking op de vooraf door de PTT gebruikte kabelkanalen voor telefoonkabels, lichtgeleidingskabels en dergelijke, 15 waarbij deze kabelkanalen zelf meestal uit kunststofbuis zijn vervaardigd, maar ook uit beton, keramische materialen en dergelijke kunnen bestaan. De term kabelkanaal heeft echter ook betrekking op de gebruikelijke kabelmantels. Overigens kan een dergelijk kabelgeleidingssamenstel ook zonder meer* in 20 de grond worden gelegd. Het zijn niet de kabelkanalen, maar de kabelgeleidingsbuizen die de kabels opnemen, die als het ware in de kabelgeleidingsbuizen worden geregen.

Op zichzelf voldoen de bekende kabelgeleidingssamenstellen van deze soort (Duits octrooischrift 32 17 401). Wel-25 iswaar kunnen met behulp van een kunststofwormpers dergelijke kabelgeleidingssamenstellen in zeer grote lengtes worden vervaardigd, waarbij de buizenmatten bij het transport van de kabelgeleidingssamenstellen als een kabel op een kabeltrommel worden gewikkeld, maar toch hebben de buizenmatten echter 30 slechts een eindige lengte van maximaal enkele honderden meters. Wanneer de kabels over een grotere lengte moeten worden gelegd, moet een aantal buizenmatten tot een kabelgeleidingssamenstel worden gekoppeld. Daarbij worden ten aanzien van de afdichting van de kabelgeleidingsbuizen bij de verbin-35 dingsplaatsen van de afzonderlijke buizenmatten zeer hoge eisen gesteld. In de praktijk werd de afdichting van de buizenmatten tot nu toe overgelaten aan de ervaring van de vakman. Nog steeds ontbreken echter maatregelen, om de afzonder- 8303779 ' . . ; - 2 - lijke buizenmatten trekvast te koppelen en dus uit een aantal buizenmatten een kabelgeleidingssamenstel met een grote lengte te vervaardigen, waarbij het koppelen van de kabelgelei-dingsbuizen van de afzonderlijke buizenmatten niet pas nS het 5 leggen hoeft te geschieden.

De uitvinding beoogt, een kabelgeleidingssamenstel te verschaffen, dat uit een aantal buizenmatten tot een samenstel met een willekeurige lengte is opgebouwd, waarbij de afzonderlijke kabelgeleidingsbuiseinden van de buizenmatten 10 trekvast en nauwpassend met elkaar zijn gekoppeld.

Hiertoe heeft de uitvinding het kenmerk, dat de afstandsstroken van de buizenmatten ter plaatse van de kabelgeleidingsbuiseinden over een lengte van enige centimeters zijn verwijderd, dat de op elkaar aansluitende kabelgeleidings-15 buizen van aangrenzende buizenmatten kops tegen elkaar liggen, en dat over de tegen elkaar liggende kabelgeleidingsbuiseinden koppelhulzen en afdichtingsslangen zijn geschoven, die nauwpassend en/of hechtend met elkaar en met de kabelgeleidingsbuiseinden zijn verbonden.

20 - In een gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding bestaan de koppelhulzen uit een van gaten voorziene hulsmantel waar bij materiaal van de kabelgeleidingsbuiseinden en/of van de afdichtingsslangen en/of een tussen de afdichtingsslangen en de kabelgeleidingsbuiseinden aangebracht verbin-25 dingsmateriaal door de gaten heen is gedrongen, teneinde de trekvastheid. en de nauwe passing te verkrijgen. Het is gunstig, wanneer de koppelhulzen uit metaal, bijvoorbeeld uit een aluminiumlegering of uit een koperlegering, bestaan. De koppelhulzen kunnen zelf echter ook uit kunststof bestaan.

30 In een gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de afdichtingsslangen, onder tussenplaatsing van thermoplastische lijm, op de kabelgeleidingsbuiseinden en de koppelhulzen gekrompen. In een andere gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de koppelhulzen aan hun uiteinden voorzien van, 35 althans nagenoeg tot aan het midden lopende, een diameterre-ductie toelatende,spieten.Hierdoor wordt bereikt dat de koppelhulzen zich onder invloed van de krimpkrachten aanpassen aan de kabelgeleidingsbuiseinden. Dit leidt vooral dan tot een trekvaste en hechtende verbinding, wanneer de kabelgelei-40 dingsbuizen zelf uit thermoplastische kunststof bestaan en 8303779 - 3 - dus bij het opkrimpen van de afdichtingsslangen op de kabel-geleidingsbuiseinden dienovereenkomstig week worden, zodat een hechtende verbinding ontstaat. Onder een hechtende verbinding wordt hier verstaan een verbinding, die tenminste lijkt 5 op een lasverbinding of als een lasverbinding is uitgevoerd. Het is duidelijk, dat de afdichtingsslangen in feite bestaan uit slangstukken, die aan beide einden over een kleine afstand buiten de koppelhulzen uitsteken. In verband hiermee heeft de uitvinding ook betrekking op een werkwijze voor het verbinden 10 van de koppelhulzen met de kabelgeleidingsbuiseinden van de kabelgeleidingssamenstellen van de beschreven constructie.

Deze werkwijze heeft het kenmerk, dat op de koppelhulzen kunststofslangen worden aangebracht, die aan de binnenzijde van een thermplastische lijm zijn voorzien, en aan de beide 15 uiteinden met een randdeel buiten de koppelhulzen uitsteken, en dat de verbinding wordt bewerkstelligd door het opkrimpen van de kunststofslangen.

De bereikte voordelen zijn, dat bij een kabelgelei-dingssamenstel volgens de uitvinding een aantal buizenmatten 20 tot een, een functionele en mechanische eenheid vormend,kabel-geleidingssamenstel zijn sairtengevoegd, zodat kabelgeleidingssamenstellen van althans nagenoeg willekeurige lengte kunnen worden vervaardigd. Hierbij is de verbinding tussen de afzonderlijke kabelgeleidingsbuizen een absoluut dichte en boven-25 dien trekvaste en nauwpassende verbinding, die uit de aparte buizenmatten een mechanisch als eenheid te beschouwen con-structiedeel maakt.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening waarin een uitvoeringsvoorbeeld is weer-30 gegeven-

Fig. 1 is een aanzicht van een kabelgeleidings-samenstel volgens de uitvinding;

Fig. 2 is een gedeeltelijk opengewerkt bovenaanzicht van het kabelgeleidingssamenstel van fig. 1; 35 Fig. 3 toont een op grotere schaal dan fig. 1 en fig. 2 een doorsnede volgens de lijn III-III van fig. 2?

Fig. 4 toont een kabelgeleidingssamenstel volgens de figuren 1 tot en met 3, dat als het ware is samengevouwen en in een kabaalkanaal is geschoven; en 40 Fig. 5 toont de afwikkeling van een koppelhuls van 8303779 - 4 - bijzondere uitvoering voor een kabelgeleidingssamenstel volgens de uitvinding.

Het in de figuren afgebeelde kabelgeleidingssamenstel is geschikt om in een kabelkanaal 1 te worden geschoven.

5 De figuren 1 en 2 tonen het kabelgeleidingssamenstel als een doorlopende mat, die uit een aantal buizenmatten 2 is samengesteld. Fig. 4 toont een kabelkanaal 1, waar het kabelgeleidingssamenstel van de figuren 1 en 2 in een opgerolde toestand is ingeschoven. Het kabelgeleidingssamenstel bestaat 10 uit een aantal kabelgeleidingsbuizen 3, waarin achteraf kabels, bijvoorbeeld telecommunicatiekabels, worden geschoven.

De kabelgeleidingsbuizen 3 zijn door afstandsstroken 4 tot buizenmatten 2 samengèvoegd. De afstandsstroken 4 zijn flexibel. De kabelgeleidingsbuizen 3 van de buizenmatten 2 15 kunnen dus als het ware door oprollen worden samengévouwen, zoals fig. 4 toont.

De figuren 1 en 2 tonen een uitvoeringsvorm van het kabelgeleidingssamenstel,waarbij een centrale kabelgeleidings-buis 3a een grotere, diameter heeft en aan weerszijden 20 wordt geflankeerd door kabelgeleidingsbuizen 3 met een kleinere diameter. Hierbij is het niet noodzakelijk, dat aan elk,e zijde van de centrale kabelgeleidingsbuis 3a het zelfde aantal kabelgeleidingsbuizen 3 met een kleinere diameter is geplaatst. Overigens kunnen ook alle kabelgeleidingsbuizen 3 van een 25 buizenmat. 2 dezelfde diameter hebben. De afstandsstroken 4 hebben een strookbreedte, die ongeveer overeenkomt met de straal van de kabelgeleidingsbuis 3a met de grootste diameter respectievelijk de straal van de kabelgeleidingsbuizen 3 met de gelijke diameters. Hierdoor wordt bereikt dat het oprollen 30 zeer goed mogelijk is.

Fig. 2 toont duidelijk, dat de afstandsstroken 4 van de buizenmatten 2 ter plaatse van de kabelgeleidingsbuis-einden 5 over een lengte van enige centimeters zijn verwijderd. De op elkaar aansluitende kabelgeleidingsbuizen 3 van 35 aangrenzende buizenmatten 2 liggen kops tegen elkaar. Over de tegen elkaar liggende kabelgeleidingsbuiseinden 5 zijn koppelhulzen 6 en afdichtingsslangen 7 geschoven, waarbij in het linkerdeel van fig. 2 de afdichtingsslang 7 opengewerkt is getekend. Vooral fig. 3 laat zien,dat de koppelhul-4Q zen 6 en de afdichtingsslangen 7 nauwpassend en/of hechtend 8303779 - 5 - ., 4r * met elkaar en met de kabelgeleidingsbuiseinden 5 zijn verbonden. In het uitvoeringsvoorbeeld en volgens een gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding kunnen de kabelgeleidings-buizen 3 uit thermoplastische kunststof bestaan, zodat de 5 nauwpassende koppeling door toepassing van warmte eenvoudig kan worden vervaardigd. Hiertoe hebben de koppelhulzen 6 in het uitvoeringsvoorbeeld en volgens een gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding een van gaten 8 voorziene hulsmantel. Materiaal van de kabelgeleidingsbuiseinden 5 en/of van de af-10 dichtingsslangen 7 en/of een tussen de afdichtingsslangen 7 en de kabelgeleidingsbuiseinden 5 aangebracht verbindings-materiaal 9 is door de gaten 8 heengedrongen. Hierdoor ont-staatde trekvastheid door middel van de nauwe passing. De afdichtingsslangen 7 kunnen onder tussenplaatsing van thermo-15 plastische lijm 9 op de kabelgeleidingsbuiseinden 5 en de koppelhulzen 6 zijn gekrompen. In de praktijk bedraagt de lengte van de koppelhulzen 6 ongeveer 10 S 15 cm, al naargelang de op te nemen belastingen en zijn deze koppelhulzen 6 met elke helft over één van de kabelgeleidingsbuiseinden 20 5 geschoven. Het is mogelijk de hulzen aan de binnenzijde te voorzien van uitstekende randen 10 of andere aanslagen, die de inschuifdiepte van de kabelgeleidingsbuiseinden 5 precies vastleggen. Voor het verkrijgen van de verbinding worden op de koppelhulzen 6 als afdichtingsslangen 7 kunststofslangen 25 aangebracht, die aan de binnenzijde van een thermoplastische lijm zijn voorzien en die met een randdeel voorbij elk einde van de koppelhulzen 6 uitsteken, waarna de verbinding wordt bewerkstelligd door het opkrimpen van de kunststofslangen 7.

Fig. 5, die een uitslag van een koppelhuls 6 toont, 30 laat zien, dat de koppelhulzen 6 aan hun uiteinden zijn voorzien van,althans nagenoeg tot aan het midden lopende, een diameterreductie toelatende spleten 11. Bovendien zijn de gaten 8 als tussen deze spleten 11 op afstand van elkaar geplaatste dwarsspleten uitgevoerd.

35 Het is vanzelfsprekend, dat in een kabelgeleidings- samenstel de verbindingsplaatsen tussen de kabelgeleidings-buizen 3 en dus de koppelhulzen 6 ook versprongen ten opzichte van elkaar kunnen worden geplaatst om te verhinderen,dat de door de opgeschoven koppelhulzen 6 veroorzaakte verdikkingen 40 additief werken.

83 ö 3 7 7 3

Claims (6)

1. Kabelgeleidingssamenstel met een aantal kabe^ge-leidingsbuizen uit kunststof, in het bijzonder een in een ka-belkanaal schuifbaar kabelgeleidingssamenstel, waarbij de kabelgeleidingsbuizen door middel van afstandsstroken tot een 5 buizenmat zijn samengevoegd,waarvan de afstandsstroken flexibel. zijn, en waarbij de kabelgeleidingsbuizen van de buizen-matten door oprollen kunnen worden samengevouwen, met het kenmerk, dat de afstandsstroken (4) van de buizenmatten (2) ter plaatse van de kabelgeleidingsbuiseinden (5) over een 10 lengte van enige centimeters zijn verwijderd, dat de op elkaar aansluitende kabelgeleidingsbuizen (3) van aangrenzende buizenmatten (2) kops tegen elkaar liggen, en dat over de tegen elkaar liggende kabelgeleidingsbuiseinden (5) koppelhulzen (6) en afdichtingsslangen (7) zijn geschoven, die nauwpassend 15 en/of hechtend met elkaar en met de kabelgeleidingsbuiseinden (5) zijn verbonden.

2. Kabelgeleidingssamenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de koppelhulzen (6) bestaan uit een van. gaten (8) voorziene hulsmantel en dat materiaal 20 van de kabelgeleidingsbuiseinden (5) en/of van de afdichtings-slangen (7) en/of een tussen de afdichtingsslangen (7) en de kabelgeleidingsbuiseinden (5) aangebracht verbindingsmateriaal (9), de nauwe passing vormend, door de gaten (8) heen is gedrongen.

3. Kabelgeleidingssamenstel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de koppelhulzen (6) aan hun uiteinden zijn voorzien van, althans nagenoeg tot aan het midden lopende, een diameterreductie toelatende, spleten (11).

4. Kabelgeleidingssamenstel volgens één der vooraf- 30 gaande conclusies, met het kenmerk, dat de afdichtingsslangen (7),onder tussenplaatsing van thermoplastische lijm (9), op de kabelgeleidingsbuiseinden (5) en de koppelhulzen (6) zijn gekrompen.

5. Kabelgeleidingssamenstel volgens één der vooraf- 35 gaande conclusies, met het kenmerk, dat de koppel- · hulzen (6) en de afdichtingsslangen (7) een lengte van ongeveer 10 &T5 cm hebben.

6. Werkwijze van het verbinden van de koppelhulzen 8303779 - 7 - met de kabelgeleidingsbuiseinden van kabelgeleidingssamenstellen volgens één der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat op de koppelhulzen (6) kunststofslangen (7) worden aangebracht, die aan de binnenzijde van een ther-5 moplastische lijm zijn voorzien en die met een randdeel voorbij elk einde van de koppelhulzen (6) uitsteken,waarna de verbinding door het opkrimpen van de kunststof slangen (7)·. tot stand wordt gebracht. 8303779