NL8303530A

NL8303530A - Werkwijze en inrichting voor warmtebehandeling van materialen.

Info

Publication number: NL8303530A
Application number: NL8303530A
Authority: NL
Original assignee: Kraemer & Grebe Kg
Priority date: 1982-10-16
Filing date: 1983-10-14
Publication date: 1984-05-16
Also published as: DK475283A; BE897984A; DE3238434A1; DK475283D0; DK160177B; DK160177C; AT385178B; FR2541090A1; ATA355383A; DE3238434C2

Description

9 S

-1- 23490/CV/tj

Korte aanduiding: Werkwijze en inrichting voor warmtebehandeling van materialen.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor de warmtebehan-5 deling van materialen, waarbij men het materiaal in aansluiting aan zijn verkleining verwarmt, evenals een inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze. Dergelijke werkwijzes en inrichtingen worden bijvoorbeeld in de vleesverwerkingsindustrie, zoals voor de vervaardiging van worstconserven toegepast. Zo beschrijft het Duitse octrooi 2.044.228 een inrichting voor 10 het verkleinen en voor de warmtebehandeling van vlees, waarbij via stoom-toevoeropeningen stoom direct in het verkleinde materiaal wordt ingeleid.

Ook het Duitse octrooi 1.187.902 beschrijft een werkwijze voor de vervaardiging van worstconserven, waarbij oververhitte stoom onder het oraroeren van het braadsel door sproeien wordt ingevoerd. De hierdoor bekende stand van 15 de techniek is echter verbonden met ernstige nadelen. Zo is volgens de geldende wettelijke voorschriften met betrekking tot levensmiddelen het door het condensaat gevormde toevoer van vreemd water niet toegestaan. Daarenboven staat in het algemeen voor de warmtebehandeling geen speciaal gereinigde stoom ter beschikking en bevat de benutte stoom een groot aantal veront-20 reinigende bestanddelen, die onder meer ook bij de gereedmaking van ketel-water toegevoegd worden en voor levensmiddelen bezwaarlijk of zelfs gevaarlijk zijn. Tenslotte is bij de directe stoomverhitting de verwarming ongelijkmatig. Er treden plaatselijke overhittingen op, terwijl andere gebieden slechts gebrekkig verwarmd worden.

25 Met kennis van deze stand van de techniek wordt met onderhavige uit vinding beoogd de werkwijze van bovengenoemde soort resp. een overeenkomstige inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze zo uit te voeren, dat onder vermijding van de aangegeven nadelen een gelijkmatige verwarming van het materiaal en een zekerheid tegen het inbrengen van verontreinigingen gewaar-30 borgd is,onder gelijktijdige vermijding van het toevoegen van vreemd water.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat het materiaal door een ringvormige ruimte wordt gevoerd waarvan de buitenwand en de binnenwand is verwarmd.

Volgens de uitvinding voert men het materiaal dus door een ringvor-35 mige ruimte, waarvan de buitenwand en de binnenwand is verwarmd. Door de indirecte verwarming van het materiaal wordt ieder vreemde toevoeging vermeden, zodat de reinheid van het te behandelen materiaal gewaarborgd is. Het verhoudingsgewijs grote oppervlak, dat de ringvormige ruimte begrenst, 8303530 -2- 23490/CV/tj waarborgt een gelijkmatige verwarming van het materiaal, zodat bijvoorbeeld bij toepassing in de vleesverwerkingsindustrie een worstconserve van hoge kwaliteit te bereiken is. Bij voorkeur past men als warmtebron stoom toe, hetgeen het mogelijk maakt een goed regelbare verhoudingsgewijs grote warm-5 tehoeveelheid door de de ringvormige ruimte begrenzende wanden over te dragen.

De inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze kenmerkt zich volgens de uitvinding door een verwarmbaar cilindrisch binnenlichaam en een concentrisch ten opzichte hiervan aangebracht, van buiten verwarmbare buis 10 met grotere inwendige diameter dan de buitendiameter van het binnenlichaam. Het materiaal wordt door de hierdoor gevormde ringvormige ruimte heengevoerd en over de verhoudingsgewijs grote oppervlakken op de binnenzijde en de buitenzijde van de ringvormige ruimte verhit.

Volgens een de voorkeur gegeven uitvoeringsvorm van de uitvinding 15 is het binnenlichaam als om zijn langsas motorisch aandrijfbare vijzel uitgevoerd. Deze uitvoering maakt een gelijkmatig transport van het te behandelen materiaal door de ringvormige ruimte mogelijk, waarbij zich tijdens het transport de warmtebehandeling laat uitvoeren. Het is doelmatig het binnenlichaam hol uit te voeren en te voorzien van een stoomtoevoeropening, 20 waardoor het binnenlichaam op een gelijkmatig hoge temperatuur te houden is door het in stand houden van een bepaalde stoomdruk. Voor het afvoeren van een condensaat uit de binnenruimte van de vijzel is bij voorkeur een con-densaathefinrichting aangebracht.

De buitenste buis is doelmatig als stationaire dubbele cilinder uit-25 gevoerd, welke een stoominlaatopening voor de tussenruimte draagt. Zodoende is ook het buitenste oppervlak van de ringvormige ruimte door het in stand houden van een constante stoomdruk in het tussengebied van de dubbele cilinder op een gelijkmatig hoge temperatuur te houden. Voor het afvóeren van het condensaat is doelmatig de inwendige ruimte van de dubbele cilinder te 30 voorzien van een condensaatafvoeropening.

Ter verbetering van een gelijkmatig transport van het materiaal door de ringvormige ruimte is volgens een de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm van de uitvinding de buis op zijn binnenzijde voorzien van trekken, die althans in hoofdzaak in axiale richting van de buis verlopen. De trekken waar-35 borgen tesamen met de vijzel een positief transport van het te behandelen materiaal. Om warmteverliezen zo gering mogelijk te houden draagt de buis buiten bij voorkeur een isolering.

Verdere voordelen, details en voor de uitvinding van belang zijnde 8303530 -3- 23490/CV/tj » kenmerken zullen volgen uit de hieronder volgende beschrijving van een de voorkeur gegeven uitvoeringsvoorbeeld aan de hand van bijgaande tekeningen.

Fig. 1 toont een langsdoorsnede door een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding.

5 Fig. 2 toont een doorsnede door de inrichting althans in hoofdzaak volgens de lijn A-A.

Bij de in de fig. 1 en 2 weergeven inrichting gaat het om een uitvoeringsvorm, zoals deze'bijvoorbeeld in de vleesverwerkingsindustrie wordt toegepast. De inrichting is, zoals in het bijzonder uit fig. 1 blijkt, aan 10 het vijzelhuis 2 van een vleesverwerkende inrichting aangeflensd. De aandrijving vindt plaats via de vijzel 1 van de vleesverwerkende inrichting en een mes- en aandrijftap 3- De inrichting is via een moer vastgezet aan het vijzelhuis 2.

Het cilindrische binnenlichaam 4 is in fig. 1 gedeeltelijk in door-15 snede weergegeven. Op zijn buitenste oppervlak draagt het binnenlichaam 4 vijzeltrekken, die het verdere transport van het te behandelen materiaal begunstigen. Het binnenlichaam .¾ is opgebouwd als cilindrische buis, dat aan het naar het vijzelhuis 2 van de vleesverwerkende inrichting toegekeerde einde is afgesloten. Aan zijn vooreinde draagt het binnenlichaam een as-20 stomp, welke aan een eindzijde is voorzien van een inwendig zeskant waarin de mes- en aandrijftap 3 ingrijpt. De asstomp dient voor het legeren en voor aandrijving van het binnenlichaam 4. Aan zijn van het huis 2 afgekeerde einde is het binnenlichaam voorzien van een radiale afsluitwand, welke in het midden een stoominlaatopening draagt, welke gelijktijdig een condensaathef-25 inrichting 10, welke in het inwendige 8 van het binnenlichaam 4 insteekt, opneemt.

Coaxiaal aan het binnenlichaam 4 is een buitenste buis 5 aangebracht, waarvan de inwendige diameter slechts een weinig groter is dan de uitwendige diameter van de het binnenlichaam 4 omgrijpende vijzel. De buitenste 30 buis 5 is als dubbele mantelbuis uitgevoerd, waarbij aan de binnenruimte een stoominlaatopening en een condensaatafvoeropening is aangesloten. Op zijn buitenste oppervlak draagt de buitenste buis 5 een isolatie 6. De buitenste buis vormt het vijzelhuis van de inrichting en is, zoals in het bijzonder uit fig. 2 blijkt, aan zijn binnenzijde voorzien van trekken 7, die althans 35 in hoofdzaak in axiale richting verlopen.

Aan zijn vooreinde draagt de buis 5 een ringflens waarmee het stationair in het vijzelhuis 2 wordt vastgehouden. Aan de tegenover liggende zijde is de buis 5 via een radiale afsluitkap afgesloten. De afsluitkap 3303530 %

V

τ -4- 23490/CV/tj draagt een centrale asstomp met een in het midden aangebrachte boring voor het opnemen van de legering en van de damptoevoer en condensaatafvoer voor het binnenliohaam 4. Op de asstomp sluit zich een stoom- en condensaat-draaiafdichting 9 aan.

5 Aan de van het vijzelhuis 2 van de vleesverwerkende inrichting af gekeerde zijde is aan de tussenruimte tussen het binnenlichaam 4 en de buitenste buis 5 een in de tekening niet nader weergegeven afvoeropening voor het behandelde materiaal aangebracht. Het de maalinrichting verlatende verkleinde materiaal, dat aan een warmtebehandeling moet worden onderworpen, 10 wordt door de ringvormige ruimte tussen het binnenlichaam 4 en de buitenste buis 5 opgenomen. Het de vijzelvormende binnenlichaam 4 en de trekken 7 van de buitenste buis 5 werken samen en transporteren het materiaal in axiale richting door de ringvormige ruimte. In het inwendige van de dubbele mantel van de buitenste buis 5 en in het inwendige van het binnenlichaam 15 4 wordt stoom met een vooraf bepaalde druk ingebracht, waardoor de tegenover elkaar liggende wanden op een althans nagenoeg constante temperatuur worden gehouden. De warmte wordt gelijkmatig door het door de ringvormige ruimte geleide materiaal opgenomen. Ten gevolge van de verhoudingsgewijs geringe radiale diepte van de ringvormige ruimte is een volledige en gelijk-20 matige warmtedoordringing van het materiaal veilig gesteld, zodat het de inrichting door de afvoeropening verlatende materiaal een hoge kwaliteit als bijvoorbeeld voor worsten te gebruiken voedingsmiddel bezit.

-CONCLUSIES- 8303530

Claims

1. Werkwijze voor de warmtebehandeling van materialen waarbij men het materiaal in aansluiting aan zijn verkleining verhit, met het kenmerk, 5 dat men het materiaal door een ringvormige ruimte voert, waarvan de buitenwand en de binnenwand is verwarmd.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat' men als warmtebron stoom toepast.

3. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de conclu-10 sies 1 of 2, gekenmerkt door een verwarmbaar cilindrisch binnenlichaam (8) en een concentrisch ten opzichte hiervan aangebrachte, van buiten verwarm-bare buis (5) met grotere inwendige diameter dan de uitwendige diameter van het binnenlichaam (8), waarbij het te behandelen materiaal door de tussen het binnenlichaam (8) en de buis (9) gevormde ringvormige ruimte heen te 15 voeren is.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het binnenlichaam (4) als om zijn langsas motorisch aan te drijven vijzel is uitgevoerd .

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het binnen-20 lichaam (4) hol is uitgevoerd en een stoomtoevoeropening draagt.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het binnenlichaam (4) is uitgerust met een condensaathefinrichting (10).

7. Inrichting volgens een der conclusies 3 tot 6, met het kenmerk, dat de buitenste buis (5) is uitgevoerd als stationaire dubbele cilinder, 25 welke een stoomtoevoeropening voor de tussenruimte draagt.

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de binnenruimte van de dubbele cilinder (5) een condensaatafvoeropening draagt.

9. Inrichting volgens een der conclusies 3 tot 8, met het kenmerk, dat de buis (5) aan zijn binnenzijde is voorzien van trekken (7). 30

10. Inrichting volgens een der conclusies 3 tot 9, met het kenmerk, dat de buis (5) buiten een isolatie (6) draagt. - — * — 35 8303530