NL8303492A - Inrichting voor het vasthouden van warenaanduidingsplaatjes. - Google Patents

Description

* Lx 833113 s r“w *

Inrichting voor het vasthouden van warenaanduidingsplaatjes.

Se uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het vasthouden van warenaanduidingsplaat jes.

Aan of in toonbanken, rekken of dergelijke voor het tonen van waren dienende inrichtingen ie het bekend voor de varen prijs-3 kaartjes aan te brengen oa te voldoen aan de prijsaanduidings-plicht.

Bij een groot aantal onderling verschillende varen, bijvoorbeeld levensaiddelen, aet onderling verschillende prijzen is het echter dikwijls zeer aoeilijk, tijdrovend en dus kostbaar der-10 gelijke prijskaartjes zodanig te plaatsen en vast te zetten, dat enerzijds bij de betrokken vaar het juiste prijskaartje behoort, en anderzijds de prijekaartjes door kopers ef belangstellenden ook gemakkelijk kunnen worden afgelezen en herkend.

De uitvinding heeft nu betrekking op een inrichting voor 15 het vasthouden van warenaanduidingsplaatjes, waarmede met eenvoudige middelen en maatregelen mogelijkheden voor een aanmerkelijke vereenvoudiging van de warenaanduiding wordt verschaft, en ook een goede herkenbaarheid kan worden bereikt.

Daartoe wordt de inrichting volgens de uitvinding geken-20 merkt door een drager met tenminste een venstervormige en voor een lichtbron gelegen opening, die een zich over het gehele oppervlak uitstrekkend lichtverstrooiingsplaatje omvat, en door tenminste een voor het lichtverstrooiingsplaatje vervangbaar vastgehouden dia, waarop de vaar en tenminste een daarbij behorend teken is af-25 geheeld, waarbij voorts bij voorkeur dit teken de prijs van de waar is*

Daardoor wordt de opstelling van de waren onafhankelijk 8303492 • * r '* - 2 - ▼an de plaatsing van het warenkenmerldagsplaat je·· Voorts wordt verzekerd, dat de warenkenmerkingsplaatjes steeds voldoende worden ▼erlicht, en derhalve ook door een waarnemer goed kannen worden waargenomen, waarbij in vele gevallen het daglicht voor het ver-5 lichten van de plaatjes voldoende kan zijn·

In het bijzonder bij toonbanken is het gunstig, wanneer in de drager verscheidene van lichtverstrooiingsplaatjes voorziene openingen naast elkaar zijn aangebracht.

Een uitvoering, die de vervaardiging vergemakkelijkt en 10 de vervaardigiagskosten vermindert, omvat een voor alle openingen gemeenschappelijke lichtverstrooiingsplaat.

Met het oog op de doelstelling is het verder gunstig, dat een voor alle dia’s gemeenschappelijke bevestiging is aangebracht, die zodanig is uitgevoerd, dat de dia's onafhankelijk van '15 elkaar kunnen worden vastgezet en losgemaakt.

Een de vervaardiging nog verder vereenvoudigende uitvoering, die voorts een plaatsbesparende opstelling van de dia's mogelijk maakt, wordt gekenmerkt door een langwerpige zich in de langsrichting van de drager uitstrekkende opening, waarvan de hoogte 20 gelijk is aan de hoogte van een dia, terwijl de lengte een geheel veelvoud van de breedte van een dia is. Daarbij kunnen de dia's op de drager worden vastgezet.

Verder is het gunstig, wanneer de lichtverstrooiende plaatjes vervangbaar op de drager kunnen worden vastgemaakt, ten-25 einde deze plaatjes voor het bereiken van bijzondere effecten naar keuze te kunnen vervangen door andere meer of minder gekleurde plaatjes.

Deze plaatjes kunnen verder vormvast en zelfdragend zijn uitgevoerd· Onder bepaalde omstandigheden kan het echter gunstig 83 0 3 4 9 2 - 3 - * * xijn d· lichtverstrooiende plaatjes uit buigzaam bladiaa teriaal te vervaardigen.

Sen verdere gunstige uitvoeringsvora heeft als kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen voor de dia's aan de lichtverstrooiende 5 plaat zijn aangebracht, teneinde de dia*8, wanneer de verstroeiende plaat van de drager ie losgemaakt, daarop te kannen vastaaken dan vel daarvan te kunnen verwijderen.

Om ook bij buigzame lichtverstrooiende platen een vormvaste opstelling daarvan te verzekerenT en/of om een vlakke aan-10 ligging van buigzame dia's daarop te verkrijgen, kunnen de verstrooiende platen rond een as naar buiten toe zijn gebogen, waarbij de dia's met een overeenkomstige kromming worden vastgehouden.

Een wat de vervaardiging betreft bijzonder gunstige uitvoering van de diabevestiging, die enerzijds een in de juiste stand 15 vast opstellen van de dia's verzekert, en anderzijds ook een een- voudige en snelle plaatsing of verwijdering daarvan mogelijk maakt, heeft als kenmerk, dat de diabevestiging als aan de boven- en onderzijde van de drageropening zich in de langsrichting van de drager uitstrekkende ribben met in de naar elkaar toe gekeerde zijden ge-20 vormde langsgleuven zijn uitgevoerd, ia welke gleuven de desbetreffende raadgedeelten van de dia's losneembaar kunnen worden gestoken.

Een gunstige uitvoeringsvorm van de vooraoemde inrichting heeft als kenmerk, dat de drager deel uitmaakt van een scherm voor een elektrische lamp, en voor de lichtbron daarvan is opgesteld· 25 Daardoor wordt enerzijds steeds een vaste belichting van de dia's verzekerd, terwijl anderzijds voor de warenherkennings-plaatjès geen tot nu toe bijkomend vereiste bevestigingsmiddelen binnen het warentoonmeubel vereisen.

Het kan daarbij gunstig zijn een langwerpige lichtbalk te 8303492 Γ ν gebruiken, waarbij de langwerpige drager in dezelfde richting als de langsrichting daarvan is opgesteld.

Bit heeft het voordeel, dat een aantal dia's naast elkaar goed belicht en dus door de belangstellenden goed herkenbaar en 5 tevens ruiatebesparend kan worden opgesteld.

Ook is het mogelijk aan de drager middelen voor het losneembaar verbinden ervan met een elektrisch verlichtingstoestel aan te brengen, welke verbindingsmiddelen bij voorkeur als klemmen zijn uitgevoerd, teneinde de drager ook op reeds aanwezige ver-10 lichtingsmiddelen te kunnen vastmaken.

Be uitvinding zal in het onderstaande nader worden toegelicht aan de hand van een tekening; hierin toont: fig. 1 een afbeelding in perspectief van een deel van een lichtbalk; 13 fig. 2 een dwarsdoorsnede door een toonbank; en fig. 3 een dwarsdoorsnede door een wandrek.

Be in fig. 1 afgeheelde lichtbalk omvat een langwerpig lamphuis 1 uit metaal met een aangevormd lampscherm 2, dat een niet afgebeelde vervangbaar ia het lamphuis aangebrachte buislamp of 20 dergelijke zijdelings afschermt.

Bergelijke lichtbalken kunnen, zoals uit fig. 2 en 3 blijkt, bijvoorbeeld in een toonbank of op een wandrek in de langsrichting daarvan boven de waren worden aangebracht, teneinde de waren te kunnen verlichten.

25 In de naar de kopers of belangstellenden gerichte zijde van het lampscherm 2 is een zich althans nagenoeg over de gehele lengte van dit scherm uitstrekkende opening 3 aangebracht.

Voorts zijn evenwijdig aan de boven- en benedenrand van deze opening en ook onderling evenwijdig gerichte ribben k aan het 8303492 -5- V * laapschera 2 aangevorsad, die met het scherm 2 in. de langsrichting daarvan gerichte gleuven 5 vormen, waarvan de openingen naar elkaar toe zijn gericht. Bovendien zijn de tenainste ongeveer tot aan de niet afgeteelde aahtelkopvlakken, reikende gleuven aan het kopvlak 5 open uitgevoerd.

In de gleuven 5 ie een naar buiten toe gewelfde voorgevormde en vormvaste lichtveratrooiingsplaat 6, bijvoorbeeld uit ► aelkglas, losneembaar aangebrachtT terwijl voor deze plaat 6 een aantal zonder tussenruimten naast elkaar geplaatste dia's 7 zijn 10 aangebracht) waarvan de bovenste en onderste randgedeelten eveneens zodanig in de gleuven 5 steken, dat de dia's de kromming van de lichtverstrooiingsplaat 6 kunnen volgen, en goed daarop aansluiten.

Het is ook mogelijk in plaats van een vormvaste lichtverstrooiingsplaat 6 een plaat uit buigzaam vlak materiaal te ge-15 bruiken, waarvan de breedte groter is dan de onderlinge afstand van de gleuven 5i zodat bij het aanbrengen van de lichtverstrooiingsplaat 6 in de gleuven 5 de plaat 6 noodzakelijkerwijs naar buiten wordt gewelfd.

Het is ook mogelijk aan de lichtverstrooiingsplaat in-20 steekgleuven 5 voor de dia's 7 vormende ribben k aan te vormen.

Op de dia's 7 is de waar zelf, zo mogelijk in kleur, alsmede de bijbehorende prijs, bijvoorbeeld per gewichtseenheid, afgeheeld.

Het lampschera 2 kan ook vooraf zijn vervaardigd, en in 25 het bijzonder losneembaar aan het de lamp dragende huis 1 zijn bevestigd. De vervaardiging van het huis 1 en van het lampscherm 2 is niet tot metaal beperkt,doch tenminste het de dia's dragende lampscherm dient tenminste aan de naar de waarnemer van de waren gekeerde zijde tenminste bij benadering ondoorlatend voor licht te 83 0 3 4 9 2 — 6 ~ . i' ' c zijn om bij bet waarnemen van de dia’s 7 verblinding door de lamp zelf uit te sluiten.

Voor zover de inrichting voor het vasthouden van warea-herkenningsplaat jes niet in een elektrische lamphouder is op ge nomen, 5 doch later aan een reeds aanwezige lamphouder moet worden aangebracht, worden de voor het vervangbaar vasthouden van de verstrooiende plaat 6 en de dia’s 7 dienende onderdelen aan een raamvormige * vormvaste drager aangebracht, die voor het losneembaar verbinden ervan met een lamphouder bij voorkeur van klemmen is voorzien.

10 Ook zijn andere bekende verbindingsmiddelen, zoals schroef verbindingen, voor het verbinden van de drager met de lamphouder geschikt.

Binnen het kader van de uitvinding zijn nog vele wijzigingen mogelijk.

83 0 3 ή - .

Claims (12)

1· Inrichting roor het rast houden Tan warenkenmerkingaplaat-jes, gekenmerkt door een drager set tenminste een renet er· Tormige en Toor een lichtbron aangebrachte opening (3)» die Tan een zich OTer het gehele oppervlak ervan uitetrekkende lichtverstrooiings-5 plaat (6) is voorzien, en door tenminste een voor deze lichtver-strooiingsplaat (6) vervangbaar vastgehouden dia (7)» waarop de vaar -en tenminste een daarbij behorend teken is afgebeeld.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het teken de prijs van de waar is· 10 3· Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat verscheidene van een licht vers trooiingsp laat (6) voorziene ope-ningen (3) op oen onderlinge afstand naast elkaar zijn aangebracht· k. Inrichting volgens conclusie 3« met het kenmerk, dat voor alle openingen (3) «en gemeenschappelijke lichtverstrooiings- 13 plaat (6) is aangebracht.

5· Inrichting volgens een van de conclusies 1..^, met het kenmerk, dat een voor alle dia's (7) gemeenschappelijke bevestiging is aangebracht, die zodanig is uitgevoerd, dat de dia's (7) onderling onafhankelijk kunnen worden vastgezet of losgemaakt.

6. Inrichting volgens een van de conclusies 1.·5, geken merkt door een langwerpige in de langsrichting van de drager gerichte opening (3)* waarvan de hoogte met de hoogte van een dia (7), en de lengte met een geheel veelvoud van de breedte van een dia (7) overeenkomt. 23 7* Inrichting volgens een van de conclusies 1..6, met het kenmerk, dat de diabevestigingsmiddelen op de vormvaste drager zijn aangebracht. 8303492 * I . - 8 -

8. Inrichting volgens een van de conclusies 1..7, net het kenmerk^ dat de lichtverstrooiingsplaten (6) vervangbaar op de drager zijn bevestigd.

9· Inrichting volgens een van de conclusies 1..8, ge ken-5 a e r k t door vormvast en zelfdragend uitgevoerde lichtverstrooiingsplaten (6).

10. Inrichting volgens een van de conclusies 1..8, net het kennerk, dat de lichtverstrooiingsplaten (6) als buigzame bladen zijn uitgevoerd.

11. Inrichting volgens een van de conclusies 1..10, net het kenmerk, dat de diabevestigingen op de licht verstrooiingsplaat (6) zijn aangebracht.

12. Inrichting volgens een van de conclusies 1..11, net het kenmerk, dat de lichtverstrooiingsplaten (6) rond een as naar 15 buiten zijn gewelfd, en dat de dia’s (7) in overeenstemming net de kromming op de lichtverstrooiingsplaten(6) zijn vastgemaakt. 13* Inrichting volgens een van de conclusies 1..12, net het kennerk, dat de lichtverstrooiingsplaten (6) rond een evenwijdig aan de langsrichting van de drager gerichte as naar buiten zijn 20 gewelfd.

14. Inrichting volgens een van de conclusies 1..13, met het kenmerk, dat de diabevestiging als zich aan de boven- resp., onderzijde van de opening (3) ia de langsrichting van de drager uitstrekkende ribben (4) met in de naar elkaar toe gekeerde zijdenaange-25 brachte en in de langsrichting gerichte gleuven (5) zijn uitgevoerd, in welke gleuven de desbetreffende randdelen van de dia’s (7) losneembaar zijn gestoken.

15· Inrichting volgens een van de conclusies 1..14, met het kenmerk, dat de drager een deel van een elektrische lamphouder 83 0 3 4 9 2 - 9 - * (2) Tornt, on τοογ de lichtbron daarran ie opgesteld.

16. Inrichting Tolgens conclusie 1^, aet k«t kenicrk, dat de lamphouder een lichtbalk is, en dat de langwerpige drager in deselfde richting als de langsas Tan deze lichtbalk Terlopend is 5 aangebracht· 1?» Inrichting Tolgens conclusie 15 of 16, met het kenmerk, dat aan de drager middelen Toor het losneembaar Terbinden ervan met een lamphouder, in het bijzonder in de Torm van klemmen, is aangebracht· 8303492