NL8303387A - Registratiemedium voor beeldinformatiehoudende signalen en afspeelinrichting daarvoor. - Google Patents
Registratiemedium voor beeldinformatiehoudende signalen en afspeelinrichting daarvoor. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8303387A NL8303387A NL8303387A NL8303387A NL8303387A NL 8303387 A NL8303387 A NL 8303387A NL 8303387 A NL8303387 A NL 8303387A NL 8303387 A NL8303387 A NL 8303387A NL 8303387 A NL8303387 A NL 8303387A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- signal
- pixel data
- digital
- rams
- memory
- Prior art date
Links
Classifications
-
- H—ELECTRICITY
- H04—ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
- H04N—PICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
- H04N9/00—Details of colour television systems
- H04N9/79—Processing of colour television signals in connection with recording
- H04N9/80—Transformation of the television signal for recording, e.g. modulation, frequency changing; Inverse transformation for playback
-
- H—ELECTRICITY
- H04—ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
- H04N—PICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
- H04N9/00—Details of colour television systems
- H04N9/79—Processing of colour television signals in connection with recording
- H04N9/80—Transformation of the television signal for recording, e.g. modulation, frequency changing; Inverse transformation for playback
- H04N9/804—Transformation of the television signal for recording, e.g. modulation, frequency changing; Inverse transformation for playback involving pulse code modulation of the colour picture signal components
- H04N9/806—Transformation of the television signal for recording, e.g. modulation, frequency changing; Inverse transformation for playback involving pulse code modulation of the colour picture signal components with processing of the sound signal
- H04N9/8063—Transformation of the television signal for recording, e.g. modulation, frequency changing; Inverse transformation for playback involving pulse code modulation of the colour picture signal components with processing of the sound signal using time division multiplex of the PCM audio and PCM video signals
- H04N9/8066—Transformation of the television signal for recording, e.g. modulation, frequency changing; Inverse transformation for playback involving pulse code modulation of the colour picture signal components with processing of the sound signal using time division multiplex of the PCM audio and PCM video signals with insertion of the PCM audio signals in the vertical blanking interval of the PCM video signal
-
- H—ELECTRICITY
- H04—ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
- H04N—PICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
- H04N1/00—Scanning, transmission or reproduction of documents or the like, e.g. facsimile transmission; Details thereof
- H04N1/46—Colour picture communication systems
- H04N1/64—Systems for the transmission or the storage of the colour picture signal; Details therefor, e.g. coding or decoding means therefor
- H04N1/646—Transmitting or storing colour television type signals, e.g. PAL, Lab; Their conversion into additive or subtractive colour signals or vice versa therefor
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Multimedia (AREA)
- Signal Processing (AREA)
- Signal Processing For Digital Recording And Reproducing (AREA)
- Television Signal Processing For Recording (AREA)
- Optical Recording Or Reproduction (AREA)
Description
Ί* 4 * ^ - Registratiemedium voor beeldinformatiéhoudende signalen en af- speelinrichting daarvoor.
De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een registratiemedium voor informatiehoudende signalen en op een afspeelinrichting daarvoor, en meer in het bijzonder op een informatieregistratiemedium dat is ingeschreven 5 met beeldelementgegevens die overeenkomen met het totaal van een enkel veld dat is gevormd uit willekeurige beeldelementgegevens in een eerste en een tweede veld die samen een freem van een digitaal videosignaal vormen, en op een afspeelinrichting daarvoor. De afspeelinrichting is ontworpen voor het af-10 spelen van het tweede veld in een volgorde die verschilt van een volgorde waarmee de vastgelegde beeldelementgegevens worden afgespeeld uit het informatieregistratiemedium in het eerste veld.
Kortgeleden zijn systemen ontwikkeld en 15 verwezenlijkt die een digitaal videosignaal dat is verkregen door video- en audiosignalen te onderwerpen aan digitale puls- * modulatie zoals pulscodemodulatie (PCM), en een digitaal audio-signaal registreren op een draaibaar registratiemedium (hierna eenvoudig aangeduid als een plaat) als variaties in de meet-20 kundige vorm, en die het geregistreerde signaal afspelen als variaties in de sterkte van licht dat aan de plaat is gereflecteerd, of als variaties in een elektrostatische capaciteit.
Voorts zijn voorstellen gedaan voor registratiesystemen voor digitale audioplaten volgens welke een digitaal videosignaal 25 dat beeldinformatie omtrent een stilstaand kleurenbeeld bevat, wordt toegevoegd aan een digitaal audiosignaal en samen daarmee wordt geregistreerd in hetzelfde spoor op de plaat. In het algemeen worden een aantal muziekprogramma's vastgelegd op dezelfde kant van een dergelijke digitale audioplaat en wordt het 30 digitale videosignaal dat de beeldinformatie omtrent een stil staand kleurenbeeld bevat, vastgelegd in overeenstemming met elk van de vastgelegde muziekprogramma's. Bij het afspelen van een v « y 2 dergelijke digitale audioplaat kunnen de muziekprogramma's op de plaat worden afgespeeld door een afspeelsysteem dat in de gehele wereld hetzelfde is.
Echter zijn de televisiesystemen niet in de 5 gehele wereld gelijk en er bestaan ruwweg gezegd drie soorten televisiesystemen. Teneinde dus het afspelen van het op de plaat vastgelegde videosignaal mogelijk te maken zelfs indien het in een gebied of land gebezigde televisiesysteem verschilt van het televisiesysteem waarin het videosignaal is vastgelegd, 10 is het allereerst noodzakelijk het vastgelegde videosignaal om te zetten in een signaal met een indeling in overeenstemming met het televisiesysteem van de in dat gebied of land gebezigde afspeelinrichting alvorens een goed beeld wordt verkregen. De informatie-inhoud van het hiervoor genoemde digitale videosig-15 naai heeft betrekking op een stilstaand kleurenbeeld dat de verbeelding van de luisteraar wanneer deze naar de afgespeelde geluiden van het digitale audiosignaal luistert, op weg te helpen. Het is daarom gewenst het digitale videosignaal van de plaat af te spelen in de signaalindelingen die in overeenstem-20 ming zijn met alle televisiesystemen, onafhankelijk van de ver schillen die in de televisiesystemen over de gehele wereld voorkomen .
De kleurentelevisiesystemen in de wereld kunnen ruwweg in drie systemen worden verdeeld, en dat zijn 25 NTSC, PAL en SECAM-systemen, al naar de indelingen voor het over dragen van het kleursignaal. In alle kleurentelevisiesystemen bestaat het kleurenvideosignaal uit een helderheidssignaal en uit twee soorten kleurverschilsignalen. Het is daarom gewenst een componentcoderingsysteem te gebruiken dat het kleurenvideo-30 signaal overdraagt door het helderheidssignaal en de twee soor ten kleurverschilsignalen onafhankelijk van elkaar te onderwerpen aan digitale pulsmodulatie teneinde de compatibiliteit tussen de drie systemen te vergemakkelijken. Bovendien is het gewenst het componentcoderingssysteem te benutten met het oog 35 op de fijne beeldkwaliteit die kan worden verkregen door gebruik u * 3 te maken van een weergeefmonitor met ingangsklemmen voor de drie primaire kleuren: rood (R), groen (G) en blauw (B) die waarschijnlijk in de nabije toekomst zal worden verwezenlijkt, en in het bijzonder omdat op de digitale audioplaten een derge-5 lijke gedeeltelijk bewegende beelden kunnen worden geregi streerd.
De frequentieband van het helderheidssignaal in het televisie-omroepsignaal is in het NTSC-systeem 4,2 MHz, en in het PAL- en SECAM-systeem bedraagt de frequentieband 10 5 MHz of 6 MHz. Echter is de frequentieband van het helderheids signaal die werkelijk wordt overgébracht naar en gebruikt in de televisie-ontvanger in het NTSC-systeem niet verder reikend dan ongeveer 3 MHz, en in het PAL- en het SECAM-systeem niet verder dan 3 tot 4 MHz. Het is dus mogelijk de bemonsterings-15 frequentie te verlagen tot ongeveer 8 MHz, ofschoon het de voor keur verdient een zekere marge te bewaren.
Indien dus voor de bemonsteringsfrequentie van het helderheidssignaal 9 MHz wordt gekozen en voor de beide i bemonsteringsfrequenties van de twee soorten kleurverschilsigna-20 len (R - Y) en (B - Y) 2,25 MHz (een kwart van 9 MHz), wordt het aantal bemonsteringspunten van het helderheidssignaal op een enkele aftastlijn gelijk aan 576 (= (9 x 10^)/(15,625 x 10"^)). Echter omvatten deze bemonsteringspunten de horizontale onder-drukkingstijden, zoals de horizontale synchronisatiesignaalinter-25 vallen en de kleurstootsignaalintervallen. Vandaar dat indien de bemonsteringspunten in deze horizontale onderdrukkingstijden uit de bemonsteringspunten van het helderheidssignaal worden weggelaten, het aantal bemonsteringspunten van het helderheidssignaal op één enkele bemonsteringslijn tot ongeveer 456 kan 30 worden verminderd.
Een wijd verbreid op de markt zijnde 64k 16 RAM heeft ruimte voor 2 (= 65536) bits. Aldus wordt ruimte voor 18 16 2 (=4x2 = 262144) bits verkregen bij gebruik van vier 18 dergelijke 64k RAM's. Indien dit getal 2 wordt gedeeld door 35 456 dat het aantal effectieve bemonsteringspunten van het helder-
___A
4 9 * heidssignaal op één enkele aftastlijn is, wordt het quotient ongeveer gelijk aan 574,87. Vandaar dat indien het aantal effectieve aftastlijnen onder de 625 aftastlijnen in een enkel freem die als een beeld worden overgedragen, wordt gesteld op 572, 5 hetgeen uiterst dichtbij het aantal 574,87 is, maar minder is dan 574,87, zoals eerder voorgesteld in de Nederlandse octrooiaanvrage 8301344 van aanvraagster, alle beeldelementgegevens van de effectieve bemonsteringspunten van het helderheidssignaal in een enkel freem doeltreffend kunnen worden vastgelegd met 10 gebruikmaking van 464k RAM's.
De informatiehoeveelheid van de twee soorten kleurverschilsignalen die wordt verkregen door onafhankelijk van elkaar de twee soorten kleurverschilsignalen (R - Y) en (B - Y) bloot te stellen aan de bemonsteringsfrequentie van 2,25 MHz, 15 is een kwart van de informatiehoeveelheid van het hiervoor be sproken digitale helderheidssignaal. De beeldelementgegevens van de effectieve bemonsteringspunten van één van de twee kleurverschilsignalen kunnen dus doeltreffend worden vastgelegd in één enkele 64k RAM. Indien dus de beeldelementgegevens van een 20 enkel bemonsteringspunt door 6 bits worden voorgesteld, kan een enkel freem van het digitale videosignaal waarin het digitale helderheidssignaal en de twee soorten kleurverschilsignalen in tijdvolgorde in multiplex zijn gebracht, worden vastgelegd met gebruikmaking van 36 (= 6 x(4 + 1 + 1)) 64k RAM's.
25 In het algemeen bevat de afspeelinrichting voor het digitale videosignaal slechts veldgeheugens. Voorts is het videosignaal dat overeenkomt met slechts één enkel van de twee velden in een enkel freem op de plaat vastgelegd. Gebruikelijk is dat wanneer alleen het digitale videosignaal dat 30 overeenkomt met een enkel veld wordt overgedragen, alleen de gegevens die verband houden met de beeldelementen van één van de twee velden in een enkel freem uit de 114 x 4 beeldelementen in de aftastrichting (horizontale richting) en 572 beeldelementen in de vertikale richting die samen een enkel freem vormen, 35 worden overgedragen. Het getal 114 x 4 is voor het geval van 0 a 5 λ i het helderheidssignaal en de beeldelementen in de aftastrich-ting zijn 114 in getal in het geval van het kleurverschilsignaal (R - Y) of (B - Y). Vergeleken met het geval waarbij het videosignaal dat met een enkel freem overeenkomt, wordt overgebracht 5 wordt dus het oplossend vermogen in vertikale richting van het afgespeelde beeld onvermijdelijk pover en neemt het stoorpa-troon toe. Bovendien wordt in de vertikale richting van het beeld jitter geïntroduceerd en schuine lijnen in het beeld dat door het afspelen van het overgedragen signaal wordt verkregen, 10 worden gereproduceerd in de vorm van stoppatronen. Voorts treedt het probleem op dat wanneer horizontale lijnen waarvan de breedte en de plaats verschillend zijn, in het beeld voorkomen, dergelijke horizontale lijnen worden vertoond met overdrijving van deze verschillen.
15 Het is dus een algemeen doel van de uitvin ding een nieuw en bruikbaar informatiesignaalregistratiemedium en een nieuwe en bruikbare afspeelinrichting daarvoor te verschaffen waarbij de hierboven beschreven problemen zijn opgelost.
i
Een ander en meer specifiek doel van de uit-20 vinding is het verschaffen van een informatiesignaalregistratie- medium waarin beeldelementgegevens zijn vastgelegd die overeenkomen met in totaal een enkel veld dat is gevormd uit willekeurige beeldelementgegevens in een eerste en een tweede veld die samen een enkel freem van een digitaal videosignaal vormen, 25 alsmede een afspeelinrichting daarvoor.
Volgens de uitvinding is het mogelijk een beeldweergave van grote kwaliteit en met geringe verslechtering van het oplossend vermogen in vertikale zin te verkrijgen, vergeleken met een beeldweergave die wordt verkregen door beeld-30 elementgegevens van slechts één van de twee velden af te spelen.
In de onderhavige beschrijving zal het weergegeven beeld dat wordt verkregen bij afspelen van beeldelementgegevens die overeenkomen met een enkel veld, worden aangeduid als een "veldbeeld".
Nog een ander doel van de uitvinding is het 35 verschaffen van een informatiesignaalregistratiemediurn waarin 4 * 6 in tijdvolgorde beeldeleraentgegevens zijn ingeschreven die overeenkomen met in totaal een enkel veld en die zijn geschikt in een ruitpatroon, en die behoren tot de beeldeleraentgegevens die worden verkregen door een enkel freem van een analoog video-5 signaal te onderwerpen aan digitale pulsmodulatie, en wel op een daarop gevormd spiraalvormig spoor, en om een afspeel-inrichting daarvoor te verschaffen. De afspeelinrichting volgens de uitvinding bespeelt het informatiesignaalregistratiemedium en schrijft achtereenvolgens de afgespeelde beeldelementgegevens 10 in veldgeheugens. Onder de beeldelementgegevens die in de veld- geheugens zijn ingeschreven, wordt een beeldelementgegeven dat zich bevindt op de i-e positie ten opzichte van de vertikale richting van het beeld en op de j-e positie ten opzichte van de horizontale richting van het beeld, aangegeven door PE. ., waar-15 in i en j natuurlijke getallen zijn, groter dan 1. Gedurende een afspeeltijd van een enkel veld worden de beeldelementgegevens uitgelezen uit een veldgeheugen in een reeks PE^ ^ ^ ^ , PE_^, PE^_^ , ··· Tijdens een afspeeltijd van een vol gend veld worden de beeldelementgegevens uitgelezen in een 20 reeks PE,.,.. .. .. , PE. ,, PE.. .. .. .. , ... Deze uitleesopera- (1+1)(0-1)' io (ï+l)(o+l) ties worden om en om uitgevoerd in termen van veldperiodes, en wel herhaaldelijk. De beeldelementgegevens die worden uitgelezen uit het veldgeheugen, kunnen dus worden omgezet in een televisiesignaal van een normaal televisiesysteem door de uit-25 gelezen beeldelementgegevens door een digitaal/analoog-omzetter te voeren.
Het informatiesignaalregistratiemedium volgens de uitvinding wordt met beeldelementgegevens ingeschreven die overeenkomen met een totaal van een enkel veld dat is ge-30 vorrad uit willekeurige beeldelementgegevens in het eerste veld en het tweede veld die samen een enkel freem van een digitaal videosignaal vormen. Aldus kan het veldbeeld worden afgespeeld met een geringere verslechtering in het oplossend vermogen in vertikale zin, vergeleken met het gebruikelijke registratiemedium. 35 Bovendien is de afspeelinrichting volgens de uitvinding ingericht « » m 7 Λ % om het tweede veld af te spelen in een volgorde die verschilt van de volgorde waarmee de vastgelegde beeldelementgegevens worden afgespeeld uit het informatieregistratiemedium in het eerste veld. De beeldelementgegevens van het eerste veld en het 5 tweede veld worden om en om geschikt in één enkele aftastlijn tijdens de afspeeltijd van het eerste veld en ook tijdens de af-speeltijd van het tweede veld. Het resultaat is dat het stoor-beeld in de hoge frequenties kam worden verstrooid en dat de zichtbare ruis als gevolg van het stoorbeeld kan worden verkleind. 10 Voorts kan jitter in de vertikale richting van het beeld althans nagenoeg worden geelimineerd.
Andere doelen en verdere kenmerken van de uitvinding zullen blijken uit de nu volgende beschrijving in bijzonderheden die verwijst naar een tekening.
15 Fig. 1 is een schematische voorstelling van een schikking van beeldelementen in het beeld waarbij gegevens van het beeldelement worden ingeschreven in een informatie-signaalregistratiemedium volgens de uitvinding.
t
Fig. 2 is een blokschema dat een voorbeeld 20 laat zien van een registratiestelsel dat de informatie inschrijft in het informatiesignaalregistratiemedium volgens de uitvinding.
Fig. 3 toont een voorbeeld van een signaal-indeling van een digitaal videosignaal die met een enkel veld overeenkomt, welk digitale videosignaal is ingeschreven in het 25 informatiesignaalregistratiemedium volgens de uitvinding.
Fig. 4 toont een signaalindeling van een voorsignaal in de in fig. 3 voorgestelde indeling.
Fig. 5 toont een voorbeeld van een signaalindeling van een digitaal signaal dat is geregistreerd door het 30 registratiestelsel volgens de fig. 2.
Fig. 6 is een blokschema van een uitvoe-ringsvoorbeeld van een afspeelinrichting volgens de uitvinding.
Fig. 7 is een blokschema van een uitvoe-ringsvoorbeeld van een veldgeheugen in de in fig. 6 getekende 3 5 afspeelinrichting.
4 *· 8
Fig. 8 toont schematisch oorspronkelijke vertoningsposities van beeldelementgegevens in het beeld, welkebee1delementgegevens in het veldgeheugen moeten worden ingeschreven dat zich bevindt in de afspeelinrichting volgens 5 de uitvinding.
Fig. 9 toont de betrekking tussen de beeldelementgegevens die zijn vastgelegd in het veldgeheugen in de afspeelinrichting volgens de uitvinding, en geheugenadressen.
Fig. 10A en 10B tonen schematisch vertonings-10 posities van afgespeelde beeldelementgegevens in het beeld gedurende een afspeeltijd van een eerste veld, respectievelijk gedurende een afspeeltijd van een tweede veld.
Fig. 1 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een schikking van beeldelementgegevens in een beeld welke beeld-15 elementgegevens zijn vastgelegd in een informatiesignaalregi- stratiemedium volgens de uitvinding en die zijn afgespeeld door een afspeelinrichting volgens de uitvinding. In het geval van een digitaal helderheidssignaal is een beeld (of een freem) opgemaakt uit 114 x 4 beeldelementen in de horizontale richting 20 en 572 beeldelementen in de vertikale richting, zoals hiervoor is beschreven. In het geval van de twee kleurverschilsignalen is een beeld opgemaakt uit 114 beeldelementen in de horizontale richting en 572 beeldelementen in de vertikale richting. Van de beeldelementgegevens die samen een beeld vormen, worden de 25 beeldelementgegevens die zijn geschikt in een ruitpatroon als aangegeven door de gearceerde vierkantjes in fig. 1 en die met in totaal één enkel veld overeenkomen, overgedragen.
Fig. 2 toont een blokschema van een uitvoeringsvoorbeeld van een registratiestelsel dat informatie vast-30 legt in het informatiesignaalregistratiemedium volgens de uit vinding. In dit voorbeeld wordt de registratie uitgevoerd in een digitale audioplaat als hiervoor genoemd. Van de in totaal vier kanalen of transmissiewegen dienen één of twee kanalen voor de overdracht van het digitale videosignaal. Het digitale audio-35 signaal wordt in de resterende kanalen overgebracht. De be-
i V
9 schrijving zal worden gegeven met betrekking tot een voorbeeld waarin het digitale videosignaal en het digitale audiosignaal beide in twee kanalen worden overgebracht.
Aan ingangsk1emmen 10 en 11 worden onaf-5 hankelijk van elkaar twee-kanaals analoge audiosignalen aange boden. Aan een ingangsklem 12 wordt een startsignaal aangelegd.
Een wacht (woord)signaal wordt aangeboden aan een ingangsklem 13 telkens wanneer een muziekprogramma van het analoge audiosignaal overgaat naar een volgend muziekprogramma.
10 Aangenomen wordt dat een digitaal signaal met een bemonsteringsfrequentie van 44,1 kHz (of 47,25 kHz) en een kwantiseringsgetal van 16 bits en met een inforaatiehoe-veelheid van één enkel kanaal, in tijdvolgorde wordt geregistreerd in een plaat 20 die hierna zal worden beschreven voor 15 vier kanalen op één enkele spoorrondgang. In dit geval wordt dus het twee-kanaals analoge audiosignaal dat wordt toegevoerd aan een analoog/digitaal-omzetter 14, bemonsterd met een bemonsteringsfrequentie van 44,1 kHz (of 47,25 kHz) met betrekking tot beide kanalen. Het aldus in een digitaal audiosignaal 20 (PCM-audiosignaal) met een kwantiseringsgetal van 16 bits ten aanzien van één enkel beeld omgezette signaal wordt toegevoerd aan een signaalverwerkingsketen 17. Bovendien genereert een stuursignaalgeneratorketen 15 waaraan het startsignaal via de ingangsklem 12 en het wachtsignaal via de ingangsklem 13 25 zijn toegevoerd, een stuursignaal. Het stuursignaal dat door de ze stuursignaalgeneratorketen 15 is gegenereerd, wordt toegevoerd aan de signaalverwerkingsketen 17. Het stuursignaal wordt gebruikt om de positie te besturen van een pick-up-afspeelele-ment tijdens een bepaalde wijze van werken, zoals een wijze van 30 werken met willekeurige toegang.
Een digitaal videosignaal met een signaal-indeling als voorgesteld in fig. 3, is vastgelegd in een digitale signaalregistratie-inrichting 16. Dit geregistreerde digitale videosignaal wordt afgespeeld en toegevoerd aan de signaal-35 verwerkingsketen 17. Het digitale videosignaal dat overeenkomt 10 met één enkel veld dat wordt overgedragen, is opgemaakt uit 684 voorsignalen, voorgesteld door tot en met , en com-ponent-gecodeerde signalen, voorgesteld door Y^, Y2, Yg, Y^, ..., (R - Y)^, (B - Y)^, ..., als getekend in fig. 3.
5 Eerst zal een beschrijving worden gegeven van de component-gecodeerde signalen. Van de signalen in de videoperiode van het kleurvideosignaal die met een enkel freem overeenkomt en die 625 aftastlijnen heeft en een horizontale aftastfrequentie van 15,625 kHz, is het helderheidssignaal 10 bemonsterd met een bemonsteringsfrequentie van 9 MHz en gekwan- tiseerd met een kwantiseringsgetal van 8 bits, zoals hiervoor beschreven. De twee soorten kleurverschilsignalen (R - Y) en (B - Y) zijn beide bemonsterd met een bemonsteringsfrequentie van 2,25 MHz en gekwantiseerd met een kwantiseringsgetal van 15 8 bits. Het aantal bemonsteringspunten (aantal beeldelementen) van het digitale helderheidssignaal in één enkele aftastlijn bedraagt 456, en het aantal effectieve aftastlijnen in een enkel freem van het digitale helderheidssignaal is 572.
Bij het te voren registreren van het digi-20 tale videosignaal worden het digitale helderheidssignaal en de twee soorten digitale kleurverschilsignalen respectievelijk ingeschreven in een eerste tot en met derde geheugenketen (niet getekend). Voorts wordt met gebruikmaking van een uitleesstuur-signaal dat een vooraf bepaalde frequentie heeft, het digitale 25 helderheidssignaal uitgelezen uit de eerste geheugenketen met een bemonsteringsfrequentie van 88,2 kHz en een kwantiseringsgetal van 8 bits. De twee soorten digitale kleurverschilsignalen worden elk op soortgelijke wijze uitgelezen uit de tweede, respectievelijk derde geheugenketen met een bemonsteringsfrequen-30 tie van 88,2 kHz en een kwantiseringsgetal van 8 bits. Het digitale helderheidssignaal en de twee soorten digitale kleurverschilsignalen die worden uitgelezen uit de eerste tot en met derde geheugenketen, wordt dun toegevoerd aan een omschakelketen (niet getekend). Deze omschakelketen ontvangt tevens een voor-35 signaal met een bemonsteringsfrequentie van 44,1 kHz en een 11 kwantiseringsgetal van 16 bits. De omschakelketen zet de vier digitale signalen die worden ontvangen, in een vooraf bepaalde volgorde en genereert een digitaal videosignaal dat met één enkel veld overeenkomt en dat de signaalindeling heeft die in 5 fig- 3 is getekend. Het digitale videosignaal dat vanuit de om schakelketen is gegenereerd, wordt toegevoerd aan en geregistreerd in de digitale signaalregistratie-inrichting 16 die in fig. 2 is getekend.
In fig. 3 wordt aangenomen dat één enkel 10 woord 16 bits bevat en dat het digitale videosignaal dat over eenkomt met een enkel veld, is opgemaakt uit een totaal van 101916 woorden. De digitale helderheidssignalen Y^ tot en met Y.c_ die elk 143 woorden bevatten, de digitale kleurverschil-signalen (R - Y) ^ tot en met (R - Y)^14 en (B - Y)^ tot en met 15 (B ~ ^ 114 woorden bevatten, en in totaal 684 voor- signalen tot en met Hgg4 die elk uit zes woorden bestaan en die zich alle bevinden voorafgaand aan de digitale helderheidssignalen en de digitale kleurverschilsignalen, worden in tijdvolgorde in multiplex gebracht in het digitale videosignaal 20 dat met één enkel veld overeenkomt.
Indien dus wordt aangenomen dat het digitale videosignaal dat met een enkel veld overeenkomt, in twee kanalen wordt overgedragen met gebruikmaking van twee woorden (32 bits) in één enkel blok als getekend in fig. 5, die hierna 25 nog zal worden beschreven, zal het digitale videosignaal dat met een enkel veld overeenkomt, worden overgedragen binnen ongeveer 1,16 seconden omdat de herhalingstijd van het signaal van een enkel blok gelijk wordt aan de omgekeerde (de bemonsterings-tijd) van de bemonsteringsfrequentie van 44,1 kHz. Wanneer de 30 bemonsteringstijd en herhalingstijd van het signaal van een enkel blok gelijk zijn aan de omgekeerde van de frequentie van 47,25 kHz, zal het digitale videosignaal dat met een enkel veld overeenkomt, binnen 1,08 seconden worden overgebracht.
Het uit 143 woorden bestaande digitale 35 helderheidssignaal Y^ dat volgend op het voorsignaal H^ wordt , . ' j 12 overgebracht, stelt een beeldelementgegevensgroep voor die in totaal 286 beeldelementgegevens bevat die verband houden met het eerste veld en het vertegenwoordigt dus de beeldelementgegevens die gearceerd zijn aangeduid in de linker kolom van 5 het beeld in fig. 1, om een voorbeeld te geven. Elk woord van het uit 143 woorden bestaande digitale helderheidssignaal bestaat uit 8 bovenbits en 8 onderbits en in elk woord zijn de gegevens omtrent twee beeldelementen ondergebracht. Bovendien stelt het uit 143 woorden bestaande digitale helderheidssignaal 10 Y2 dat volgend op het voorsignaal ^ wordt overgedragen, een beeldelementgegevensgroep voor die in totaal 286 beeldelementgegevens bevat die zijn gerelateerd aan het tweede veld, en vertegenwoordigt dit dus de beeldelementgegevens die zijn aangeduid met de arceringen in de tweede kolom van links in het in 15 fig. 1 getekende beeld, om een voorbeeld te geven. Op dezelfde wijze zijn in elk woord de gegevens omtrent twee beeldelementen ondergebracht die respectievelijk bestaan uit de 8 bovenbits en de 8 onderbits.
Voorts stelt het digitale helderheidssignaal 20 Y3 dat volgend op het voorsignaal wordt overgebracht, een beeldelementgegevensgroep voor die 286 beeldelementgegevens die betrekking hebben op het eerste veld bevat en daardoor de beeldelementgegevens voorstelt in de derde kolom van links in het beeld. Het digitale helderheidssignaal dat volgend op 25 het voorsignaal wordt overgedragen, stelt een beeldelement gegevensgroep voor die 286 beeldelementgegevens bevat die betrekking hebben op het tweede veld, en daardoor stelt het de beeldelementgegevens voor in de vierde kolom van links in het beeld. Bovendien stelt het digitale helderheidssignaal Y,. dat 30 volgend op het voorsignaal wordt overgebracht, een beeld elementgegevensgroep voor die 286 beeldelementgegevens bevat die verband houden met het eerste veld en vertegenwoordigt het dus de beeldelementgegevens in de vijfde kolom van links in het beeld.
35 Bovendien besteld het digitale signaal 13 (R - Y)j dat volgend op het voorsignaal H,. wordt overgedragen, een beeldelementgegevensgroep voor van het eerste digitale kleurverschilsignaal welke groep 286 beeldelementgegevens bevat die met het eerste veld verband houden, en stelt het signaal 5 dus de beeldelementgegevens in de meest linkse kolom in het beeld voor, om een voorbeeld te geven. Het digitale signaal (B - Y). dat volgend op het voorsignaal H. wordt overgebracht, stelt een beeldelementgegevensgroep van het tweede digitale kleurverschilsignaal voor die 286 beeldelementgegevens bevat 10 die op het eerste veld betrekking hebben, en dus stelt het de beeldelementgegevens in de meest linkse kolom in het beeld voor om een voorbeeld te noemen. De component-gecodeerde signalen hebben dus een signaalindeling zodanig dat de signalen worden overgebracht in tijdvolgorde in termen van zes beeldelement-15 gegevensgroepen. De zes beeldelementgegevensgroepen omvatten de beeldelementgegevensgroepen van het digitale helderheidssignaal in de vier kolommen naast elkaar, en de beeldelementgegevensgroepen van de twee soorten digitale kleurverschilsignalen die alle in één van de twee kolommen liggen. De beeldelementgegevens 20 die betrekking hebben op het eerste veld, worden overgedragen door de beeldelementgegevensgroepen in de oneven kolommen, en de beeldelementgegevens die betrekking hebben op het tweede veld, worden overgedragen door de beeldelementgegevensgroepen in de even kolommen. De overgedragen beeldelementgegevens die betrek-25 king hebben op het eerste veld, en de overgedragen beeldelement gegevens die betrekking hébben op het eerste veld, en de overgedragen beeldelementgegevens die betrekking hebben op het tweede veld, worden geregistreerd in de digitale registratie-rinrichting 16.
30 Vervolgens zal een beschrijving worden gege ven van de signaalindeling van de voorsignalen tot en met Hgg4 onder verwijzing naar fig. 4. De voorsignalen tot en met Hgg4 zijn alle samengesteld uit zes woorden. In fig. 4 is de rangschikking van de bits in vertikale richting getekend waarbij 35 het bovenste bit het meest significante bit (MSB) voorstelt en 14 · het onderste bit het minst significante bit (LSB). De woorden zijn in horizontale richting aangegeven. Het eerste woord van het voorsignaal omvat een synchronisatiesignaal dat bestaat uit de bovenste 15 bits die alleen "1" zijn, en een 1-bitstrans-5 missiekanaal-identificatiecode, voorgesteld door "1P/2P" die zich bevindt op de plaats van het LSB. De transmissiekanaal-identificatiecode identificeert de kanalen die worden gebruikt voor het overbrengen van het digitale videosignaal onder de vier transmissiekanalen. Wanneer deze transmissie-identificatie-10 code "1P" is, dat wil zeggen wanneer deze "1" is, wordt aange geven dat het digitale videosignaal in het vierde kanaal wordt overgedragen. Wanneer daarentegen de transmissiekanaalidentifi-catiecode "2P" is, dat wil zeggen wanneer deze "0" is, wordt aangeduid dat twee kanalen, namelijk het derde en het vierde ka-15 naai, worden gebruikt voor het overdragen van het digitale videosignaal. In het hier beschreven uitvoeringsvoorbeeld zal worden aangenomen dat de transmissiekanaalidentificatiecode "2P" is, dat wil zeggen dat deze "0" is. Wanneer de transmissie-kanaalidentificatiecode "2P" is kan het soort beeld waarop 20 het digitale videosignaal betrekking heeft, in het derde kanaal verschillen van dat in het vierde kanaal. De soort beeld kan verwijzen naar begrippen als landschap, portret, en scene die een uitbeelding van de muziek geven. Door de soorten beelden die in het derde, respectievelijk het vierde kanaal worden overge-25 dragen, verschillend te doen zijn, wordt het mogelijk dat de kijker zijn voorkeur volgt. In het hier beschreven uitvoeringsvoorbeeld dragen het derde en het vierde kanaal beide een woord van hetzelfde beeld over. Dat wil zeggen dat de bemonsterings-frequentie door deze wijze van overdragen dienovereenkomstig wordt 30 verdubbeld.
In het tweede woord van het voorsignaal worden verschillende identificatie-codes overgedragen. Een 4-bits beeldmodus-identificatiecode, voorgesteld door "MODE", bevindt zich in de bovenste vier bits in het tweede woord van 35 het voorsignaal. Deze beeldmodus-identificatiecode geeft aan of -Λ * 1 15 het digitale videosignaal dat moet worden geregistreerd, betrekking heeft op een gewoon stilstaand beeld (de hiervoor gegeven beschrijving in verband met fig. 3 was een voorbeeld van het geval dat het digitale videosignaal dat moest worden 5 vastgelegd, betrekking had op dit gewone stilstaande beeld), op een bewegend beeld met gebruikmaking van een run-lengtecode, een stilstaand beeld met groot oplossend vermogen met 1125 aftastlijnen, of iets dergelijks. Een 2-bits speciaal-effect-identificatiecode, voorgesteld door "S.E." bevindt zich op de 10 volgende vijfde en zesde bitplaats van de bovenste acht bits in het tweede woord van het voorsignaal. Deze speciaal-effect-identificatiecode geeft speciale effecten aan, zoals fade-in en verandering van het beeld van de bovenkant of linker kant van het beeld, beide met betrekking tot een stilstaand beeld.
15 Een 2-bits beeldcategorie-identificatiecode, voorgesteld door "P.G.", bevindt zich op de volgende zevende en achtste bitplaats van de acht bovenbits. Wanneer het derde en het vierde kanaal worden gebruikt voor het overbrengen van onafhankelijke digitale videosignalen, wordt bijvoorbeeld in het 20 vierde kanaal een normaal beeld overgebracht. In dat geval wordt in het derde kanaal een speciaal beeld waarin verschillende soorten digitale videosignalen in tijdvolgorde in multiplex zijn gebracht, overgedragen. In een dergelijk geval geeft de beeld-categorie-identificatiecode de waarde aan van een categoriegetal 25 dat is toegekend aan elk van de verschillende categorien beelden (het maximale aantal categorien is in het hier beschreven uit-voeringsvoorbeeld vier) die in het derde kanaal worden overgedragen. Allen in het derde kanaal overgedragen beelden moeten bij vertoning continuïteit bezitten en zijn beelden (muziek-30 schrift, landschap, illustraties, een scene die een spelende muziekus toont, om enkele voorbeelden te noemen) die niet moeten worden veranderd in een ander beeld alvorens hun vertoning is voltooid. De beeldcategorie-identificatiecode identificeert het categoriegetal dat overeenkomstig de categorie van het beeld is 35 toegekend. Wanneer dus de kijker verkiest het beeld van het s _ k 16 derde kanaal te laten vertonen en een gewenst categoriegetal specificeert', wordt alleen het beeld dat bij het gespecificeerde categoriegetal behoort, continu weergegeven, en wordt verhinderd dat het beeld dat bij dit gespecificeerde categorie-5 getal behoort, wordt onderbroken door beelden die bij andere categoriegetallen behoren.
Het negende bit, dat wil zeggen het eerste bit van de acht onderbits, van het tweede woord die in de figuur is voorgesteld door "1", wijst inderdaad een binaire 10 "1" aan. Dit negende bit is aanwezig om te verhinderen dat alle 16 bits in het tweede woord "0" worden wanneer de waarden van de verschillende codes allen "0" worden. Een 1-bits beeldinfor-matiehoeveelheid-identificatiecode, voorgesteld door "FR/FL" bevindt zich op de tiende bitplaats van het tweede woord van het 15 voorsignaal. Deze beeldinformatie-identificatiecode geeft aan of het digitale videosignaal dat moet worden overgedragen, overeenkomt met een enkel freem of met een enkel veld. Aangegeven wordt dat het digitale videosignaal overeenkomt met een enkel freem wanneer deze beeldinformatiehoeveelheid-identificatie-20 code "1" is, terwijl anderzijds wordt aangegeven dat het digi tale videosignaal overeenkomt met een enkel veld wanneer de beeldinformatiehoeveelheid-identificatiecode "0" is. De signaal-indeling van het videosignaaldeel verschilt al naar het digitale videosignaal wordt overgedragen in termen van freems of van 25 velden. De afspeelinrichting detecteert dus de beeldinformatie hoeveelheid- identificatiecode om het inschrijven van het videosignaal in overeenstemming met de gebruikte signaalindeling uit te voeren.
Een 1-bits beeldtransmissie-identificatie-30 code, voorgesteld door "A/P" bevindt zich op de elfde bitplaats van het tweede woord van het voorsignaal. Wanneer deze beeldtransmissie-identif icatiecode "1" is, geeft deze aan dat het digitale videosignaal dat moet worden overgedragen betrekking heeft op een stilstaand beeld dat geheel moet worden vertoond op 35 het scherm (zogenaamde vol-beeld-transmissie). Indien daarentegen i t 17 de beeldtransmissie-identificatiecode "0" is, wordt daarmee aangegeven dat het digitale videosignaal dat moet worden overgebracht, betrekking heeft op een beeld dat moet worden vertoond op een gedeelte van het scherm door het zogenaamde gadeel-5 telijk herschrijven van het digitale videosignaal.
Een 1-bits inschrijf-specificerende code, de voorgesteld door "B19W", bevindt zich op de 12 bitplaats van het tweede woord van het voorsignaal. Een 1-bits uitlees- specificerende code, voorgesteld door "B19R", bevindt zich op cl© 10 de 13 bitplaats in het tweede woord van het voorsignaal. Deze inschrijf- en uitlees-specificerende codes zijn aanwezig in verband met twee geheugens in de afspeelinrichting die hierna zullen worden beschreven. Wanneer de inschrijf- en uitlees-specificerende codes beide "0" (of "1") zijn, worden de beeld-15 elementgegevens van het digitale videosignaal ingeschreven in een eerste (of tweede) geheugen, en worden de vastgelegde beeld-elementgegevens uitgelezen en vertoond op het scherm. Dit betekent dat de inhoud van het beeld wordt veranderd tijdens de vertoning van het beeld en het resultaat is dat het mogelijk is 20 een bewegend beeld te vertonen als een deel van het stilstaande beeld dat wordt vertoond. Wanneer daarentegen de inschrijf-specificerende code "0” is en de uitlees-specificerende code is "1", worden de beeldelementgegevens die uit een tweede geheugen worden uitgelezen, vertoond terwijl de beeldelementgegevens in 25 het eerste geheugen worden ingeschreven. In dit geval wordt de vertoning op het scherm gewijzigd in de vertoning van de beeldelementgegevens die uit het eerste geheugen worden uitgelezen uitgaande van de vertoning van de beeldelementgegevens die uit het tweede geheugen worden uitgelezen in overeenstemming met een 30 eind-van-gegevens-signaal, en wel nadat de inschrijving met be trekking tot het eerste geheugen is voltooid. Het eind-van-gegevens-signaal is een uit een enkel woord bestaand signaal dat wordt toegevoegd aan het eindgedeelte van het digitale videosignaal. Verder worden wanneer de inschrijf-specificerende code 35 "1" is en de uitlees-specificerende code "0", de uit het eerste 18 geheugen uitgelezen beeldelementgegevens vertoont terwijl de beeldelementgegevens in het tweede geheugen worden ingeschreven.
de de
Op de 14 tot en met 16 bitplaatsen van het tweede woord bevinden zich drie l-bits geheugenidentificatie-5 codes die zijn voorgesteld door "B2" tot en met "BO". In veld- geheugens 58 en 59 in de afspeelinrichting die hierna in samenhang met fig. 6 zullen worden beschreven, bevinden zich zes kolommen geheugenelementgroepen. De drie geheugenidentificatie-codes wijzen aan welke kolom van de geheugenelementgroepen de 10 beeldelementgegevensgroepen moet vastleggen die onmiddellijk volgend op het voorsignaal zijn overgedragen. Indien bijvoorbeeld de drie geheugenidentificatiecodes "000" zijn, worden de beeldelementgegevensgroepen vastgelegd in de eerste kolom van de geheugenelementgroepen. Op dezelfde wijze worden de beeld-15 elementgegevensgroepen vastgelegd in de tweede, derde, vierde, vijfde en zesde kolommen geheugenelementgroepen in het geval dat de drie geheugenidentificatie-codes "100", "010", "110", "001", en "101" zijn.
De beeldelementgegevensgroepen van het digi-20 tale helderheidssignaal worden vastgelegd in de eerste tot en met vierde kolom van geheugenelementgroepen. De beeldelementgegevensgroepen van het eerste digitale kleurverschilsignaal worden vastgelegd in de vijfde kolom geheugenelementgroepen, en de beeldelementgegevens van het tweede digitale kleurverschil-25 signaal worden vastgelegd in de zesde kolom geheugenelement groepen .
Een derde woord van het voorsignaal bestaat uit acht bovenbits 30a en acht onderbits 30b. De acht bovenbits 30a zijn de bits B3 tot en met B10 en de acht onderbits 30b 30 evenzo. Een vierde woord van het voorsignaal bestaat uit acht bovenbits 31a en acht onderbits 31b de acht bovenbits 31a zijn de bits Bil tot en met B18, en de acht onderbits 31b evenzo.
Deze derde en vierde woorden van het voorsignaal zijn 16-bits adrescodes en wijzen een adres in de geheugenketen aan voor het 35 opslaan van de eerste beeldelementgegevens die overeenkomen • ' 19 met de acht bovenbits van het eerste woord in het video-signaal-deel dat volgend op het voorsignaal wordt overgedragen. De bits B3 tot en met B10 wijzen het onderbyte van de adrescode aan, en de bits Bil tot en met B18 het bovenbyte.
5 De in de wereld gebezigde televisiesignalen hebben hetzij 625 aftastlijnen of 525 aftastlijnen. Ofschoon het digitale videosignaal een in tijdvolgorde multiplex gebracht signaal van beeldelementgegevens van 572 aftastlijnen is die werkelijk de beeldinformatie bevatten, wordt het digitale video-10 signaal overgedragen in het 625 lijnensysteem. Indien dus het afspelen moet worden uitgevoerd in een 525-lijnensysteem, moet het aantal aftastlijnen in de afspeelinrichting worden omgezet alvorens de beeldelementgegevens in de geheugenketen worden vastgelegd. Het adressignaal voor deze geheugenketen moet dus twee 15 verschillende adressen aannemen voor respectievelijk het 625- lijnensysteem en het 525-lijnensysteem. De bits "B3" tot en met "BIS" in de acht bovenbits 30a en 31a, verwijzen naar het adres van beeldelementgegevens in de acht bovenbits van het eerste woord van het videosignaaldeel in hét 625-lijnensysteem. Daar-20 entegen wijzen de bits "B3" tot en met "B18” in de acht onderbits 30b en 31b het adres aan van de beeldelementgegevens in de acht bovenbits van het eerste woord van het videosignaaldeel in het 525-lijnensysteem, verkregen door de omzetting van het aantal aftastlijnen .
25 Een vijfde woord 32 en een zesde woord 33 van het voorsignaal zijn reservewoorden. Normaal zijn deze woorden 32 en 33 geheel uit tekens "0" samengesteld. Omdat vooraf bekend is dat deze twee woorden geheel uit tekens "O" bestaan, worden deze twee woorden in de afspeelinrichting niet gedetecteerd. 30 De afspeelinrichting gaat verder met het detecteren van de volgende beeldelementgegevensgroep.
Nu terugkerend naar fig. 2 wordt de signaalverwerking sketen 17 gevoed met het digitale videosignaal dat in de digitale signaalregistratie-inrichting 16 is afgespeeld en 35 dat de signaalindeling heeft volgens fig. 3, de twee-kanaalsdi- 20 gitale audiosignalen afkomstig uit de A/D-omzetter 14, en het stuursignaal dat afkomstig is uit de stuursignaalgeneratorketen 15. De signaalverwerkingsketen 17 herschikt deze parallel ontvangen gegevens naar gegevens in serie en deelt verder de digi-5 tale signalen van alle kanalen op in vooraf bepaalde secties en onderwerpt deze digitale signalen aan in multiplex brengen' op basis van tijdverdeling door door elkaar plaatsen. Het te registreren signaal wordt gevormd door verder een foutcode-correctiesignaal, een foutcode-detectiesignaal en synchronisa-10 tiebits toe te voegen, de laatste om het begin van het blok (freem) in het op basis van tijdverdeling in multiplex gebrachte signaal aan te geven.
Fig. 5 toont schematisch een voorbeeld van een enkel blok (een enkel freem) van het te registreren sig-15 naai dat aldus door de signaalverwerkingsketen 17 is geformeerd.
Een enkel blok bestaat uit 130 bits en de herhalingsfrequentie is 44,1 kHz (of 47,25 kHz), dezelfde als de bemonsteringsfre-quentie. In fig. 5 zijn acht synchronisatiesignaalbits met een vast patroon voor het aangeven van het begin van het blok voor-20 gesteld door SYNC, 16-bits digitale audiosignalen in in totaal twee kanalen respectievelijk voorgesteld door Ch-1 en Ch2, en 16-bits digitale videosignalen in twee kanalen die vanuit de digitale registratie-inrichting 16 zijn afgespeeld, voorgesteld door Ch-3 en Ch-4. Bovendien zijn P en Q die in fig. 5 zijn aan-25 gegeven, respectievelijk 16-bits foutcode-correctiesignalen die zijn gevormd bijvoorbeeld met inachtneming van de volgende vergelijkingen: P » W. © w2 φ w3 ® w4 (1) q = t4-w1 © t3.w2 φ t2.w3 Θ t-w4 (2) 30 In de vergelijkingen (1) en (2) betekenen , W2, W3 en W4 res pectievelijk één van de 16-bits digitale signalen Ch-1 tot en met Ch-4 (normaal zijn deze signalen digitale signalen in de verschillende blokken), stelt T een toegevoegde matrix van een vooraf bepaald polynoom voor, en betekent0 een modulo-2 optel-35 ling in termen van alle overeenkomstige bits.
21
In fig. 5 wordt een 23-bits foutcode-detectie-
signaal voorgesteld door CRC. Het foutcode-detectiesignaal CRC
is een 23-bits rest die wordt verkregen wanneer alle woorden in
Ch-1 tot en met Ch-4, P en Q worden gedeeld door een producerend 23 5 4 5 polynoom, bijvoorbeeld X +X +X + X + 1. Bij het afspelen worden de signalen vanaf het negende bit tot en met het 127-e bit van hetzelfde blok gedeeld door de genoemde producerende polynoom, en deze foutcode-detectiecode wordt gebruikt om te detecteren dat er geen fout is wanneer de rest nul bedraagt. Het 10 stuursignaal dat wordt gebruikt voor willekeurig toegang krij gen en dergelijke en dat hiervoor is beschreven, wordt voorgesteld door Adr. Een enkel bit van dit stuursignaal Adr wordt in een enkel blok overgebracht, en bijvoorbeeld worden alle bits van het stuursignaal door middel van 196 blokken overgebracht.
15 Het stuursignaal bestaat dus uit 196 bits. Twee bits, voorgesteld door U zijn de zogenaamde gebruikersbits. De gebruikersbits zijn reservebits. Het signaal van een enkel blok is daarom opgemaakt uit in totaal 130 bits waartoe behoren de synchronisatie~ signaalbits, voorgesteld door SYNC, tot en met de gebruikersbits, 20 voorgesteld door ü, en het digitale signaal wordt in tijdvolgorde overgedragen in termen van dergelijke blokken met de frequentie die dezelfde is als de bemonsteringsfrequentie van 44,1 kHz van het digitale audiosignaal, om een voorbeeld te geven. Het overgedragen digitale signaal wordt door een modulator 18 heengevoerd, 25 alsmede door een registratie-inrichting 19 die van een laser straal gebruik maakt, en wordt tenslotte op de plaat 20 vastgelegd. Indien dus het toerental van de plaat 20 900 tpm is, worden 2940 blokken geregistreerd of afgespeeld in één enkele omwenteling van de plaat 20. Dit betekent dat het 196-bits stuur-30 signaal 15 maal in één enkele omwenteling van de plaat 20 wordt geregistreerd of afgespeeld.
In de modulator 18 wordt het digitale signaal uit de signaalverwerkingsketen 17 onderworpen aan een gemodificeerde frequentiemodulatie (MFM) of op basis van toeval ge-35 rangschikt door gebruik te maken van een reeks van maximale 22 lengte en door een modulo-2 optelling uit te voeren, om een voorbeeld te geven, en het wordt daarna tot een frequentie-gemodu-leerd signaal gevormd door bijvoorbeeld een draaggolf van 7 MHz aan frequentie-modulatie te onderwerpen. Bovendien vormt de re-5 gistratie-inrichting 19 een eerste gemoduleerde lichtstraal die wordt verkregen door het frequentie-gemoduleerde signaal uit , de modulator 13 te moduleren, en een tweede gemoduleerde lichtstraal die wordt gemoduleerd door een eerste spoorvolgstuur-signaal fpl of door een tweede spoorvolgstuursignaal fp2. De 10 eerste en de tweede gemoduleerde lichtstraal worden geconcen treerd op een lichtgevoelige laag die op een plaat is gevormd.
Een negatief van de opneemplaat wordt gevormd door opzich bekende ontwikkel- en plaatvervaardigingsprocessen uit te voeren. De plaat 20 wordt gedupliceerd uitgaande van dit negatief.
15 De plaat 20 wordt beschreven met het fre quentie-gemoduleerde signaal van het signaal dat wordt verkregen door in tijdvolgorde de digitale audiosignalen en de digitale videosignalen in termen van blokken in multiplex te brengen, waarbij één enkel blok de signaalindeling heeft als weergegeven 20 in fig. 5. Dit frequentie-gemoduleerde signaal wordt vastgelegd in een spiraalvormig hoofdspoor op de plaat 20 in de vorm van rijen afzonderlijke putjes. Het eerste en het tweede spoorvolgstuursignaal fpl, respectievelijk fp2 met een constante frequentie binnen een band die lager ligt dan de band van het genoemde 25 frequentie-gemoduleerde signaal, worden om en om ingeschreven * als rijen afzonderlijke putjes in nevensporen in praktisch gesproken tussengelegen delen tussen de hartlijnen van over en weer aan elkaar grenzende hoofdsporen voor elke spoorrondgang van de plaat 20. Voorts wordt een derde spoorvolgstuursignaal fp3 in 30 het hoofdspoor ingeschreven op die plaatsen waar de kanten waar op het eerste en het tweede spoorvolgstuursignaal fpl en fp2 zijn ingeschreven, van plaats verwisselen. Op de plaat 20 zijn geen spoorvolggroeven voor het geleiden van een afspeelnaald gevormd en de plaat 20 heeft de functie van elektrode.
35 De component-gecodeerde signalen in het digi- 23 tale videosignaal dat op de plaat 20 is vastgelegd, bestaan uit beeldelementgegevens die in totaal één enkel veld beslaan en zijn geschikt in een ruitpatroon in het beeld als aangeduid met de arceringen in fig. 1. Bovendien worden de component-5 gecodeerde signalen die verband houden met een aantal stilstaan de kleurenbeelden, op de plaat 20 ingeschreven in overeenstemming met de muziekprogramma's. Echter zijn deze component-gecodeerde signalen die verband houden met een aantal stilstaande kleurenbeelden, component-gecodeerde signalen die bestaan uit 10 beeldelementgegevens die in het ruitpatroon zijn geschikt en met één enkel veld corresponderen, of zij zijn component-gecodeerde signalen die met één enkel freem corresponderen.
Hierna zal een beschrijving worden gegeven van een afspeelinrichting volgens de uitvinding die de vastge-15 legde signalen van de plaat 20 afspeelt als hiervoor beschreven, en wel onder verwijzing naar fig. 6. Kenmerkend voor het hier beschreven uitvoeringsvoorbeeld is de werkwijze voor het uitvoeren van het inschrijven en het uitlezen met betrekking tot de veldgeheugens 58 en 59.
20 De plaat 20 wordt op een (niet getekende) draaitafel geplaatst en rondgedraaid met een toerental van 900 tpm. De onderkant van een afspeelnaald 40 schuift over het oppervlak van de ronddraaiende plaat 20. De afspeelnaald 40 is bevestigd op het ene eind van een arm 41 en op het andere voeteind 25 van de arm 41 is een permanente magneet 42 bevestigd. Het deel van de arm 41 waar de permanente magneet 42 is bevestigd, is omgeven door een spoorvolgspoel 43 en een jitter-compensatiespoel 44 die op de afspeelinrichting zijn bevestigd. De spoorvolgspoel 43 genereert een magneetveld in een richting loodrecht op de 30 magneetrichting van de permanente magneet 42. De arm 41 wordt daarom in één van de richtingen in de breedterichting van het spoor verplaatst overeenkomstig het teken van een spoorvolgfout-signaal uit een spoorvolgservoketen 45 en wel met een verplaat-singsbedrag dat overeenkomt met de absolute grootte van het 3 5 spoorvolgfouts ignaal.
24
Uit een pick-up-keten 46 wordt een hoogfrequent afgespeeld signaal verkregen. De pick-upketen 46 omvat een resonantieketen waarvan de resonantiefrequentie wordt gevarieerd in responsie op de variaties in de elektrostatische 5 capaciteit die bestaat tussen een elektrode die is bevestigd op een achtervlak van de afspeelnaald 40 door de elektrode daarop af te zetten, en de plaat 40, en wel in overeenstemming met de rijen afzonderlijke putjes, een keten voor het aanbieden van een signaal met constante frequentie aan deze resonantie-10 keten, een keten voor amplitude-detectie van een hoogfrequent signaal uit de resonantieketen waarvan de amplitude varieert in overeenstemming met de genoemde variaties in de elektrostatische capaciteit, en een keten voor het voorversterken van het amplitude-gedetecteerde hoogfrequente signaal (afgespeeld signaal). 15 Het uit de pick-up-keten 46 verkregen hoogfrequente signaal wordt toegevoerd aan een frequentie-demodulerende keten 47 waarin het hoofdinformatiesignaal (de digitale audiosignalen en het in tijdvolgorde in multiplex gebrachte digitale videosignaal in dit geval) uit het hoofdspoor wordt gedemoduleerd enerzijds, en waar-20 in een deel daarvan wordt afgezonderd en wordt toegevoerd aan de spoorvolg-servoketen 45.
De spoorvolg-servoketen 45 is frequentie-selectief en ontleent aan het afgespeelde signaal het eerste, het tweede en het derde spoorvolg-stuursignaal fpl respectieve-25 lijk fp2 en fp3. De omhullenden van het eerste en van het tweede spoorvolgstuursignaal fpl respectievelijk fp2, die zo worden verkregen, worden gedetecteerd en door een (niet getekende) verschilversterker gevoerd teneinde het spoorvolg-foutsignaal te verkrijgen, en dit spoorvolg-foutsignaal wordt toegevoerd aan 30 de spoorvolgspoel 43. Hier moet worden opgemerkt dat de betrek kingen wat betreft positie tussen het eerste en het tweede spoorvolg-stuursignaal fpl, respectievelijk fp2 met betrekking tot het hoofdspoor, voor iedere spooromgang van de plaat 20 veranderen.
Het teken van de spoorvolging wordt dus voor elke spooromgang 35 van de plaat 20 omgekeerd door middel van een omschakelpuls die Λ « 25 wordt geproduceerd in overeenstemming met de detectie of het afspelen van het derde spoorvolg-stuursignaal fp3. De spoorvolg-servoketen 45 drijft de spoorvolgspoel 43 zo aan dat de afspeelnaald 40 met kracht wordt getroffen en over een spooraf-5 stand of over meer dan een spoorafstand wordt verschoven in de richting van de breedte van het spoor in overeenstemming met een aanstoot-instructiesignaal wanneer het aanstootinstructiesignaal wordt aangeboden aan een ingangsklem 48.
Anderzijds wordt het uit de frequentie-demodu-10 lator 47 verkregen gedemoduleerde digitale signaal aangeboden aan een decoder 49 waarin het gedemoduleerde digitale signaal wordt onderworpen aan MFM-demodulatie en wordt gevormd tot het in tijdvolgorde in multiplex gebrachte signaal met de signaal-indeling die in fig. 5 is getekend. Het begin van het blok van 15 het in tijdvolgorde in multiplex gebrachte signaal wordt gedetec teerd in overeenstemming met de synchronisatiesignaalbits SYNC, en het seriele signaal wordt omgezet in een parallel signaal, en voorts wordt de fout gedetecteerd. De foutcode-correctiesig-nalen P en Q worden gebruikt voor het corrigeren van de fout en 20 voor het herstellen van het signaal alleen in die gevallen dat een fout wordt gedetecteerd. Vandaar dat door het corrigeren van de fout en het herstellen van het signaal in overeenstemming met de behoeften, twee kanalen van de 16-bits digitale audiosignalen die geen fouten bevatten, en behoren tot de vier kanalen 16-bits 25 digitale signalen, herstelt in hun oorspronkelijke volgorde met de door elkaar geplaatste signaalschikking, worden omgezet in analoge audiosignalen door middel van een digitaal/analoog-omzetter in de decoder 49 en worden afgeleverd via uitgangsklemmen 50a en 50b. Bovendierykordt het pick-up-stuursignaal toegevoerd 30 aan een vooraf bepaalde (niet getekende) keten voor het uitvoeren
Vein zoeken met hoge snelhe-id en dergelijke.
Het digitale videosignaal met de signaalin-deling volgens fig. 3 dat in tijdvolgorde wordt afgespeeld uit het derde en het vierde kanaal, wordt toegevoerd aan een omzet-35 keten 51 om het aantal aftastlijnen om te zetten. Het aantal ... V - · - 26 aftastlijnen wordt omgezet in 525 lijnen uitgaande van 625 lijnen in de omzetketen 51.
De aftastlijnaantal-omzetketen 51 is alleen nodig in de afspeelinrichting in het geval een analoog kleuren-5 videosignaal moet worden afgespeeld en afgeleverd in overeen stemming met het NTSC-systeem dat een 525-lijnen-systeem is, en er bestaat geen behoefte aan de aftastlijngetal-omzetketen 51 in afspeelinrichtingen waar een analoog kleurenvideosignaal moet worden afgespeeld en afgeleverd volgens het PAL-systeem of het 10 SECAM-systeem die 625-lijnensystemen zijn. Echter kan in sommige afspeelinrichtingen een schakelaar voor het omschakelen van de ingang en de uitgang van de aftastlijn-getalomzetketen 51 zijn aangébracht. In dergelijke afspeelinrichtingen kan de schakelaar worden omgezet om de aftastlijngetal-omzetketen 51 werk-15 zaam of onwerkzaam te maken al naar het aantal aftastlijnen van het televisiesysteem. De uitgevoerde beeldelementgegevens van de aftastlijngetal-omzetketen 51 worden toegevoerd aan het veld-geheugen 58 of 59 via een omschakelketen 52.
Het digitale videosignaal dat opeenvolgend 20 in tijdvolgorde wordt verkregen uit de decoder 49 met de signaal- indeling die in fig. 3 is getekend, wordt toegevoerd aan een synchronisatiesignaal-detectieketen 53, een voorsignaal-detectie-keten 55 en een geheugeninschrijfstuurorgaan 56. De synchronisaties ignaaldetectieket en 53 detecteert het synchronisatiesignaal 25 in het voorsignaal en levert een detectiesignaal aan een stuur- keten 54. De voorsignaal-detectieketen 55 onderscheidt alle codes en het adressignaal in het voorsignaal en levert een dienovereenkomstig uitgangssignaal aan de stuurketen 54.
De stuurketen 54 wordt gevoed met signalen 30 zoals het synchronisatiesignaal-detectiesignaal uit de synchroni- satiesignaal-detectieketen 53, detectiesignalen voor alle codes in het voorsignaal die worden verkregen uit de voorsignaal-detectieketen 55, en een signaal (categoriegetalsignaal) dat de verlangde categorie specificeert (verschillende soorten speciale 35 beelden, geïdentificeerd door de beeldcategorie-identificatiecode 27 "P.G") zoals gekozen door de gebruiker van de afspeelinrichting en aangeboden aan een ingangsklem 57 door een uitwendige schakelaar te bedienen en dergelijke. De stuurketen 54 onderscheidt alle daaraan toegevoerde signalen en bestuurt de aftastlijn-5 getal-omzetketen 51, de omschakelketen 52, de geheugeninschrijf- besturing 56, een omschakelketen 61, enz.
De geheugeninschrijfbesturing 56 voert een zodanige besturing uit dat de beeldelementgegevens in het digitale videosignaal dat aan het veldgeheugen 58 of 59 wordt toegevoerd 10 worden ingeschreven op een vooraf bepaald adres overeenkomstig het adressignaal in het voorsignaal. Echter voert de geheugeninschrijfbesturing 56 de besturing zodanig uit dat het voorsignaal niet in het veldgeheugen wordt ingeschreven. De omschakelketen 52 wordt omgeschakeld om het stuursignaal uit de stuurketen 54 15 te verbinden met een contact a of een contact b overeenkomstig de inschrijf-specificerende code in het voorsignaal. Aldus wordt het digitale videosignaal toegevoerd aan het veldgeheugen 58 of 59 dat door de inschrijf-specificerende code is aangewezen«
De veldgeheugens 58 en 59 lezen tegelijker-20 tijd de afgespeelde beeldelementgegevens uit die zijn inge schreven in overeenstemming met een uitlees-stuursignaal uit een geheugenuitleesbesturing en synchronisatiesignaal-generator 60, en compenseren tevens voor de jitter die bij het afspelen wordt geïntroduceerd. De digitale helderheidssignalen die uit de 25 veldgeheugens 58 en 59 worden uitgelezen, worden met een bemon- steringsfrequentie van 9 MHz en een kwantiseringsgetal van 8 bits met betrekking tot één enkel beeld uitgelezen, en het eerste en het tweede digitale kleurverschilsignaal die uit de veldgeheugens 58 en 59 worden uitgelezen, worden met een bemonsteringsfrequentie 30 van 2,25 MHz en een kwantiseringsgetal van 8 bits met betrekking tot een enkel beeld uitgelezen. Het digitale helderheidssignaal en het eerste en het tweede digitale kleurverschilsignaal die aldus uit de geheugens 58 en 59 zijn uitgelezen, worden toegevoerd aan de omschakelketen 61.
35 Nu volgt een beschrijving in bijzonderheden 28 van de opbouw van de veldgeheugens 58 en 59 en met betrekking tot de inschrijf- en uitlees-operaties. Indien wordt aangenomen dat de veldgeheugens 58 en 59 steeds het gehele kwantiserings-getal aan bits vastleggen, zullen 16 (=8x2) 64 k RAM's nodig 5 zijn voor de beeldelamentgegevens van het digitale helderheids- signaal die met één enkel veld overeenkomen, zoals gemakkelijk duidelijk wordt uit de hiervoor gegeven beschrijving. Bovendien zullen vier (= 8 x 1/2) 64 k RAM's nodig zijn voor de beeldele-mentgegevens van de twee soorten digitale kleurverschilsignalen 10 die met een enkel veld overeenkomen. Totale aantal 64 k RAM's die nodig zijn voor het opbouwen van de veldgeheugens 58 en 59, bedraagt 48 (= (16+4+4) x 2).
Dat wil zeggen dat de veldgeheugens 58 en 59 bestaan uit 48 64 k RAM's M.. tot en met MQ, die zijn geschikt 15 in zes kolommen met elk acht trappen, zoals getekend in fig. 7.
De veldgeheugens 58 en 59 zijn zo ontworpen dat vier kolommen beeldelementgegevensgroepen van het digitale helderheidssignaal en telkens één kolom beeldelementgegevensgroepen van de twee soorten digitale kleurverschilsignalen, dus in totaal zes kolommen 20 beeldelementgegevens die worden overgedragen in termen van de zelfde eenheid als de hiervoor beschreven in verband met fig. 3, worden vastgelegd op hetzelfde adres in overeenstemming met een gemeenschappelijk adressignaal dat is ontvangen uit een adressignaal -generatorketen 70. De beeldelementgegevens van het 25 digitale helderheidssignaal die overeenkomen met twee velden, worden vastgelegd in de eerste vier geheugenelementkolommen 72^ tot en met 72. die bestaan uit 32 64 k RAM's M.. tot en met M0..
4 11 84
De beeldelementgegevens van het digitale kleurverschilsignaal (R - Y) en behoren tot twee velden, worden vastgelegd in de vijfde 30 geheugenelementkolom 72^ die bestaat uit acht 64 k RAM's M^, ^25' ···' en mq5· De beeldelementgegevens van het digitale kleurverschilsignaal (B - Y) die overeenkomen met twee velden, worden vastgelegd in de zesde geheugenelementkolom 72,. die bestaat uit
O
acht 64 k RAM's M^g, ..., en M^^. De adressignaal-generator- 35 keten 70 wordt gevoed met een signaal uit de geheugeninschrijf- 29 besturing 56, en wel via een aansluitklem 71.
Nu volgt een beschrijving van de werking van de veldgeheugens 58 en 59. De adressignaal-generatorketen 70 is zo ontworpen dat een 16-bits adressignaal wordt gegenereerd 5 dat een adres aanwijst dat in overeenstemming is met de geheugen- identificatiecodes "B0" tot en met "B2" en de adrescodes "B3" tot en met "B18" in het voorsignaal dat in fig. 4 is voorgesteld. De afgespeelde componentsignalen worden toegevoerd asm één van de geheugenelementkolommen 72. tot en met 72 via een 1 o 10 schakelaar die niet in fig. 7 is getekend. Eerst genereert wan neer het voorsignaal dat in fig. 3 is getekend, wordt afgespeeld, de adressignaal-generatorketen 70 een adressignaal met een hexadecimale waarde "0000". Bovendien worden de beeldeleaent-gegevens in de acht bovenbits van het eerste woord in de beeld-15 elementgegevensgroep Y^ van het digitale helderheidssignaal worden parallel toegevoerd aan alleen de 64 k RAM's M31' ·**' M7i en Mgi in de geheugenelementkolom 72^. De beeld-elementgegevens in de acht bovenbits van dit eerste woord zijn de beeldelementgegevens die worden voorgesteld door in het in 20 fig. 8 getekende beeld. Bijvoorbeeld wordt het gegeven van het MSB van de acht bovenbits ingeschreven in de RAM M^ op een adres ”0000", het gegeven van het tweede bit in de RAM M^^ op het adres "0000", en het gegeven op elk van de resterende bitplaatsen op overeenkomstige wijze in de RAM's M^j, M^, M^, ^61' **71 en **81 25 op het adres "0000".
De adressignaalgeneratorketen 70 genereert vervolgens een adressignaal met een hexadecimale waarde "0072" en de beeldelementgegevens in de acht onderbits van het eerste woord in de beeldelementgegevensgroep Y^ worden respectievelijk 30 parallel toegevoerd aan de RAM's M , M„., U , .. M_ en MQ1.
11 jl /1 o 1
Dit beeldelementgegeven is in fig. 8 voorgesteld door E^ en elk bit wordt in de RAM's M.. tot en met M0. ingeschreven in de eerste geheugenelementkolom 72^ op het adres met de hexadecimale waarde "0072". Daarna genereert de adressignaalgeneratorketen 35 70 een adressignaal met een hexadecimale waarde "00E4" en elk * 30 bit van het beeldelementgegeven in de acht bovenbits van het tweede woord in de beeldelementgegevensgroep wordt ingeschreven in de RAM's M.. tot en met M , in de eerste geheugen- 11 81 elementkolom 72^ op het adres met de hexadecimals waarde 5· "0ΌΕ4". De inschrijfhandeling wordt op overeenkomstige wijze uitgevoerd voor volgende woorden in de beeldelementgegevensgroep Y^ Elk bit van het beeldelementgegeven Em^1 ^ ^571 χ ^ geval), in fig. 8 getekend in de acht onderbitplaatsen van het 143 woord in de beeldelementgegevensgroep Y^, wordt in de 10 RAM's M tot en met M ingeschreven in de eerste geheugenele- 11 ol mentkolom 72^ op een adres met een hexadecimals waarde "7EEA".
Aldus worden alle beeldelementgegevens in de beeldelementgegevensgroep Y^ ingeschreven in de RAM's M^ tot en met Mg^ in de eerste geheugenelementkolom 72^, en wordt het adres waar elk beeldele-15 mentgegeven wordt ingeschreven, verhoogd vanaf "0000" tot "7EEA" in stappen van 114.
De beeldelementgegevensgroep Y£ van het digitale helderheidssignaal dat is afgespeeld, wordt parallel aangeboden aan de RAM's M^< M22' M32' *** en M82 in twee<^e geheugenelement-20 kolom 72^. Eerst wordt het beeldelementgegeven (beeldelement gegeven van het tweede veld aangeduid door met de arceringen in fig. 8) in de acht bovenbits van het eerste woord ingeschreven op het adres "0000" van de RAM's M, „ tot en met M„ in de tweede 1* 04 geheugenelementkolom 72^. Het beeldelementgegeven in de acht 25 onderbits van het eerste woord, het beeldelementgegeven in de acht bovenbits van het tweede woord, enz.., worden alle ingeschreven in de RAM's M^ tot en met Mg^ in de tweede geheugenelementkolom 722 op een adres dat met stappen vein 114 toeneemt. Verder worden alle ‘beeldelementgegevens in de beeldelementgegevensgroep Yg 30 van het digitale helderheidssignaal ingeschreven in de RAM's M^g tot en met M in de derde geheugenelementkolom 72, op een adres dat oploopt vanaf "0000" tot "7EEA" in stappen van 114. Op dezelfde wijze worden alle beeldelementgegevens in de beeldelementgegevensgroep Y^ ingeschreven in de RAM's MJ4 tot en met Mg^ in 35 de vierde geheugenelementkolom 72^ op een adres dat oploopt van 31 "0000" tot "7EEA" in stappen van 114.
De eerste kolom van de beeldelementgroepen in het eerste digitale kleurverschilsignaal, voorgesteld door (R - Y) ^ in fig. 3, wordt ingeschreven in de RAM's > 5 —.en Mgg in de vijfde geheugenelementkolom 72,.. De eerste kolom van de beeldelementgroepen van het tweede digitale kleur-verschilsignaal, voorgesteld door (B - Y) ^, wordt ingeschreven in de RAM's M,-, M„,, ... en Mö. in de zesde geheugenelementkolom
ΙΟ ΔΌ OO
72^. Het adres waarin deze beeldelementgroepen van het eerste 10 en het tweede digitale kleurverschilsignaal respectievelijk in de RAM's M, _ tot en met M0_ en de RAM's M.. tot en met M0(, worden 15 o5 lo oo ingeschreven loopt op van "0000" tot en met "7EEA" in stappen van 114.
Wanneer het voorsignaal wordt afgespeeld 15 genereert de adressignaalgeneratorketen 70 een adressignaal met een hexadecimale waarde "0001". Bovendien wordt het beeldelement- gegeven (voorgesteld door E._ in fig. 8) in de acht bovenbits 15 vein het eerste woord in de beeldelementgegevensgroep Yg van het digitale helderheidssignaal als getekend in fig. 3, parallel toe- 20 gevoerd aan en ingeschreven in de RAM's M^ , —, M_. en M_. in de eerste geheugenelementkolom 72.. Vervolgens 71 o 1 1 genereert de adressignaalgeneratorketen 70 een adressignaal met een hexadecimale waarde "0073" en wordt het beeldelementgegeven (voorgesteld door E^ in fig. 8) in de acht onderbits van het 25 eerste woord in de beeldelementgegevensgroep Yg ingeschreven in de RAM's M^ tot en met Mg^ in de eerste geheugenelementkolom 72j op het adres "0073". Daarna worden alle beeldelementgegevens in de beeldelementgegevensgroep Yg op overeenkomstige wijze ingeschreven in de RAM's M^ tot en met Mgj in de eerste geheugen-30 elementkolom 72^ op een adres dat in stappen van "0072" in hexa- decimaal oploopt.
Op overeenkomstige wijze wordt de zesde kolom van de beeldelementgegevensgroep Yc van het digitale helder- b heidssignaal ingeschreven in de RAM's M^ tot en «net Mg^ in de 35 tweede geheugenelementkolom 72^ op een adres dat oploopt van 32 "0001" tot "7EEB" in stappen van 114. De zevende en achtste kolommen van de beeldelementgegevensgroepen Y? en Yg van de digitale helderheidssignalen worden respectievelijk ingeschreven in de RAM's tot en met Mgg in de derde geheugenelementkolom 72^, 5 en in de RAM's M^ tot en met Mg^ in de vierde geheugenelement kolom 72^, en wel op een adres dat eveneens oploopt van "0001" tot "7EEB" in stappen van 114. De tweede kolommen van de beeldelementgegevensgroepen (R - Y)2 en (B - Y)g van de twee soorten digitale kleurverschilsignalen in het tweede veld, worden respec-10 tievelijk ingeschreven in de RAM's M._ tot en met Moc in de vijfde 15 03 geheugenelementkolom 72 , en in de RAM's Μ., tot en met M ' 5 1b ob in de zesde geheugenelementkolom 72c, en wel op een adres dat b eveneens oploopt van "0001" tot "7EEB" in stappen van 114. Aldus worden door daarna de inschrijfoperaties in deze volgorde uit 15 te voeren de beeldelementgegevens die met één enkel veld overeen komen, ingeschreven in de RAM's M.. tot en met M c die de helft van de totale geheu-gencapaciteit innemen (dat wil zeggen die overeenkomen met het eerste veldgeheugen 58). Beeldelementgegevens die met één enkel veld overeenkomen, worden eveneens in de RAM's 20 M.. tot en met M__ ingeschreven om de overgebleven helft van de
11 OD
totale geheugencapaciteit in beslag te nemen (dat wil zeggen de geheugencapaciteit die met het tweede veldgeheugen 59 overeenkomt) ; echter zijn de adressen waar deze beeldelementgegevens worden ingeschreven, verschillend van de adressen waar de eerst-25 genoemde beeldelementgegevens in het eerste veldgeheugen 58 worden ingeschreven.
Fig. 9 toont schematisch de inschrijftoestanden van de beeldelementgegevens in het veldgeheugen 58 of 59.
De fig. 9 stelt een beeldelementgegeven E„ een beeldelement-30 gegeven voor dat zich bevindt op de i-e-positie in de horizontale richting en op de j-e positie in de vertikale richting in het beeld waarbij de beeldelementgegevens samen één enkel freem vormen. De beeldelementgegevens die met een cirkel zijn omgeven, stellen de beeldelementgegevens van het tweede veld voor. De beeldelement-35 gegevens waar geen cirkel om is getrokken, stellen de beeldelement- 33 gegevens van het eerste veld voor. Dezelfde voorstelling zal worden gebruikt in de figuren 10A en 10B die hierna zullen worden beschreven. Voorts zijn in fig. 9 de beeldelementgegevens , E22' E13 en E24 in*?eschreven 111 de eerste tot en met vierde 5 geheugenelementkolommen 72^ tot en met 72^ op het adres "0000".
De beeldelementgegevens E c, E, E._ en E00 zijn ingeschreven in de eerste tot en met vierde geheugenelementkolommen 72^ tot en met 72^ op het adres "0001". Op overeenkomstige wijze zijn de beeldelementgegevens E , E , E _ en E. ingeschreven in de j1 42 33 44 10 eerste tot en met vierde geheugenelementkolommen 72^ tot en met 72^ op het adres "0072" in hexadecimaal. In het hier beschreven uitvoeringsvoorbeeld geldt n = 456 en m = 572.
Vervolgens zal een beschrijving worden gegeven van de uitleesoperaties van de veldgeheugens 58 en 59.
15 De adressignaalgeneratorketen 70 omvat een inschrijfadresteller en een uitleesadresteller. De uitleesadresteller bestaat uit een eerste adresteller waarin de adreswaarde toeneemt van "0000" tot "7F5B" in stappen van "1", en een twe-de adresteller die een adressignaal genereert met een waarde die groter is dan de uit-20 voeradreswaarde van de eerste adresteller en wel ten bedrage van "0072" in hexadecimaal. Eerst wordt gedurende de afspeeltijd van het eerste veld het adressignaal uit de eerste adresteller aangeboden aan alle RAM's M . tot en met M0_ die in fig. 7 zijn 11 86 weergegeven. Het resultaat is dat de schematisch in fig. 10A 25 getoonde beeldelementgegevens op het scherm worden vertoond tij dens de afspeeltijd van het eerste veld. Dat wil zeggen dat de beeldelementgegevens E ^ tot en met E^^ op de aftastlijn 1 eerst worden uitgelezen en daarna de beeldelementgegevens op de aftast-lijnen 3, 5, ..., enm- 1 in die volgorde.
30 Tijdens de afspeeltijd van het tweede veld wordt het uitgangsadressignaal van de tweede adresteller aangeboden aan alle RAM's tot en met Mg^ in de eerste geheugenelement- kolom 72 en de RAM's M tot en met M__ in de derde geheugenele-X 13 83 mentkolom 72^. Voorts wordt het uitgangsadressignaal van de eerste 35 adresteller aangeboden aan alle RAM's M.n tot en met M - in de 12 82 34 tweede geheugenelementkolom 72^, en aan de RAM's tot en met in de vierde geheugenelementkolom 72^. Bovendien worden de uitgangsadressignalen van de eerste en de tweede adrestellers 5 tot en met Moz..
OD
Aldus worden gedurende de afspeeltijd van het tweede veld de beeldelementgegevens op de aftastlijnen naast de aftastlijnen van de afspeeltijd van het eerste veld, in volgorde op het scherm vertoont. De beeldelementgegevens die in fig.
10 10B. zijn weergegeven, worden dus op het scherm vertoont tijdens de afspeeltijd van het tweede veld. Dat wil zeggen dat de beeldelementgegevens op de aftastlijn 2 worden vertoond in de volgorde van het beeldelementgegeven E^ van de aftastlijn 3, het beeldele-mentgegeven E^ van de aftastlijn 1, het beeldelementgegeven E^ 15 van de aftastlijn 3, enz. (Met uitzondering van het geval van de aftastlijn m). De beeldelementgegevens van het eerste veld en de beeldelementgegevens van het tweede veld worden dus om en om op een enkele aftastlijn geplaatst, zowel tijdens de afspeeltijd van het eerste veld als tijdens de afspeeltijd van het tweede 20 veld. Voorts is de schikking van de beeldelementgegevens in de afspeeltijd van het eerste veld anders dan in de afspeeltijd van het tweede veld. Het resultaat is dat de achteruitgang van het oplossend vermogen in de vertikale richting minder is in vergelijking met de bekende gang van zaken. Bovendien wordt omdat 25 de korrelatie tussen beeldelementgegevens in de naast elkaar gelegen aftastlijnen groot is, de stoorbeeldruis in het hoge fre-quentiegebied gestrooid. Het is dus mogelijk de zichtbare ruis die het gevolg is van het stoorbeeld ("aliasing noise") te verminderen .
30 Vervolgens zal met verwijzing naar fig. 6 de beschrijving worden voortgezet. De uit het veldgeheugen 58 of 59 uitgelezen beeldelementgegevens worden toegevoerd aan de omscha-kelketen 61 die naar keuze de gegevens overeenkomstig de uitlees-specificerende code in het voorsignaal levert. De beeldelement-35 gegevens van het digitale helderheidssignaal worden aldus toege- 35 voerd aan een digitaal/analoog-omzetter 62 en de beeldelement-gegevens van de twee soorten digitale kleurverschilsignalen worden respectievelijk toegevoerd aan een D/A-omzetter 63 en een dito omzetter 64.
5 Het uit de D/A-omzetter 62 verkregen analoge helderheidssignaal, de kleurverschilsignalen (R - Y) en (B - Y) uit de D/A-omzetters 63 en 64, de horizontale en vertikale syn daronisatiesignalen en het kleurstootsignaal die respectievelijk zijn verkregen uit de geheugenuitleesbesturing en de synchro-10 nisatiesignaal-generatorketen 60, worden respectievelijk toege voerd aan een codeerorgaan 65 dat een kleurenvideosignaal levert dat in overeenstemming is met het NTSC-systeem. Het kleurenvideosignaal dat in overeenstemming is met het NTSC-systeem, wordt toegevoerd aan een (niet getekende) kleurenhelevisie-ontvanger met 15 monitor-functie via een uitgangsklem 66. Het stilstaande kleuren beeld, het gedeeltelijk bewegende beeld enz. die op de televisie-ontvanger worden vertoond, dienen als aanvullende informatie voor de luisteraar met betrekking tot het afgespeelde geluid dat wordt verkregen door de audiosignalen af te spelen en via de uit-20 gangsklemmen 50a en 50b af te leveren.
In het hiervoor beschreven uitvoeringsvoor-beeld werd aangenomen dat de beeldelementgegevens die waren geplaatst in het ruitpatroon als voorgesteld door de gegevens met arcering in fig. 1, op de plaat 20 zijn vastgelegd. Echter is de 25 afspeelinrichting volgens de uitvinding niet beperkt tot het af spelen van de plaat 20 waarop een veldbeeld is geregistreerd.
De afspeelinrichting volgens de uitvinding kan ook een plaat afspelen waarop een freem-beeld is vastgelegd. Voorts is de signaal-indeling van het digitale videosignaal niet beperkt tot de in 30 fig. 3 getekende signaalindeling. Bijvoorbeeld kunnen beeldele mentgegevens die overeenkomen met aftastlijnen in het bereik van twee in het videosignaaldeel worden ondergebracht dat op het voorsignaal volgt.
De tot hier gegeven beschrijving werd gebaseerd 35 op het geval dat de uitvinding wordt toegepast op het plaat-regi- 36 stratie-systeem en de afspeelinrichting die eerder door aanvraagster werden voorgesteld. Echter is de toepassing van de uitvinding niet hiertoe beperkt. Bijvoorbeeld kan de uitvinding worden toegepast op een plaat van het elektrostatische capaciteit-5 type of op een plaat van het optische type waaruit de vastgelegde informatie langs optische weg wordt afgespeeld met gebruikmaking van een lichtstraal. Voorts kan in het geval dat de televisie-ontvanger drie ingangsklemmen heeft voor de drie primaire kleuren rood (Rj, groen (G) en blauw (B) in plaats van het codeerorgaan 10 65 een matrixketen worden gebruikt. In dit geval zet de matrix- keten het helderheidssignaal Y en de kleurverschilsignalen (R-Y) en (B. - Y) om in de drie primaire kleursignalen R, G en.B en levert deze primaire kleursignalen R, G en B onafhankelijk van elkaar aan de ingangsklemmen van de televisie-ontvanger. Het 15 afgespeelde beeld dat op de televisie-ontvanger wordt vertoond, 2al van een uitzonderlijk grote kwaliteit zijn. Bovendien kan de combinatie van de kleurverschilsignalen die op de plaat 20 zijn vastgelegd, een combinatie zijn die de kleurverschilsignalen (G - Y) en (R-Y) of (B - Y) bevat. Het is vanzelfsprekend dat 20 de signalen I en Q of de drie primaire kleursignalen op de plaat 20 kunnen zijn geregistreerd.
Claims (8)
1. Registratiemedium voor een informatiebe-vattend signaal met een spiraalvormig spoor waarop het informatie-signaal is vastgelegd, waarbij het informatiesignaal beeldele-5 mentgegevens bevat die overeenkomen met één enkel veld en in tijd volgorde op het spiraalvormige spoor zijn vastgelegd in termen van de beeldelementgegevens die met één enkel veld overeenkomen, waarbij het vastgelegde informatiesignaal wordt opgenomen en weergegeven door een afspeelelement dat het spiraalvormige spoor 10 aftast, met het kenmerk, dat de beeldelementgegevens die met één enkel veld overeenkomen, samen een aantal beeldelementgegevens van een eerste veld en een aantal beeldelementgegevens van een tweede veld vormen uit de beeldelementgegevens die worden verkregen door een analoog videosignaal te onderwerpen aan een digi-15 tale pulsmodulatie, waarbij het analoge videosignaal dat met één enkel freem overeenkomt, bestaat uit het eerste en het tweede veld.
2. Registratiemedium volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de beeldelementgegevens die met één enkel 20 veld overeenkomen, beeldelementgegevens zijn die zijn geplaatst in een ruitpatroon in een beeld dat ontstaat wanneer de beeldelementgegevens die worden verkregen door het analoge videosignaal dat met één enkel freem overeenkomt, te onderwerpen aan de digitale pulsmodulatie, worden vertoond.
3. Registratiemedium volgens conclusie 1, waarbij het analoge videosignaal een kleurenvideosignaal is, met het kenmerk, dat de beeldelementgegevens die met één enkel veld overeenkomen, component gecodeerde signalen zijn waarin beeldelementgegevens van een digitaal helderheidssignaal overeen-30 komend met één enkel veld, en beeldelementgegevens van twee soorten digitale kleurverschilsignalen die met één enkel veld overeenkomen, in tijdvolgorde in multiplex worden gebracht, waarbij het digitale helderheidssignaal en de twee soorten digitale kleurverschilsignalen zijn verkregen door onafhankelijk van 35 elkaar een helderheidssignaal en twee soorten kleurverschilsignalen in het kleurenvideosignaal te onderwerpen aan een digitale pulsmodulatie .
4. Registratiemedium volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het informatiesignaal verdeelde beeldelement-5 gegevensgroepen en voorsignalen bevat welke laatste zijn toe gevoegd aan het begin van elk vanfie verdeelde beeldelementgegevens-groepen, waarbij de verdeelde beeldelementgegevensgroepen worden verkregen door de beeldelementgegevens die met één enkel veld overeenkomen, op'te delen in termen van een vooraf bepaald aan-10 tal naast elkaar gelegen rijen of kolommen van beeldelementgege vensgroepen, waarbij alle voorsignalen de minste synchronisatie-signalen en codes voor het specificeren van adressen in geheu-genketens in een afspeelinrichting bevatten, op welke adressen bepaalde beeldelementgegevens uit de verdeelde beeldelement-15 groepen moeten worden vastgelegd.
5. Afspeelinrichting voor het weergeven van vastgelegde signalen uit een registratiemedium volgens conclusie 1, omvattende afspeelorganen voor het aftasten van het spiraalvormige spoor op het registratiemedium teneinde de vast-20 gelegde signalen af te spelen, geheugenketens die allen, tenminste een geheugencapaciteit hebben voor het vastleggen van gegevens die met één enkel veld overeenkomen, insehrijf-besturingsorganen voor het uitvoeren van een zodanige besturing dat de beeldelementgegevens die met één enkel veld overeenkomen en aanwezig zijn 25 in een afgespeeld informatiesignaal dat uit de afspeelorganen is ontvangen, achtereenvolgens worden ingeschreven in één van de geheugenketens, en organen, voor het omzetten van beeldelementgegevens die zijn uitgelezen uit de ene geheugenketen, in een analoog videosignaal dat in overeenstemming is met.een genormali-30 seerd televisiesysteem, met het kenmerk, dat verder aanwezig zijn: uitlees-besturingsorganen (60) voor het uitvoeren van een zodanige besturing dat beeldelementgegevens die zijn uitgelezen uit de ene geheugenketen (58 of 59) in een volgorde PE^_^ ^ ^ , PE„, PE^ l)(j+l)' "* ^3^113 een af speeltijd van een vooraf 35 bepaald veld,'en beeldelementgegevens die zijn uitgelezen uit “ 39 de ene geheugenketen in een volgorde PE^+^ ^ PE^, .... tijdens een af speeltijd van een volgend veld en dat zodanige uitleesreeksen om en om worden uitgevoerd in termen van velden en. worden herhaald, waarbij PE. . de plaats 5 voorstelt van een beeldelementgegeven onder de beeldelement- gegevens die zijn ingeschreven in de ene geheugenketen, en PE^ het beeldelementgegeven is op de i-e-positie in vertikale richting en de j-e-positie in horizontale richting van het beeld, waarbij i en j natuurlijke getallen zijn die groter zijn dan 1.
6. Afs-eelinrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het inschrijfbesturingsorgaan om en om de beeldelementgegevens van het eerste veld en de beeldelementgege-vens van het tweede veld uit de afgespeeldê beeldelementgegevens die met één enkel veld overeenkomen, inschrijft in de ene geheugen-15 keten op opeenvolgende adressen.
7. Afspeelinrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de beeldelementgegevens die met één enkel veld overeenkomen, component-gecodeerde signalen zijn waarin beeldelementgegevens van een digitaal helderheidssignaal die met 20 één enkel veld overeenkomen, en beeldelementgegevens van twee soorten digitale kleurverschilsignalen die respectievelijk met één enkel veld overeenkomen, in tijdvolgorde in multiplex zijn gebracht, waarbij het digitale helderheidssignaal en de twee soorten digitale kleurverschilsignalen zijn verkregen door onaf-25 hankelijk van elkaar een helderheidssignaal en twee soorten kleur verschilsignalen in een kleurenvideosignaal te onderwerpen aan digitale pulsmodulatie, en dat de ene geheugenketen een eerste geheugendeel (72 - 72.) bevat voor het vastleggen van beeldele- mentgegevens van het digitale helderheidssignaal, en tweede en 30 derde geheugendelen (72respectievelijk 72^) bevat voor het onafhankelijk van elkaar vastleggen van de beeldelementgegevens van de twee soorten digitale kleurverschilsignalen, waarbij het eerste geheugendeel bestaat uit een aantal kolommen van RAM's welke kolommen uit k trappen bestaan waarin k het kwantiserings-35 getal van de bits van de beeldelementgegevens is die moeten worden afgespeeld, en waarbij het tweede en het derde geheugen-deel beide bestaan uit één kolom RAM's met k trappen in een kolom. "“*41 — Verbetering van errata in de beschrijving behorende bij de octrooia.amjr^ge^jacj^ 83.03387 Ned. voorgesteld door aanvrager 2 4 0 i. **- -ίο dd.________________________________________________________ Invoegen op blz. 34 op regel 4: om en om aangelegd aan de RAM's M,_ t/m MQ_ in de vijfde geheu- 1d od genelementkolom 72g en aan de RAM's M^g t/m Mgg in de zesde geheugenelementkolom 72g. Gedurende de afspeeltijd van het tweede veld wordt aldus het beeldelementv-gegeven uitgelezen uit de adresplaats "0072" in de RAM's M^ t/m Mg^, het beeldelementxgegeven uit de adresplaat·;"0000" in de RAM's M^2 t/m Mg2 r het beeldelementgegeven uit de adresplaats "0072" in de RAM's M t/m M, en het beeldelementgegeven lo oi E2^ uit de adresplaats "0000" in de RAM's M^ t/m Mg^. Bovendien wordt het beelelementgegeven op bijvoorbeeld de adresplaats "0072" uit de RAM's M. _ t/m M__ en M.,. t/m Mö/. uitge-
10 OJ 16 OD lezen. Het beeldelementgegeven Egg wordt uitgelezen vanuit de adresplaats "0073“ in de RAM's t/m Mq1, het beeldelementgegeven E0- vanuit de adresplaats "0001" in de RAM's M^ t/m Mg2/ het beeldelementgegeven vanuit de adresplaats "0073" in de RAM's M^ t/m Mgg, en het beeldelementgegeven E__ vanuit de adresplaats "0001" in de RAM's 2o «14 */" «84· Voorts wordt het beeldelementgegeven op de adresplaats "0002" uitgelezen vanuit de RAM's M^g t/m Mgg en M^g J S JEV/JvdB
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
JP17429782 | 1982-10-04 | ||
JP57174297A JPS5963014A (ja) | 1982-10-04 | 1982-10-04 | 情報記録円盤及びその再生装置 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8303387A true NL8303387A (nl) | 1984-05-01 |
Family
ID=15976197
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8303387A NL8303387A (nl) | 1982-10-04 | 1983-10-03 | Registratiemedium voor beeldinformatiehoudende signalen en afspeelinrichting daarvoor. |
Country Status (9)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4633329A (nl) |
JP (1) | JPS5963014A (nl) |
KR (1) | KR870001841B1 (nl) |
AU (2) | AU566727B2 (nl) |
CA (1) | CA1254998A (nl) |
DE (1) | DE3335935C2 (nl) |
FR (1) | FR2534101A1 (nl) |
GB (2) | GB2130454B (nl) |
NL (1) | NL8303387A (nl) |
Families Citing this family (9)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4613908A (en) * | 1982-04-16 | 1986-09-23 | Victor Company Of Japan, Ltd. | Digital video signal reproducing apparatus |
JPS5963014A (ja) * | 1982-10-04 | 1984-04-10 | Victor Co Of Japan Ltd | 情報記録円盤及びその再生装置 |
JP2608261B2 (ja) * | 1985-02-27 | 1997-05-07 | キヤノン株式会社 | データ記録装置 |
US5033007A (en) * | 1987-11-30 | 1991-07-16 | Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. | Apparatus for processing continuously inputted picture data strings |
US5034804A (en) * | 1987-12-25 | 1991-07-23 | Kabushiki Kaisha Toshiba | Electronic still camera with various modes of data compression |
KR100302497B1 (ko) * | 1998-06-23 | 2001-11-22 | 구자홍 | 재기록가능기록매체의정지영상관리데이터의생성/기록방법 |
US7822320B2 (en) * | 1998-06-23 | 2010-10-26 | Lg Electronics Inc. | Method and apparatus for creating still picture management data and recording still pictures on a recording medium |
US8121534B2 (en) * | 2006-09-27 | 2012-02-21 | Sirius Xm Radio Inc. | System and method for sending and receiving images via wireless audio channels |
WO2012106686A2 (en) * | 2011-02-04 | 2012-08-09 | Price Lucinda | Color storage and transmission systems and methods |
Family Cites Families (15)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3842199A (en) * | 1972-05-26 | 1974-10-15 | Rca Corp | Telephone image transmission system |
GB1577133A (en) * | 1976-03-19 | 1980-10-22 | Rca Corp | Video information record and playback apparatus |
JPS5374318A (en) * | 1976-12-15 | 1978-07-01 | Nippon Telegr & Teleph Corp <Ntt> | Sampling and decoding system for television signal |
JPS53139925A (en) * | 1977-05-13 | 1978-12-06 | Hitachi Ltd | Receiving method for video signal |
US4161753A (en) * | 1977-07-08 | 1979-07-17 | International Business Machines Corporation | Video recording disk with interlacing of data for frames on the same track |
US4150397A (en) * | 1977-09-13 | 1979-04-17 | Eli S. Jacobs | Repetition reduced digital data record and playback system |
US4205339A (en) * | 1978-07-20 | 1980-05-27 | Eastman Kodak Company | Frame storage and retrieval wherein the frame fields are quadrature amplitude modulated on a single carrier |
US4340940A (en) * | 1980-08-26 | 1982-07-20 | Rca Corporation | Hardware reduction by truncation of selected number of most significant bits for digital video system using subsampling and adaptive reconstruction |
NL187211C (nl) * | 1981-02-27 | Uniroyal Inc | Werkwijze voor de bereiding van een expandeerbaar mengsel, werkwijze voor de bereiding van geexpandeerde polymere materialen, alsmede werkwijze voor de bereiding van een hydrazodicarbonzuurester als bij verhitting gasafsplitsend middel. | |
US4393414A (en) * | 1981-03-09 | 1983-07-12 | Rca Corporation | Horizontal-rate phase-change of TV pixel distribution among multiple recorder tracks for dropout concealment |
DE3121847C2 (de) * | 1981-06-02 | 1987-04-16 | Robert Bosch Gmbh, 7000 Stuttgart | Verfahren zur Übertragung und/oder Speicherung digital codierter Farbfernsehsignale |
JPS5833387A (ja) * | 1981-08-21 | 1983-02-26 | Sony Corp | カラ−静止画像再生装置 |
AU536777B2 (en) * | 1981-09-04 | 1984-05-24 | Victor Company Of Japan Limited | Disk storage of t.d.m. digital audio and vdieo signals |
JPS58137377A (ja) * | 1982-02-09 | 1983-08-15 | Victor Co Of Japan Ltd | デイジタルビデオ信号伝送装置 |
JPS5963014A (ja) * | 1982-10-04 | 1984-04-10 | Victor Co Of Japan Ltd | 情報記録円盤及びその再生装置 |
-
1982
- 1982-10-04 JP JP57174297A patent/JPS5963014A/ja active Pending
-
1983
- 1983-09-29 CA CA000437896A patent/CA1254998A/en not_active Expired
- 1983-09-30 US US06/537,529 patent/US4633329A/en not_active Expired - Fee Related
- 1983-10-03 AU AU19850/83A patent/AU566727B2/en not_active Ceased
- 1983-10-03 NL NL8303387A patent/NL8303387A/nl not_active Application Discontinuation
- 1983-10-04 DE DE3335935A patent/DE3335935C2/de not_active Expired
- 1983-10-04 FR FR8315785A patent/FR2534101A1/fr not_active Withdrawn
- 1983-10-04 GB GB08326484A patent/GB2130454B/en not_active Expired
- 1983-10-04 KR KR1019830004701A patent/KR870001841B1/ko not_active IP Right Cessation
-
1986
- 1986-07-31 GB GB08618658A patent/GB2176368B/en not_active Expired
-
1987
- 1987-07-31 AU AU76365/87A patent/AU583740B2/en not_active Ceased
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
JPS5963014A (ja) | 1984-04-10 |
FR2534101A1 (fr) | 1984-04-06 |
AU7636587A (en) | 1987-11-05 |
GB8618658D0 (en) | 1986-09-10 |
AU566727B2 (en) | 1987-10-29 |
KR870001841B1 (ko) | 1987-10-15 |
GB2130454B (en) | 1987-09-03 |
CA1254998A (en) | 1989-05-30 |
GB8326484D0 (en) | 1983-11-02 |
KR840006711A (ko) | 1984-12-01 |
GB2176368B (en) | 1987-09-03 |
AU1985083A (en) | 1984-04-12 |
AU583740B2 (en) | 1989-05-04 |
GB2176368A (en) | 1986-12-17 |
DE3335935A1 (de) | 1984-05-30 |
GB2130454A (en) | 1984-05-31 |
US4633329A (en) | 1986-12-30 |
DE3335935C2 (de) | 1986-03-13 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4520401A (en) | Digital video signal recording system and reproducing apparatus | |
NL8301060A (nl) | Magnetische opneeminrichting voor opname van een videosignaal. | |
US4613908A (en) | Digital video signal reproducing apparatus | |
NL8303387A (nl) | Registratiemedium voor beeldinformatiehoudende signalen en afspeelinrichting daarvoor. | |
US4513327A (en) | Digital signal recording system and reproducing apparatus | |
US4587558A (en) | Address signal generating circuit for a memory circuit | |
JPS59201594A (ja) | デイジタルビデオ信号再生装置 | |
JPS58181383A (ja) | デイジタル信号再生装置 | |
JP3430489B2 (ja) | インデックスエリアに文字情報を記録するビデオテープレコーダの記録方法 | |
JPS58186277A (ja) | デイジタル信号記録方式 | |
JPS58181385A (ja) | デイジタルビデオ信号記録方式 | |
JPS5990482A (ja) | 情報記録媒体再生装置 | |
KR870001152B1 (ko) | 디지탈 신호 재생장치 | |
JPS62136181A (ja) | 情報信号記録円盤 | |
JPS58187087A (ja) | ディジタル信号記録方法 | |
JPS58186280A (ja) | デイジタル信号再生装置 | |
JPS58181382A (ja) | デイジタル信号記録方式 | |
JPS61107892A (ja) | 情報信号記録円盤再生装置 | |
JPS6261483A (ja) | 情報信号記録円盤 | |
JPS6130885A (ja) | 情報信号記録円盤再生装置 | |
JPS6218690A (ja) | 情報信号記録円盤 | |
JPH065934B2 (ja) | 情報信号記録円盤 | |
JPS58182980A (ja) | デイジタル信号記録方式 | |
JPS61131995A (ja) | 情報信号記録円盤再生装置 | |
JPS63160475A (ja) | ビデオデイスク記録方式 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
BV | The patent application has lapsed |