NL8303261A - Kleurentelevisiecamera. - Google Patents

Description

»— —··* * l ' ' C/Ca/ar/1581

Kleurentelevisiecamera.

De uitvinding heeft betrekking op een kleurentelevisiecamera, en meer in bijzonder op een kleurentelevisiecamera, welke is voorzien van een enkele opneembuis met een fotogeleidende laag en een daaraan toegevoegd filter 5 voor vorming van gescheiden kleurcomponenten van het optische beeld van een opgenomen voorwerp op de laag.

Men kent reeds kleurentelevisiecamera's met afzonderlijke opneembuizen voor de drie primaire kleuren. Bij een dergelijke kleurentelevisiecamera wordt het van een op-10 genomen voorwerp afkomstige licht via een gemeenschappelijke cameralens gericht op een optisch kleurscheidingsstelsel, zodanig, dat de beeldopneembuizen de respectieve gescheiden kleurcomponenten van het optische beeld ontvangen. Fig. 1 van de bijbehorende tekening toont een blokschema van de 15 uitvoering van een dergelijke kleurentelevisiecamera. Deze is uitgerust met drie afzonderlijke opneembuizen 1R,1G en 1B, welke de gescheiden kleurcomponenten van het optische beeld van een opgenomen voorwerp krijgen toegevoerd en daaruit respectievelijk bijbehorende kleurinformatiesignalen 20 vormen, welke via respectieve voorversterkers 2R,2G en 2B en respectieve signaalbewerkingsschakelingen 3R,3G en 3B aan een matrixschakeling 4 worden toegevoerd. De matrixschakeling 4 vormt uit de aldus verkregen en voorbewerkte kleurinformatiesignalen een luminantiecomponent Y een kleurverschilsig-25 naai R - Y voor de kleur rood en een kleurverschilsignaal B - Y voor de kleur blauw. Deze uitgangssignalen van de matrixschakeling 4 worden toegevoerd aan een kleurencodeer-eenheid 5, welke aan een uitgangsaansluiting 6 een samengesteld kleurentelevisiesignaal doet verschijnen, dat bij-30 voorbeeld aan de NTSC-norm voldoet. In de signaalbewerkingsschakelingen 3 worden de kleurinformatiesignalen, welke ook als primaire kleursignalen kunnen worden aangeduid, aan gamma-correctie onderworpen, terwijl uitschieters van het witte piekniveau worden afgesneden. Bij een dergelijke 35 kleurentelevisiecamera zal het niveau van het uitgangssignaal van de voor de kleur rood gevoelige opneembuis 1R bij s" r~:; o 1 •ut - -2-

, I

# Ir opname van een lichtsterk, rood voorwerp betrekkelijk hoog liggen. Aangezien dit uitgangssignaal eerst na gamma-correctie en afsnijding van het witte piekniveau door de signaalbewer-kingsschakeling 3R aan de matrixschakeling 4 wordt toegevoerd, 5 zullen de door de schakeling afgegeven luminantiecomponent Y en het kleurverschilsignaal voor de kleur rood echter een juist niveau vertonen, waarbij het niveau van de luminantie-component Y ongeveer 30% van de maximale waarde van het lumi-nantiecomponentniveau bedraagt. Met een dergelijke kleuren-10 televisiecamera van bekend type wordt weliswaar een uitstekend beeld verkregen, doch de toepassing van drie afzonderlijke opneembuizen en een bijbehorend optisch kleurscheidingsstelsel maakt een dergelijke camera zeer kostbaar.

In aanvraagsters Nederlands octrooischrift 15 165.681 is een kleurentelevisiecamera beschreven, welke is voorzien van een enkele opneembuis met in de lichtweg daarvan opgenomen een kleurstrokenfilter, waarvan periodiek afwisselende stroken van onderling verschillende kleur loodrecht op de beeldregelaftastrichting van de opneembuis zijn opgesteld.

20 Bij een dergelijk type kleurentelevisiecamera wordt slechts één opneembuis met bijbehorend kleurstrokenfilter toegepast, zodat een veel minder kostbaar geheel wordt verkregen. Een dergelijke met een enkele opneembuis uitgeruste kleurentelevisiecamera heeft echter het nadeel, dat de kleurreproduceer-25 baarheidseigenschappen niet zo goed als die van een met drie afzonderlijke beeldopneembuizen uitgevoerde kleurentelevisiecamera zijn. Dit is het gevolg van het feit, dat bij een dergelijke met een enkele opneembuis uitgeruste camera de luminantiecomponent, welke door middel van een laagdoorlaatfilter 30 uit het uitgangssignaal van de opneembuis wordt afgescheiden, een betrekkelijk hoog niveau vertoont bij opname van een lichtsterk, rood voorwerp; de verschillende kleurcomponent-signalen komen daarbij ter beschikking in de vorm van frequen-tiegemoduleerde of fasegemoduleerde signalen. Als gevolg 35 daarvan zal het niveau van het kleurverschilsignaal voor de kleur rood, zelfs na correctie betrekkelijk laag ten opzichte ï'*1.· ... ", i' * ; i < * -3- van het luminantiecomponentniveau komen te liggen. Dit heeft tot gevolg, dat in het uit het uitgangssignaal van een dergelijke met een enkele opneembuis uitgeruste kleurentelevisiecamera zichtbaargemaakte beeld de kleur rood betrekkelijk 5 zwak is en de indruk wekt, minder verzadigd te zijn dan in werkelijkheid.

De onderhavige uitvinding stelt zich ten doel, een van een enkele opneembuis voorziene kleurentelevisie-camera te verschaffen, waarmede zelfs bij een hoog niveau van 10 de luminantiecomponent een goede kleurreproduceerbaarheid wordt verkregen.

Voorts stelt de uitvinding zich ten doel, een van een enkele opneembuis voorziene kleurentelevisie-camera te verschaffen , welke is voorzien van middelen, welke 15 een daling van de signaal/ruis-verhouding van de luminantiecomponent verhinderen, respectievelijk tegengaan.

Uitgaande van een kleurentelevisiecamera, welke is voorzien van een enkele opneembuis met een fotoge-leidende laag en een daaraan toegevoegd filter voor vorming 20 van gescheiden kleurcomponenten van het optische beeld van een opgenomen voorwerp op de laag, en voorts van middelen voor vorming van een met het optische beeld van een opgenomen voorwerp overeenkomend electrisch signaal, eerste afscheidings-middelen voor afscheiding van een luminantiecomponent uit het 25 electrische signaal, tweede afscheidingsmiddelen voor afscheiding van een chrominantiecomponent uit het electrische signaal en voor demodulatie van de afgescheiden chrominantiecomponent tot een aantal kleurverschilsignalen, en van codeer-middelen voor vorming van een samengesteld kleurenvideosig-30 naai uit de afgescheiden luminantiecomponent en de gedemodu-leerde kleurverschilsignalen, schrijft de uitvinding voor, dat een dergelijke kleurentelevisiecamera voorts is gekenmerkt door mengmiddelen voor menging van de luminantiecomponent met tenminste het kleurverschilsignaal voor de kleur rood in een 35 bepaalde verhouding en een bepaalde polariteitsrelatie, zodanig, dat het kleurverschilsignaal voor de kleur rood met f * -4- een bijgeregeld niveau van de afgescheiden luminantiecomponent wordt afgetrokken, waarbij het uitgangssignaal van de meng-middelen de aan de codeermiddelen toegevoerde luminantiecom-ponent vormt.

5 De uitvinding zal worden verduidelijkt in de nu volgende beschrijving aan de hand van de bijbehorende tekening van enige uitvoeringsvormen, waartoe de uitvinding zich echter niet beperkt. In de tekening tonen:

Fig. 1 een blokschema van de uitvoering van 10 een kleurentelevisiecamera van gebruikelijk type met drie afzonderlijke opneembuizen,

Fig. 2, op grotere schaal, een doorsnede door een detail van een opneembuis van het bij de kleurentelevisiecamera volgens de uitvinding toegepaste type, 15 Fig. 3 het frequentiespectrum van het uit gangssignaal van een beeldopneembuis van het bij de uitvinding toegepaste type,

Fig. 4 een blokschema van een kleurentelevisiecamera volgens de onderhavige uitvinding en 20 Fig. 5 een schema van een gedeelte van een kleurentelevisiecamera volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Fig. 2 toont op vergrote schaal een detail van het optische kleurscheidingsstelsel van een opneembuis 25 van een kleurentelevisiecamera volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Dit optische kleurscheidingsstelsel bestaat uit een trefplaat 7, strookvormige indexelectroden 8A,8B van transparant, electrisch geleidend materiaal dat in de vorm 30 van een film pp de trefplaat 7 is aangebracht, op de indexelectroden 8A,8B aangebrachte kleurfilterstroken 9 en een over de kleurfilterstroken 9 aangebrachte frontplaat 10. De kleurfilterstroken 9 zijn elkaar periodiek afwisselend (R,G en B) voor de drie primaire kleuren rood, groen en blauw ge-35 rangschikt. Aan ieder dergelijk drietal kleurfilterstroken 9 is steeds een paar indexelectroden 8A,8B toegevoegd. Deze

Cv·'- · ' · -5- indexelectroden 8A,8B worden onder een voor potentiaalinstel-ling van de trefplaat 7 benodigde gelijkspanning gebracht en krijgen voorts met de beeldregelaftastperiode (1H) van niveau-veranderende impulsen toegevoerd via de beide uiteinden van 5 de secundaire wikkeling van een transformator 11; aan een met de middenafzakking van deze secundaire wikkeling verbonden uitgangsaansluiting 12 verschijnt het samengestelde uitgangssignaal van de opneembuis.

Dit uitgangssignaal vertoont het frequentie-10 spectrum volgens Fig. 3. Ter toelichting dient, dat in het samengestelde uitgangssignaal van de opneembuis een door de indexelectroden 8A,8B opgewekt indexsignaal met een frequentie van 6MHz voorkomt, dat evenals de chrominantiecomponent van het samengestelde uitgangssignaal een frequentieverdeling 15 volgens de kromme 13 in Fig. 3 heeft. De luminantiecomponent van het samengestelde uitgangssignaal, waarvan de frequentie-band door een optisch laagdoorlaatfilter wordt bepaald, vertoont de frequentieverdeling volgens de kromme 14 in Fig. 3.

Zoals het blokschema volgens Fig. 4 laat 20 zien, wordt het aan de uitgangsaansluiting 12 (zie Fig. 2) van de opneembuis verschijnende, samengestelde uitgangssignaal via een voorversterker 15 toegevoerd aan een laagdoorlaatfilter 16 en een banddoorlaatfilter 17, welke respectievelijk de luminantiecomponent en, in combinatie met het index-25 signaal, de chrominantiecomponent uit het samengestelde uitgangssignaal afscheiden. Het desbetreffende uitgangssignaal van het banddoorlaatfilter 17, dat een combinatie van het indexsignaal en de chrominantiecomponent bevat, wordt zowel rechtstreeks als via een over één beeldregelperiode (1H) ver-30 tragende vertragingsschakeling 18 toegevoerd aan een optel-schakeling 19 en een aftrekschakeling 20. Aangezien de aan de beide indexelectroden 8A,8B toegevoerde impulsen met de beeldregelperiode (1H) van fase omkeren, zal de optelschake-ling 19 als uitgangssignaal slechts een fasegemoduleerde 35 chrominantiecomponent afgeven, terwijl de aftrekschakeling 20 slechts het indexsignaal afgeeft.

,-Λ ' - * — - \ 9 f -6-

De van de optelschakeling 19 afkomstige chrominantiecomponent wordt toegevoerd aan twee synchrone detectoren 21 en 22. Het van de aftrekschakeling 20 afkomstige indexsignaal wordt toegevoerd aan een om de andere beeld-5 regelperiode door middel van stuurimpulsen (aansluiting 24) ingeschakelde fase-omkeerder 23, waardoor het indexsignaal voor iedere aftastbeeldregel in fase met de chrominantiecomponent wordt gebracht. Het aldus in fase gebrachte indexsignaal wordt toegevoerd aan een faseverschuiver 25, welke twee 10 indexsignaalversies met respectievelijk op de as van het signaal voor de kleur rood en op de as van het signaal voor de kleur blauw ingestelde fasen aan de respectieve synchrone detectoren 21 en 22 levert. De synchrone detectoren 21 en 22 vormen uit de van de optelschakeling 19 afkomstige chrominan-15 tiecomponent enerzijds en de van de faseverschuiver 25 afkomstige indexsignaalversies anderzijds de respectieve kleur-verschilsignalen R - Y voor de kleur rood en B - Y voor de kleur blauw, welke via respectieve gamma-correctie-eenheden 26 en 27 worden toegevoerd aan een codeereenheid 28, welke 20 de genoemde kleurverschilsignalen onder toevoeging van een kleursalvosignaal aan quadratuurmodulatie onderwerpt. De door de codeereenheid 28 gevormde, draaggolfgemoduleerde chrominantiecomponent wordt via een banddoorlaatfilter 29 toegevoerd aan een menger 30.

25 De door het laagdoorlaatfilter 16 uit het door de versterker 15 versterkte, samengestelde uitgangssignaal van de opneembuis afgescheiden luminantiecomponent wordt toegevoerd aan een bewerkingsschakeling 31, waar de luminantiecomponent aan niveaufixatie en gamma-correctie wordt onder-30 worpen, terwijl tevens een synchroon signaal wordt toegevoegd. De bewerkingsschakeling 31 geeft een luminantiecomponent Y af, welke op nog nader te beschrijven wijze aan een verdere correctie wordt onderworpen en vervolgens als gecorrigeerde luminantiecomponent Y' aan de menger 30 wordt toegevoerd.

35 Deze levert aan de uitgangsaansluiting 32 een samengesteld kleurenvideosignaal voor het NTSC-stelsel.

I t -7-

De respectievelijk door de gamma-correctie-eenheden 26 en 27 afgegeven kleurverschilsignalen R - Y en B - Y worden voor registratie door middel van een videoband-apparaat geleid via respectieve vertragingsschakelingen 33, 5 34, waarvan het doel nu zal worden toegelicht. Tijdens de menging van de luminantiecomponent en de draaggolfgemoduleerde chrominantiecomponent door de menger 30 worden deze beide componenten met elkaar in fase gebracht, zodat de aan de uit-gangsaansluiting van de respectieve gamma-correctie-eenheden 10 26,27 verschijnende kleurverschilsignalen met een bedrag van bijvoorbeeld 100nsec. in fase op de luminantiecomponent voorijlen. De genoemde vertragingsschakelingen 33,34 dienen voor compensatie van dit faseverschil.

Het door de vertragingsschakeling 33 afge-15 geven kleurverschilsignaal R - Y wordt aan fase-omkering onderworpen door een omkeerschakeling 35, waarna het signaal met de luminantiecomponent Y wordt gemengd door een uit drie weerstanden R1,R2,R3 bestaande mengtrap, waarbij R3>>R1 en R3>>R2. Wanneer kortheidshalve het effect van de uitgevoerde gamma-20 correctie wordt verwaarloosd, kan de door de zojuist genoemde mengtrap afgegeven, gecorrigeerde luminantiecomponent Y‘ op de volgende wijze worden weergegeven: Y' = Y + { - k (R - Y)}

Aangezien Y = 0,11B + 0,30R + 0,59G en R - Y = 0,70R-0,11B-0,59G, 25 kan de uitdrukking voor Y' worden herschreven tot: Y' = 0,11(1 + k)B + 0,59 (1 +k) G + (0,30 - 0,70k)R.

Deze laatstgenoemd vergelijking laat zien, dat bij beeldopname van een lichtsterk, rood voorwerp, waarbij derhalve B=G=0, de gecorrigeerde luminantiecomponent Y' een lager niveau ver-30 toont dan voorafgaande aan de correctie.

Wanneer de kleurfilterstroken 9 voor iedere kleur eenzelfde transmittiviteit hebben, kan voor de luminantiecomponent Y in dat geval worden geschreven: Y = 0,33B + 0,33R + 0,33G, .

i -· - I t -8- zodat de gecorrigeerde luminantiecomponent Y* in dat geval kan worden beschreven als: Y' = 0,33(1 + k)B + 0,33(1 + k)G + (0,33 - 0,67k)G.

In dat geval vindt een zodanige correctie van het signaal 5 voor de kleur rood plaats, dat een nog verdere niveaudaling optreedt, terwijl het signaal voor de kleur blauw zodanig wordt gecorrigeerd, dat de gewenste coëfficiëntwaarde van 0,59 wordt benaderd. Het signaal voor de kleur blauw wordt nu zodanig gecorrigeerd, dat de afwijking van de voorgeschre-to ven coëfficiëntwaarde 0,11 bedraagt. Aangezien de zichtbaarheid van de kleur blauw lager ligt dan die van de kleuren rood en groen, is de invloed van een dergelijke (onjuiste) correctie van het blauwe kleursignaal gering. Eventueel kunnen de kleurverschilsignalen B - Y en R - Y voor de gewenste 15 correctie van de luminantiecomponent Y worden gebruikt. Bij een dergelijke signaalcorrectie is het mogelijk om de verhouding van de kleursterkten binnen de gecorrigeerde luminantiecomponent Y' de voorgeschreven waarde te laten benaderen.

Bij de hier beschreven uitvoeringsvorm van 20 de uitvinding is de met een enkele opneembuis uitgeruste kleurentelevisiecamera gecombineerd met een videobandapparaat van het type met schroeflijnvormige bandaftasting. Daarbij wordt de volgende signaalbewerking toegepast:

De gecorrigeerde luminantiecomponent Y‘ wordt 25 toegevoerd aan een frequentiemodulator 36, waarvan het uitgangssignaal via een opneemversterker 37 aan een uitgangs-aansluiting 38 ter beschikking komt. De van de respectieve vertragingsschakelingen 33 en 34 afkomstige kleurverschilsignalen R - Y en B - Y worden toegevoerd aan respectieve 30 tijdbasiscompressieschakelingen 39,40. Deze bevatten ieder een ladingsgekoppelde inrichting (CCD), welke de ontvangen ingangssignalen aan compressie tot de voorste helft en de achterste helft van een beeldregelaftastperiode (1H) onderwerpen. De aan deze tijdbasiscompressie onderworpen signalen 35 worden vervolgens toegevoerd aan een multiplexinrichting 41, 830'261 -9- * · welke de sequentieel gerangschikte, aan tijdbasiscorapressie onderworpen kleurverschilsignalen toevoert aan een frequentie-modulator 42, waarvan het uitgangssignaal via een opneemver-sterker 43 aan een uitgangsaansluiting 44 ter beschikking 5 komt. De aan de uitgangsaansluitingen 38 en 44 verschijnende signalen worden via een transformator van roteerbaar type toegevoerd aan een roterende magneetkopeenheid met twee lucht-spleten, welke de signalen volgens twee onderling evenwijdige videoregistratiesporen op een magneetband registreert.

10 Bij een dergelijke uitvoering van de kleuren- televisiecamera vindt derhalve registratie van de afzonderlijke (gecorrigeerde) luminantiecomponent Y' en kleurverschilsignalen R - Y en B - Y plaats voorafgaande aan de combinatie van deze signalen tot een samengesteld kleurenvideosignaal, 15 dat het normale uitgangssignaal van de kleurentelevisiecamera vormt. Op die wijze kan de uitvoering van de kleurentelevisie-camera worden vereenvoudigd zonder gevaar, dat de opgenomen signalen een qualiteitsvermindering ondergaan. Voor een dergelijke signaalopname worden de luminantiecomponent Y en de 20 kleurverschilsignalen R -. Y, B - Y eerst in fase met elkaar gebracht en aan gamma-correctie onderworpen, zodat geen bezwaar tegen menging van het kleurverschilsignaal R - Y met de luminantiecomponent Y bestaat.

Bij een dergelijke kleurentelevisiecamera van 25 het type met een enkele opneembuis vertoont de luminantiecomponent Y een betere signaal/ruis-verhouding dan de kleurverschilsignalen R - Y en B - Y. Als gevolg daarvan bestaat het gevaar, dat de signaal/ruis-verhouding van de luminantiecomponent bij de menging met het kleurverschilsignaal R - Y 30 daalt. Om dit ongewenste verschijnsel tegen te gaan, is het mogelijk om de uitgang van de omkeerschakeling 35 te koppelen met een schakeling voor eliminatie van ruis uit een informatie-vrij signaalniveau of signaalloosniveau van het kleurverschilsignaal R - Y. Fig. 5 toont het schema van een dergelijke 35 ruiseliminatieschakeling.

Deze bevat een met de uitgang van de omkeer- W --- - i 4 * -10- schakeling 35 verbonden ingangsaansluiting 45 voor ontvangst van het geïnverteerde kleurverschilsignaal -(R - Y), dat wordt toegevoerd aan de basis van een als emitter-volger geschakelde transistor 36, waarvan de emitter via een anti-5 serieschakeling van twee diodes 47,48 is geaard. De emitter van de transistor 46 en het verbindingspunt van de kathodes van de beide diodes 47,48 zijn gekoppeld met een voedings-spanningsaansluiting 49 van negatieve polariteit, terwijl het verbindingspunt van de kathodes van de beide diodes tevens is 10 verbonden met een uitgangsaansluiting 50, waaraan de reeds genoemde mengtrap met de weerstanden R1,R2 en R3 volgens Fig. 4 aansluit.

Wanneer tijdens bedrijf het aan de emitter van de transistor 46 verschijnende uitgangssignaal een positief 15 signaal is, wordt dit door de diode 47 naar de uitgangsaansluiting 50 doorgelaten. Wanneer het emitteruitgangssignaal daarentegen een negatief signaal is, komt de diode 47 in zijn blokkerende toestand en de diode 48 in zijn geleidende toestand, waardoor het signaalniveau aan de uitgangsaanslui-20 ting 50 nagenoeg op aardpotentiaal komt. Dit wil zeggen, dat de transmissie van enig ingangssignaal, dat onder aard-niveau ligt, wordt verhinderd, zodat desbetreffende ruiscomponenten worden geblokkeerd.

Hoewel de in het voorgaande beschreven uit-25 voeringsvorm van een kleurentelevisiecamera volgens de uitvinding van het type met op de fase van het indexsignaal gebaseerde signaalafscheiding is, zal het duidelijk zijn, dat de uitvinding eveneens kan worden toegepast bij een kleurentelevisiecamera van het type met op frequentieverschil geba-30 seerde signaalafscheiding.

De uitvinding beperkt zich derhalve niet tot de in het voorgaande beschreven en in de tekening weergegeven uitvoeringsvormen; verschillende wijzigingen kunnen in de beschreven componenten en in hun onderlinge samenhang worden 35 aangebracht, zonder dat daarbij het kader van de uitvinding wordt overschreden.

Λ - ' — ' .

r. , ’ . .. . i

Claims (6)

1. Kleurentelevisiecamera, voorzien van een enkele opneembuis met een fotogeleidende laag en een daaraan toegevoegd filter voor vorming van gescheiden kleurcomponenten van het optische beeld van een opgenomen voorwerp op de 5 laag, en voorts van middelen voor vorming van een met het optische beeld van een opgenomen voorwerp overeenkomend elec-trisch signaal, eerste afscheidingsmiddelen voor afscheiding van een luminantiecomponent uit het electrische signaal, tweede afscheidingsmiddelen voor afscheiding van een chromi-10 nantiecomponent uit het electrische signaal en voor demodulatie van de afgescheiden chrominantiecomponent tot een aantal kleurverschilsignalen, en van codeermiddelen voor vorming van een samengesteld kleurenvideosignaal uit de afgescheiden luminantiecomponent en de gemoduleerde kleurverschilsignalen, 15 gekenmerkt door mengmiddelen voor menging van de luminantiecomponent met tenminste het kleurverschilsignaal voor de kleur rood in een bepaalde verhouding en een bepaalde polariteitsrelatie, zodanig, dat het kleurverschilsignaal voor de kleur rood.met een bijgeregeld niveau van de afge-20 scheiden luminantiecomponent wordt afgetrokken, waarbij het uitgangssignaal van de mengmiddelen de aan de codeermiddelen toegevoerde luminantiecomponent vormt.

2. Kleurentelevisiecamera volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de mengmiddelen een omkeer- 25 schakeling voor omkering van het kleurverschilsignaal voor de kleur rood benevens een optelschakeling voor optelling van de luminantiecomponent bij het uitgangssignaal van de omkeer-schakeling bevatten.

3. Kleurentelevisiecamera volgens conclusie 2, 30met het kenmerk, dat de optelschakeling tenminste twee weerstanden bevat, waaraan respectievelijk de luminantiecomponent en het uitgangssignaal van de omkeerschakeling worden toegevoerd, waarbij de bepaalde verhouding door de verhouding van de weerstandswaarden van deze weerstanden wordt bepaald. ~ - «Γ-. -> ^ ^ * κ -12-

4. Kleurentelevisiecamera volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de mengmiddelen een vertra-gingsschakeling voor vertraging van het kleurverschilsignaal voor de kleur rood ter compensatie voor een door de codeer- 5 middelen in dat signaal teweeggebrachte vertraging omvatten.

5. Kleurentelevisiecamera volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de mengmiddelen een ruiseliminatie schakeling voor eliminatie van ruis uit het kleurverschilsignaal voor de kleur rood omvatten. 10

6. Kleurentelevisiecamera volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de ruiseliminatieschakeling de ruis beneden een bepaald referentieniveau elimineert. «w .·% 0, *> I , :