NL8303226A - Werkwijze voor het vormen van een vloerondersteuning-constructie op een funderingsbalk van beton bij het bouwen van een gebouw. - Google Patents
Werkwijze voor het vormen van een vloerondersteuning-constructie op een funderingsbalk van beton bij het bouwen van een gebouw. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8303226A NL8303226A NL8303226A NL8303226A NL8303226A NL 8303226 A NL8303226 A NL 8303226A NL 8303226 A NL8303226 A NL 8303226A NL 8303226 A NL8303226 A NL 8303226A NL 8303226 A NL8303226 A NL 8303226A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- supporting
- elements
- concrete
- support
- foundation beam
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E02—HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
- E02D—FOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
- E02D27/00—Foundations as substructures
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Mining & Mineral Resources (AREA)
- Paleontology (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Foundations (AREA)
Description
* .../....
H.0. 32049 _1"
Werkwijze voor het vormen van een vloerondersteuning-constructie op een funderingsbalk van beton bij het bouwen van een gebouw.
De uitvinding betreft een werkwijze voor het vormen van de vloerondersteuning-constructie op een funderingsbalk vervaardigd door beton in een bekisting te storten, bij het bouwen van een gebouw in het bijzonder een gebouw met muren van metselwerk.
5 Tot nu toe wordt op de funderingsbalk, nadat de beton waaruit deze balk bestaat is gehard, een uit metselwerk bestaande ondersteuningsconstructie van een bepaalde hoogte aangebracht, waarop dan de vloerplaten of -liggers worden gelegd, alvorens de opgaande muren weer te metselen. In deze uit metselwerk bestaande ondersteuningsconstructie 10 moeten meestal kruipgaten uitgespaard worden om alle kruipruimten onder de vloer van buitenaf bereikbaar te houden, terwijl ook openingen daarin aanwezig moeten zijn voor de ventilatie van de kruipruimten en voor het doorvoeren van leidingen.
Het nadeel van deze bekende werkwijze is dat voor 15 het uitvoeren van het metselwerk voor de vloerondersteuning-constructie een vakman i.c. een metselaar nodig is, die daarmee enige dagen bezig is, waarna hij ter plaatse niets meer kan doen en moet wachten op de vaklieden die de vloerplaten of -liggers aanbrengen, voordat hij het metselen van de opgaande muren ter hand kan nemen. Daarbij kunnen de overige op het werk 20 aanwezige werklieden, tijdens het opmetselen van de vloerondersteuning-constructie ook niet veel doen. Een en ander geeft dus organisatorische problemen die tot tijdverlies en hoge kosten kunnen leiden.
Het doel van de uitvinding is een werkwijze van het genoemde type te verschaffen die deze nadelen niet heeft.
25 Dit doel wordt bereikt doordat bij de werkwijze volgens de uitvinding op de funderingsbalk een aantal op een afstand van elkaar gelegen, in wezen monolitische ondersteuningselementen worden aangebracht, en vervolgens op deze ondersteuningselementen één of meer lateien of soortgelijke elementen worden gelegd.
30 Op deze wijze wordt dus de metselfase voor het aan brengen van de vloeren vermeden, zodat de metselaar eerst dan op het werk behoeft te komen wanneer de opgaande muren moeten worden gemetseld. Bovendien worden op deze wijze automatisch openingen uitgespaard, waardoor de gehele kruipruimte vrij toegankelijk wordt en doorgangen aanwezig zijn 35 voor het aanbrengen en inspecteren van leidingen.
8303226 -2-
De ondersteuningselementen kunnen worden aangebracht door mallen voor het vormen van de ondersteuningselementen te .plaatsen en in deze mallen van bovenaf beton te storten, waarbij tenminste één wape-ningselement wordt aangebracht dat vanaf de bovenkant door de beton van het 5 ondersteuningselement tot in de beton van de funderingsbalk doorloopt.
Bij een andere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding worden van tevoren vervaardigde, bij de onderkant van uitstekende verankeringsorganen voorziene ondersteuningselementen aangebracht, waarbij deze elementen eerst door de verticale bekistingswanden 10 voor de funderingsbalk worden ondersteund en de uitstekende verankeringsorganen daarvan in de nog zachte beton van de funderingsbalk worden opgenomen, zodat na het laten verharden van de beton deze organen stevig in de beton zijn vastgelegd en de ondersteuningselementen door de funderingsbalk zelf worden ondersteund.
15 De van tevoren vervaardigde ondersteuningselementen kunnen door niet gespecialiseerde werknemers betrekkelijk snel worden aangebracht, zodat dit werk op goedkope wijze kan worden uitgevoerd.
Daarbij kan zo te werk worden gegaan, dat eerst de beton voor de funderingsbalk in de bekisting wordt gestort en direkt daarna 20 de ondersteuningselementen worden geplaatst, waarbij de uitstekende verankeringsorganen in de nog weke beton worden gestoken.
Ook is het mogelijk dat eerst de ondersteuningselementen op de bekisting van de funderingsbalk worden geplaatst, zodat de verankeringsorganen tot binnen deze bekisting uitsteken, en daarna de beton 25 in de bekisting wordt gestort.
i Indien noodzakelijk kunnen de ondersteuningselementen met elkaar worden verbonden door een dwarsverband vormende elementen.
Bij het vormen van een vloerondersteuning-construc-tie op een funderingsbalk voor een buitenmuur, kunnen de tussenruimten 30 tussen de ondersteuningselementen op eenvoudige wijze worden afgesloten door op één van de zijkanten van de ondersteuningselementen afdekplaten te bevestigen. Op deze wijze wordt voorkomen dat de grondaanvulling voor het weer tot maaiveld-hoogte opvullen van d e uitgraving voor de funderingsbalk, door de ruimten tussen de ondersteuningselementen heen in de kruip-35 ruimte stroomt.
De uitvinding betreft eveneens een ondersteuningselement dat wordt toegepast bij de werkwijze, welk element bij de bovenkant tenminste één oplegvlak voor een latei of soortgelijk element heeft 8303226 -3- en bij de onderkant is voorzien van uitstekende verankeringsorganen en aldaar tevens op een afstand van elkaar gelegen steunvlakken heeft voor het door verticale bekistingswanden ondersteunen van het element.
De steunvlakken bij de onderkant van het element 5 kunnen op voordelige wijze worden gevormd door trapvormige uitsparingen.
Ook kunnen aan het ondersteuningselement, nabij de onderkant daarvan, opneemorganen zijn bevestigd voor het verwijderbaar opnemen van een steunorgaan voor het ondersteunen van een verticale wand van de bekisting voor de funderingsbalk, die daarbij tevens de steunvlak-10 ken kunnen vormen.
Op voordelige wijze heeft het opneemorgaan in het algemeen de vorm van een rechthoekige beugel die met de einden van de benen aan het ondersteuningselement is bevestigd, en die, in het dwarsdeel een inwendig, van boven naar beneden schuin naar de einden van de benen 15 toelopend wigvlak heeft, terwijl het steunorgaan een langgerekt strook-vormig deel omvat met nabij één eind een zijdelings uitstekende kop die het dwarsdeel van de beugel van bovenaf kan omgrijpen en waarin, in de binnenkant, een wigvlak is gevormd dat in wiggende aangrijping met het wigvlak van het opneemorgaan kan worden gebracht. Op deze wijze kan het 20 steunorgaan gemakkelijk in het opneemorgaan worden vastgezet waardoor het ondersteuningselement op de verticale bekistingswanden wordt vastgeklemd en tevens deze wanden in een verticale stand worden gedwongen waardoor het gereed maken van de bekisting wordt vereenvoudigd, terwijl deze steunorganen weer op gemakkelijke wijze kunnen worden verwijderd voor het 25 verwijderen van de bekistingswanden.
Bij voorkeur heeft het ondersteuningselement de vorm van een poort.
In tenminste één zijkant van het ondersteuningselement kan tenminste één bevestigingsmiddel zijn aangebracht, met behulp 30 waarvan de, een dwarsverband vormende elementen aan de ondersteunings-elementen kunnen worden bevestigd of eventueel de, de tussenruimten tussen de ondersteuningselementen afdekkende platen.
In het bovenste oplegvlak van het ondersteuningselement kunnen op voordelige wijze vastlegmiddelen zijn gevormd voor het 35 vastleggen van een latei of soortgelijk element.
De uitvinding wordt nader beschreven onder verwijzing naar de tekening waarin uitvoeringsvoorbeelden van een volgens de werkwijze volgens de uitvinding verkregen vloerondersteuning-constructie zijn getoond.
o X n t. η n β 0 d d ii ij -4-
Figuur 1 toont, gedeeltelijk in doorsnede, gedeeltelijk in perspectief een, door een eerste uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding verkregen vloerondersteuning-constructie.
Figuur 2 toont, op dezelfde wijze als getoond in 5 figuur 1 een, volgens een gewijzigde uitvoeringsvorm van die werkwijze verkregen vloerondersteuning-constructie,
Figuur 3 toont, op grotere schaal, een doorsnede volgens de lijn III-III in figuur 2.
Figuur 4 toont in bovenaanzicht een op de bekisting 10 voor de funderingsbalk geplaatste mal voor het vormen van een onder-steuningselement, volgens een tweede uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding en
Figuur 3 is een doorsnede volgens de lijn V-V in figuur 4.
15 Zoals getoond in figuur 1 is in een uitgraving 1 een, uit verticale wanden 2 gevormde bekisting aangebracht. In deze bekisting is beton 3 gestort voor het vormen van een funderingsbalk. Direct nadat deze beton 3 is gestort zijn de ondersteuningselementen 4 op de bovenkanten van de bekistingswanden 2 gezet, waarbij de uitstekende ver-20 ankeringsorganen 5 in de nog weke beton zijn gestoken. De ondersteuningselementen 4 zijn poortvormig uitgevoerd en zijn bij de onderkant voorzien van door trapvormige uitsparingen gevormde steunvlakken 6, waarmee de ondersteuningselementen 4 op de bekistingswanden 2 steunen. Nadat de beton 3 is gehard, waardoor de verankeringsorganen 3 stevig in de beton 25 zijn vastgelegd, kunnen de bekistingswanden 2 worden verwijderd, zodat de ondersteuningselementen 4 uitsluitend door de funderingsbalk 3 worden ondersteund.
Op de ondersteuningselementen 4 zijn de lateien 7 gelegd, die zijn voorzien van een uistekend profiel dat past in een groef 30 8 die in het bovenste oplegvlak van de ondersteuningselementen 4 zijn gevormd, zodat de lateien 7 niet kunnen wegschuiven.
Op de lateien 7 is vervolgens de vloer 9 aangebracht.
De gehele vloerondersteunings-constructie met vloer 9 is dan gereed gekomen zonder dat daarbij een metselaar aan te pas is 35 gekomen, zodat deze daarna met het opmetselen van alle muren zoals de in figuur 1 getoonde muur 10 kan beginnen.
In de ondersteuningselementen 4 zijn, in de zijkanten daarvan, bijvoorbeeld uit schroefbussen bestaande bevestigingsmiddelen
8 3 fs 'S ? S C
-5- 11 aangebracht, met behulp waarvan eventueel niet getoonde, een dwarsverband tussen de ondersteuningselementen 4 vormende elementen aan de onder-steuningselementen kunnen worden bevestigd. Het 12 is de zandaanvulling getoond voor het naderhand weer opvullen van de uitgraving 1, nadat de 5 bekisting 2 is verwijderd.
In figuur 2 is een vloerondersteuning-constructie volgens de uitvinding op een funderingsbalk voor een buitenmuur getoond.
In een uitgraving 13 is een, uit wanden 14 bestaande bekisting aangebracht, waarop de poortvormige ondersteuningselementen 15 10 zijn geplaatst, zodat de verankeringsorganen 16 van deze elementen 15 in de ruimte tussen de bekistingswanden 14 uitsteken.
De ondersteuningselementen 15 rusten hierbij, door middel van de opneemorganen 18 op de bekistingswanden 14, welke opneem-organen 18 de vorm hebben van een rechthoekige beugel, die met de einden 15 van de benen aan de ondersteuningselementen 15 zijn bevestigd, bijvoorbeeld met behulp van de verankeringsorganen 17, bij, uit beton vervaardigde ondersteuningselementen 15 (zie figuur 3). In het dwarsdeel 18' van het beugelvormige opneemorgaan 18 is een wigvlak 19 gevormd, dat kan samenwerken met een complementair gevormd wigvlak op de binnenkant van de 20 kop 20 van een steunorgaan 21, dat verder een langgerekt strookvormig deel 22 omvat. Het steunorgaan 21 is van bovenaf, door middel van de wigvlakken 19 in het beugelvormige opneemorgaan 16 vastgewigd, waardoor de ondersteuningselementen 15 op de bekistingswanden 14 klem worden gezet en tevens, doordat het strookvormige deel 22 van het steunorgaan 21 tegen 25 de bekistingswand 14 aanligt, deze bekistingswand in een verticale stand wordt gedwongen, en het oprichten van de bekistingswanden 14 en het weer verwijderen daarvan aanzienlijk wordt vereenvoudigd.
Nadat aldus de poortvormige ondersteuningselementen 15 op de bekistingswanden 14 zijn aangebracht, wordt de beton 23 in de 30 ruimte tussen de bekistingswanden 14 gestort, zodat na verharding van deze beton de verankeringsorganen 16 van de ondersteuningselementen 15 stevig in de beton 23 zijn vastgelegd.
Op de ondersteuningselementen 15 zijn de lateien 24 geplaatst, die op dezelfde wijze als getoond in figuur 1 zijn voorzien van 35 een uitstekend profiel dat past in een uitsparing 25 in het bovenste opleg-vlak van de elementen 15.
Het 26 is een vloer aangegeven die in dit geval zich slechts naar één kan uitstrekt, C, ", T' 6? 0 V' V' 1-·= 1-.., -6-
Is de tot dusver beschreven vloerondersteuning-constructie met vloer 26 gereed gekomen, dan kan de metselaar beginnen met het metselen van de buitenmuur 27, die is uitgevoerd als een spouwmuur, met een in de spouw aangebrachte isolatiemateriaal 28, en een spouw-5 afdichtingsprofiel 29.
Bij de in figuur 2 getoonde buitenmuur-constructie is het noodzakelijk dat de ruimten tussen de ondersteuningselementen 15 worden afgedekt, teneinde te voorkomen dat de zandaanvulling 30 door deze ruimten naar binnen stroomt. Hiertoe zijn de afdekplaten 31 aan de 10 ondersteuningselementen 15 bevestigd met behulp van de in de elementen aangebrachte, bijvoorbeeld uit een schroefbus bestaande bevestigingsmiddelen 32.
Alvorens de zandaanvulling 30 aan te brengen moeten de bekistingswanden 14 worden verwijderd, wat gemakkelijk kan geschieden 15 door een op de steunorganen uitgeoefende, naar boven gerichte slag, waardoor de wigvlakken uit aangrijpende aanraking worden gebracht en vervolgens de steunorganen 21 geheel kunnen worden verwijderd en vervolgens de bekistingswanden 14 kunnen worden weggenomen.
Zoals getoond in de figuren 4 en 5 is op de boven-20 einden van de bekistingswanden 33 een mal 34 geplaatst. De mal 34 omvat de enigszins schuin van beneden naar boven toelopende zijwanden 35 waarin de verstevigingsribben 36 zijn gevormd, en de eveneens enigszins schuin van beneden naar boven naar elkaar toelopende kopwanden 37, zodat de wanden 35, 37 een in het algemeen rechthoekige ruimte insluiten.
25 De wanden 35, 37 strekken zich uit vanaf de grondplaat 38 die bij de evenwijdig aan de wanden 35 lopende zijkanten rechthoekig naar boven is omgezet zoals getoond met 38'.
Een stel op afstanden van elkaar gelegen mallen 34 wordt voor of direkt na het storten van de beton 40 (zie figuur 5) 30 tussen de bekistingswanden 33 op deze bekistingswanden geplaatst en bevestigd bijvoorbeeld door middel van de spijkers 39. Direkt daarna worden de mallen 35 met beton volgestort, waarbij in het midden tenminste één wapeningsstaaf 41 in de verse beton 40 wordt gestoken voor de verankering van het ondersteuningsorgaan dat binnen de mal is gevormd. De wapenings-35 staaf 41 kan bij het boveneind zijn voorzien van schroefdraad voor het door middel van een vplgring en moer vastzetten van de, na het verharden van de ondersteuningselementen, daarop te plaatsen lateien 42 die in figuur 4 met gebroken lijnen zijn aangegeven. Door de nokken 43 wordt p η Γ, ?: o O f‘ b y υ c y -7- belet dat de lateien 42 verschuiven.
Wanneer de funderingsbalk, dat wil zeggen de afstand tussen de bekistingswanden 33 breder is dan de lengte van de grond-plaat 38, dan worden de hulpplatten 44 (figuur 5) over de bekistingswanden 5 33 gelegd, waarover de omgezette randen 38' van de steunplaat 38 grijpen.
Wanneer de funderingsbalk smaller is dan de grootste afstand tussen de wanden 37 van de mal 34, dan wordt de mal 34 ten opzichte van de stand zoals getoond in figuur 4 een kwartslag gedraaid, waarbij op de verkregen ondersteuningselementen slechts één latei kan 10 worden geplaatst.
Het is ook mogelijk dat alleen de wapeningsstaven 41 als stekeinden direkt na het storten van de beton voor de funderingsbalk worden geplaatst, zodat de mallen 34 ook na het storten en verharden van de beton voor de funderingsbalk over deze stekeinden kunnen worden ge-15 stoken en daarna volgestort.
De mallen 34 kunnen een verloren bekisting vormen en dus blijven zitten maar ook meerdere malen worden gebruikt indien zij na de verharding van de beton worden verwijderd.
ft O 7 O f' b ë Μ «j c, ά y
Claims (14)
1. Werkwijze voor het vormen van de vloeronder-steuning-constructie op een funderingsbalk vervaardigd door beton in een bekisting te storten, bij het bouwen van een gebouw in het bijzonder een gebouw met muren van metselwerk, met het kenmerk, dat op de 5 funderingsbalk een aantal op een afstand van elkaar gelegen, in wezen monolitische ondersteuningselementen worden aangebracht, en vervolgens op deze ondersteuningselementen één of meer lateien of soortgelijke elementen worden gelegd.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, m e t het 10 k e n m e r k, dat de ondersteuningselementen worden aangebracht door mallen voor het vormen van de ondersteuningselementen te plaatsen en in deze mallen van bovenaf beton te storten, waarbij tenminste één wapenings-element wordt aangebracht dat vanaf de bovenkant door de beton van het ondersteuningselement tot in de beton van de funderingsbalk doorloopt.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat van tevoren vervaardigde, bij de onderkant van uitstekende verankeringsorganen voorziene ondersteuningselementen worden aangebracht, waarbij deze elementen eerst door de verticale bekistings-wanden voor de funderingsbalk worden ondersteund en de uitstekende ver-20 ankeringsorganen daarvan in de nog zachte beton van de funderingsbalk worden opgenomen, zodat na het laten verharden van de beton deze organen stevig in de beton zijn vastgelegd en de ondersteuningselementen door de funderingsbalk zelf worden ondersteund. k. Werkwijze volgens conclusie 3, m e t het 25 kenmerk, dat eerst de beton voor de funderingsbalk in de bekisting wordt gestort en direkt daarna de ondersteuningselementen worden geplaatst, waarbij de uitstekende verankeringsorganen in de nog weke beton worden gestoken.
5. Werkwijze volgens conclusie 3, m e t het 30 kenmerk, dat eerst de ondersteuningselementen op de bekisting van de funderingsbalk worden geplaatst zodat de verankeringsorganen tot binnen deze bekisting uitsteken en daarna de beton in de bekisting wordt gestort.
6. Werkwijze volgens conclusies 1-5, met het 35 £3 0 5 2 S 6 V -9- kenmerk, dat de ondersteuningselementen met elkaar worden verbonden door, een dwarsverband vormende elementen.
7. Werkwijze volgens conclusies 1-6, met het kenmerk, dat op één van de zijkanten van de ondersteuningselementen, 5 de tussenruimte tussen deze elementen afdekkende platen worden bevestigd.
8. Ondersteuningselement toegepast bij de werkwijze volgens conclusies 3-7, met het kenmerk, dat het element bij de bovenkant tenminste één oplegvlak voor een latei of soortgelijk element heeft en bij de onderkant is voorzien van uitstekende ver- • 10 ankeringsorganen en aldaar tevens twee op een afstand van elkaar gelegen steunvlakken heeft voor het door verticale bekistingswanden ondersteunen van het element.
9. Ondersteuningselement volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de steunvlakken bij de onderkant van 15 het element worden gevormd door trapvormige uitsparingen.
10. Ondersteuningselement volgens conclusies 8 of 9, met het kenmerk, dat tenminste aan één kant van het element, nabij de onderkant daarvan, een opneemorgaan is bevestigd voor het verwijderbaar opnemen van een steunorgaan voor het ondersteunen van 20 de verticale wand van de bekisting voor een funderingsbalk.
11. Ondersteuningselement volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het opneemorgaan in het algemeen de vorm heeft van een rechthoekige beugel die met de einden van de benen aan het ondersteuningselement is bevestigd en die, in het dwarsdeel, 25 een inwendig, schuin van boven naar beneden naar de einden van de benen toe lopend wigvlak heeft, en het steunorgaan een langgerekt strookvormig deel omvat met nabij één eind daarvan een zijdelings uitstekende kop die het dwarsdeel van het beugelvormige opneemorgaan van buitenaf kan omgrijpen en waarin de binnenkant een wigvlak is gevormd dat in wiggende 30 aangrijping met het wigvlak van het opneemorgaan kan worden gebracht.
12. Ondersteuningselement volgens conclusies 10 of 11,met het kenmerk, dat door het opneemorgaan tevens het steunvlak bij de onderkant van het ondersteuningselement wordt gevormd.
13. Ondersteuningselement volgens conclusies 8-12, met het kenmerk, dat het element de vorm heeft van een poort.
14·. Ondersteuningselement volgens conclusies 8-13, met het kenmerk, dat in tenminste één zijkant van het 83 0 7,2. 2 5 -10- element tenminste één bevestigingsmiddel is aangebracht.
15. Ondersteuningselement volgens conclusies 8-1^, met het kenmerk, dat in het bovenste oplegvlak van het element vastlegmiddelen zijn gevormd voor het vastleggen van een 5 latei of soortgelijk element. C3 0 3 2 2 6
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8303226A NL8303226A (nl) | 1983-05-26 | 1983-09-19 | Werkwijze voor het vormen van een vloerondersteuning-constructie op een funderingsbalk van beton bij het bouwen van een gebouw. |
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8301879 | 1983-05-26 | ||
NL8301879 | 1983-05-26 | ||
NL8303226A NL8303226A (nl) | 1983-05-26 | 1983-09-19 | Werkwijze voor het vormen van een vloerondersteuning-constructie op een funderingsbalk van beton bij het bouwen van een gebouw. |
NL8303226 | 1983-09-19 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8303226A true NL8303226A (nl) | 1984-12-17 |
Family
ID=26645864
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8303226A NL8303226A (nl) | 1983-05-26 | 1983-09-19 | Werkwijze voor het vormen van een vloerondersteuning-constructie op een funderingsbalk van beton bij het bouwen van een gebouw. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL8303226A (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2006091110A1 (en) * | 2005-02-28 | 2006-08-31 | David John Cook | Improved method of laying a foundation |
-
1983
- 1983-09-19 NL NL8303226A patent/NL8303226A/nl not_active Application Discontinuation
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2006091110A1 (en) * | 2005-02-28 | 2006-08-31 | David John Cook | Improved method of laying a foundation |
GB2438790A (en) * | 2005-02-28 | 2007-12-05 | David John Cook | Improved method of laying a foundation |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US3238684A (en) | Reinforcement and shuttering assembly for concrete | |
RU2136821C1 (ru) | Стеновая структура из вспененного материала и бетона и способ и устройство для ее изготовления | |
CA2038524C (en) | Form and method of constructing a wall from pourable concrete material | |
US4569173A (en) | Method for constructing buildings and building structures | |
US3730475A (en) | Form for casting concrete building foundation | |
JPH05287901A (ja) | 階段の構築方法 | |
US4228625A (en) | Construction system | |
NL8303226A (nl) | Werkwijze voor het vormen van een vloerondersteuning-constructie op een funderingsbalk van beton bij het bouwen van een gebouw. | |
EP0327563B1 (en) | In situ brick or block making formwork | |
CN210164241U (zh) | 一种预设模板的预制边梁 | |
JPH04330119A (ja) | 基礎の施工方法 | |
JPS6054459B2 (ja) | 法面保護工法 | |
EP2053182A2 (en) | Reusable modular formwork for making ribbed reinforced concrete floors | |
KR0135882Y1 (ko) | 콘크리트 거푸집 고정용 플레트타이 지지대 | |
JPH084196A (ja) | 建物用パネル | |
JPH04323417A (ja) | 基礎構造 | |
NL1006527C2 (nl) | Werkwijze voor het vervaardigen van een fundering en bij deze werkwijze toepasbare betonplaat. | |
EP1103663A1 (en) | Pile wall capping | |
JPH0470444A (ja) | コンクリート建築物の隔壁、及びコンクリート建築物の施工法 | |
JPH0421767B2 (nl) | ||
JP2000257078A (ja) | Pc基礎梁部材を使用するべた基礎の施工方法およびpc基礎梁部材用pc支持枠 | |
JPH05287759A (ja) | 鉄筋コンクリート基礎梁の構築法 | |
JP2864905B2 (ja) | プレキャスト壁の接合方法 | |
BE1007108A6 (nl) | Prefab randafstelprofiel voor vloerplaten. | |
JPS6220571Y2 (nl) |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |